POLITIEK OVERZICHT.
Keizer Siüigl® en Bismarck.
Jn ook zijn verwonding niet had ver
teld. M. hid zich alleen verbaasd over
den rochelenden toon, waarop zijn
medewandelaar sprak.
Er is alzoo iets raadselachtigs in deze
geschiedenis, dat zich zal oplossen als
de man in leven blijft en Dadere ver
klaringen of bekentenissen aflegt.
Zaterdagmorgen was hij nog niet
buiten gevaar. ZC.)
Vrijdag ochtend ontlastte
zich boven Dieren een hevig, doch
kortstondig onweder. Twee vrouwen op
de Heide werden door den bliksem
getroffen. Eene werd op den weg ter
stond gedood, en de andere, die in de
bedstede harer woning aardappelen zat
te schillen, werd zoodanig getroffen, dat
zij niet buiten gevaar is. De bliksem
drong in de woning door den muur,
doch veroorzaakte geen brand.
Uit Maastricht wordt ge
meld: Onze stad zal weldra in het
bezit zijn van een derden gashouder
met eenen inhoud van 4000 M3, zoodat
alsdan de ruimte tot gasberging 6550
M3 bedraagt. Als gevolg wn deze aan
winst zal het buizennet w01 den uitge
breid en zulleu nieuwe gedeelten dei-
stad, waar nog alle verlichting ontbreekt,
met gas verlicht worden. Men verwacht I
voorts van die vermeerderde gasbergiug
eene verlaging van den gasprijs. die
thans 8 cent per M' bedraagt en rekent
dan op een toenemend gasverbruik. In
het afgeloopen jaar bedroeg dit verbruik
bij particulieren 575,794 M3. Het aantal
gas ver bruikers was 710.
Naar men verneemt heeft
de aannemer van de uitbreiding van
het stationsgebouw te Leeuwarden vóór
14 dagen die stad v.-rlaten, zonder orde
op de voortzetting van het werk te
hebben gesteld. Sedert staan de werk
zaamheden geheel stil De overkapping
der perrons, aan den heer Michielsvan
Zwolle opgedragen, vordert goed. Of
alles echter vóór den winter gereed zal
zijn, is nog alles behalve zeker.
G. van der Noordaa en E. R. Bouw
meester; bij het 3e reg., de sergeant-
volontair G. Smit Sibinga; bij het 5c
regiment, de sergeanten-volontairs C.
M. A. Quack, J. Woudstra en C. A. F.
Beem bij het 6-. regiment de sergeanten-
P. A. de Ridder, P. C. C. Phaff, en
C. J- Steffen; bij het 7c regiment de
sergeanten-volontairs A. P Louman en
K. O. Hoolboom bij het 8* regiment,
de sergeant-volontair P. W. Alstorphius
Grevelink, allen van het 4e regiment
infanterie.
Bij kon. besluit zijn benoemd bij het
wapen der art., tweede-luit., bij het
ie reg. vest,-art., de sergt.-volontair
J. A. Snijders; bij hec 2« reg. vest.-
artde sergt. volontairs G- Boldingh,
A. Kooiman, J. Eijsten en S.Bernard;
bij het 3e reg. vest. art., de sergeants-
volontairs F. H. W. Haanebeek, J. D.
Schaap, D. de Kreuk, J. Jungeling en
F. G de Klerckbij het 4* reg. vest.»
art., de sergt. volontairs W. de Waal,
N. M. H. Doppler, G. N. van Affelen
van Saemsfoort en J. F. G. Verhoeff,
allen van het 2 'e reg. vest -art.
stelde, gelegenheid tot inzage der open
bare registers gebruik te maken;
dat voorts, voor zooverre bij bekend
heid van de uitsluiting der bevoegdheid
tot zuivering een ongunstige afloop van
de veiling te wachten zou zijn zulks
eene aangelegenheid is die niet den
notaris, maar alleen het belang der
bij de veiling betrokken partijen raakt.
Op deze gronden werd de notaris
veroordeeld om zijne diensten aan den
liquidateur te verleenen en om bij niet-
voldoening daaraan, dezen te vergoeden
alle kosten en schaden door des notaris'
weigering te lijden.
Letteren en Kunst.
