BINNENLAND.
Leger en ¥loot
POLITIEK OVERZICHT.
GEMENGD NIEUWS.
t__ inhoud „SempervirtiïrS* No. 46. Aan
-wie de eer? Kort overzicht van de
geschiedenis der Chrysanthemum. -.Het
kweeken van Chrysanthemum's Hét
kweeken van Chrysanthemum's met zeer
groote bloemen. Cultuur der Chry
santhemum's op stam. Het kweeken
van overjarige planten tot specimen's.
Het kweeken van overjarige planten
voor bl emsnijden. Het kweeken
van Chrysanthemum's op éen stengel.
Behandeling na den bloei. Onze af
beeldingen. De Anemoonvormige
Chrysanthemum. Een bolvormig ge
kweekte Chrysanthemum. Chrysan
themum Moonlight Chrysanthemum
Elkshorn. Mrs Geo. W. Childs.
De Pomponvormige Chrysanthemum.
De Chrysanthemum in haar vaderland.
Constantin Bender, de bekende
dirigent van de Belgische „Guides," vierde
Zondag het gouden jubilé van zijn in
dienst treden. Hij kreeg bij die gele
genheid van het korps zijn bronzen
buste. Bender is 64 jaar oud.
De minister van Binnen-
landsche Zaken heeft van denrumeen-
schen gezant de officieele medèdeeling
ontvangen dat zijne regeering het han
dels- en scheep vaart verdrag met Neder
land van 17 Juni 1881 opzegt.
Tengevolge dier opzegging komt ge
meld tractaat den 12a Nov. 1892 te
vervallen.
Bij het te 'sHage gehouden
examen voor vice-consul, waaraan door
2 candidaten werd deelgenomen, is ge
slaagd de heer G. S. Endt, leerling
consul.
Van de twintig nieuwe loco-
motieven van het grootst model, welke
door de Hollandsche Spoorwegmaat
schappij worden in dienst gesteld, is
dezer dagen de eerste in gebruik geno
men.
Voor deze machines moeten alle
draaischrijven eveneens van grooter
model gemaakt worden.
Men meldt uit Amsterdam
Van den directeur der Haagsche,
duinwaterleidingden heer Theod,
Stang, is eene nota verschenen naar
aanleiding van het rapport der <com
missie van onderzoek in zake de duin
waterleiding van Amsterdam. Eerstens
verklaart hij, waarom hij zich genoopt,
voelde als lid der commissie zijn -ont
slag te nemen en aan de opstelling van
haar rapport zich te onttrekken. Dit,
geschiedde dewijl hij bedenkingen-moest
hebben, ten gevolge van jarenlange
ondervinding, tegen de door de -com
missie met algemeene stemmen, op de
zijne na, aangenomen wijze van uitvoe
ring van het ook door hem aanbevolen
plan om in het beschikbaar draineerge-
bied ^e te 's-Hage toegepaste draineer-
methode te volgen. De door de -com
missie aanbevolen methode zal noode-
looze groote onkosten vereischen. Ten
tweede bestrijdt hij de door de com
missie genomen conclusie in zake het
watergevend vermogen der duinen, als
zou reeds in 1910 een tekort ontstaan
zijn van 540 hectaren, zelfs wanneer
het geheele duinterrein tusschen Noord-
wij kerhout en het Noordzeekanaal -in
beslag genomen wordt. Toegelicht met
de aan de ervaring ontleende productie
cijfers van het draineergebied der
haagsche waterleiding, noemt de heer
Stang deze meening abs&rd een ge
volg van onjuiste berekening De heer
Stang acht integendeel het thans be
schikbare draineergebied volkomen vol
doende om in 1910 nog genoeg duin
water voor Amsterdam en Haarlem te
leveren.
Hij betoogt verder, dat door inge
bruikneming van het geheeie draineer
gebied tusschen Noord wij kerhout en
IJmuiden, mits bij behoorlijke drainee
ring, het dubbele van het cijfer der
commissie, namelijk 40 h. 50 millioen
kub. meter water per jaar, kan getrokken
wordeneene hoeveelheid voldoende
voor eene bevolking van 1,375,000
zielen.
