NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DE WERKBAAS.
9e Jaargang.
Donderdag 5 November 1891#
No. 2558.
ABONNEMENTSPRIJS
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dit blad verschijnt dageljjks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bnrean Klein. Houtstraat No. 9. Haarlem. TeleïkonnDBiKier 122.
ADVERT EN TIÉN:
vsn 1—5 regelt 50 Cent»; ieders regel meer 10 Cente.
Grot® letter» nas? plaatsmimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
AboKsementen en Advertenties werden aengenomem door
ome agenten sa door alltgboekhandeiarea es conrantier».
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEHEBOOM en 3. B. AVIS.
Hoofdagenten voor het Buitenland- CJotnpagnit <i (nira.lt ie fulliciu Xtraagir» V. L DMIBM f CoJOHN S JON SS, Sn cc., -Psrjfi Slii. Jauiour/ Jiontnartn.
I ^.rfSBS3SK3cHa5Si!
Haarlem, 4 November 1891.
Het Museum van Kunstnijverheid
alhier, werd gedurende de maand Oct.
door 1512 personen bezocht.
De oostersche tentoonstellingdie
thans op genoemd Museum geopend
is, kan als bizonder geslaagd beschouwd
worden, de op keurige wijze gerang
schikte verzameling, geeft op het ge
bied der textile kunst, der keramiek,
der lakwerken en der metaalindustrie,
zeer veel merkwaardigs en schoons te
zien.
Bij de directie zijn verder plannen
in overweging tot uitbreiding der ver
zameling gipsafgietsels met een monu
ment tot de vroegere fransche renais
sance behoorende, tevens zal naar alle
waarschijnlijkheid eene bizondere afdee-
ling voor de arabische kunst worden
ingericht.
Tot administrateur der vereeniging
„Weldadigheid naar Vermogen" is be
noemd de heer F. C. Keeser, welke die
betrekking 16 Nov. zal aanvaarden.
Ter eere van de echtelieden de heer
Jannes Frederic van Dobben en vrouwe
j Catharina de Koning, woonachtig in de
Barteljorisstraat, die heden hun vijftig
jarige echtvereeniging vieren, is van een
j aantal woningen in de buart de neder -
landsche vlag uitgestoken. De bruid telt
73, en de bruidegom 78 jaren.
Toorseeiwedstrijd „Cremer".
De tooneelvereeniging „Melpomene"
van Rotterdam, was Dinsdagavond de
gene, die het eerst in het strijdperk
trad, en wel met de opvoering van
„Vriend Frits", tooneelspel in drie be
drijven van Erckmann-Chatrian, en
„Tooneelstudiën", blijspel met zang in
één bedrijf, van Justus van Maurik Jr.
De talrijke leden der vereeniging
„Cremer", met hunne huisgenooten, vul
den den schouwburg bijna geheel, terwijl
het strijkorkest onder leiding van den
heer Kriens zich in de pauzes deed
hooren.
De vereeniging „Melpomène" had haar
taak zeer serieus opgevat. Het fraaie
karakterstuk „Vriend Frits" stelt aan de
spelenden hooge eischen. De rol van
Fritz Kobus was in vrij goede handen,
ofschoon wij gaarne meer bedaardheid
in den vertolker hadden gezien, evenals
in David Sichel, die bovendien te veel
gesticuleerde.
Suze was eene lieve verschijning en
speelde met veel toewijding. Frederik
en Hanero waren in hun spel te roe
men, maar met hunne kleeding hadden
wij geen vrede; waar toch draagt men
in den Elzas zeventiende eeuwscne kra
gen? Catherine de huishoudster mag
goed geslaagd heeten.
Het nastukje gaf den spelers gelegen
heid om in het komische uit te blinken.
Het spel van Steven Botterman en zijne
geestige coupletten, vielen blijkbaar in
den smaak.
Ongetwijfeld hebben de Rotterdam
mers een uitmuntenden indruk achter
gelaten.
De Muzikale Vriendenkring geeft
Zondag a. s. zijn tweede uitvoering in
de bovenzaal der sociëteit „Vereeniging",
tevens tot viering van zijn vijfjarig be
staan. Hunne welwillende medewerking
zulle» verleenen mej. E. Mozer, onder
wijzeres aan het blindeninstituut te Am
sterdam, sopraan, de heer G. Ph. Zals-
man, baryton en de heer G. J. Oort,
piano-acc.
Naar wij vernemen gaat, door on
voorziene omstandigheden, de aange
kondigde tooneelvoorstelling met me
dewerking van Madame Judic, niet
door.