VerschenenCross Currents, eene
novelle van miss Mary Angela Dickens,
kleindochter van den schrijver van
Pickwick.
Een Engelschman, de heer Round,
heeft in een engelsch kasteel de corres
pondentie gevonden van Petkum, den
holsteinschen zaakgelastigde in Den
Haag, tijdens de geheime onderhande
lingen na den successie-oorlog.
De zanger Van Dyck heeft den
heer Roddez, te Parijs, geholpen om uit
eene vlaamsche legende het thema samen
te stellen voor een ballet, waarvan Mas
senet de muziek heeft geschreven. Le
Carillon is de titel. De keizerlijke
schouwburg teWeenen zal er den primeur
van hebben, evenals van IVertherMas
senet's nieuwe opera.
De Ned. Spectator maakt gewa^
van een boekje, dat dezer dagen te
Londen is verschenenTranslations in
verse door Collard J. Stock. Het bevat
vertalingen uit het fransch, spaansch,
portugeesch italiaansch zweedsch
duitsch en nederlandsch. Uit onze taal
overgezet, komen er in voor twee son
netten van Hooft„Lsilsterren van myn
hoop" en „Mijn vrouw, de min en ick'
Leger en Vloot,
Bij kon. besluit zijn benoemd bij
het wapen der int. tot tweede luitenant,
bij het 10 reg, de sergeants-volontairs
W. E. van Eek, W. Tinkelenberg, J. C.
Donker, J. J. Middelaer en I. A. de
Koningbij het 2e ree., de sergeanten-
volontairs N. van Wingen, H. Z. A.
van de Roemer, H. C. J. Meys, E. H.
RECHTSZAKEN.
Mogen notarissen hun dienst weige
ren?
Een betrekkelijk zeldzaam geval deed
zich deze week naar aanleiding van
artikel 6 der wet op het notarisambt
voor. De heer W. K., notaris te Am
sterdam, ontving van een advocaat, mr.
J. P. A. R. Caroli, in diens qualiteit
van liquidateur eener vennootschap on
der firma, de opdracht tot publieke
veiling en verkooping van een onroe
rend goed, behoorende tot de vennoot
schap in liquidatie. De notaris, schoon
met de opdracht in het algemeen ver
eerd, weigerde toch in dit bizonder
geval haar uit te voeren, en wel op
deze gronden dat het te veilen goed
bezwaard was met eene hypotheek ten
behoeve van een derde; dat in de hy
potheekakte bepaald was dat de even-
tueele kooper van het goed niet het
recht zoude hebben van de rangregeling
en zuiveringdat mitsdien die kooper
zoude worden dupe, ook omdat koopers
eu makelaars niet bekend plegen te
zijn met de vrij ingewikkelde rechtsbe
palingen op hypotheek en dat dus hij,
notaris, niet kon of wilde veilen, bijal
dien hem niet vooraf werd ter hand
gesteld eene akte waarbij de hypotheek
houder machtiging gaf tot doorhaling
zijner hypotheek. Daar de liquidateur
die akte niet kon overleggen en de
notaiis bij zijne weigering volhardde,
dagvaardde de liquidateur den notaris
voor den president der rechtbank te
Amsterdam, ten einde zich in kort ge
ding te hoor en gelasten om zijne dien
sten als notaris te verleenen ter zake
van de opgedragen veiling. Mr. Caroli
voerde voor den president aan, dat art.
6 der wet op het notarisambt den no
taris gebiedt zijne diensten als notaris
te verleenen, tenzij hij gegronde rede
nen heeft om ze te weigeren, en dat
de door den notaris aangevoerde re
denen allerminst gegrond waren. Dinsdag
jl. gaf de president in deze zaak vonnis
en besliste, overeenkomstig den eisch
des liquidateurs
dat door den notaris inderdaad geene
gegronde reden tot weigering zijner
diensten was aangevoerd;
dat het niet aangaat een beroep te
doen op de tot eene gewoonte geworden
onbekendheid van de gegadigden met
het al of niet bezwaard zijn van een te
veilen perceel, en met de bepalingen
die in geval van verhypothekeering ge
maakt zijn, voor zooverre die uit de
openbare registers blijken
dat er geen sprake kan zijn dat de
kooper van zoodanig perceel dupe wordt,
daar hij verplicht is van de, juist ter
voorkoming van zoodanig gevolg inge
In den socialistendag te Erfurt richtte
Vollmar tegen Be bel eene lange rede
voering, in welke hij aandrong op een
sneller voorwaarts gaan der partij. Hij
zoekt het verkrijgen van politieke macht
en de bevordering van het parlementa
risme, in de hoop dat dit laatste een
maal aan de partij ten goede kome.
