NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. DE WERKBAAS. 9e Jaargang. Zaterdag 7 November 1893. No. 2560. A BON NEMENTSPRIJ8 A D V E K T E N TI N STADSNIEUWS. HET NEDERLANDSCH TOONEEL. Yrisnden van Ons. Aanbestsdingen. BINNENLAND. FEU1LLET QN_ HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad verschiet dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9. Haarlem. Telefoonnummer 122. 'an 15 regel» 50 Cents; iedere regel mser lOCente. Groete letter» naar plaatsraiate. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Abonnementen ea Adrertertiëa wordes aangecomea door onss agenten ea door slltnbctkhsndelaren en conrsntisrs. Directeuren-Uitgevers J. C. FEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Géniralt it Publkiu Strangle* ft I SJVBS f Oo., JOH# V JOH SB, Bute* Purft 81Ms Faubourg Houtmartre. De bijvoegsels van 011s bladdat morgenavond verschijntzullen bevatten Lieve Menscben {fragment). De zwarte Kat Een CauchemarKijk jes in de Raarlemschc Industrie IV. Een gesprek met Sequah. Natuur huidige proeven voor iedereen. X. Gemengde berichten. Varia Advertentien enz. Haarlem, 6 November 1891 I11 de laatste zitting van den Ge meenteraad hebben Burgemeester en Wethouders verklaard, dat zij, met het oog op de zich steeds uitbreidende rij van gemeente-ambtenaren, geen voor stellen meer zullen doen aan den Raad, om bij jubilea van die ambtenaren door gratificatiën van de waardeering der gemeente te doen blijken. Nu zijn er twee dingen mogelijk of B. en W. zijn van meeniDg, dat het toekennen van dergelijke gratificatiën eens en voor al moet ophoudenöf B. en W. wenschen dat voor ieder jubileum van dien aard het initiatie! uitga van den Raad. Is het laatste het geval, dan behoeven onze gemeente-ambtenaren zich daarover geen harnas aan te trek ken, want dan zal de Raad zich, evenals vroeger, tóch niet onbet*igd laten, wan neer een der gemeente-ambtenaren op een tijdvak van af, 40 of 50 jaar dienst kan wijzen. Zijn B. en W. echter van oordeel, dat nu plotseling die gratificatiën moe ten ophouden en heeft de Raad door zijn stilzwijgen daarmede een blijk van instemming willen geven, dan zij een enkel woord van protest geoorloofd. Wij weten wel. dat in de benoeming van een gemeente-ambtenaar niet van een gratificatie bij een jubileum wordt gerept, maar door den tijd is het gebruik geworden en is men er op gaan reke nen. Er ligt, wij zullen niet zeggen iets onrechtvaardigsmaar toch zeker iets teleurstellends in, wanneer een ge meente-ambtenaar met b. v. 20 jaar dienst, opeens verneemt, dat de gratifi catie, het vorig jaar geschonken aan zijn collega, die zes jaar vroeger dan hij in dienst trad, hem over 5 jaar zal ont gaan. En voor die teleurstelling is eenspe ciale reden. De gratificatie is niet van dien aard, dat men er wonderen mee kan ver* richten, maar ze doet uitnemend dienst om er de bizondere onkosten van het jubileum mee te bestrijden. Onze ge meente ambtenaren zijn over het alge meen geen rijkaards en de on ver mij delijke uilgaven, aan een jubileum 'verbonden, zouden velen zwaar vallen, wanneer de gratificatie van gemeente wege niet veel goed maakte. Dit moge men wel in het oog houden, Er is geen wet, die overtreden, geen belofte die verkracht wordt, wanneer het gemeentebestuur opeens het stelsel van gratificatie uit te reiken aan ambte naren, die hun langjarigen diensttijd herdenken, gaat afschaffen. Maar er is ook reden, om dat stelsel instand te houden, althans voor tegenwoordige gemeente-ambtenaren. Wil de Raad den toestand niet onveranderd laten, dan spreke hij zijn besluit uit, dat de na i°. Januari e. k te benoemen ambtena ren in geen geval meer op dergelijke gratificatie hebben te rekenen. Het behoeft geen betoog, dat door het gemeentelijk geschenk de poëzie van zulk een jubileum niet weinig wordt verhoogd. Deze opmerkingen