erdan», is ook de heer mr. E Fokker
genoemd, wiens naam althans niet uit
de lucht gegrepen schijnt te zija. In-
tusschen vernemen wij, dat er met ze
kerheid nog niets omtrent zijne benoe
ming tot hoofd van ons gemeentebestuur
te zeggen valt. NR. Ct.)
Hier te lande is het bericht
ontvangen, dat de vader van de beide
jongelieden, die ten huize van ds. Van
der Valk te Delft hun opvoeding ont
vingen, het kafferhoofd Magata, op 18
September te Saron bij Rustenburg is
overleden. De plechtige begrafenis werd
door drieduizend personen bijgewoond,
waaronder de landdrost en een groot
aantal blanken waren. Naar alle waar
schijnlijkheid zal Paul (een der twee
jongelieden) zijn vader in de regeering
opvolgen. Volkomen zekerheid hierom
trent bestaat niet, daar de transvaalsche
regeering den jongen Paul niet zeer
vriendelijk gezind is.
Tot leeraar in de theoreti
sche zeevaartkunde, de stoomwerktuig
kunde enz., aan de zeevaartschool te
Groningen, is benoemd de heer J. J.
Poortman, gepensioneerd luitenant ter
zee ie kl. thans rijkshavenmeester te
Terneuzen.
Omtrent de dame, die den
kende op de breskensche boot te zijn,
bij vergissing op de maiboot stapte en
daardoor de reis naar Queensboro en
terug moest maken, meldt men dat de
mededeeling, als zou die dame hare
vergissing met ƒ48 betaald zou hebben,
onjuist is.
Zij heeft, dank zij de welwillendheid
van de maatschappij „Zeeland", niets
betaalddoch als er van eenige be
taling sprake was geweest, dan zou
slechts de prijs van een retourbiljet
2e kl. Vlissingen—Queensboro 14.40)
gevorderd zijn.
Men meld uit Amsterdam
van 21 October: Voor de verkiezing
van een lid der Provinciale Staten wer
den uitgebracht 4815 geldige stemmen.
Gekozen de heer mr. Den Tex (libe
raal) met 2638 steramen. Voorts ver
kregen de heeren Hovy (antirev.) 777
mr. Travaglino (ultram.) 731, Gerritsen
(radicaal) 616 stemmen. Er waren voorts
51 stemmen op verschillende personen
uitgebracht.
Voor de verkiezing van een lid van
den gemeenteraad waren uitgebracht
4785 geldige stemmen. Gekozen de heer
Geertsma (liberaal) met 2613 stemmen.
Voorts verkregen de heeren Hartge
rink (anti-rev.) 720, Farensbach (ultram.)
726, Kouveld (radicaal) 690 stemmen;
36 waren er op verschillende personen
uitgebracht.
Uit Amsterdam meldt men
De avond-bijeenkomst van Sequah
kenmerkte zich door bizondere woelig
heid. Een bende straatjongens maakte
rumoer, zoodat Sequah niet te verstaan
was. Het publiek riepgooi ze er uit
waarop velen begonnen aau dat verzoek
gevolg te geven. Half de zaal geleek
wel eene vechtpartij, waarin een paar
politie-agenten zich mengden. Volgens
sommigen zou er met stok en sabel
geslagen zijn. Onderwijl speelde de mu
ziek een vroolijken marsch.
Toen de rust hersteld was had er
een ballet plaats, waaraan zestien ge-
nezenen deelnamen. De aankondiging
dat dit de laatste avondbijeenkomst
wasveroorzaakte groote ontstelte
nis, daar velen nog hoppten geholpen
te worden. Als eene woedende zee
drong men naar voren en klauterde op
de tribune. Aan de herrie werd een
einde gemaakt door het uitdraaien van
het gas. Sequah bereikte met moeite
zijn rijtuig
Door velen werd het plan geopperd
ter eere van den wonderdokter wat
straatkabaai te maken, maar het onver
wachte van het afscheid maakte eene
voorbereiding onmogelijk, zoodat men
voor een tooneel als te Rotterdam
dat het door het publiek niet verwachte
afscheid verkoelend werkte. Sequah laat
veel teleurgestelden achter.
