NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 9e Jaargang. Zaterdag 17 October 1891. No. 2542 ABONNEMENTSPRIJS: NABETRACHTING STADSNIEUWS. FEUILLETON* III @1V Ai III 1 AI. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummer.0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Korean Kleine Hentatraat No, 9, Haarlem. Telefoonnnmnier jlSSS. ADYERTENTIÉN: Tan 1—5 regel# 50 Cent»; iedere regel meer IC»Cents. Groete letten naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Aboaaneaentes en Advertenties wordcx aangenomen door onsse agenten ea door allegboekbandelarea e© courantiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. n voor kei Buitenland'. Compagnie Générale dt Publicity Birangirt I- DAVBM üo», JOÏÏ&' P Succ-, Faryje Sióü Psaboarg Moairnarére. Bet bijvoegsel van ons bladdat morgenavond verschijntzal bevatten De Stoel {novelle.) Bloed- en Die- renregenHaarlemmer Halletjes. No. CXVI. Natuurkundige proeven /oor iedereen. VIII. Gemengde be richten. Varia. Advertentiitn enz. uit den GEMEENTERAAD. XXXII. Wanneer ik zeg, dat in de Raads- ergadering van gepasseerden Woensdag weer schoolzaken zijn behandeld, dan is het overbodig om er bij te voegen dat die vergadering lang heeft geduurd omdat dit van zelf spreekt. Het onder wijs kost veel geld en over de manier waarop dat geld het best wordt be steed dient ampel te worden ge sproken. Toen de burgemeester Woensdag de te behandelen schoolzaak aan de orde itelde, noemde Z.E.A. die een eenvou dige zaak. De Raad proestte het uiten er was reden voor. Luister, lezer, hoe :envoudig de zaak was. Op dit oogenblik zijn er op de op- eidingsschool voor jongens tot het mid delbaar onderwijs (hoofd de heer Hubregtse) honderd jongens teveel. Verleden jaar heelt de Raad al in prin cipe besloten een tweede opleidings school voor jongens te bouwen daar over behoefde men dus nu niet meer te praten. Maar wel over de plaats waar ze komen zou en nu was de wethouder van onderwijs, de heer Waller, op het praktisch idee gekomen om de school van den heer de Koek (de ie tusschen- school) op de Nassaulaan te gebruiken voor opleidingsschool en een nieuwe tusschenschool te bouwen, op de Park laan nogal, waar B. en W. het vorige jaar voor de toen te bouwen school (die nu aan den Schoterweg staat) absoluut niets van wilden weten. En ten slotte 'stelden B. en W. nog voor, om zoodra dé nieuwe opleidingsschool betrokken werd, het schoolgeld op de school van den heer Hubregtse ran f 40.tot f 60.te verhoogen. Als dat nu geen eenvoudig zaakje is.... Ik zal niet hel heele debat weer gaan napluizen, maar ik wou toch wel met genoegen vermelden, dat de meeste raadsleden niet geneigd schijnen te zijn, om op de eene school meer schoolgeld te vragen dan op de andere. Waar dient zoo'n verschil voor zal men zeg gen. Ik zal het u vertellen. Ten eerste, om met een zoeten dwang de honderd jongens, die de school-Hubregtse te veel heeft, naar de nieuwe school te krijgen. 't Is zeker wel dom, dat ik niet vat waarom juist verschil van schoolgeld die honderd lastposten van de Wilhel- minastraat naar de Nassaulaan moet jagen. Net zoo goed, als ze nu geborgen worden in die reddingsboot van ons onderwijs, het Proveniershnis, even zoo goed kan de gemeente dunkt mij decre- teeren, dat die en die jongens worden overgeplaatst naar de nieuwe school, b. v. diegenen die het laatst gekomen zijn, voor wie dus feitelijk toen ze werden aangenomen, geen plaats meer was. Een ander motief van het schoolgeld verschil is van den districts-schoolop ziener, en werd door den burgemeester medegedeeld. „De burgerij zou dan zich- zelve kunnen classificeeren". Ach, ach, wordt er al niet meer dan genoeg geclassi ficeerd in de wereld Moeten nu de kin deren, die op dezelfde wijze tot het mid delbaar onderwijs worden opgeleid, nu ook al geclassificeerd worden in een goed koope soort van veertig gulden en een dure soort van zestig? Ik hoop niet, dat de Raad dit ooit zal goedkeureu, en ik geloof het ook niet. Zeer terecht herinnerde de heer Macaré aan den onzuiveren toestand, gesticht