NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
9 e Jaargang.
Maandag 9 November 1891.
No. 2561
A BON N EMENTSPR1JS
ADVERTENTIE:
Dit nummer bestaat uit
drie bladen.
STADSNIEUWS.
De (li
BINNENLAND.
POLITIEK OVERZICHT.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummera0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Borean Kleine Hontstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnnnmer 121.
Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10Ceiu&*«
Groete letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aamienlijk rabat.
Abesmereenfcea ce Advertentie» wordes aaagenoroeo doo?
onse agenten ©a door alkgboekfaandelansia en courantieri.
Hoofdagenten voor het BuitenlandCompagnie Générale de PubliciU Blrangïre êh L BAVBM ÖOo, JOHN JF. JONJS8, -Sacc., Parijs 31 lis Faubourg Monèiaartrs,
EERSTE BLAD.
Haarlem, 7 November 1891.
Men schrijft ons
Eerstdaags zal alhier een nieuwe kies
vereeniging worden opgericht, bestaande
uit handeldrijvende, gepatenteerde bur
gers van Haarlem,benevens lagere ambte -
naren en burgerlijke renteniers, zonder
onderscheid van geloofsrichting, om uit
sluitend den eigenlijken burgerstand te
doen optreden in verkiezingszaken be
treffende staat, gewest of gemeente.
Reeds een betrekkelijk groot getal
personen heeft zich aangemeld om lid
te worden, en een oproeping tot een
vergadering kan binnen eenige dagen
worden te gemoet gezien.
Zooals uit achterstaande advertentie
blijkt, heeft de heer D. de Jong zijn
magazijn verplaatst van Smedestraat 41
naar Groote Houtstraat 143. Het is de
moeite waard de keurig nette etalage
te gaan bezichtigen. De winkelkast, die
slechts éen meter diep is, wordt door
spiegelruiten, schijnbaar een zeshoek in
doorsnede vormende, als 't ware meer
dan dubbel zoo groot. De eer van dit
vernuftig werk komt toe aan den tim
merman C. Smink,Esschilderstraat. Zeker
zal het effect 's avonds nog verhoogd
worden door het heldere licht van een
groote Siemens lamp.
Heden, Zaterdag, stond voor de ar-
rondissements-rechtbank alhier terecht
Hendrik de Boer, 47 jaar, barbier en
lijkbezorger te Haarlem, beklaagd dat
hij in den nacht van den 30a Augustus
1891 op den daarop volgenden dag te
Haarlem, na zich den toegang te hebben
verschaft tot de gemeentebegraafplaats
aldaar, door overklimming van het hek,
hetwelk het van den Schooterstraatweg
scheidt en na verbreking door middel
van eenig werktuig van het slot van de
zinken vaas waarin zich eene bus be
vond, met oogmerk tot wederrechtelijke
toeëigening, daaruit weggenomen heeft
eenige niet aan hem, Hendrik de Boer
toebehoorende muntstukken, bestemd
voor Armen der Nederd. Herv. Ge
meente alhier.
Door het O. M. zijn opgeroepen 14
getuigen, waarvan een door ziekte ver
hinderd is te verschijnen, terwijl op
verzoek van den verdediger van bekl
Mr. L. W. van Gigch, te Amsterdam,
twee getuigen k décharge zijn gedag
vaard.
Het eerst komt voor de tafel de
getuige D. A. Braakenburgaannemer
alhier, die eigenaar was van het huis
in de Spaarnwouderstraat 101, dat de
Boer bewoonde. Hij was achterstallig
in de huur en had een schuld van ƒ50.
Op den 310 Aug. moest hij weer ƒ5
betalen.
De Boer was barbier in het Huis van
Bewaring en werd daarvoor betaald met
mandaat. Dit mandaat bleef echter wel
eeDS lang uit Den Haag weg en daarom,
verklaart de heer IV. Idemadirecteur
van het Huis van Bewaring, schoot ik
hem eens geld voor. Einde Augustus
had hij 10 noodig. Getuige heeft de
Boer altijd als een fatsoenlijk man ge
kend.
De derde getuige is jhr. IV. M.
van de Polldie verklaart dat hij medio
Augustus J 25 heeft geleend aan den
bekl., omdat hij dan een lijk kon krij
gen. Hij moest dat geld binnen drie dagen
teruggeven. Getuige kent bekl. van 1867
of 68 af en stelde een onbepaald ver
trouwen in hem. De Boer was de bar
bier van getuige.