Even als vorige jaren z ij n
de tuinen en musea van het genootschap
„Natura Artis Magistra" te Amsterdam
gedurende enkele dagen kosteloos open
gesteld voor het garnizoen.
Het „Aquarium" kan gedurende die i Slochteren. Door
dagen door de militairen bezichtigdgeweer eensklaps af.
worden tegen entree van 10 cents de j voorhuis bevindende
dig, en daar is hem reeds één voet af
gezet, terwijl men vreest dat hij ook
den anderen niet zal behouden.
In den morgen v a n jl. Zon
dag voormiddag passeerde de 19 jarige
G. P. Blauw, wild stroopende, met een
geladen geweer het heem van de wed.
Koopman
dragen, terwijl de regentes de
heeft gesteld, of niet billijkheidshalve
de benoeming van een ouder kolonel
der infanterie tot deze meest begeerde
betrekking de voorkeur zou verdienen.
„In verband met deze kwestie", zegt
wilde doen. Hij had ze in het aan den
Jansbuitensingel gelegen „Café Bod".
Hier vond getuige ook werkelijk den
tweeden kekl., die hem een doosje met
diamanten vertoonde en hem ver
zocht er een uit te nemendien
ander i hij, (get.) dan bij een juwelier kon laten
Het Vad., „staat blijkbaar
Schaaphok, gemeente bericht aan hetzelfde blad, nl. dat van j taxeeren.' Get. koos"'er'ëen"s7eentje"u^
een toeval ging het j den generalen staf de kolonels Kool en j en beklaagde Stürtz pakte dit voor hem
De zien in net «Eland, de luit.-kol. Rooseboom. zoo-i in. Het is mogelijk, zegt get. dat hij toen
trp Tor-nh A~\rAfi_ tt- 1 -L
- iojange Jacob mede de majoors Van Mook enFroger het steentje verwisseld heeft. Met dezen
persoon. Zoowel van een als anderKoopman kreeg ongeveerde volle laaing achtereenvolgens zullen overgaan
wordt door de militairen (waaronder 1 in het gezicht, terwijl een bij hem staand
zich vele miliciens uit de provinciënkind, eveneens van genoemde weduwe,
bevindeneen zeer ruim gebruikgemaakt, nog- een hagelkorrel door den arm kreeg,
terwijl door de commandeerende officie- i De arme jongen is spoedig overleden,
ren op die dagen de diensten zoodanigDe dader heeft zich terstond in handen
worden geregeld, dat alle militairen (laai gesteld van de justitie,
toe in gelegenheid zij n. In de bizondere stafgevan-
Men schrijf t uit Te ss el vanjgenis te Leeuwarden is gebracht de
21 dezer: j eerste veroordeelde, die, na de invoering
In het Eierland is, nabij den vuur- van het Wetboek van Strafrecht, zijn
toren, bij mistig weer een noorsche vijfjarige celstraf in de strafgevangenis
bark met hout tegen het vaste strand j te Groningen onderging en nu zijn
aan den grond geloopen. De naam van verderen straftijd in gemeenschap zal
het schip is nog niet bekend; vaartui doorbrengen.
gen vertrokken ter adsistentie.
Uit Purmerend en den 11 p
melpt men
In het laatst der vorige
week stierven te Zuid-Exloërraond kort
na elkander de heer IC. Benus en zijne
Het stelen is hier tegenwoordig aan j echtgenoote. Daar men reden meent te
de orde van den nacht. Tot nog toe hebben om te gelooven, dat de overle-
bepalen zich de dieven bij het roovendeneu geen natuurlijken dood ziju ge-
van klein vee in opklimmende reeks storven, zijn de beide lijkkisten onder
konijnen, kippen en een schaap van j toezicht der politie eu twee geneesheeren,
de erven der bewoners. Eén hunner i door den burgemeester van Odoorn
echter kreeg een niet geheel gesloten verzegeld. De justitie uit Assen zal een
schuurdeur in het oog, en binnengeslo-onderzoek instellen,
pen, kaapt hij enig gereedschap weg j B ij het verrichten ran graaf
ter waarde van 25.
