NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. DE WERKBAAS. 9e Jaargang. Woensdag 16 December 1891 No. 2593. A BON NEMEN TSPKIJS ADVEETEN TlEN: STADSNIEUWS. üiiiistbeschoiiwiiig- „Kisnst H) ons DbeI." Die Jahreszeiten. FEUILLET ON. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheel# Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummer»0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- ea Feestdagen. HnreanKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 12S, van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents Gros-te letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Abonnementen en Advertenties worden nangenomea door onse agenten en door alle boekhandelaren en oourantier». Directeur-Uitgever i. C. PEERED OOM. Hoofdagenten coor Kei Buitenland: Compagnie Ohérale de Fuilieitd Btran/bt L. DAUBS j- Co., JÖHH 7. JOJfIS, Snee., Berijl 81M» Itnbourg Mmimartrt. Raarlem, 15 December 1891 Benoemd tot onderwijzer aan het instituut van den heer R Prins alhier, de heer R. Volbeda van Hilversum. Aan het Haarlemsche Diaconessen- huis zijn door wijlen mejuffrouw H. Bosch twee legaten vermaakt en wel een van ƒ6000 en een van ƒ1500. De heden door diakenen der Ned. Herv. Gemeente gehouden jaarlijksche turfcollecte heeft opgebracht de som van 1085.34. Wij ontvingen het Huishoudelijk Re glement van de vereeniging „Welda digheid naar Vermogen," en stellen ons voor, daaruit een dezer dagen een en ander mede te deelen. Onlangs hebben wij bericht, dat de Vereeniging tot bescherming van dieren hier ter stede het voornemen had op gevat, om door een daartoe bekwaam spieker een voordracht te laten houden voor schoolkinderen, verband houdende met het doel der vereeniging, om ook op die wijze de jeugd opmerkzaam te maken op het verderfelijke van dieren- plagerii. Zulk een voordracht nu zal Dinsdag 22 dezer, des avonds te 6 uur, plaats hebben in de groote zaal van de socië teit „de Kroon." De welbekende kin derschrijver de heer P. Louwerse uit 'sHage, heelt zich tot het houden daar voor bereid verklaard, terwijl het gehoor zal bestaan uit leerlingen van de hoog ste klasse der lagere scholen alhier, natuurlijk voor zoover deze daar lust in hebben. Maandagavond vergaderde het de partement Haarlem van de Maats, tot Nut van 't Algemeen op de bovenzaal van 't Nutsgebouw in de Zijlstraat, om aan een viertal werklieden het diploma van de Maatschappij voor langdurigen dienst bij een zelfden patroon, uit te reiken. Het waren Hendrik Waalewijn die vijftig, Petrus van Koersel en Eduard Suyskens, die elk acht en veertig en Johann Carl Friedrich Weide, die veer tig jaar hadden gewerkt bij de firma A. van der Steur Zoon, kleedermakers alhier. De voorzitter der afdeeling, de heer P. Dyserinck, sprak de vier man nen toe. Hij achtte het een bewijs van plichtsbesef, van standvastigheid, dat zij zoolang bij den zelfden patroon hadden gewerkt, een feit te meer opvallend in onzen tijd, nu een ^werkman om <de geringste aanmerking maar dadelijk zijn dienst verlaat. De aanwezigen gaven door applaus van hunne ingenomenheid met deze woorden blijk en de vier oude getrouwen (van wie een, Weide, reeds 87 jaar telt) namen de diploma's in lijst en achter glas gezet, in ontvangst. Waalewijn dankte ook namens zijne kameraden en de heer G. A.van der Steur, voormalig chef van de firma, uitte een woord van dank aan het Bestuur voor de wijze, waarop het deze werkzame en ijverige mannen een blijk van sym pathie en waardeering schonk Men weet, dat de firma Van der Steur reeds sedert het jaar 1830 bestaat. Waar lot is gebracht aan de werklieden, daar mogen wij zeker wel een woord van hulde brengen aan de patroons, die door eene humane behandeling hunne ondergeschikten zoovele jaren aan hunne zaak wisten te verbinden. Hierna kwam aan de orde een ver zoek van het bestuur der Openb. Lees zaal om subsidie. Besloten werd op ad vies van het bestuur van het Departe ment, hierop afwijzend te beschikken, op grond van den slechten toestand der kas. Door den heer H. de Clercq Gzn. werd medegedeeld, dat in eene vergadering van het Bestuur van „We ten en Werken" besloten was, de zaal niet meer aan de Leeszaal af te staan, omdat men vele geschriften daar aan wezig, niet voor het volk geschikt achtte en de