Uit Amsterdam wordt ge-
meldt In 1888 werd besloten de voor
malige St. Anthonieswaag op de Nieuw-
markt in te richten tot stedelijk archief-
gebouw, aangezien de tegenwoordige
localiteiten op de bovenverdieping van
het stadhuis reeds lang niet meer aan
het doel beantwoordden. De verbouwing
van de Sint Anthonieswaag is thans
zoover gevorderd, dat met de inwendige
inrichting kan worden begonnen. Door
B. en W. is eene voordracht ingediend
waarbij 16,000 voor dat doel gevraagd
worden.
Defransche oplichter, die
te Amsterdam zich voor een gezant-
schaps attaché uitgaf met een adellijken
naam, heeft een juwelier aldaar opge
licht voor de volgende voorwerpen
Een gouden armband met horloge,
witte wijzerplaat omzet met kleine dia
manten, de armband van matgouden
schakels met diamanten bezeteen gou
den broche in den vorm van een halve
maan met 17 kleine afloopende bril-
lanteneen gouden dasspeld met een
brillant, een gouden ring, twee gouden
strepen met diamantjes bezet met een
opaal en een brillant in schuine richting
een gouden ring met ovaal van kleine
brillanten; een gouden beursje; mat
gouden schakeltjes met drie pampeltjes
en gouden beugel met twee knopjes
een gouden ring met een saffier, omzet
met kleine brillanten.
Er worden te Rotterdam
plannen gevormd tot het oprichten van
een fonds, uitsluitend bestemd tot uit-
keeriug van pensioen aan de weduwen
van politie beambten aldaar. De com
missaris van politie in de 4? politie-
afdeeling heeft reeds aangeboden, bij
het tot stand komen van dit fonds eene
bijdrage van 100 te schenken.
(N. R. C.)
De reiziger, in den trein
•van Den Haag naar Rotterdam, van
wiiens ongeval bij den storm van Woens
dag wij melding maakten, was een korist
van de Fransche 'Opera. Hij had, toen
door het vallen van een paar palen de
itrein een schok kreeg, het portier geo
pend om aan de alarmschei te trekken.
!Een isolator van een omgevallen tele
graafpaal brak en de man kreeg de
scherven in het .gezicht. Naar het hospi
taal overgebracht, moest hém het oog
worden uitgenomen. De directeur der
iFransche1 Opera opende eene inschrijving
onder de artisten, om het gezin van den
korist ter hulp te komen.
'Uit Veendam wordt aan
de JV. R. ClgemeldHet volgende
geval heeft hier /Zaterdag; plaats gehad.
De ouders van een jong aardappel-
schipper waren bij hun zoon aanboord
en werden daar zeer liefderijk ver
pleegd. Plotseling echter worden de
beide oudjes ziek en helaas, de man
stierf binnen weinig tijds. Dadelijk werd
de dokter ontboden en deze consta
teerde vergiftiging en wel door het ge
bruik van thee, die of vergiftigd ot
verschimmeld was. Naar we vernemen
moet dit laatsïe waar zijn, en de oude
.man heeft in den laatsten nacht dan
ook veel koude -thee gedronken. De
oude vrouw is .op dit oogenblik nog
levende, doch zeer zwak.
W r ij d a g m o r g e n z ij n te Hee
re-veen gevankelijk binnengebracht en
na een voorloopdg verhoor in het huis
van bewaring gedetineerd de timmer
lieden W. en S. van der Plaats, van
Langweer, K. Bijl van Wolvega en F.
Oosterhof, te Noordwolde, beschuldigd
van gewelddadige aanranding en ernstige
mishandeling van politiedienaren.