Voorts betoogde hij dat de socialisten
voor den vrede moeten ijveren, aange
zien door oorlog de nationale idee slechts
gesterkt werd. Hij wenscht geene ver
andering van tactiek, maar een conse
quent doorzetten van deze.
Singer ea Liebknecht zagen in Voll-
mar's redevoering een gevaar en eene
stoornis. De partij moest aan de thans
met goed gevolg toegepaste tactiek ge
trouw blijven.
De russische beer heeft volop reden
om vergenoegd achter zijn poot te zitten
lachen, want het effect van zijne mon
sterachtige betrekking met de lichtzin
nige dame aan de Seine is niet uitge
bleven. De beer had geld noodig en
vroeg 500 miüioen. En wat doet de
dame, die zich door hem het hof laat
maken? Uit pure dankbaarheid biedt zij
hem bijna 4 milliard aan
Inderdaad, de operatie, welke achter
den rug is, heeft niet het karakter van
eene eigenlijke leeningzij is eene
nieuwe manifestatie, en wel eene van
grooter beteekenis dan al het andere,
wat de wereld tot heden op dat gebied
heeft gezien. Nu toch is de proef op
de som geleverd en duidelijk gebleken,
dat de fransche Republiek niet alleen
in woorden, maar ook in daden de
vriendin van Rusland is,
Alleen het Crédit Foucier te Parijs
dekte de leeniug twee en een half
maal, niettegenstaande geen inschrij
vingen werden aangenomen door zijn
financieele correspondenten in de pro
vincie. Bij het Crédit Lyonnais werd
voor anderhalf maal het bedrag inge
schreven en evenzoo bij de Banque de
Paris.
De meeste duitsche bladen bespreken
de ontmoeting tusschen van Giers en
Di Rudini met eene uiting van luid
ruchtige gerustheid, die misschien ge
heime ourust verbergt. De Vossische
Zeitung ziet in deze gebeurtenis een
nieuwen zet van Rusland in zijn politiek
drijven. Nadat het Turkije voor zich
heeft weten te winnen, dat eenige jaren
geleden de Triple Alliantie trouw ter zijde
stond, tracht het nu een anderen steun
pilaar van het Drievoudig Verbond aan
't wankelen te brengen. Wanneer dit
gelukte, zou het welslagen van deze
poging de binnenlandsche positie van
Von Giers zeer versterken, die, naar
men zegt, belangrijk verzwakt is door
de woelingen der Panslavisten en hun
invloed op den czaar. Het blad spreekt
echter met eenigen nadruk de hoop uit,
dat deze aanval van Rusland door Italië
zal worden afgeslagen.
De onderhandelingen tusschen de
kabinetten van Londen en Belgrado,
over de verlegging der indische mail
route over servisch en hongaarsch gebied
zijn nog steeds hangende. Volgens de
Times kan men evenwel verwachten,
Onder de britsche politieke partijen
heerscht thans veel leven en beweging
om van het droevig rumoer binnen de
ïersche partij niet te spreken. Er bestaat
voor deze drukte en bewegeiijkheid alle
reden. Behalve dat het tijdstip van de
opening van het parlement begint te
naderen, waaraan gebruikelijkerwijze
allerlei oratorische kunststukken van de
parlementsleden voorafgaan, vallen
allerlei plaatsen te vervullenzetels in
het huis der gemeenten en zetels aan
de groene tafel der Ministers.
Er schijnt langer geen twijfel te be
staan of mr. Balfour, thans secretaris
voor Ierland in het britsch Kabinet, zal
den heer YV. Smith als leader in het
Lagerhuis en eerste lord van de schat
kist opvolgen.