Thans komt voor de suikerbakker
B. Bakhuis Rozehoomdie voor de
Boer een bankbiljet van ƒ25 heeft ge
wisseld, waarbij voor een rijksdaalder
klein geld, en wel op Maandag. „Neen,"
zegt de bekl., „het was op Zaterdag, en
ik kreeg voor 10 klein geld."
De vrouw van den getuige is gedag
vaard ter décharge. Zij verklaart gelijk
luidend als haar man, de Boer houdt
zijn bewering vol.
De getuige F. C. Hosdiaken-boek
houder van de Nederd. Herv. Gemeente
alhier, verklaart dat de inhoud van de bus
op de begraafplaats toebehoort aan de
Evang. Luth., Remonstr en Nederd. Herv.
Gem Nooit weet men wat in eik der bus
sen afzonderlijk is, want wanneer de drie
bussen gelicht worden, gaat alles bij
elkaar ongeteld in een zak en wordt
eerst daarna geteld wat er is. De in
houd bestond deels uit guldens en
rijksdaalders, maar ook vooral uit kwar
tjes. dubbeltjes en centen.
De opzichter van de begraafplaats W.
van den Bosch, deelt «ede, dat na de
laatste lediging van de bus in Juni,
daarin gestort is zeker een rijksdaalder,
eenige guldens en daarna nog de spaar
pot van een pas begraven meisje. Op
30 Aug. des avonds acht uur was de
bus nog ongeschonden; het weer was
vrij goed en droog. Den volgenden
morgen te 6 uur kwamen drie werk
lieden op de nieuwe begraatplaats en
weldra kwam een hunner bij den ge
tuige met de gebroken bus en een
stukje papier, waarop de naam van „H.
de Boer." Aan de bus zat bloed, dat
nog vochtig was. Het briefje was niet
vochtig.
De president vraagt of er wel eens
meer van die papierlies op het kerkhof
rondslingeren jawel, zegt getuige. Bij
de bus lag een sleuteltje. Duidelijk wa
ren voetstappen te zien, het waren in
drukken van een puntschoen.
Wanneer het briefje er lang gelegen
had, zou de vele regen, die in den laat-
sten tijd gevallen was, het doorweekt
moeten hebben. Een van de knechts,
Vrenegoor, herkende den voetstap voor
den indruk van de schoenen van de
Boer.
Nu wordt H. Vrenegoor verhoord.
Het papiertje, zegt deze getuige, was
vochtig van den dauw. Hij heeft bij
een paar gesprekken, die voor den dief
stal plaats hadden, toen er sprake was
over het gevaarlijke, dat de bus zoo
langs den publieken weg stond en het
zoo verwonderlijk was, dat de bus al
niets gestolen was, de Boer hooren
zeggen, toen V. zei dat het zoo gemak
kelijk niet zou gaan ,,'t Zou wat, o
jé zoo gemakkelijk
Dit ontkent beklaagde ten stelligste,
Vrenegoor zelf heeft dat gezegd.
De getuige V. heeft de voetstappen
alleen daarom toegeschreven aan de
Boer, omdat het briefje er lag en omdat
de B. eenigszins met de teenen naar
binnen loopt, wat ook in de voetstappen
te zien was.
In een ander gesprek van de B. met
een kameraad had Vrenegoor hem hoo
ren zeggen: Enfin, het is gebeurd, daar
zijn de bewijzen. Welke bewijzen weet
hij niet. Er werd toen ook gesproken
over een reis naar Brussel.
De arbeider J. Geenevaen deelt geen
nieuws mede, en datgene wat hij mede
deelt is hij conform aan Venegoor. Al
leen zegt hij er nog bij, dat het stukje
papier toegevouwen was, met den naam
van de Boer naar binnen. Het verhoor
van den derden arbeider Reenters brengt
evenmin nieuwe gezichtspuDten.
