NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. DE WERKBAAS. 9e Jaargang. Zaterdag 14 November 1891. No. 2566. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTiEN: STADSNIEUWS. POPULAIRE STERREKUNDE. FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummeri. 0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon. en Feestdagen. Horeau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. ▼an 15 regel* 50 Centa; iedere regel moer 10 Cent*. Groate letter* naar plaatsruimte. Bij Abonnement aaniienlijk rabat; AboRnemeEtsffl eti Ad verte® tiën worde® aangenomen door onze agenten en door allt|boekhandel&r©s ea couranèiers. Directeuren-Uitgevers J. C. PEEREBOOM en J. B. AVIS. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Ginéralt de Publicilé Btrangire 8. L D.4UB1 CoJOHN T. JON MS, Succ., JPtrpt SUit Ttuèourg Mottimtrtre. De bijvoegsels van ons bladdat morgenavond verschijntzullen bevallen Hei paard van de?i Trompetter. {No velle.) Haarlemmer Halletjes No. CX VIII. Natuurkundige proeven voor iedereen XI. Gemengde be richten. Varia. Advertentiën enz. Haarlem, 13 November 1891, Door Burg. en Weth. is aanbesteed het maken van eenige overdekte riolen ter vervanging van open goten in ver schillende straten. Aannemer is gewor den T. J. Verzijlbergh alhier, voor /"20l8. Stukken van den Raad. In Augustus jl. verzocht de commissie van Uitvoering van de Vereeniging tot verfraaiing van Haarlem en omliggende Gemeenten en tot bevordering van het Vreemdelingenverkeer" aan den Raad, om het voor spoorwegreizigers onaesthe- tische schouwspel van de vuilnisbelt weg te nemen door aanplanting van groen aan den zoom van de aschbelt. B en W. adviseêren tot afwijzing van het verzoek, op grond van de veilig heid van het spoorwegverkeer, doch geven den Raad in overweging om op 20 meters afstand van den spoorweg, op het terrein der gemeente-reiniging eenige boomen te doen planten, waar door in den bestaanden toestand eenige verbetering zal worden verkregen. Ingekomen is een verzoek van het Bestuur der Haarlemsche kookschool om subsidie van gemeentewege. B. en W. adviseeren om een bijdrage te verieenen van /250, voorloopig voor het jaar 1892. De twee ambtenaren, F. C. Misset en J„ Hahn, belast met de invordering van het haven- en kaaigeld, vragen we gens hunne verzwaarde werkzaamheden, traktement8verhooging. B. en W. stellen voor, hun salaris van f 700.te brengen op ƒ750. per jaar. Indertijd kwam bij den Raad in een adres van de afd. Haarlem van het Nederl. Werkl Verbond, met verzoek om voor te schrijven in de bestekken voor gemeentewerken, een normalen arbeidsdag van hoogstens 10 uur en een minimum loon van ig,per week. De Raad stelde dit verzoekschrift om advies in handen van de Commissie voor de verzoekschriften, bestaande uit de heeren M. O. de Kanter, Mr. N G. Cnoop Koopmans en J. J. Sneltjes. Deze Commissie heeft thans haar meening doen kennen en komt tot de conclusie dat de gevraagde dwangmaat regel niet zou zijn in het belang der werklieden in het algemeen en ook niet in het belang der gemeente. Op die gronden adviseert zij tot afwijzing van het verzoek. Om zich te laten voorlichten heeft de Commissie zich tot verschillende werkgevers gewend, maar kan alleen het antwoord mededeelen van den heer J. C. van Marken, directeur van de Delit- sche gist- en spiritusfabriek, daar de andere antwoorden hebben gegeven, onder bepaling van geheimhouding. De heer Van Marken komt in zijn uitvoerig antwoord tot de slotsom, dat het zeer gewenscht ware,indien de Gemeente raad kon besluiten aan het verzoek van adressante te voldoen. „De ontevredenheid," aldus de heer van M., „bestaat, neemt toe, is en wordt meer en meer een gevaar voor de Maatschappij, wortelt in ontoereikende loonen. Dusde plicht van ieder, in de eerste plaats van de organen der gemeenschap, is mede te werken tot verhooging van den loonstandaard. Het