Kan handje-gauw reeds nü op zulke
feiten roemen, waartoe aal het nog komen,
als straks de winter voor de deur staat I
Trouwens, de liefhebbers hebben nu
vrij spel. Want de Hermandad zit neder
rustige rust. Van politiemacht geen
spoor hier. Wel bestaat in het hoofddorp
dezer gemeente, Ilpendam uur van
hier, zoo iets van een diender of bood-
schaplooper van den burgemeestermaar
zelden bespeuren wij zijne aanwezigheid.
Het is dan ook meer dan tijd, dat in
de noodige bescherming worde voorzien,
of de ingezetenen zeiven zullen op wacht j
moeten trekken.
bij diamant
het wapen der infanterie. Contsen,
De bedoeling van dezen maatregel
is echter minder een spoediger promo
tie bij den generalen staf te bevorderen,
maar meer om den officieren van den
generalen staf een commando te geven,
en den staf langzamerhand in te krim
pen, wellicht eenmaal op te ruimen, wat
een der lievelingsdenkbeelden van den
heer Seyffardt is."
werk in een tuin in de Oude Ebbinge-
s raat te Groningen, vroeger toebehoo
rende aan wijlen mevrouw De Ranitz.
thans aan den heer Van Beeten, werd,
naar de N. P. GCt. meldt, bij den
ingang een grafsteen gevonden, welke
door zijne sierlijke en solide bewerking
getuigt van de kunst, waarmede in vroe
gere tijden grafzerken werden vervaar
digd. De steen, waarin het destijds be
staande wapen van Groningen is uitge
houwen, bevat de volgende inscriptie,
welke door een schild, voorstellende een
doek, is omgeven:
Har men Wolthers, oudste borgemester,
Groningen, etc., etc., etc., geboren
Schipper L. Westerduin, j den 7 July. Christelyk ontslapen den 5
voerende den scheveningschen loggerApril 1733
Jason van den reeder M. de Niet Az.,
Financieele mededeelingen.
Het Weekblad van Broekman
Honders bevat o. a. de volgende opgave
van minder courante of incourante
fondsen, in de week, tot den datum
van 20 Oct. loopende, door hun tus-
schenkomst verhandeld.
Oblig. Brakke Grond"
(Mpij. t. expl. v.„De)
Hyp. leening a 98^ pet.
Oblig. Bouw-Maatsch.
Scheveningen
Aand. Amst-Deli Comp.
1886/8S -
Aand. Billiton. Mpij. ie
rubriek te 's-Hage
Aand. idem 2e rubr. te
's-Hage
Aand. Geld. Stoomtr.w.-
Mpij. te Doetichem
Ink. Oblig. Ned. Zuid-
Ooster Spw.-Mpij.
Aand. Almel. Stoomsp.,
Weverij en Verwerij
Oblig. Ned. Fabr. van
Werktuigen en Spoor
weg materieel
Aand. Rott. Suikerraffin.
Aand. Baarnsche Koud-
water Geneesinrichting 40
Aand. Ned. Herverzek.-
Maatschappij 120
rapporteert, dat, terwijl hij ter haring-
visscherij was, een fransche visscber zijn
netten tegen de vleet van den logger
schoot, waardoor beide vletten 30 net
ten verloren. Schipper Westerduin seinde
met vlaggen twee uren lang een in de
nabijheid liggend oorlogsschip, maar de
vrouw Anna Wolthers, geboren Em-
muis, geb. 1661 en Christelyk ontslapen
den 4 Mart 1716.
Vóór eenige dagen is bij
eene alleenwonende weduwe te Ooster-
wolde eene som van/no aan bank
papier uit het kabinet ontvreemd. Een
bemanning van dien bodem beant-nauwkeurig onderzoek door de maré-
woordde het verzoek om hulp in het j chaussées heeft nog geen licht in de
geheel niet. Te betreuren is het, dat de zaak gebracht,
equipage van den logger niet weet tot j
welke nationaliteit het oorlogsschip be- Lo~pr- pti Vloot
hooide. Le^sr en uiüQU
De klacht is e\enwel gebracht ter De fuit.-kolonel zal met Nov. het
kennis van den minister van Marine. goeverneurschap over de Kon. Mil.