Belangrijker getuigenis is dat van den
inspecteur van politie Balkestein. Op
den morgen van den diefstal, is deze
een onderzoek gaan instellen en naar
de woning van de Boer gegaan, om
hem te verhooren. Deze was toen niet
thuis. Te 10 uur verhoorde hij de Boer,
die door een agent gehaald was, op het
bureau. Deze had ƒ25.25 bij zich. Da
delijk herkende hij het papiertje waarop
zijn adres stond en het sleuteltje, maar
beweerde het papiertje reeds vroeger te
hebben weggeworpen. Aan den binnen
kant aan zijn duim had de beklaagde
een wondje, niet groot, maar vrij diep,
dat versch was. Hij gaf op, dat bij het
visschen te hebben gekregen.
Toen de inspecteur aan de vrouw
van den beklaagde, voor deze laatste
verhoord was, liet sleuteltje vertoonde,
zeide zij dadelijk „o ja, dat is van het
kastje" en opende er een van de laden
van een laag kastje mee, dat in de kamer
stond.
Des avonds te halfzeven werd door
den getuige de woning van beklaagde
onderzocht en in de scheerkast gevonden
zes rolletjes center, en een rolletje 2%cents
stukken. Deze rolletjes waren pas ge
maakt, want in de papieren waarin z
waren gemaakt, waren de plooien nog
niet stijf in en de punten van de rolletjes
stonden rechtuit.
Toen getuige aan de vrouw zeide,
dat beklaagde geld bij zich had,zei ze:
,nu begiijp ik, dat hij het gedaan heeft."
Nu wordt aan den beklaagde gevraagd,
hoe het kwam dat hij 25.25 in zijn
zak had. „Dat was het geld van
meneer van de Poll," antwoordt hij.
Op de vraag, hoe een in zijn woning
gevonden hamer bebloed en een nijp
tang gebroken was, antwoordt hij, dat
zijne jongens daarmee hebben gespeeld.
De rolletjes centen had hij van Zater-
javond, yan zijne klanten gekregen.
Dat er zand aan kleefde, verklaart hij
daardoor, dat zijne klanten meest ar-
beidsmenschen zijn en het geld wel eens
vuil is.
De nijptang past precies in de breuk
van de bus.
De Boer was zeer kalm, toen hij op
het politiebureau werd gehoord.
De adjunct-inspecteur J. v. Nassau
merkt op. dat de, rouw tot hem heeft
gezegd, dat de B. hoogstens 5.in
zijn zak kon hebben.
Als getuige k décharge treedt nu
voor de agent van politie Wen te, die
verklaart, dat hij den bekl. te vijf mi
nuten over halfdrie voor zijne woning
heeft ontmoet, een sigaar rookende in
den nacht van den diefstal. Hij heeft
toen wel een uur met dezen rondge
wandeld.
„Ik wou gaan visschen," zegt bekl.,
,en was baDg, dat ik mij verslapen zou.
Daarom was ik te vroeg op. Toen ik
den agent had verlaten, ben ik met
mijn zoon gaan visschen.
Ik ben niet op het kerkhof geweest."
De subs. off. van just., mr. Joh. P.
van Outeren, requisitoir nemende, merkt
op dat hij gaarne de getuigenis van
Jhr. van de Poll en den heer Idema
wil aannemen, maar uit een onderhoud
met bekl had spreker de overtuiging
van zijn schuld gekregen. Spreker meent
in staat te zijn, zoowel het wettig als
het overtuigend bewijs te kunnen
leveren.
Direct bewijs is er echter niet, er zijn
alleen aanwijzingen.
Sprekers meening is dezeDe Boer
was in geldverlegenheidhij had schuld
aan huishuur en aan den heer Yan de
Poll. Spreker gaat de verschillende aan
wijzingen na het papiertje met de
Boers adres, de voetstappen, den hamer,
den nijptang, het geld enz. Spreker
vestigt er de aandacht nog eens op,
dat de schoen van de Boer past in de
voetstappen op het kerkhof gevonden.
Mocht de Rechtbank van meening
zijn, dat het wettig bewijs niet geleverd
is, spreker zal steeds overtuigd zijn,
dat Hendrik de Boer aan dezen dief
stal schuldig" is.
De eisch luidt veroordeeling tot éen
jaar gevangenisstraf.
Mr. L. W. van Gigch merkt op, dat
men hoogst voorzichtig moet omgaan
met aanwijzigingen. Zoolang een aan
wijzing is te ontkomen zelfs door so-
phismen en spitsvoudigheden, dan is ze
geene aanwijzing meer. Eene aanwijzing
moet onomstootelijk zijn. Men heeft
niet gezocht naar den dader, maar men
heeft priori aangenomen, dat de schul
dige bekend was en verder naar ma
teriaal gezocht om die opvatting
van bevestigen. Dat is de groote fout
van deze procedure.