bevelen wij den Raad gaarne ter overweging aan. Gedurende de maand October is in de Stuiversspaarbank van de afdee ling ,;Haarlem" van den Volksbond ingébracht in 504 posten 956.27^, terugbetaald 70 349°-77- Er zijn 20 nieuwe boekjes afgegeven. Als een bizonderheid kan gemeld worden, dat Maandag 2 November de 10008 e werkman aan de werkplaatsen der Holl. IJz. Spoorwegmaatschappij al hier in dienst trad. Wanneer alle vrienden van ons zulke egoisten waren als Marécat en zulke hatelijke wezens als Vigneux en zijn vrouw, dan zouden wijzelve wel allen sukkels moeten wezen als Caussade, om hen nog vrienden te noemen. Gelukkig zijn de Caussades niet heel overvloe- want ze mogen dan een hart van goud hebben, de maatschappij heeft niet veel aan die op buitentjes wonende menschelijke planten, wier hoogste eer zucht is om een vos dood te schieten, die op hunne kippen loert. Toch heeft Sardou in „Nos Intimes" menigen zweepslag gegeven aan de valsche vriendschap, die raak is ook voor andere menschen, dan voor de tooneelcreaturen Marécat en Vigneux. De satire is zeer goed volgehouden en vooral de hoofdpersoon Caussade uit stekend geteekend als de Joris Goedbloed bij uitnemendheid, die ieder zijn vriend noemt, ieder diensten bewijst en door die vrienden beleedigd, gehaat, benijd wordt terwijl ze hem juist den dienst, dien hij hun vraagt, niet kunnen be wijzen. Zeer goed gaf de heer Schultze deze rol weer. Na hem komt vooral een woord van hulde toe aan den heer Clous. Deze acteur behoort tot diegenen, die zich langzaam ontwikkelen, maar dan ook goed. Hij zü niet opeens een schit terende creatie leveren, maar hij doet wie hem vaak ziet, zeggen„kijk, die Clous bevalt mij hoe langer hoe beter." De rol van dokter Tholosan is niet de gemakkelijkste. Sardou heeft hém al zijne ideeën over vriendschap in den mond gelegd en die moet Tholosan nu maar zien te debiteeren, zonder het pu bliek te vervelen, wat niet gemakkelijk is, omdat er wel iets preekerigs ligt in de rol. Het strekt den heer Clous tot groote eer, dat hij voortdurend het pu bliek heeft weten te boeien. Tweemaal werd hij bij open doek teruggeroepen. De heer Morin was als Marécat recht goed, zijn zoon Rafael al te onnoozel de galachtige heer Vigneux had zich een goede grime gemaakt, in den trant van het slangenmensch Uriah Heep uit Dickens' David Copperfield. Mevrouw Stoetz (mevr. Vigneux) was niet minder hatelijk dan hij. De rol van mevrouw Caussade werd vervuld door mej. Lorjé, die van Mau- rits door den heer de Jong. Beide hadden hunne beste' oogenblikken in de scène in mevrouw Caussades kamer, maar de heer de Jong meent ten onrechte, dat het toppunt v.-.\ suns gêne is, om met de handen in de zakken te staan of te wandelen. Zou het niet beter zijn, wanneer mevrouw Caussade het boek achtige „vertrek", tot Maurits verving door „ga heen Dat is natuurlijker en kan met meer nadruk gezegd worden. De overige rollen vervulden mej S. de Vries (Jenny), mevr. van Ollefen (Benjamine) en de heer A. van Zuijlen (Abdallah). Het publiek was vrij talrijk. De persoon van P. Hagen, die eenige dagen geleden deze gemeente had verla ten, zonder dat bekend was waarheen hij was vertrokken, is in de echtelijke wo ning teruggekeerd. Men meldt ons De jacht in IJ- en Haarlemmermeer- polders levert niet veel wild op en aanmerkelijk minder dan vorige jaren, hetgeen zijn oorzaak vindt in den bui tengewoon strengen winter en het natte zomerweder, waardoor veel jong wild verloren ging. Met het oog op de mogelijkheid, dat een gedeelte van Haarlemmermeer kan geïnundeerd worden, wil men de hoofd - vaart van de Lijnden tot Hoofddorp verbreeden en verdiepen, voor de wa terberging en krachtiger machines in het stoomgemaal „de Lijnden" pl atsen. Met kracht wordt te Hoofddorp ge werkt aan den bovenbouw eener brug over 't inundatiekanaal. Mocht de winter nog wat uitblijven, dan is 't vooruitzicht voor den werkman in Haarlemmermeer niet ongunstig, daar na 't voltooien van die brug, dadelijk moet begonnen worden, met het afdam - men en gedeeltelijk verdiepen van de hoofdvaart en het slaan van honderde palen voor de te maken damsluizen en bruggen. Graan- en Zaadmarkt te Hooiddorp, Haarlemmermeer, 5 November: witte tarwe f 6.25 k f 9,75, ristarwe 8.60, rogge f 7.60 ƒ8.40, haver 8.50 k ƒ9.20. chevaliergerst /5.80 k f 6,15, win- tergerst 5.10 k f 5.55, duivenboonen f 7 20 f 7.50, paardenboonen 6.65 f 7.