Leeszaal thans gevoeglijk in het Volksgebouw kon worden gevestigd. De heer C. van Cuyk wees er op, dat het bezoek aan de Leeszaal zeer gering is. Aan de orde was thans een verzoek van het Bestuur van de (Nuts) school voor onderwijzeressen, om 1 Hoofdbe-. tuur een subsidie var. k f6000.te vragen in hi eener nieuwe school, daar de staande, wat de leerzalen be meer in alle opzichten aan d des tijds voldoet. Door den heer Dr. E. van uer Ven werden te dien opzichte uitvoerige in lichtingen verstrekt. Deze deelde mede, dat de kweekschool thans 28 internen en 43 externe leerlingen telt en dat de toekomst voor de onderwijzeressen veel beter is, dan eenigen tijd geleden. In het laatste nummer van de Vacature toch werden niet minder dan 86 op roepingen voor onderwijzeressen ge daan. Het nieuwe gebouw zal worden ge plaatst in den tuin, naast het huis van Ds. Hoog en 16000 gulden kosten. Eenparig besloot men het Bestuur te machtigen tot het aanvragen van boven vermeld subsidie. In de concertzaal van de sociëteit „Vereeniging" had Zondagavond het aangekondigde „Buitengewoon Concert populair" plaats. Het buitengewone van dit concept was hierin gelegen, dat de directeur van ons Stedelijk Muziekkorps, de heer Kriens, een solo klarinet zou ten beste geven. En het publiek was daarmede klaarblijkelijk ingenomen, althans de groote concertzaal was stampvol. Wij hoorden het aantal der aanwezigen op 1000 k 1200 sch tten. De heer Kriens heeft zich opnieuw doen kennen als een musicus van groote verdiensten. In groote stilte werd zijne voordracht van ce fantasie op Rigoletto aangehoord en het daverend applaus dat volgde, strekt hem des te meer tot eer. omdat de klarinet als solo instrument in den regel een groot deel van het publiek niet kan behagen. Maar hier komt juist de verdienste van den artist uit tegenover den gewonen muzikant. Het houtachtige verdwijnt, de tonen schijnen die van een fluit, maar voller en dikker. Dat de techniek vlekkeloos was, behoeft geen betoog. De heer Kriens herhaalde, daartoe door de eindelooze toejuichingen ge noopt, een gedeelte zijner solo. Maandagavond gaf het teekencollege Kunst zij ons Doel" op van de „Vereer-/;" de a« kunstbeschouwing yan dezer. Tentoongesteld vmrrl.vn de aqua relles uk de portefeuille van Puichri óiutuo 's Knge. Deze was zeer be- tangui en werd door het vru talrijk opgekomen publiek zeer gewaardeerd, he. 1 'V kan. gezegd worden, .uende smaken en opinies .oiaoening konden vinden, want veler lei kunstuitingen waren vertegenwoor digd. Naast een forsche teekening van Jacob Maris, een besneeuwd landschap met molen, kernachtig geteekend tegen een vale (bijne vuile) met sneeuw be zwangerde lucht, Tholen's blonde tee kening van de straat in een visschers dorp. Tegen het licht ingezien, is alles helder en vol atmosfeer. Een blanke uitstralende lucht, het geheel mét zon nigheid overgietende, overal détails die zich in de massa als verliezen. Een smaakvolle en zorgvuldige uitvoering deed de aantrekkelijkheid van dit kunst werk zeer tot zijn recht komen. Willem Maris was vertegenwoordigd door een landschap met badend vee onder een hooge lucht vol trillend zon licht, een onderwerp reeds dikwijls door hem behandeld en steeds zoo vol be koring voor hen die het grootsche zijner composition en zijn gloedvolle kleuren scheppingen bewonderen. De karak teristiek geestig geteekende biggen die zich aan een trog te goed doen, van den zelfden artist, trokken weder zeer de aandacht. Vol levendigheid is het beweeglijke goedje weergegeven en fijn rozig vertoonen zich de blanke rugjes tusschen het sappig groen van het wei land. De strand- en riviergezichten van Weissenbruch in hun eigenaardigen geelachtigen toon, zoo dof en fijn en origineel gevoeld, maakten een deftigen indruk. Hetzelfde kan gezegd worden van het gedistingeerde stilleven van Van Rappard, de kloeke beukenstammen met herfstloof van mevr. Bilders van Bosse, en het duinlandschap van Akke- ringa. Slechts had men de lucht van het laatste wat rustiger gewenscht. Dq stemming en wemelende scheme ring van het maanlicht waren gevoelvol uitgedrukt in de aquarel van Le Comte. De eigenaardige teekening van J. de Jong te Rotterdam, werklieden aan den voet van een gedrochtelijk dierenstand- beeld rustende, met achtergrond van door de zon beschenen herfstgebladerte, doet de vraag rijzen, of dit onderwerp zulk een artistieke behandeling wel waardig was. Hoewel niet van origineele opva"5- getuigende wat cod"1^'' kleur of te-Veukg let. japa&se./i vrouwenfiguur van V/iVy M.