De opbrengst der Noord-Zuid Holl.
Stoomtramweg-Mpij. HaarlemLeiden
bedroeg in Oct. 1891 8401 52 j
1890 8187.53»/!
sedert 1 Januari 1891 84222.79V2
tegen 85539.86 over hetzelfde tijd
vak van 1890.
Dinsdagavond omstreeks acht uur
heeft in de woning van het hoofd van
school D aan de Ged. Oude Gracht
alhier, get. no. 133, eene gasontploffing
plaats gehad in eene binnenkamer,
welke even daarna door eene tweede
in de voorkamer werd gevolgd, waar
door eenige ruiten sprongen en de
werkman, die met licht binnen wilde
gaan, letsel bekwam. De knallen werden
op verren afstand gehoord en brachten
natuurlijk een aantal personen ver
schrikt uit hunne huizen op straat. De
schade is niet bizonder groot. Na het
afnemen van eenige gasornamenten
schijnt vergeten te zijn, om de pijpen
te beletten gas in de kamers te doen
ontsnappen.
Hedenmorgen is in den Hout, nabij
„Spruitenbosch", het lijk gevonden van
een naar gissing ruim veertigjarig man,
fatsoenlijk gekleed. Hij hield in de eene
hand een revolver omvat, waarin zich
nog vier patronen bevonden.
Door eene onbekende oorzaak is af
gebrand het huis van J. Alderden, be
nevens den inboedel, te Aalsmeer. Alles
was verzekerd.
De jaarlijksche vee- en paardenmarkt
te Hoofddorp, zal gehouden worden 5,
12 en 19 November a.s.
Te Alkemade hebben zich 38 jonge
lingen voor het vrijwillig oefenen in den
wapenhandel aangemeld.
drama met muziek, II (slot), door W.
F. G. Nicolaï. De Hygiëne der
stemorganen (slot), door Arnold Spoel.
Binnenlandsche berichten (Tentoon
stelling te Weenen in 1892). Con
certen, opera's, enz. enz.
Lsttsrsa en Hanat.
Te Munchen vertoonde men Dins
dag voor het eerst „Wahrheit", een
tooneelspel van Paul Heyse. Veel bijval
heeft daar gevonden „Högnis lezte
Heerfahrt", naar eene Edda-sage door
Hermann vou Lingg.
Te Brunswijk bracht men ten
gehoore„Lanzelot", eene opera van
Reinhold Hermann,opwoorden van Ernst
Wolfram. De muziek moet „Wagneri-
aansch" zijn.
Ignaz Brull, de man van het
,Gouden Kruis", schrijft eene opera in
éene acte.
Millöcker heeft eene nieuwe opera
geschreven, „Das Sonntagskind", tekst
van Bauer en Wittmann.
Bij de eerste opvoering van
l'Amico Fritz werd Mascagni 33-maal
teruggeroepen7 nummers werden ge
bisseerd.
De tweede opvoering had nog* meer
bijval dan de eerste. Te Livorno, waar
Mascagni geboren werd, en te Cerignola,
waar hij kapelmeester is, hadden vo:ks-
demonstraties ter zijner eere plaats.
Na de openbare vertooning van
.Amico Fritz" is het overwegend oor
deel zeer gunstig. Het nieuwe werk van
Mascagni heeft bewezen, dat zijn muzi
kaal talent bij een ondankbaar onder
werp iets buitengewoon schoons heeft
gemaakt, dat velen verkiezen boven
zijn eerste werk.
Er is een geïllustreerde hollandsche
prachtuitgave in aantocht van Scheffels
Trompetter van Sslkkingen. Dr. E. Lau-
rillard zal die uitgeven bij den heer N.
J. Boon te Haarlem.
De heer Fransella heeft met 1
Nov, zijn ontslag genomen als solo
fluitist bij het orkest van het Concert
gebouw.
De liedertafel „Amstels Mannen
koor" viert deze maand haar 40-jarig
bestaan.
De heer W. Potharst herdenkt in
December zijn 25 jarige tooneelloopbaan.
De fransche acteurs Dumaine en
Talbot gaan een kunstreis maken, o. a.
ook door ons land, met het doel van
de opbrengst een gedenkteeken voor
Agar op te richten.
Inhoud Caecilia. No. 21. Het
Men meldt ons, dat de mi
nister van Buitenlandsche Zaken naar
Parijs is vertrokken, naar men wil met
het oog op onderhandelingen over onze
handels verhoudingen met Frankrijk.
De fransche gezant aan ons hof, de
heer Legrand, bevindt zich thans ook
te Parijs.