Ik houd den dader van dit feit voor
een grooten schurk, die in den donkeren
nacht op een kerkhof rondwaart en elk
oogenblik moet vreezen, dat er een
koude hand op zijn schouder wordt
gelegd.
Deze beklaagde heeft op zijn verleden
geen enkele smet, meneer van de Poll
verklaart het. Dat de Boer het feit zou
hebben gepleegd om geldzorgen, is een
zwak motief, dat is nog geen reden,
dat hij op een kerkhof gaat stelen.
Alles steunt op het stukje telegram
adres, dat bij de bus is gevonden.
Daarvan is men uitgegaan. Zal die
aanwijzing kracht hebben, dan moet
vaststaan dat de bekl., het stukje papier
nog zeer kort vóór den diefstal in zijn
bezit heeft gehad.
Men zegt dat de Boer niet het tele
gram verloren kan hebben een paar
weken van te voren, omdat het nat
had moeten wezen, wanneer het er
zoolang had gelegen. Ik zal u de op
lossing geven. Het telegram lag er, een
kwajongen heeft het gevonden er een
stuk afgescheurd en dat in de bus
geworpen. Men werpt er ookwelknoo-
pen in. Toen nu de bus bestolen was
is het er uitgevallen, droog.
Kan ook niet de dief het adres er
hebben neergeworpen, om de justitie
op een dwaalspoor te brengen?
Het argument van de schoen is ge
woon belachelijk, er zijn tal van men-
schen die dezelfde schoenen dragen als
de Boer, de voetstap van de Boer is
precies die van zijn verdediger. En
niemand zal toch beweren, dat ik den
diefstal zou hebben gepleegd.
Wil het sleuteltje eenige waarde heb
ben, dan moet bewezen zijn dat het in
zijn bezit is geweest. Dezelfde sleutel
kan passen op verschillende sloten.
Gebleken is, dat beklaagde in de
14 dagen voor den diefstal geene be
talingen heeeft gedaan. Het geld dus,
dat hij op den dag van den diefstal had,
was dat van meneer van de Poll, alleen
klein gemaakt, en hij behoefde dat niet
weer om te wisselen in groot geld, om
het terug te geven, omdat de betaling
aan den bode moest plaats hebben, met
wien hij zooveel complimenten niet te
maken had.
Hij was niet rijk, maar ook niet zoo
doodarm. Al zijne kinderen verdienden
geld.
Spreker gaat ook de andere aan
wijzingen na en tracht die te ontze
nuwen.
Na repliek en dupliek concludeert de
verdediger tot vrijspraak.
Uitspraak 12 Nov. e. k.
Eerlang zal het Raadhuis te Haar
lemmermeer in 't bezit zijn van eene
brandvrije bewaarplaats voor berging
van het gemeente-archief enz.
De weinige ruimte in het gebouw en
de uitbreiding van het archief maakten
die aanbouw noodzakelijk.
Gedurende de maand Oct.
zijn niet minder dan 735 waggons aard
appelen met extra-treinen over Nieuwe-
;chans naar Duitschland uitgevoerd,
OFEICIEELE BERICHTEN.
Bij kon. besl. van 5 Nov. is aan mr.
H. Zillesen, commies-griffier bij de Eerste
Kamer der Staten-Generaal, vergunning
verleend tot het aannemen der onder
scheidingsteekenen van ridder der orde
van het Legioen van Eer, hem door
den president der fransche Republiek
geschonken.
De „British East Africa Company"
heeft Donderdag in eene bijeenkomst
van het bestuur besloten hare pogingen
voort te zetten om 40.000 pd. st. bijeen
te brengen', opdat hare wapenmacht in
Oeganda gehandhaafd blijve. Eene som
van 30,000 pd. pt. is reeds gevonden,
waartoe de zendelingen-kerk aldaar
15.000 pd. st. bijdraagt.
Kapitein Macdonald, van de „Royal
Engineers", is naar Zanzibar vertrokken
om de expeditie, door de „British East
Africa Company" uitgezonden om spoor-
wegopmetingen tusschen Mombassa en
Yictoria-meer te doen, aan te voeren.