In den nacht van Zondag op Maandag
bevonden zich de rijksveldwachters
Monsma, van de Joure, en Seiffer, van
St. Johannisga, met den gemeente
veldwachter Bosma, van St. Nicolaasga,
te Ooslerhaule op surveillance, toen hen,
omstreeks 11 uur, een tiental voetgan
gers passeerden. Drie van dezen, de
gebroeders v. d. Plaat en Bijl, waren
kort geleden door Seiffer bekeurd we
gens burengerucht. Toen dezen hen
voorbijgingen, hoorden de veldwachters
mompelen, dat de messen reeds gele
pen waren en dat „die lange" er aan
zou
Seiffer trad op hen toe. Eerst sche
nen zij zich in de duisternis te willen
verwijderen, doch eensklaps werd S.
door h et hierboven genoemde viertal
aangegrepen en tegen den grond ge
worpen. Van alle kanten werd hij ge
slagen, gesneden en gestoken. Ook
Mousma, die hem trachtte te ontzetten,
ontving eene snede van 8 cM. over het
achterhoofd en geraakte mede onder
den voet. Beide veldwachters losten nu
uit noodweer een revolverschot, echter
zonder een der aanranders te treffen
Thans schoot Mousma ter hulpe toe en
nadat hij eerst zijnen wapenstok stuk
geslagen had, trok hij zijn sabel, en hij
mocht er in slagen de aanvallers uiteen
te drijven.
Thans bleek het dat Seiffer vijf sne
den had ontvangen op den rug en de
armen. De messen waren door twee
iassen en de onderkleeren heengegaan.
Het ergst was Bosma er aan toe. Hij
is in huis gebracht bij den onderwijzer
Aninga, waar dr. Driessen van de Joure,
die terstond ontboden werd, de ernsti
ge hoofdwonde naaide en verbond.
Op de plaats, waar de mishandeling
plaats had, zijn twee petten, in den tuin
van genoemden onderwijzer is een mes
gevonden. Een en ander werd door de
justitie in beslag genomen.
Naar men zegt, zullen de onverlaten
twegens moordaanslag terechtstaan.
Vrijdag avond omstreeks 8
uren is te Esschen de paardenkoopman
J. R. onder den van Antwerpen ko
menden expres-trein geraakt en onmid
dellijk gedood.
Twee pruisische landloo-
pers, welke Woensdagavond door de
maréchaussees te Gulpen aangehouden
en in de gevangenis opgesloten werden
ten einde den volgenden dag over de
duitsche grens te worden gezet, hebben
nachts een gat in den muur gebroken
en zijn ontvlucht.
Met het oog op den te Kaaren bij
Aken gepleegden afschuwelijken moord,
heeft de gulpensche politie hun signa
lement medegedeeld daar waar zulks
behoort.
1891, zonder vergunning, op een open
baar plein een gedeeltelijke redevoering
te hebben gehouden, over de noodza
kelijkheid van een normalen werkdag
van 8 uur, van die aanklacht vrijge
sproken.
VISSCHERIJ.
N i e w e d i e p, 14 Nov. Heden kwam
van de groote visscherij binnen de sloep
Koningin Wilhelmina (V. L. 145),
schipper Noordijk, met 1600 schelv.,
waarvan 450 levende, terwijl door 30
beugers 20 tot 100 schelv., en 1 tot 3
kabelj. en door trekkers 120 tal haring
werden aangevoerdschelv. van de sloep
gold f 23 50, van de beugers ƒ37 ƒ44
het honderd, kabelj. ƒ2.50 per stuken
haring f 2.80 3 per tal.
Dezer dagen had bij het korps
genietroepen eene oefening plaats in het
mobiliseeren der afdeelingen, die aan
gewezen zijn tot het, zoo noodig, ver
nielen der groote spoorwegbruggen.
Zaterdag werd van de veronderstelling
uitgegaan, dat die afdeelingen naar de
tot eventuêele vernieling aangewezen
bruggen moesten vertrekken.
De verschillende detachementen waren
dan ook geheel marschvaardig en tra
den, in oorlogs-tenue uitgerust, om 10
uur aan.
De commandant der genietroepen
inspecteerde elk afzonderlijk, waarna
zij, vereenigd aangetreden, met de
muziek van het korps uitrukten naar
het plein van het voormalige staats
spoorwegstation, waar de verschillende
extra-treinen gereed zouden staan om
de detachementen naar hunne bestem
mingen te brengen. (U. Z>)
RECHTSZAKEN.