door het indertijd bestaande verschil tusschen het schoolgeld aan de Hoogere Burgerschool met 5 jarigen en aan die met 3-jarigen cursus. Men meende toen, dat laatstgenoemde slechter was, omdat ze goedkooper was. Zéo zou het ©ok met de opleidingsscholen gaan. Dat de Burgemeester nu wel aan ket einde der Parklaan een school wou stichten en het vorige jaar niet, lijkt wel wat tegenstrijdig, maar dat is het toch niet. We weten nu, waarvoor de Burgemeester dat terrein had willen reserveerenvoor eèn nieuwen schouw burg. „Maar", zeide Z.E.A.dat is niet meer noodig, sedert de bestaande schouwburg zoo vergroot en verbeterd is." Ik feliciteer de directie van den schouwburg met dit officieele pluimpje zij mag het gerust op den hoed steken. Nurksen zullen wel zeggen, dat het locomotieveogegil geen operazanger of acteur zou behaagd hebben, evenmin als het publiek maar Nurksen heb ben letterlijk altijd wat te vitten. Midden in het debat over die schoolkwestie kwam de heer Cnoop Koopmans met een geheel nieuw idee, namelijk om geen nieuwe opleidings school in te riohten, maar van den cursus twee scholen te maken, dat wil zeggen de leerlingen van de drie eerste leerjaren afzonderlijk en die van de drie laatste eveneens. Dan had men geen moeite met die 100 overcomplete jongens, en kon desnoods voor de drie laatste leerjaren hooger schoolgeld heffen. Het denkbeeld was voor iedereen nieuw en, zooals deze en gene terecht zeiden, wel waard om te worden overwo gen. Het werd dus aangehouden. Ik weet natuurlijk niet, hoe men er later over denken zal, maar acht het niet onmogelijk, dat er dan eenige bezwaren voor het front zijn gekomen. Als de zes leerjaren worden doorgesneden en in twee afzonderlijke scholen, met-twee afzonderlijke hoofden, worden gesplitst, waar blijft dan de eenheid van methode, tenzij die twee hoofden in alle opzich ten gelijk denken. Wie is, wanneer de leerlingen niet slagen voor de toelatings examens voor het middelbaar onderwijs, de verantwoordelijke man Het hoofd van de drie eerste leer jaren of het hoofd van de drie laatste of allebei of geen van beiden Dit is, naar ik geloof een groote moei lijkheid, die niet te ontkomen is. Een be zwaar van minder gewicht mag het zijn, dat kinderen uit hetzelfde gezin niet meer naar dezelfde school gaan, maar van meer belang is het, dat de leerlingen niet gedurende den gan- schen cursus door éen hoofd meer wor den nagegaan, en voor de onderwijzers in de school voor de 3 eerste leerjaren is het eentonig, dat zij nooit eens in een hoogere of hoogste klasse kunnen les geven. In Amsterdam heeft men ook meer dan éen school 4e klasse (gelijkstaande met onze opleidingsschool), maar ook daar is de cursus niet in twteön gesneden. Elk school is op zichzelf compleet en ik zou haast denken, dat dit ook in Haarlem beter is. Moet er nu absoluut meer geld gemaakt worden, weJnu, dan kan men het schoolgeld op de beide scholen tot 50 verhoogen. Dan kan er een gezonde wedloop ontstaan tusschen de twee geheel gelijk- en gelijkvormige scholen, wie het meeste succes van hare leerlingen heeft. Ik heb zóóveel over de schoolzaak te vertellen gehad (zei ik het niet, dat die kwesties altijd lang duren dat er geen plaats meer over is voor de kwestie van de „Korenbeurs". Mag een gemeente (moreel) een gebouw „met vergunning" verpachten. Ook niet, als er door af schaffing van die vergunning, gevaar bestaat, dat de markt verloopt? De heer de Kan ter wou alles aan het principe, dat eene gemeente tot drauk- gebruik de gelegenheid niet geven mag, opofferen. Hier was wellicht deze man van de praktijk teveel man van de theorie. En ik geloof, dat in den omtrek van de markt, menige neringdoende blij zal zijn, dat Woensdag de meerder heid van den Raad, de eischen der praktijk anders opvatte en voor de marktdagen de vergunning bestendigde. Haarlem, 16 October 1891. Zondag 18 Oct. a. s. is de tentoon stelling der oostersche verzameling- Haarsma, die voortdurend de alge- meene belangstelling blijft wekken, voor het publiek gratis te bezichtigen. Weldra zullen weder