MenschrijftuitEede: j Academie te Breda aanvaarden en in
Het detachement infanterie, hetwelkverband daarmede bevorderd worden
alhier sedert eenige dagen was inge- tot kolonel,
kwartierd, om te waken tegen verdere'; Het bericht der N. R. Ct., dat
ongeregeldheden, is Maandag weer naar H. M. de regentes zich wenscht voor
Arnhem teruggekeerd, aangezien de i te behouden de keuze van een kolonel
orde en rust alhier als volkomen her- j als chef der grenadiers en jagers, terwijl
steld zijn te beschouwen. i de minister van Oorlog meent, dat na
Zonder de minste redenj's konings overlijden dit recht op hem
daartoe gegeven te hebben, werd te i is overgegaan, kan, zooals Het Vad.
Roermond Maandagnacht de jlandbou-| opmerkt, onmogelijk juist zijn, daar het
wer P., uit Melic, door twee personen j recht van benoeming, bevordering en
mishandeld en verwond. Men vond hem ontslag der regentes toekomt, gelijk het
badende in zijn bloed. De vermoede- den Koning toekwam. Een feit is het
lijke daders,twee roermonpsche personen, j echter, dat Z. M. zich met de aanwij-
zijn in hechtenis genomen. zing van een chef voor dat regiment
Op het terrein der goede-;steeds persooniijk bizonder bemoeide,
renloodsen te Tilburg vermaakten zichen vreemd zou het niet zijn, als ook
Dinsdag middag eenige jongens met het de koningin-regentes daarvoor voorkeur
loshaken en in beweging brengen van toonde. Zijn wij wel ingelicht, dan is
spoorvvaggons. Daarbij had een iójarige er tot nog toe tusschen de koningin en
sigarenmaker het ongeluk te vallen en den minister omtrent de aau te wijzen
onder de wielen te geraken, die hem persoon geen eenstemmigheid verkregen,
over beide beenen gingen. Zijn opne- De minister moet den kolonel Kool
7i*
190-205
2900.
f 2200.
87^
30
49^*5°
101
1°%-%
RECHTSZAKEN.
Valsche diamanten.
Julius Contsen, artist-acrobaat te
Dtlsseldort, en Louis Moritz Stürtz,
reiziger in metalen, geboren te Pest,
thans wonende te Philadelphia, zaten
Dinsdag voor de rechtbank te Arn
hem op de bank der beklaagden,
Constens en Stürtz, die, als heeren ge
kleed, met een ketting aan elkaar ge
sloten, werden binnengeleid, verschillen
zoozeer in lengte, dat bij de behandeling
der zaak gemakshalve de eerste steeds
als de „kleine", en de ander als „de
groote" werd aangeduid. Beiden spreken
duitschdoch Contsen verstaat en
spreekt hollandsch. Bij het verhoor
van Stürtz moet evenwel een tolk dienst
doen.
Zij staan terecht ter zake dat zijmet
het oogmerk om zich wederrechtelijk te
bevoordeelen, door listige kunstgrepen
en verzinsels den kellner Gelly hebben
bewogen tot afgifte van f 200. De
toedracht der zaak is de volgende
Nadat de beide beklaagden in gezel
schap van een ander vreemdeling reeds
in Juli te Arnhem waren geweest en
toen met get. Gelly hadden gesproken
over onverschillige zaken, keerden zij
23 Augustus aldaar terug. Contsen vroeg
bewaard bleef. Merkbaar was het echterming in het gasthuis was terstond noo-van den generalen staf hebben voorge-
ging get., vergezeld van bekl.
naar een goudsmid en liet hem
dezen taxeeren. De goudsmit schatte den
diamant op f 15 en met deze boodschap
keerden beiden naar Stürtz terng, die
met hen naar het over de Rijnbrug ge
legen calé „Keinderswijk" ging. Get.
wilde nu de doos met diamanten mee
nemen, om thans alle steentjes te laten
taxeeren, doch beklaagde Contsen be
duidde hem, dat dit onnoodig was, daar
er eén getaxeerd was en men de andere
tegen denzelfden prijs kon berekenen.