De kantonrechter te Maastricht heef-
W. H. Vliegen, president van den so-
ciaaldemocratischen bond, afd. Maas
tricht, die voor 14 dagen terechtstond
ter zake van in den avond van 1 Mei
Uit Berlijn wordt van 14 November
gemeld Tegen vijf uur heden namiddag
kwam hier aan het stettiner station aan
Bismarck met zijne echtgenoote. In weer
wil van den ergen regen, was een groote
menigte, onder welke zich vele studenten
bevonden, in den omtrek van het station
bijeengekomen. Men liet Bismarck's
salonwagen aanvankelijk buiten het sta
tion stilhouden en trachtte den toevloed
van het publiek door een kordon politie
agenten tegen te houden. Ten slotte
echter werd het gedrang den agenten te
sterk en stormden de menschen op
Bismarck los Men drukte hem de handen
en bood hem bloemen aan. Ook werd
er van alle zijden geroepen, o. a.„tot
weerziensin den Rijksdag, kom in den
Rijksdag, enz."
Bismarck dankte eenigszins aangedaan
1 zeide zoo iets vandat hij nauw
gehoopt had, te Berlijn n«g zoovele
vrienden te bezitten.
Van het stettiner station werd Bis
marck's salon wagen naar het lehrter
station gevoerd, vanwaar de doorreis
naar Eriedrichsruhe anderhalf uur later
zoude plaats hebben.
Aan het lehrter station had de
stations-politie zulke gestrenge maatrege
len genomen, dat het talrijke publiek
dat te vergeefs verzocht te worden
toegelaten, zeer ontevreden werd. Niet
meer dan een dozijn personen slaagden
er in, in het station door te dringen en
Bismarck persoonlijk te begroeten, wat
met groote geestdrift geschiedde. Intus
schen belegerde de buitengesloten me
nigte hardnekkig deuren en vensters
van het stationsgebouw zelfs werden
tt ruiten stuk geworpen. Allerlei kreten van
insoAA vereering werden vernomen. De menigte
riep telkensleve Bismarck, en zij die
v/aren binnengedrongen, herhaalden de
woorden der buitenstaanden. Men riep
lang le re onzj held! tot weerzien enz.
Een van hen, die in het station was
doorgedrongen, hield eene korte toe
spraak tot Bismarck, hem huldigend als
den laatstlevenden van het groote drie
manschap des duitschen volks.
Bismarck dankte met korte woorden,
zonder nochtans iets te belooven aan
gaande zijne komst naar Berlijn of naar
den Rijksdag. Bismarck zag er zeer
goed uit.
De indruk, in parlementaire kringen
te Weenen teweeggebracht door het
gezegde van den minister van Openbaar
onderwijs, dat het voor de Slaven-be
volking van Oostenrijk onmisbaar, is dat
zij de duitsche taal verstaat, is zeer
diep. De vergadering van den Rijksdag
was hierdoor Zaterdag zeer opgewonden.
Vooral de groepen van Czechen
Slovenen toonden zich ontevreden.
De commissie voor de buitenlandsche
zaken uit de Hongaarsche Delegatie
kwam Zaterdag bijeen. Kalnoky ant
woordde op de talrijke vragen der ver
schillende gedelegeerden. Hij gaf een
uitvoerig overzicht van den bestaanden
toestand. Zijne rede was vredelievend
weerwil van enkele punten, waarover
hij eenig voorbehoud maakte. Hij zeide
De algemeene toestand boezemt mij
voor het oogenblik geen ernstige vrees
het beste bewijs, dat ik geen ver
wikkelingen vrees, bestaat in de weinige
verhooging van de militaire kredieten,
die ik vraag. Indien ik geloofde, dat
de vrede bedreigd werd, zoude ik u
eene veel hoogere oorlogsb®grooting
hebben aangeboden. De toestand komt
overeen met dien van het vorige jaar;
hij b lijft weliswaar onzeker, maar bedreigt
wordt de vrede geenszins.