vaststellen van een minimum loon bij een maximum arbeidsduur in bestekken bij aanbestedingen is hiertoe eene poging, geen afdoend middel, maar eene onvolledige poging, waarbij zich in de toepassing nog velerlei, ook on voorziene, moeilijkheden zullen voor doen. De vrees voor die moeilijkheden mag niet voor de toepassing doen terug schrikken „er raoet begonnen worden iets in die richting te doen." Ook de afd. Haarlem van het Nederl Weikl. Verb, (de adressante) heeft in antwoord op eenige vragen, aan de Afd. door de Commissie toegezonden, de door de Comm. geopperde bezwaren trachten te weerleggen. Niettemin adviseert, op de boven aangegeven gronden, de Commissie tot afwijzing van het verzoek. Het Museum van Kunstnijverheid zal in het vervolg des Zondags gedeeltelijk verwarmd wordenhet plan bestaat tegen het einde van dit jaar in het trapportaal van het Museum eene ten toonstelling te houden van het werk der leerlingen van de school, dat sedert September vervaardigd wordt. Des Zondags is de toegang vrij. De school voor Kunstnijverheid ver heugt zich steeds in toenemenden bloei. Op het oogenblik bedraagt het aantal leerlingen over het geheel 163, waarvan 47 den geheelen dagcursus volgen. Het is een verblijdend teeken, dat niet alleen leerlingen van Haarlem en omstreken zich voor den geheelen dag cursus aanmelden, dnch zelfs leerlingen uit Utrecht en Leeuwarden de school bezoeken. Donderdagavond hield dr. E. van der Ven de eerste zijner populaire voor drachten voor allen, die hier ter stede tot het ondei wijzend personeel of tot hen, die daartoe later hopen gerekend te worden, behooren. Men zal de keuze toejuichen, die men daarvoor gedaan heeft in de bij uitstek daartoe zoo ge schikte gehoorzaal van Teyler's Stichting, de werkplaats van onzen jgeachten spre ker, den diepen denker, den onver- moeiden natuurvorscher en algemeen beminde school-autoriteit. Met deed ons waarlijk genoegen te vernemen, dat het bestuur van genoem de stichting er toe had kunnen beslui ten om zijne toestemming te geven voor het houden dezer voordrachten, want daardoor toch voorzeker wint de stich ting iu populariteit en aanzien bij onze stadgenooten, nu de eminente persoon lijkheden aan haar verbonden, hun licht doen stralen op hunne stadgenooten. Zóó wordt er van de in de stichting besloten schatten geprofiteerd, want waarlijk zij is rijk aan de hulpmiddelen, die daarvoor noodig zijn. Dat de waardeering van het streven van bestuur en spreker groot was, ge tuigde de goed bciette aula, de tot voordrachten zoo geschikte gehoorzaal. De spreker van Donderdagavond voerde ons op het aangekondigde gebied, de sterrekunde. Veelbeteekenend woord en toch van het groote heelal nog zoo bitter weinig omvattend maar toch weder genoeg om den mensch te doen duizelen van die grootheid. Wat wij van de hemellichamen weten is datgene, dat wij met het bloote oog en de instrumenten kunnen waarnemen en wat getoetst aan de bestaande theo rieën, door de wiskunde wordt bevestigd. Er wordt echter verschillend gezien en dit vloeit meestal voort uit de om standigheden. Twee personen kunnen een punt van uit twee verschillende plaatsen waarne- nemen en dan kan ieder het verschil lend zien, een voorbeeld daarvan levert de parallaxis, waar het zien van een punt afhangt van den hoek waaronder men het ziet. Spreker behandelde thans in een kort overzicht de verschillende soorten van sterren. Men heeft vaste sterren en ster ren die, een baan beschrijvende, steeds van plaats veranderen. Een welbekende ster van de eerstgenoemde soort is de Poolster, in het beeld van de kleine Beer. Reeds Pythagoras gaf eene theorie over de beweging des heelals, eene zeer poëtische, die hij de Harmonie der Sferen noemde. Hoe schoon en treffend deze theorie ook was, die op de har monie der tonen berustte, zij werd al zeer spoedig door de praktijk omver geworpen. Van de hemellichamen