In het algemeen zou deze keuze ook
onder de politieke tegenstanders van den
heer Balfour een goeden indruk maken,
wijl men vrij eenstemmig van gevoelen
is, dat zijn talent hem onder de regee-
ringsleden het meest bevoegd voo>- dezen
post maakt. Als secretaris voor Ierland
zal hij waarschijnlijk vervangen worden
door den heer Jackson, thans parle
mentair secretaris bij de schatkist.
Onder de verschillende verkiezingen
voor leden van het parlement belooft
vooral die te Cork, voor de door Par-''
nell's dood opengevallen plaats, een
warmen strijd uit te lokken. Door de
.patriotten" d. z. de Mc Carthysten, is
nog geen candidaat gesteld. De Par-
nellisteu zonden een deputatie aan den
lord-mayor van Dublin, in de hoop den
.Alderman" Mead te bewegen als hun
candidaat op te treden.
Te midden van deze benoemingen en
beijveringen om de opengevallen plaatsen
weder te bezetten, blijft Gladstone's rede,
onlangs te Newcastle on-Tyne uitgespro
ken, welke tegelijkertijd het programma
der liberale partij voor de aanstaande
algeraeene verkiezingen bevatte, stof tot
bespreking opleveren. Van de zijde der
tories en der unionistische liberalen staat
de heer Gladstone wegens zijn rede
aafl de scherpste aanvallen bloot. Vooral
hetgeen hij over de ontruiming van
Egypte heeft gezegd, grijpen de tories
aan om er een nieuw en scherp wapen
uit te maken ter bestrijding van zijn
politiek. Ook onder een deel zijner
partijgenoten vonden Gladstone's woor- hgt b - yan lg de nieuwe
den geen instemming, wijl men er uit - - 0 - -
meende te zien, dat de liberale staats»
man, wanneer hij binnen kort weder
aan de regeering komt, zich zou haasten
de engelsche troepen uit Egypte terug
Uit Buenos-Ayres wordt gemeld
Alle overeenstemming tusschen de ver
schillende partijen is verbroken. Generaal
Mitre heeft zijne candidatuur voor het
presidentschap ingetrokken. Hij heeft dit
aangekondigd in een zeer gematigd
manifest, waarin hij zegt dat hij van de
candidatuur afziet, doch voort zal gaan
aan de binnenlandsche staatkunde deel
te nemen binnen de grenzen, die de
grondwet aanwijst, willende hij geen
beroeringen teweegbrengen van welke
hij te allen tijde afkeering is geweest.
Er is sprake van het bijeenroepen
eener vergadering van de voornaamste
leiders aller partijen tot het aanwijzen
van een gemeenschappelijken candidaat.
De minister van Financiën heeft zijn
ontslag genomen.
dienst over Salonika geopend zal worden.
De servische regeering rekent op een
geldelijk voordeel van 500,000 francs
per jaar door de verlegging van den
t - - - maildienst. De turksche regeering is
te trekken Omtrent deze opvatting g*f y00rnemens krachtige maatregelen te ne-
echter Gladstone s orgaan de laatste men ,er bescherminBg der maiIs.
dagen eenige toelichting, waaruit blijkt De Standard ontving bericht uit
dat men op dit punt den grijzen spre- Qd dat daar
een bevel van de
ker met geheel juist heelt begrepen. h ri was ingekomeD 0m
Trouwens men weet hoe behendig de!jn ziiid-Rusland de jodenvervolging te
heer Gladstone zijn meenmgen zoo in j sta^eü
woorden weet te kleeden, dat zij voor j Daily ffews verneemt uit Petersburg,
tweederiet mtleg zich laten leenen. zoo- d/ Czaar voomemens is sp zijn
dat het hem weinig moeite kost als h, eene reis door de Middellandsche
minister er een geheel andere verkla- !JZee ,e mak en dat er kans bestaat
ring van te geven dan zij schenen te eene ontmoeting mgt president Car-
hebben, toen hij ze als oppositiemannot jn eene der fransche havensteden,
uitsprak.