Er waren er 36, dus dat was voor f 360,
want ze hadden aan Stürtz gezegd dat
de proefdiamant op slechts 10 was
getaxeerd. Beklaagden wilden toen de
steenen hiervoor laten, doch dan moest
hij ze een week bewaren, want ze wa
ren niet van hen en ze mochten ze dus
eigenlijk niet verkoopen. Na die week
zouden ze hem f 500 er voor teruggeven.
Dat vond get. te veel geld, en hij heeft
toen gezegd, dat hij er f 200 v»or wilde
geven en er dan later, als hij ze terug
moest geven, f 400 voor terug moest
hebben.
Daar get. evenwel naar zijn dienst
moest, werd de zaak nog niet af
gedaan, doch later heeft bekl. Stürtz
hem een ijzeren kistje gebracht, waarin
de diamanten waren, onder voorwaarde
dat hij het niet zou openen. Get. stelde
hem daarvoor 200 ter hand. Nauwe
lijks was bekl. weg, of get. opende het
kistje en zag dat de diamanten niet zoo
er uitzagen als de steen, dien hij 's mor
gens bij den goudsmid had gebracht.
Hij liep met het doosje naar een
juwelier, en deze zeide hem dat alle
steenen valsch waren, waarop get. de
politie waarschuwde, die de beide bekl.
juist op weg naar het station vond en
hun verzocht naar het bureau mede te
gaan, waar ze in hechtenis werden ge
nomen.
De eerste bekl. hield steeds vol, dat
hij slechts als tolk heeft dienst gedaan
en niets met de zaak te maken had.
De tweede bekl. zeide, dat hij de
diamanten van een vriend te Londen
in pand had gekregen en meende dat
ze echt waren. Ze moesten dit zijn,
hield hij vol, want de juwelier had de
eene echt gekeurd en dus waren ze
het allemaal.
De vriend te Londen is niet te vin
den geweest, ondanks de nasporingen
der londensche politie.
Beide bekl. hebben reeds eenige
vonnissen op hun kerfstok. Coutsen
werd in Duitschland veroordeeld we
gens diefstal, mishandeling en koppelarij.
Hier te lande werd hij als kwartjesvin
der over de grenzen gebracht en ook
had hij in Den Haag aan iemand ge
vraagd of deze gestolen goederen wilde
koopen.
De tweede bekl. was in Duitschland
wegens diefstal en bedelarij veroordeeld.
Het Openbaar Ministerie, waargeno
men door den subst.-officier van justitie
mr. Scheltema, meende dat het onder
zoek het volle licht over deze oplichterij
had doen schijnen, en het bewijs van
het aan bekl. ten laste gelegde achtte
ZEA. geleverd door de verklaring van
toen aan getuige Gelly of hij zakenget. Gelly en door de bekentenis van
wilde doen. Deze wilde wel en Contsenbekl., die de feiten erkennen, doch het
gaf hem daarop rendez-vous in het café doleuse opzet ontkennen. Het staat
evenwel vast dat beide bekl. zich door
oplichterij hebben trachten te bevoor
deelen. Met het oog ook op het on
gunstig verleden van bekl., requireerde
diamanten, die hij van een zieken vriend het O. M. tegen ieder bekl. eene ge
in beleening had en die hij van de handvangenisstraf van 2 jaren.
Musis Sacrum", met de bijvoeging „er
is voor jou geld aan te verdienen."
Den volgenden dag in het café „Musis"
deed bekl. Contsen een verhaal van
afgezonderd leven, den bijnaam van Robinson; toen hij wat
ouder werd en er eerwaardiger ging uitzien, dien van vader
Robinson. Zijn hond had men in navolging Vrijdag gedoopt.
De baas en de hond waren beiden even menschenschuw. De
hond liet nooit iemand naderen, de baas wilde niet dat iemand
zich met hem zou bemoeien. Hij bekommerde zich evenmin
om zijne medemenschen. Als hij eens lust had om te praten,
en dat gebeurde heel zelden, dan bemerkte men dadelijk, dat
hij eene goede opvoeding had genoten, verschillende kundig
heden bezat en een goed spreker was. Hij had veel gereisd, was
zelfs in Egypte en Rusland geweest en had zoodoende vele
talen leeren spreken. Men dacht soms wel, dat hij een toove-
naar was.