—groene erwten f 10.50 k f 12.75, blauwmaanzaad ƒ13.50. Op de veemarkt te Hoofddorp waren Donderdag aangevoerd 7 koeien, 5 vaarsen, 2 graskalveren, 18 paarden en 8 hitten. Te Sloten is wederom door de politie proces-verbaal opgemaakt tegen een tweetal winkeliers, wegens het voor handen hebben van kunstboter waaraan de vereischte stempelmerken ontbraken. Amsterdam, 5 November. Door de genie alhier werd ten tweedenmale herbesteed i°. Het maken van een gedektenge- meeDSchapsweg tusschen Uithoorn en Kudelstaart, tevens innundatiekeering. Raming 184.000. Ingekomen 6 biljet ten. Laagste inschrijver was de heer F. Verbrugge te Waddingsveen 227.390. 20. Het maken van genoemden weg met uitzondering van een gedeelte der aardewerken. Raming f 70600. Ingeko men 6 biljetten. Laagste inschrijver was de heer F. Verbrugge te Waddingsveen 86.390. H. M. de Koningin-regentes heeft benoemd tot adjunct-intendant van het koninklijk paleis te Amsterdam jhr. C. C. Th. Six, thans ingeneur van den provincialen Waterstaat in Zeeland. OFFICIEfiLE BEIIICIITE.V. Bij kon. besl. zijn, met ingang van 16 Njv. bevorderd: tot commies der posterij van de iate klasseA. Burkens, jonkheer J. J. de Pesters, M. Mouw, L. M. Snellen van Vollenhoven en D. P. M. du Celliée j Muller, thans commiezen der posterijen van de 2 e klasse tot commies der posterijen van de 20 klasseW. Meyer en J. J. L. Bedloo de Bronovo, thans commiezen der j posterij van de 3e klasse, en tot .commies van de posterijen van de 3e klasseA. J. F. Wouters, D. Zwaanhals en W. Huisman Jrthans commiezen der posterijen van de 4® klasse. Bij kon. besl. is benoemd tot lid van de staatscommissie, bedoeld bij de wet van 19 Jan. 18901 {Staatsblad n<>. 1), G. Emants, 's-Hage. Bij kon. besl. is benoemd tot kapi tein, en in dien rang overgeplaatst bij het wapen der koninklijke maréchaussée, en wel bij de 3e divisie, de ie luit. W. M. Wijnaendts, van het reg. grenadiers en jagers. Bij kon. besl. is, met ingang van 15 Nov., aan dr. P. L. Rijke, te Leiden, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als voorzitter en lid der commissie, be doeld in de artt. 3 en 4 der wet van 28 Mei 1869 {Staatsblad n<>. 97), met dankbetuiging voor de in deze betrek king door hem bewezen dienstenen is benoemd tot voorzitter dier commissie, de heer J. W. Visser, te Amsterdam, thans lid dier commissie. Bij kon. besl. is G. Duyster, laatstelijk opzichter der 20 kl. bij den dienst der Staatsspoorwegen ter Westkust van Sumatraop zijn verzoekwegens physieke ongeschiktheideervol uit 's lands dienst ontslagen, met toeken ning van pensioen. Bij kon. besl. is aan J. J. Poortman, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als rijkshavenxseester van het neder- landsch gedeelte van het kanaal van Terneuzen naar Gent, met het zijkanaal naar de Akselsehe Sassing, welk ontslag zal gerekend worden te zijn ingegaan 1 Nov. jl. Bij kon. besluit van 30- October if aan jhr. C. Harlsen, staatsraad in bui tengewonen dienst, oud-minister van Buitenlandsche Zaken, vergunning ver leend tot het aannemen der versierselen van ridder ie klasse der orde van den Rooden Adelaar van Pruisen, hem door Zijne Majesteit den keizer van Duitseh- land, koning van Pruisen, geschonken bij besluit van 2 November aan kapt. jhr. A. F. T. van