De heer Kalooky deelt daaromtrent
de meening van Rudini en Salisbury en
voorziet geene verandering in den toe
stand. Oostenrijk zal zich houden aan
hare bezadigde en voorzichtige staatkun
de en zal doen wat in haar vermogen
om met hare bondgenooten het
handhaven en het versterken van den
vredestoestand te bevorderen.
De verklaringen van den heer Kalnoky
werden toegejuicht.
In een langdurige rede veroordeelde
de heer Apponyi vervolgens de weinig
geestkrachtige staatkunde, welke ton
opzichte van Rusland wordt gevolgd en
waartegen hij zich zeer kras uitliet.
Heden zouden de beraadslagingen
worden voortgezet.
De braziliaansche minister Mendosa
te Washington, ontving een telegrafisch
bericht, behelzende, dat de tijdingen
omtrent de afscheiding van Rio-Grande
de andere provinciën onjuist zijn.
De handelsraad en andere corporatiën
verlangden, dat Castilhos, de goever-
neur van Rio-Grande, zijn ontslag zoude
nemen, ten einde hierdoor een feitelijk
conflict te vermijden. Castilhos nam
zijn ontslag en een voorloopig bestuur
ingesteld, bestaande uit drie leden,
Assiz, een bekend publicist, Casol Ri-
beiro en generaal Osorio, die de oude
liberale partij vertegenwoordigen.
Minister Mendosa is overtuigd, dat
alle gevaar voor bloedvergieting be
zworen is.
Harrison ontving Zaterdag te Was
hington den nieuwen chileenschen
minister, die zijne geloofsbrieven aan
bood, en verklaarde, dat het doel zijner
zending wa« het bevorderen van vredelie
vende en vriendschappelijke betrekkin
gen.
In zijn antwoord drukte Harrison de
hoop uit, dat de komst van den nieuwen
gezant een goede verstandhouding zal ini
het leven roepen.
Uil de gruwelkamer.
De journalist Lewis Wingfield bracht
van een zijner reizen uit Canton een
mes mee, dat de beul aldaar hem ver
kocht had. Toen hij nu eens den
engelschen beul Bevry ontmoette, ruilde
Wingfield zijn mes met een stuk touw
van Bevry.
„Bewaar dat touw goed," zei Bevry
„ik heb er twee er dertig menschen
mee opgehangen."
„Dan doet gij een goede ruil," ant
woordde Wingfield. „Met dit mes heb
ik den beml te Canton 41 menschen
zien onthoofden."
Brrr.
Sedert eenige dagen is er
op de kermis te Nemours eene mena
gerie. Drie inwoners hebben om een
weddingschap in de kooi van de drie
leeuwen een spel „manille" gespeeld,
terwijl de temmer de beesten in be
dwang hield.
Het spel duurde twintig minuten en
onderwijl dronken de drie roekeloozen
een fiesch champagne. Toen was het
hoog tijd om heen te gaan, want de
leeuwen werden ongeduldig en een hun
ner begon woedend rond te sp ingen.
Nauwelijks waren de drie spelers en
de temmer uit de kooi, of de beesten
De vicomte Gontran d'Alvimare was nu de eigenaar van deze
woning. Langen tijd geleden gaf hij daar groote feesten, waar
van de dagbladen melding maakten. Later werd het door eene
rooverbende uitgeplunderd en na dien tijd gai hij het geheel aan
het verval over.
Als men een huis onbewoond laat staan, zonder van tijd tot
tijd te laten herstellen, vervalt het zeer spoedig. Eén winter is
voldoende om het dak onherkenbaar te maken; eenige andere
voltooien die verwoesting. Nu knarste de weerhaan, die aan het
dak hing. De balustrades waren gevallen en hingen neer als
kegels, in wier midden de tandenlooze leeuwen hun bal hadden
geworpen. Aan den eenen kant van het huis was een goot los
en aan den anderen kant ontbraken weer steenen in den muur,
zoodat er een gat ontstond, waarin de wilde kamperfoelie welig
tierde. Het was in het kort een verschrikkelijk verval, eene
volkomen ruïne.