zijn er eenige, die altijd voor ons zichtbaar zijn,die steeds boven den horizont blijven, dit zijn de circumpolaire (om de pool loopende) in een vlak of vlakken, die loodrecht op de aardas staan. Deze circumpolaire sterren veranderen echter weder in sterren die in vlakken loopen, welke eerstbedoelde vlakken onder een rechten hoek snijden, wanneer men zich naar den evenaar verplaatst, want daar ziet men deze sterren rechtstandig op komen en ondergaan. Ten slotte stond spreker nog stil bij het licht dat de sterren afstralen. Men moet niet denken dat dit licht op onze aarde wordt geworpen in den vorm van een kegel, waarvan de aarde de basis vormt, want stelt men zich den diameter van den aardbol als de basis van den gevormden driehoek voor, waarvan de ster de top is, dan zouden de opstaande zijden, oneindig groot zijnde, een hoek van 90 graden daarmede vormen, en dus loodlijnen zijnwaaruit volgt dat de lichtstralen van een ster lood recht op de aarde vallen. Hiermede besloot de geachte spreker zijn met veel aandacht gevolgde en door verschillende voorstellingen opge luisterde voordracht, die Donderdag a. s. te 7 uur, weder zal worden voort gezet. Met groot genoegen hebben wij Don derdag kennis gemaakt met het oosten- rijksche operetten gezelschap, directie Julius Laska, dat reeds eenigen tijd in Amsterdam voorstellingen geeft. Het was Karl Zeilers operette „der Vo gelhandler", die dit gezelschap Donder dagavond in onzen schouwburg ten tooneele voerde. Deze operette, men weet het reeds uit de recensiën, is eene boeiende compositie, met aardige dialo-1 gen, niet minder met aangename melo- diën gevuld. De eerste acte is wat mu ziek en de tweede wat tooneelspel be treft, hoogst verdienstelijk. Den zanger die de titelrol vervulde, (Edm. Fabbiani) komt èn als zoodanig èn als acteur lof toe, den baron Wesp (Karl Wallner) niet minder voor zijn spel en zijne coupletten in de tweede akte. Als zanger was ook zeer goed de heer Burger (Graf Stanislaus), terwijl de twee professoren' (Erhart en Haas) van het examentoo- neeltje éen lachsucces maakten. Van de dames blonken „die Brief- schriftl" (Lidy Bodroghi) en Kurfürstin Marie (Resi Wagner) uit. Vooral de eerste was zeer goed. Summa summarum een zeer goed geslaagde opvoering, die meer publiek had verdiend. Want de hoorders waren weinig talrijk. Toch werd er herhaalde lijk luid geapplaudisseerd en dat mag te meer worden vermeld, omdat het publiek eigenlijk uit zijn humeur was. Er waren namelijk geen tekstboekjes voorhanden, en de eenige troost dien men kreeg, als men daarover pruttelde, was „ja, ze zijn er niet, in Amsterdam geeft men ze ook niet." Maar in Duitschland zijn ze dan toch zeker wel I Het is inderdaad onaange naam, wanneer men bij eene operette het zonder tekstboekje stellen moet. Wat de koren zingen verstaat niemand en naar den inhoud van verschillende solo's moet men maar raden, wanneer de zangeres of zanger niet duidelijk spreekt. Bovendien is het moeilijk in den beginne, om te weteD, welke per sonen men voorheeft. Wanneer dus dit gezelschap nogeens terugkomt, zal ons dit aangenaam en het gezelschap, naar wij hopen, voor- deelig wezen, maar het brenge tekst boekjes meel Met 1 Januari a. s. wordt de onder wijzer C. P. Visser te Hoofddorp, ver vangen door den heer Jintes te Nieuw- Vennep. Deze vervanging geschiedt, omdat de laatste in 't bezit is van de hoofdacte. De heer Visser wordt thans op een tractement van 650 geplaatst te Nieuw- Vennep. De storm van Woensdag heeft aan vele boerenwoningen in Haarlemrrer- meer schade te weeg gebracht. Vele graan en hooischelven hebben het moeten misgelden. Graan- en Zaadmarkt te Hoofddorp, Haarlemmermeer, van 12 November witte tarwe ƒ6.70 10.25, r°gg 7.90 8.60, haver f 9 20 /To.— chevaliergerst f6.15 6.50, winter- gerst 5.20 f 5 70, duivenboonen 7.25 d, 7 80, paardenboonen 7. 7-3°> bruine boonen f 12. !3 25> groene erwten 12.