De Gaulois geeft een verslag, of,
zooals het blad beweert, een proces
verbaal van het laatste onderhoud, dat
er plaats had tusschen den jongen
duitschen keizer en Bismarck. Van wien
heeft het biad die nauwkeurige inlich
tingen Zeker niet van den keizer. Van
Bismarck dus f Dat is moeilijk aan te
nemen, hoewel het gedrag van den ge
vallen rijkskanselier tot alle veronder
stellingen de gelegenheid openlaat. Zie
hier de mededeelingen van het fransche
blad
Zaterdagmorgen, den 151 Maart 1890,
werd aan Bismarck bericht, dat de
keizer zich op het „Staatssecretariat" bij
graaf Herbert bevond en hem daar
afwachtte. Het was nog geen acht uur
toen de boodschap kwam, lag Bis
marck nog te bed. Een oogenblik later
was hij weg naar de Wilhelmstrasse en
toen hij het vertrek binnentrad, waar
de keizer zich bevond, werd hij met
de volgende woorden ontvangen, die
op een verwijtenden toon werden uit
gesproken
„Gij hebt den ministers verboden mij
rechtstreeks rapporten (Immediat be
richte) te doen toekomen. Daaraan deedt
ge verkeerd. Ik wil absoluut de minis
ters persoonlijk ontvangen."
„Sire," antwoordde Bismarck, „ik
alleen ben belast met Uwe Majesteit
een rechtstreeksch rapport te doen toe
komen. Dat is neodzakelijk om de een
heid van handelen te bewaren. Zoo
eenige ministers in den laatsten tijd de
gewoonte hebben aangenomen, Uwe
Majesteit dergelijke rapporten te over
handigen, dan handelden zij daardoor
in strijd met het recht, dat aan den
rijkskanselier bij de wet is toegekend.
Zoo Uwe Majesteit het echter beveelt,
zal ik eene daarop betrekkiug hebbende
verandering voorstellen in de wetge
ving."
„Er is nog iets anders," hernam de
kaizer. „In zake de arbeidskwestie legt
gij mij steeds hinderpalen in den weg.
Ik beu er op gesteld, dat de maatrege»
len, die ik nuttig oordeel, zóó en niet
anders worden uitgevoerd."
„Ik ben in beginsel den verbeteringen,
die Uwe Majesteit wenscht aan te
brengen, niet vijandig gezind. Maar
mijne rijpe oudervinding leert mij, dat
sommige wijzigingen, waar het de bizon-
derheden betreft, onontbeerlijk zijn. Die
wijzigingen zal ik de eer hebben Uwe
Majesteit eerbiediglijk voor te leggen."
„Neen, ik wil geen enkele wijziging.
Mijne bevelen moeten uitgevoerd wor
den in hun geheel, zooals ik ze geef."
Bismarck werd toen wat ongeduldig.
„Ik meen te begrijpen, dar mijne
diensten niet langer het geluk hebben,
aan Uwe Majesteit te behagen en dat
zij zich gaarne van mij zou wenschen
te ontslaan."
De keizer maakte met de rechterhand
een toestemmend gebaar. Hij deed het,
zonder er bij te denken, maar het was
„Ik geloof, dat ik u niet goed begrijp, mijnheer," zeide hij zeer
onderdanig. „Gij kunt die zaak in Boston niet opgeven; vannacht
moeten wij weer aan 't werk. Denk maar aan dien nacht aan
boord van het schip, dat was me een karreweitje."
„Ja, Mavis, dat was eene duivelsche karrewei. Ik zal nu eens
ronduit met u spreken. Het huis kunt gij dit jaar nog bewonen,
maar na dien tyd wordt het huurcontract niet door mij ver
lengd. Ik heb uwe diensten niet meer noodig, maar ik zal u nog
loon voor 3 maanden laten uitbetalen. Hij stond op en schreef
een wissel. Daar kunt gij uw loon voor krijgen. Gij kunt nu
gaan, ik geef u uw afscheid."
„En is dat eene behandeling na vijf jaren trouwen dienst?
Het is hard."
„Klaag maar niet Mavis. Gij hebt in de laatste jaren het
grootste gedeelte van duizend pond van mij gekregen.