Van de letterkundige nalatenschap van
maarschalk Moltke is Vrijdag een tweede
deel verschenen, hetwelk slechts brieven
inhoudt aan bloedverwanten, zonder
bizondere staatkundige beteekenis.
Volgens Reuters Office zal de russische
minister Giers eerstdaags Parijs bezoeken,
maar er slechts enkele dagen blijven.
Aanvankelijk was het zijn plan niet, naar
Parijs te gaan, maar na de overdreven
drukte over de samenkomst te Monza,
achtte Giers een bezoek te Parijs, nood
zakelijk, alvorens naar Rusland terug te
keeren.
Toen in de zitting van het vredescon
gres op 4 dezer Imbriani Triest en Trente
in het debat had gebracht, verlieten
eenige dfcitsche leden de vergaderzaal,
hoewel de voorzitter hem had aange
maand niet buiten de orde te gaan.
Een der belgische leden voerde den
vorigen dag nog kortelijk het woord
om te verklaren, dat hij innig verheugd
was duitsche en fransche ambtgenooten
(Baumbach en Douville-Maillefeu) te
hebben hooren zeggen, dat hun land
den vrede wilde. Indien er een staat
is, die deswege hoogst voldaan moet
zijn, dan is het België, daar het ge
plaatst is tusschen die beide kolossen.
In de zitting van 5 dezer werd Stan
hope (Engelschman) benoemd tot rap
porteur over de drie verschillende voor
stellen tot het samenstellen van een
vast internationaal comité.
Pandolfi (Italiaan) is benoemd tot
secretaris van het congres, en hij heeft
de opdracht ontvangen om de leden
van het parlement van alle landen uit
te noodigen een vertegenwoordiger te
benoemen, die belast zal zijn met de
geheele correspondentie tusschen het
uitvoerend comité van het in 1892 te
houden congres en de nationale parle
mentaire comités. Voorts is besloten het
comité van het congres uit te noodigen
de organisatie van een scheidsgericht op
het programma der werkzaamheden te
stellen.
Marcoartu (Spanjaard) diende een
voorstel in, strekkende om de staten
van den tweeden en derden rang in
Europa te doen vertegenwoordigen op
al de diplomatieke congressen van ons
werelddeel.
Dubriani (Italiaan) het voorstel onder
steunende, gewaagde hierbij van Polen.
De voorzitter merkte hem op, dat Polen
geen staat is, en daar Dubriani voort
ging over nationaliteiten te spreken,
maande hij hem eenige malen aan om
binnen de orde der discussie te blijven.
Humaniteit, voegde hij er aan toe, is
een te vaag denkbeeld om er hier over
te praten, en over oorlog te praten op
een vredescongres achtte hij misdadig.
Pulski (Hongaar) antwoordde nog aan
Dubriani, dat het niet aanging het natio
naliteitsbeginsel in het debat te brengen.
Aan de limes wordt uit Sofia bericht,
dat de Porte verstoord is op prfns
Donderdagavond brak tus
schen Anna Paulownapolder en Helder
een veer van de locomotief van trein
125, waardoor een vertraging van 45
min. geleden werd. De machinist die hetFerdinand van Bulgarije wegens zijne
ongeval spoedig ontdekte, liet den trein onvoorzichtigheid, daar hij, een luncheon
onmiddellijk stil staan en, na het euvel gebruikende op macedonisch grondge-
zoo goed mogelijk te hebben verholpen,bied, niet alleen een toost uitbracht op
werd de reis langzaam vervolgd,
Vrijdag middag werd te
Breukelen, bij het uitwijken van een
goederentrein, de losse arbeider Rempe,
oud 19 jaar, door den sneltrein van
Utrecht naar Amsterdam gegrepen en
tegen een varkenshok in de nabijheid
verbrijzeld. Het lijk werd in eenleegen
de toekomstige vereeniging van Mace
donië met Bulgarije, maar ook toeliet
dat een hem vergezellend engelsch
journalist dronk op het herstel van het
byzantynsche rijk onder keizer Ferdi
nand I.
De Jewish CronicU meldt dat baron
Hirsch voornemens is een internationaal
goederenwagen door den sneltrein naar eongres voor joden bijeen te roepen,
het station Breukelen vervoerd. {bestaande uit gemachtigden van de voor