Hoe menschenschuw en arm hij ook was, toch bewees hij
iemand gaarne een dienst. Zijne braafheid was spreekwoordelijk
geworden. De landloopers en luiaards van den omtrek riepen
hem altijd tot hun scheidsrechter in en beschouwden zijne uit
spraak als een orakel. Hij was hun vriend, maar ook alleen van
hen, die onschadelijke leegloopers waren. De misdadigers werden
door zijn blik, die tot in het diepst van hun ziel scheen door
te dringen, op een afstand gehouden.
Zulk een persoon was deze geheimzinnige Jakob. Hij bewoonde
in een boschrijk plekje een bouwvallig huisje, dat zoo goed
mogelijk door een rieten dak was bedekt.
Op den avond van het gevecht werd te omstreeks elf uur de
deur van deze woning langzaam geopend.
Vader Robinson kwam naar buiten.
Het was een mooie avond. De hemel was bezaaid met
wterp hare stralen over de heuvels, die
in bergen veranderd schenen. Hier en
een heuveltop het roode schijnsel van een
sterren, de maan
door de schaduw
daar zag men op
kalkoven.
De grijsaard deed eenige stappen en boog zich onder een
afdak, waar zich zijne mand en lantaarn bevonden. Hij maakte
alles voor het nachtelijke uitstapje gereed. Toen ging hij weer
naar de halfgeopende deur, en voor hij haar geheel sloot, wierp
hij nog een laatsten blik naar binnen.
Daar lag Pepita op een bed van droge bladeren en heidekruid
te slapen en werd door Noel bewaakt.
Deze zat op zijne knieën bij zijn gewonde gezellin. Van tijd
tot tijd bevochtigde hij den bebloeden doek.diehaarbleek voor
hoofd bedekte, met frisch water. In haar slaap glimlachte zij,
alsof zij hem gerust wilde stellen, en zij hield een van zijne
handen vast, opdat hij haar niet zou verlaten. De trouwe waker
paste wel op zich niet te verroeren, uit vrees, dat zij mocht
ontwaken.
Arme kinderen 1" mompelde de oude Jakob, „dezelfde slag
heeft hen beiden getroffen. Arme zwervelingen, zoover van hun
land, zonder bloedverwanten en zonder geld. Soms betreur ik
het, dat ik arm ben."
Plotseling tikte eene hand hem op den schouder en eene stem
zeide tot hem:
„Ik ben rijk. Wat hebt gij noodig, Jakob?"
De aangesproken persoon had zich reeds omgekeerd. Een man,
in den rouw gekleed, en die ongeveer denzelfden leeftijd had
als hij, stond voor hem. Op zijn bleek, goedaardig gelaat stond
groote smart te lezen.
„Goeden avond, Andries," zeide Jakob, terwijl hij diens hand
schudde.
Men kon tusschen deze twee maunen, die nu door een groote
maatschappelijke kloof gescheiden waren, eene oude en oprechte
vriendschap gissen.
„Ik zou wel eene goede daad willen doeü," zeide de rijke.
„Ziedaar, neem deze van mij aan."
Hij zocht zijne beurs. De oude man hield hem tegen.
„Gij weet wel, mijn vriend, dat ik geen geld aanneem, dat
ik niet verdiend heb."
„Wel, het is niet voor u; het is voor deze kinderen."
„Nu, ik zal dan voor ieder een vijffrankstuk er uit nemen.
Hunne armoede is hunne vrijheid. Het zijn trekvogels. Laten wij
hun vlucht niet verzwaren."
„Ik houd u aan uw woord. Hier zijn twee gouden louis, die
zijn nog lichter."
Jacob nam ze aan.
„Ik dank u voor hen. Ik herken hierin uw goed hart weer,
Andries. Wilt gij ze niet eens zien?"
„Neen. Zooeven heb ik een oogenblik door het raam geke
ken. Mijn oog werd vooral getroffen door het gezicht van den
jongen met zijne blauwe oogen en blond haar. Ach, Jakob, mijn
zoon had ook zulke oogen en zou ook zoo oud geweest zijn."
Wordt vervolgd.)