der Wijck, van het regiment grenadiers en jagers, tot het dragen van het dear de duitsche Rid- 14 HOOFDSTUK IX. „Mijnheer de graat," zeide hij tot hem, „vergeef mij, dat ik het tijdstip, dat u voor mijne terugkomst had vastgesteld, niet afgewacht heb. Ik kom als een verstandig man terug; dat zal ik u in drie woorden bewijzen; ik ga trouwen." „Zoo „Als gij ten minste uwe toestemming tot mijn huwelijk wilt geven." „Maar ik zou wel eens willen weten, hoe dat in zijn werk is gegaan Het is een geschiedenis uit een roman. Ik ken het jonge meisje nauwelijks Den vorigen winter hebben wij elkander dik. wijls op partijen en feesten ontmoet. Wij hebben niet meer dan enkele woorden onder het dansen gewisseld. Ik geloof, dat ik ze mij herinner, maar voor de waarheid van deze bewering zou ik toch niet durven instaan." „Gij houdt dus niet van haar?" „Ik meende, dat ik u had te verstaan gegeven, waarde oom, dat er sprake was <an een „matiage de raison"". „Juist." „Het jonge meisje is bizonder schoon. Haar bruidschat is zeer aanzienlijk." „Is er iets op de familie aan te merken?" „Zij is de dochter van een russische prinses. Gij hebt misschien wel eens van den prins Dimitri Lubanaff hooren spreken?" De graaf, die op het hooren van dezen naam zeer ontroerde, hief plotseling het hoofd op en keek Gontran in de oogen. „Ik zie," hernam deze, „dat gij mijn aanstaanden schoonvader kent. Hij is een oud hetman der Kozakken, die in den veld tocht tegen de Franschen gewond werd en van den czaar verlof ontving, zijne dagen hier te eindigen. Ik ben van plan zijne dochter te huwen." „Valentine riep de graaf uit. I)e vicomte stond op zijn beurt geheel onthutst. „Dezelfde," stamelde hij. „Valentine." Andries Dalvimare was reeds van de eerste ontroering be komen. „Valentine is niet de dochter van den prins Dimitri," zeide hij. „Zij is de dochter van den kolonel Bernard." „Wat? gij weet, dat...." „Ik weet alles, wat er vijftien jaar geleden gebeurd is." „Maar, waarde oom, er is toen niets gebeurd, wat niet ieder een weten mag. De weduwe van den kolonel, de moeder van Valentine, is voor de tweede maal getrouwd met den prins, die eene vurige liefde koestert voor het kind. Hij beschouwt haar als zijn eigen kind en heeft haar ook eene bruidschat gegeven, die niet aanzienlijker kan zijn, als zij zijn dochter was. Wie her innert zich nu den eersten echtgenoot van de prinses Lubanoff nog?" Een zonderlinge glimlach was op het gelaat van den graat zichtbaar. Toen zeide hij langzaam, maar op eene wijze, die duidelijk liet merken, hoeveel belang de zaak hem inboezemde: „Maar gij spreekt geheel niet van de moeder. Keurt' zij dit huwelijk goed?" Niet zonder eenige verlegenheid antwoordde Gontran: „De moeder is nog jong, zeer schoon en misschien nog een weinig behaagziek. Zij is nu op een leeftijd, waarop alles, wat den leef tijd van eene vrouw aantoont, zeer onaangenaam is. Zij wenscht misschien uit jaloerschheid en uit verlangen naar meer vrijheid, haar dochter te verwijderen, die zeer gedrukt gaat onder dezen valschen toestand. Het is er niet vroolijk in huis; de prins is zeer oud en bijna blind. Men zou dus het kind een dienst bewijzen, als men een echtgenoot voor haar zocht. De vrienden van de prinses zorgden er voor, vooral de ridder Capriola, die ook mijn vriend is. Wij hebben elkander in Baden ontmoet; hij heeft deze zaak geheel per brief afgehandeld, en als gij uwe toestemming wilt geven, waarde oom, dan zullen wij reeds morgen onze verloving vieren." „Ik zal u geen hinderpaal in den weg leggen," antwoordde Andries Dalvimare ontwijkend. Maar zoodra Gontran hem verlaten had, zeide hij bij zich- zelven„Ik moet dezen avond nog met Jacob spreken." De graaf had zijn paard reeds bestegen. Toen hij de plaats verliet, snelde eensklaps de wan met de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1