— 14.25. Op de veemarkt te Hoofddorp waren Donderdag aangevoerd 7 koeien, 9 vaarzen, 7 graskalveren, 20 paarden en 6 hitten. De torpedo-schietoefeningen in zij- kanaal F bij Halfweg zijn voor dit jaar geëindigd, het detachement torpedisten 19, HOOFDSTUK XIII. „Gij liegt," schreeuwde Jacob. „Uw schrik bewijst, dat gij een leugenaar zijt. Waarom? Welk geheim bevatte deze brief? Ik weet het niet, maar ik wil dat gij spreekt." „Dat kan wel zijn, maar ik wil niet," antwoordde hij onbe schaamd. Pepita knielde bij hem neer en smeekte hem met woorden en gebaren, haar het antwoord op den brief te geven. De eenoog stiet haar ruw terug. Noël hief zijn zusje van den grond op, en zeer verontwaar digd mat hij zijn tegenstander van het hoofd tot de voeten. Deze ging voort: „Als ik neen heb gezegd, blijft het zoo. Goedenavond, ik ga mij hier ter ruste leggen." Maar Jacob liet hem maar niet gaan. Terwijl hij met eene beweging van de hand de algemeene verontwaardiging deed be daren, wees hij met zijn andere naar de deur van den kalkoven, en schreeuwde „Verwijder je van hier, ellendeling. Uwe metgezellen hier zullen wel eenige fouten hebben begaan, maar geen misdaden. Ik wed, dat gij er een op uw geweten hebt. Antwoord niet. Ik heb al meer slechte dingen van je gehoord. Ik jaag je weg. Ga heen." Alle omstanders herhaalden eenparig dit vonnis. De ellendeling wilde echter nog tegenstribbelen en deed eene schrede voorwaarts, in de richting van de plaats, waar de grijsaard stond. Maar Vrijdag scheen plotseling uit de grond te verrijzen en ging op zijn achterste pooten véór Martin de Eenoog staan, alsof hij hem naar de keel wilde vliegen. Aan den anderen kant waren de werklieden en de leegloopers in dreigende houding .opgestaan. Eenige pakten reeds stukken kalk, terwijl anderen zich met stokken wapenden. De man met de jas, die nu een pak stokslagen vreesde te ontvangen, maakte zichstilletjes uit de voeten. Hij verdween jn de heuvels. Na een omweg kwam hij voor het huisje van vader Robinson. „O, ik zal mij. wel wreken oyer de oude," bromde hij bij zichzelven. „Als de kleine met hare z. arte oogen iets weet en het verfelt;, dan kan zij mij wel eens op het schavot brengen." Terwijl hij door het kreupelhout kroop, naderde hij het huisje. Eensklaps hield hij stil, daar hij een dof gebrom van Vrijdag hoorde De trouwe hond lag voor het huis en hield de wacht. Een weinig verder zat Jacob op een bank, tusschen Noël en Pepita in. Deze scheen een verhaal te doen. Martin kon niets hooren en moest zich vergenoegen met het bestudeeren van hunne •gebaren. o. -■ Hij zag, dat de grijsaard zich snel van een brief meester maakte, dien men hem gaf, en dat hij hem zeer ontroerd las, toen de beide kinderenbij de hand nam en met hen in de richting van de groote fabriek verdween. Martin kwam nu uit het kreupelhout, waarin hij zich verbor gen had, te voorschijn. „Vlug!" zeide hij, „ik moet daar vóór hen aankomen." Hij sloop voort zonder gezien te worden, tot aan het einde der heuvels; rende in de schaduw voort tot hij aan den zijkant van het gebouw kwam, bij de kleine deur, waardoor de vicomte d'Alvimare 's morgens buiten was gekomen, vond in zijn zak den sleutel van deze deur, opende haar zacht en kwam zoo het eerst het huis van den graaf binnen. HOOFDSTUK XIII. Weerzien en scheiding. Men kan niet ontkennen, dat wij dikwijls een voorgevoel van het een of ander naderend leed hebben. Nooit was de graaf d'Alvimare zoo angstig te moede en zo© ontroerd geweest door de gedachte aan de treurige gebeurtenis, die hem het leven tot een last had gemaakt. Ofschoon het reeds zeer laat was, dacht hij er nog niet aan zich ter ruste te begeven. Hij liep steeds in zijne slaapkamer heen en weer. Om goed te kunnen begrijpen, wat volgt, moet men zich deze kamer goed kunnen voorstellen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1