afwisselende ten toonstellingen van plaatwerken in de rotonde van het Museum geopend worden. Door B. en WW. is de levering van brandstoffen voor de gemeentelijke in richtingen gegund aanH. van Bree- men Co., grove steenkolen voor f 1. per 100 KG., grove cokes voor ƒ0.59, geklopte cokes voor ƒ0.63 Per UL. P. G. Otter, lange turf voor ƒ0,36 per dubb. hectoliter. J. Overakker, (na lotiDg met eerstgen.) korte turf voor ƒ0.69 Per dubb. hectoliter. Door wijlen mej. Petitpierre, gewoond hebbende alhier, is aan het Evangelisch Luthersch Wees- en Armenhuis alhier, vermaakt eene som van 500. De vereeniging „Volksbelang" hield Donderdagavond hare jaarvergadering in het Volksgebouw, Jacobijnestraat 7. De werkzaamheden voor het dienst jaar 1891/92 zijn als volgt geregeld. Er zullen vers. voordrachten worden ge houden door de heereu prof. Pekelha ring, prof. A. Pierson, dr. Wijsman, F. Domela Nieuwenhuis, Hugo Muller, P. L. Tak, F. v. d. Goes, Anseele, A. H. Gerhard, dr. A. Kuyper, mr. D. A. v. Eek, P. v. d. Meulen, mr. L. Zeegers Veeckes en mej. W. Drucker, die daar toe zijn uitgenoodigd, doch die nog niet allen hebben geantwoord. Tot bestuursleden in de plaats van den voorzitter, den heer D. de Clercq, en A. Schagen, penningmeester, beiden niet herkiesbaar, zouden anderen wor den gekozen, doch daar een voorstel was ingekomen om het reglement zoo danig te wijzigen, dat de bestuursleden dadelijk herkiesbaar zijn, werd dit aan gehouden. Omtrent het onlangs geopende Volks gebouw werd medegedeeld, dat er zou den zijn aandeelhouders die 1 zouden betalen voor ieder aandeel en ieder één stem zouden uitbrengen. „Volksbelang' zal vijf aandeelen nemen. Ook zal de vereeniging een bijdrage geven van 5 voor de ambachtsschool. Op den cursus, die dezen winter zal worden gehouden, zullen doceeren de heerendr. Heringa, dr. Calkoen, C. de Vries en dr. Bückmann. De heer De Vries zal handelen over de opvoeding in het huisgezin dr. Calkoen zal wor den uitgenoodigd te spreken over voe ding in het algemeen, terwijl ook het nut van baden en de invloed op het lichaam van stoffen, die de arbeider be handelt, zullen worden besproken. In eene vorige vergadering waren aan de leden biljetten rondgedeeld, waarop hun verzocht werd die woningen te plaatsen, die volgens hun idee on bewoonbaar moesten worden geacht. Thans werden die weder ingeleverd, waarbij bleek dat er tal van biljetten waren ingekomen. De woningen zullen op een staat worden gebracht en deze bij den Raad worden ingediend met het verzoek naar dien toestand een onderzoek in te stellen. Nog bracht de heer Meyerink het 3e jaarverslag uit over den kinderspeel tuin. Hieruit bleek dat 16,000 kinderen den tuin hadden bezocht. Niet één ongeluk heeft plaats gehad. Er werden tal van geschenken ontvangen. Tot 10 October was de tuin geopend. De financieele toestand is niet schit terend, waardoor tal van verbeteringen moesten achterwege blijven. Hierom zal men bij de gemeente aankloppen om subsidie. Na nog eenige mededeelingen werd de vergadering te ongeveer 10 uur ge sloten. Wordt men getroffen door de be richten over ernstige ongevallen, waaraan werklieden in de uitoefening van hun bedrijf blootstaan, evenzeer zal men daardoor overtuigd worden hoe ernstig noodzakelijk het is hen door verzeke ring tegen ongelukken, voor de nood lottige gevolgen daarvan op financieel gebied, te vrijwaren. Wij wijzen slechts op het ongeluk, dat Donderdag in het in aanbouw zijnd perceel in de Gierstraat, is geschied en waarbij slechts de timmerlieden waren verzekerd, terwijl in dit blad een be richt voorkomt van een dergelijk on geluk in de Croeselaan te Utrecht, waarbij een persoon gedood en tal van andere gewond werden. Naar het ütr. Dbl. verneemt, was geen hunner verzekerd. Zullen deze ongelukkigen thans weder aan de publieke liefdadigheid vervallen Hoewel dit misschien hun eenigst red middel is, ware het toch bet°r, dat zij i verzekerd waren geweest, en het is dan ook te hopen, dat ingrijpende maatre gelen door de autoriteiten worden ge- nomen om allendie werklieden onder zich hebben, welke aan gevaren zijn blootgesteld, ten eenenmale te ver plichten hen te verzekeren, 't Kost be trekkelijk zeer weinig. Hunne werklieden, zij zeiven en het publiek zullen er door worden gebaat. 