Toen ik hier kwam wonen, had ik duizend pond bij mij, en ik heb
eerst mij zelf en later mijne vrouw en kinderen van mijn eigen
verdiend geld onderhouden. Gij hebt die 1000 pond gehad, dus
dat is driehonderd pond per jaar, en zult dus ten minste wel
150 pond per jaar opgespaard hebben. Dan hebt gij bovendien
nog een wissel van 5000 pond op mij getrokken, dien gij mij
in een oogenblik hebt laten teekenen, toen ik Diet wist, wat ik
deed en gehoorzaamde aan alles wat mij bevolen werd. Dat was
eene mooie streek, Mavis. Die doet u eer aan."
„Ik zweer u, dat gij het mij uit vrijen wil gaaft."
„Ja «weren moet gij noodig doen. Dan heb ik zeker dien
anderen wissel ook even vrijwillig geteekend, niet waar? Ik be
doel den wissel, dien gij verloren hebt, Mavis. Ik moet je echter
vertellen, dat er bij die gelegenheid een derde persoon tegen
woordig was, die in den tuin stond en alles door het open ven
ster hoorde en zag. Hebt gij nu soms nog iets tegen mijn be
sluit in te brengen
Mavis wilde heengaan, want hij had nu niets meer te zeggen.
„Blijf, Mavis. Ik zou wel eens willen weten, wat gij nu gaat
doen. Gij hebt in deze vijf jaar wel zoo ongeveer zes of zeven
duizend pond opgespaard. (Mavis glimlachte.) Wat gaat gij nu
doen
„Ik ga weer naar Cambridge terug."
„Om weer de oppasser van een student te worden
„Neen mijnheer. Ik was reeds van plan eerder te gaan, masr
was ongerust over dien tweeden wissel, dien gij mij wezenlijk
gegeven hebt, maar mij later weer ontnaamt. Ik ben van plan
in Cambridge geld te gaan leenen, aan hen die in tijdelijke
geldverlegenheid verkeeren. De studenten zijn niet meer, wat zij
warenzij drinken niet meer zoo, noch wedden of spelen. Maar
op eene andere wijze zal ik wei geld kunnen verdienen, vooral
daar ik een voorzichtig man, zooal gij wel weet, mijnheer."
„Ja dat zijt gij. Vaarwel Mavis."
„Ik wilde u nu nog maar alleen zeggen, dat als gij mij b. v.
vanavond of morgenavond noodig mocht hebben, gij gerust om
mij kunt zenden. Ik draag u geen kwaad hart toe, dat gij mij
den tweeden wissel weer ontnomen hebt. Ik zal dadelijk komen
als gij het verlangt, en ik kan zoolang blijven, als gij maar
wilt."
Mavis ging heen. Nettie herademde.
George stopte zijn pijp, stak hem aan en rookte zonder een
woord te spreken. Toen zeide hij: „Er waren eens twee jongens
op een school Nettie, een dwingeland en een lafaard. Eens
per week gaf de dwingeland den lafaard een pak slaag. Op
zekeren dag evenwel stond de lafaard tegen den tiran op en gaf
hem de wekelijksche kastijding met interest terug. Eene week later
kwam de dwingeland terug en werd opnieuw door zijn vroegeren
slaaf verslagen. Hetzelfde zal met mij ook het geval zijn, Nettie.
Ik ga nu naar boven en zal mijn duivel verslaan.
Te twee uur in den morgen schrikte George uit zijn slaap
wakker en snakte naar adem.
Zijne vrouw, die aan zijn bed waakte, greep zijne hand.
„George" riep zij. „Georgeik ben hier. Denk er aan wat wij
afgesproken hebben."
Hij opende zijne oogen en herkende haar. „Neem mijne
hand," mompelde hij. „De duivel is weer gekomen."
„Deze worsteling was in een kwartier beslist. Zij was niets, ver
geleken bij dien strijd van den eersten nacht."
„Het is gedaan, lieve," zeide George. „Geef mij nu een glas
water. Dank God, dat ik eindelijk weer macht over mijzelf heb
gekregen."
Hij ging weer liggen en viel dadelijk in slaap.
Nu moet hij den tweeden aanval nog doorstaan. Weer ging
George eene flinke wandeling maken, en kwam vermoeid tehuis.
„Ik zal vannacht wel goed slapen," zeide hij vroolijk. Hij was
zeer opgeruimd en vol moedwant hij verwachtte geen hevigen
strijd meer.
(Slot volg tl)