Toch was deze bouwval bewoond.
Aan den vcorkant van het huis, dat uitzicht had op Parijs,
werd eiken dag een venster geopend; eiken nacht bleet het
soms zeer laat verlicht.
Als gij in Romainville of in Pré Saint Germain naar den naam
van den bewoner hadt gevraagd, dan zou ieder u gezegd hebben,
en misschien wel met een glimlach op het gelaat:
„Wel, daar woont die goede mijnheer Jacobus."
Men zal zich wel herinneren, dat die goede mijnheer Jacobus
de leermeester en naderhand de reisgezel van den vicomte Gontran
d'Alvimare was geweest.
Toen hij wat ouder werd, was hij in den bouwval komen
woneD, om daar in eenzaamheid zijne wetenschappelijke onder
zoekingen voort te zetten.
Hij was een scheikundige, of beter gezegd, een alchimist, zooals
men slechts dn de verhalen van Hoffman aantreft.
Stel u een persoon voor met een kaal hoofd, waarop zich nog
enkele blonde haartjes bevonden, en dat bedekt wordt door een
zijden mutsje, dat tot aan den nek reikt; een groene bril, een
neus, die op den snavel van een roofvogel gelijkt, uitstekende
wangbeenderen en een mond en kin, die aan een notenkraker
doen denken, dit alles rustende op een langen hals. Voegen wij
er nu nog bij, dat Jacobus, als bizonder kenmerk, een grooten
bochel heeft.
Als herinnering aan zijne vroegere betrekking van goeverneur
en om zich als een geleerde te doen kennen, droeg Jacobus
nooit anders dan eene witte das; ik laat het aan u over u hare
witheid voor te stellen. Verder bestond zijn kostuum uit een
langen, olijfkleurigen rok met lussen, die tegelijkertijd als kamer
japon en als jas dienst deed. De panden van den rok waren met
zooveel vlekken voorzien, dat zij op eene landkaart geleken.
Eene zwarte pantalon, grijze, zijden kousen en oude. lage schoe
nen met verroeste gespen voltooiden dit kostuum.
De oude Jacobus leefde eenzaam, maar hij klaagde hier niet
over. Hij was een Duitscher en een wijsgeer, en zulke lieden
vervelen zich nooit. Zijn laboratorium en zijn pijp maakten
zijne grootste genot uit. Hij leefde evenals een God van den
Olympus altijd in de wolken en kookten zijn eigen middag
maal.
Des morgens kwam eene vrouw, de Picardische bijgenaamd,
hem levensmiddelen brengen en zijne kamer vegen. Maar dat
was ook alles, want Jacob wilde, dat men de spinnewebben zou
eerbiedigen.
Hij ontving zelden bezoek. De eenigste bezoekers waren de
vicomte Gontran, die te paard verscheen, en een zekere mijnheer
Martin, die één oog had, gewoonlijk een overjas droeg en den
weg naar den bouwval te voet aflegde; verder eenige onbeken
den met een vreemd en weinig aantrekkelijk voorkomen. Waar
schijnlijk waren deze laatsten landgenooten van mijnheer
Jacobus.
Bij de genoemde uitspanningen kan ik nog eenige wandelin
gen in het bosch en eenige partijtjes domino in de naastbijzijnde
herberg voegen. Jacobus las daar met eene bizondere voorliefde
de „Gazette des Tribunaux".
Als abonné van het leeskabinet, koos hij altijd boeken met
roovergeschiedenissen uit. Gilles de Rez, Compère Guillery, Man-
drin, Cartouche, Schinderhannes, de Chauffeurs waren zijne
helden. Misschien gaf deze eerwaardige man zich wel over aan
het maken van vergelijkingen tusschen beroemde bandieten.
Den geheelen zomer zag men hem eiken avond voor het
avondeten met een boek onder den arm, door een gat van de
muurheining kruipen, die het gebouw afsloot, en die op den
zoom van het bosch bij eene groote steengroeve een afgrond
vormde.
Wordt vervolgd.)
hoO