OFKiCIEELE BERICHTEN.
Bij kon. besl. is aan mr. W. K.
baron van Dedem, op zijn daartoe ge
daan verzoek, eervol ontslag verleend
als lid van het college van regenten
over de rijkswerkinrichting en het huis
van bewaring te Hoorn, onder dank
betuiging voor de in die betrekking be
wezen diensten en is benoemd tot lid
van gemeld college van regenten P. J.
Kroon, koopman te Hoorn.
Bij kon. besl. is benoemd tot com
missaris van politie te Zaandam en com
missaris van rijkspolitie W. H. Doorman,
thans inspecteur van politie aldaar.
Bij kon. besl. is benoemd tot notaris
binnen het arrond. Zwolle, ter stand
plaats Heemse, gemeente Ambt Harden-
berg, F. Stuart, cand.-not. te Zwolle.
Door den minister van
Binnenlandsche Zaken is aan de com
missarissen der Koningin in de onder
scheidene provinciën eene circulaire
gezonden ter mededeeling, dat de laat
stelijk, in 1889, door den minister van
Oorlog, vastgestelde beschikking tot
regeling van de vrijwillige oefeningen
in den wapenhandel door den tegen-
woordigen minister van Oorlog is ge
wijzigd en aangevuld. Blijkens deze
nadere beschikking, wenscht deze mi
nister aan bedoelde oefeningen geleide
lijk verdere uitvoering te geven, ook
door de gelegenheid tot deelneming aan
zoodanige oefeniügen, zooveel mogelijk,
opèn te stellen in gemeenten, waar geen
garnizoen ligt, en waarvoor de oefenin
gen der schutterijen geen instructeurs
van het leger worden beschikbaar ge
steld, en tevens, ten einde het verkrijgen
van goede uitkomsten te bevorderen,
meer eerbied te brengen in de toepas
sing van de regeling dier oefeningen.
In verband met een en ander ver
zoekt eerstgenoemde minister thans den
commissarissen der Koningin10. den
inhoud der nadere beschikking ter
kennis van de gemeentebesturen te doen
brengen, opdat van die zijde de deel-
I neming aan bedoelde oefeningen be-
vorrierd en door de burgemeesters en
commandanten van schutterijen gehan-
I deld worde overeenkomstig het in pun-
te 4 en 5 dier beschikking bepaalde;
120. den bevelhebbers in de militairen
I af deelingen of den hun toege voegden
j hoofdofficieren met betrekking tot de
•vrijwillige oefeningen in den wapen-
handel, op hunne aanvrage, de gewensch-
i te inlichtingen en adviezen te verstrekken
en hen daar, waar dit tot bevordering
der zaak kan dienen, met de gemeente-
besturen in betrekking te stellen.
Een zeer belangrijk staats
stuk kan volgens den haagschen corres
pondent der N. Gr. Ctdezer dagen
worden tegemoetgezien, nl. het rapport
der staatscommissie tot onderzoek naar
den toestand van het materieel onzer
marine. Is hij wèl ingelicht, dan zou
die commissie een waar, doch daarom
ook zeer treurig tafereel over onze
scheepsmacht opgehangen hebben en
krachtige versterking van onze vloot
aanbevelen binnen een niet al te rui
men termijn, hij meent van vijf jaren.
Zij zou daarvoor een opzettelijke leening
van 60 millioen willen sluiten. Met dit
inderdaad niet al te bescheiden, maar
ook geenszins overdreven bedr g zou
men dan een voldoende scheepsmacht
kunnen verkrijgen voor de verdediging
van onze kusten en zeegaten en tevens
enkele groote vaartuigen voor de be
scherming onzer oyerzeesche bezittingen.
Verder zou het getal onzer kleine sche
pen en torpedo-booten tot een voldoend
cijfer worden opgevoerd, terwijl er mo
gelijkheid zou bestaan, dat wij na een
jaar of vijf een vloot zouden bezitten
van schepen, die, zooal niet allen van
de nieuwste typen, toch zeker door
moderne constructie, snelle vaart en be
wapening met 't beste, wat thans in
Europa wordt aangetroffen, zouden kun
nen wedijveren. Men zegt, dat de
nieuwe minister van marine, de voor
stellen der commissie grootenaeels tot
de zijne makende, met een zoodanig
grootsch plan zal voor den dag kome n
Uit 'sHage meldt men, naar
aanleiding van het bij het onderzoek
der spoorwegbegrooting in de afdeelingen
der Tweede Kamer uitgesproken ver
langen tot bespoediging der behandeling
van concessie-aanvragen, dat sedert ge-
ruimen tijd bij het departement van
waterstaat in bewerking is eene regeling
van algemeene voorwaarden voor het
verleenen van concessie tot aanleg en
exploitatie van spoorwegen.