40) HOOFDSTUK XVI. „Welaan, mijnheer, ik vraag niet, waarom gij hem opspoort. Het is zonder twijfel om hem een fortuin ter hand te stellen," grinnikte hij. „Dat is gewoonlijk het geval, wanneer een man in een nieuwsblad wordt opgespoord, nietwaar?" „Dus kort en goed, gij zijt hier gekomen met het plan om den echtgenoot van uwe zuster te verraden. Het spijt mij u te moeten zeggen, dat gij te laat zijt. Wij -weten reeds, dat mijn heer George Atheling of anders George Humphrey in Daffodil Road woont, en wij weten ook, waar dat is. Gij kunt gaan, mijnheer." Horatio werd bleek. Den ganschen tijd, nadat hij de adver tentie gelezen had, had hij gedacht aan deze groote belooning. Hij had haar reeds in zijne hand. meende hij. Wat zou hij geea blut kunnen slaan met 50 pond. En nu was het uit. „Gij kunt gaan, mijnheer," herhaalde de zaakwaarnemer, „Ik zal u een proces aandoen, omdac gij mij het geld niet geven wilt, en ik toch de eerste ben, die u inlichtingen kan verschaffen. Het komt mij toe en ik zal het hebben ook, als er ten minste nog recht in het land zijn." „O ja, recht genoeg. Ga maar heen en onderzoek de zaak." De zaakwaarnemer zag er lang niet zachtaardig uit. Horatio ging heen. Omstreeks 11 uur kwam er een oudachtig heer aan het kan toor, die een van de patroons verlangde te spreken en hem ver telde, dat hij wegens de advertentie kwam. „Mijnheer," zeide hij, „ik heb alle reden om te gelooven, dat de persoon, wiens aanhouding in „de Echo" van gisterenavond wordt verzocht, mijn eigen schoonzoon is." „Inderdaad Dan zult gij mij wel zijne woonplaats kunnen aan wijzen, nietwaar?" „Ja zeker. Maar ik zou eerst wel eens willen weten, wat hij gedaan heeft. Als het iets slechts is, iets, dat hem voor het ge recht zou kunnen brengen, verzoek ik u vriendelijk, het mij te willen zeggen, ter wille van mijn dochter, dat arme meisje l Haar moeder is altijd van meening geweest, dat George iets op zijn geweten heeft, en dat hij zich nu schuil houdt; ik voor mij kan niet ai.ders van hem veronderstellen, dan dat hij een eerlijk man is." „Zoo, mijnheer." „Mijne vrouw vond, dat ik deze inlichtingen moest geven en meteen de belooning opeischen, omdat vijftig pond ons niet alle dagen in den schoot vallen. Ik was er tegen, omdat ik mijne dochter niet in ongelegenheid wil brengen, en zeg u daarom, dat ik u geen inlichtingen kan geven, als het eene slechte daad betreft." „Het spijt mij, op mijn woord, dat wij u de belooning niet kunnen geven. Gij zijt ongelukkig te laat, want het is ons reeds bekend, waar wij den man, dien wij zoeken, kunnen vinden." „O." Mijnheer Patager zuchtte. „Nu, ik ben blij, dat de be looning mij niet toekomt, ofschoon mijne vrouw wilde hebben, dat ik er moeite voor deed haar te krijgen. Het scheen mij toe, alsof ik den echtgenoot van mijne dochter ging ver- koopen," „Wees maar gerust, mijnheer. Dat gevaar zal uw schoonzoon niet loopen." „Zou ik u dan ook mogen verzoeken, mij te vertellen, wat die on gelukkige man kan hebben gedaan?" „Mijnheer Patager, tot mijn spijt kan ik u dat nog niet mee- deelen. Laat het u genoeg zijn, dat wij weten, waar wij hem kunnen vinden." „Zult gij he* voor de rechtbank voeren om gevonnisd te worden. O, mijnheer, bespaar mijne dochter die schande." „Maar, mijnheer, waarom denkt gij juist, dat uw schoonzoon iets misdreven heeft? Binnenkort zult gij alles vernemen. Ga nu naar huis en wees gerust." Om half een verscheen er een derde persoon, weer een jonge man, die zeide, dat hij wegens de advertentie kwam. „Komaan, mijnheer," zeide mijnheer Westbury, „gij komt ons zeker vertellen, waar wij de persoon, wiens aanhouding wij in de courant verzoeken, kunnen vinden, nietwaar?" „Ja, mijnheer." „En gjj zoudt de belooning willen verdienen?" „Ja zeker, zoo gauw als ik n mijne inlichtingen heb verschaft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1