Examens in de vrije- en
ordeoefeningen der gymnastiek te Am-
12)
HOOFDSTUK VIII.
Er is geen uitdrukking van toorn op juffrouw Humberts ge
zicht te lezen, maar wel eene van groote smart. Zij heeft tranen
in de oogen. De meester wordt er door bewogen.
„O, juffrouw, als ik dat had kunnen voorzien. Maar ik kon
hem toch geen prijs voor afwezigheid geven."
Het drietal keert weer naar huis terug. Wat een treurige
tocht
Juffrouw Humbert bewaart het stilzwijgen. Nauwelijks is zij
thuisgekomen of zij laat zich diep bedroefd in een armstoel
vallen. Meteen knielt Barnabin bij haar stoel neer.
„Ach, moeder, vergevingIk ben een doeniet. Beknor mij,
sla mij, maar schrei zoo niet. Het is de schuld van mijne om
zwervingen in de heuvels van Chaumont. Ik zal voortaan wer
ken en niet meer gaan wandelen. Ik beloof u, dat ik den ver
loren tijd weer zal inhalen. Dat beloof ik u op mijn eerewoord.
Maar vergeef het mij toch, moeder. Toe, ik houd zooveel
van u."
Jean Baptiste kwam nu tusschenbeide en zei
„Deze les zal hem veel goed doen, moeder. Vertrouw hem nu.
Het is ook een weinig mijn schuld, maar in het vervolg zal ik
wat meer op hem letten. Ik zal hem in de vacantie helpen met
het inhalen van het werk. Toe, kus hem maar."
Zij omarmde hen beiden en zeide toen op zonderlingen toon
„Laten wij vereenïgd blijven, dan zijn wij altijd sterk."
Jean Baptiste begon te lachen.
„Wel, moeder, gij zegt dat alsof een of ander gevaar ons
dreigt
„Wie weet," mompelde zij.
Dadelijk riep Barnabin uit
„Wat, een gevaar, een gevaar voor u, moeder? O, maar dan
ben ik er nog Barnabin zal de school niet weer verzuimen, dat
kan ik u verzekeren."
Men gebruikte nu het avondeten.
„Ik moet mij haasten," zeide Jean Baptiste, „men wacht mij
stellig reeds."
„Wat? kunt gij dezen avond niet bij ons blijven?" vroeg de
moeder.
„Neen, helaas, want mijnheer Dalvimare zal mij vanavond
met iemand in kennis brengen, die ik op de hoogte van de
machines en de fabriek moet brengen."
„Met wien dan
„Met zijn neef, den vicomte d'Alvimare."
Op het uiten van dezen naam, begon de weduwe plotseling
over al hare leden te beven.
„Ei zoo, zijn neef?"
„Ja, moeder."
„Had gij mij niet gezegd, dat hij in Duitschland was
„Ja, maar hij is nu teruggekomen."
Zij stond zeer bejaagd op en zag er bleek en ontdaan uit.
„Wat scheelt u, moeder?" vroegen hare beide zoons gelijk-
tijdig.
tfMij Niets. Ga nu heen, Jean Baptist, dan kan Barnabin je
een eindweegs vergezellen. Vaarwel."
Klaarblijkelijk verlangde juffrouw Humbert er naar om alleen
te zijn.
De twee broers gingen heen en namen hun weg over de
heuvels van Chaumont, in de richting van de fabriek.
Onderweg gaf de oudste zachte vermaningen aan den jongere,
en deze van zijn kant sprak vurige beloften van ijver en gehoor
zaamheid uit.
Op dc plaats voor het huis van den fabrikant, stond een mooi
rijpaard.
„De vicomte is bij zijn oom," zeide Jean Baptiste.
Op ditzelfde oogenblik werd de deur van het huis geopend
en een man trad naar buiten. Zijn hoed stond diep in zijne
oogen, hij liep in een jas gedoken, die van eene driedubbelen
kraag was voorzien.
„Kijk," zeide Barnabin, „dat is de man met de jas. Het is
dezelfde leelijke eenoog, die ik bij den kalkoven heb gezien."
Jean Baptiste zond nu zijn broer naar huis terug.
„Ga nu recht door en blijf niet in de heuvels van Chaumont
rondzwerven."
„Wees daar maar niet bang voor Ik heb gezworen, die wan
delingen te zullen staken."