-r- j zoo door zorgvuldige en kundige j j behandeling aT door het sajet, ren ooi v.:-.' an e' ,;gw. j j x^uchdtel en Apol, -v e..- danst vertegenwoordigd door aquarellen, die, hoewel vol verdienste toch den toets der vergelijking met hun beste werk niet kunnen doorstaan. Na de breede stijlvolle behandeling van éen Limburgsch landschap in de eigenaardige penteekening van Van Ko nijnenburg, willen wij de aquarellen van Richard Bisschop, van der Weele, Roer- meester en Melis aanstippen, en meenen dan het meest artistieke dezer kunst beschouwing genoteerd te hebben. Het spreekt wel vanzelf, dat toen Zaterdagavond Haydns Oratorium „diè Jahreszeiten" in de concertzaal van de „Vereeniging" werd gegeven, geen stoel onbezet was, zoo zelfs dat een aantal personen boven een plaatsje moesten zoeken. Dit oratorium toch is, en naar wij meenen terecht, zeer geliefd, bezit greoter populariteit bij het publiek in het algemeen dan andere toonwerken van dezen grooten componist. Baydn zelf dacht er, naar het schijnt, minder gunstig over, maar voor ons doet dat minder ter zake, al ware het alleen omdat een componist, zoomin als een schrijver, zoomin als een schilder, een zuiver oordeel kan vellen over zijn eigen werk. De uitvoering van Zaterdagavond had plaats onder de gunstigste omstandig heden en was weer een staaltje ervan, hoe in een betrekkelijk kleine stad als de onze, door liefde voor de kunst een geheel kan worden in het leven geroe pen, dat voor geene uitvoering in groo- tere gemeenten behoeft onder te doen. Een zangkoor van dien omvang als hier het geval is, solisten van die be kwaamheid, een orkest van zulk een naam, dit alles mogen grooter gemeen ten dan de onze ons benijden. En wanneer dan de directie gevoerd wordt door de bekwame hand des heeren Robert, dan mag men iets zeer schoons verwachten. Het komt ons voor, dat aan die ver wachting niet tekort is gedaan. Het koor heeft zich goed van ziir» kweten en ook d» der tpr>~-- de zijn altijd even fraai gelui ch weliswaar in d.-.n aanvang een weinig sparend, jü aan het einde .rij heeft... en dat is zeer -cl. Rogmans, de onvermoeide, met zijn duidelijk uitspreken, zijn expressie- vol zingen, ietwat minder dan vroeger in de hoogte, maar in de middentonen nog altijd bizonder mooi. Het beroemde duet voor tenor en sopraaD werd zeer toegejuicht. Dat applaus was ook voor mevrouw Haase Bosse verdiend. Hare stem is aange naam, vol en klankrijk, de voordracht zeer beschaafd en vol sentiment. Het orkest was dat van het Concert gebouw en zij, die de concerten van dit korps in de „Vereeniging" hebben bijgewoond, weten wat dat zeggen wil. Wij meenen dan ook, dat en den heer Robert en het Bestuur van „Toon kunst" een woord van dank niet mag worden onthouden voor deze zeer fraaie uitvoering, die ongetwijfeld den goeden naam van de haarlemsche afdee ling van „Toonkunst" heeft bevestigd. Door de Arr. Rechtbank alhier is bij vonnis van 15 Dec. 1891 in staat van faillissement verklaard Jacob Hars, win- 45) HOOFDSTUK XXVIII. De prinses, die niet minder diep bewogen was, riep uit: „Wat, Jacob, hebt gij uzelf zoo kunnen opofferen?" „Ja, mevrouw, en wel vijftien jaar lang," antwoordde hij met edelen trots. „Vijftien jaar lang zwierf ik rond op plaatsen, waar ik mijne Valentine zien kon. Ik beschouwde haar van verre, waakte over haar en dat was mij genoeg. Dat ik mij van daag vertoon, is, omdat zij mij noodig heeft. Ik heb mij voor haar geluk opgeofferd, ik wil nu ook, dat zij gelukkig zal zijn." Op deze woorden, die eene nieuwe beschuldiging inhielden, hief de prinses het hoofd op. Als echtgenoote had zij gezwegen; als moeder protesteerde zij tegen zijn klacht. „Beweert gij, dat ik mijne dochter niet liefheb riep zij uit. „Deze gedachte is verre van mij, en ik laat uwe liefde voor Valentine recht wedervaren. Ik weet ook, dat de prins goed voor haar is en haar liefheeft alsof zij zijn dochter ware. Wie zou haar ook niet beminnen! Maar sedert eenigen tijd zijn uwe oogen door een noodlottigen invloed verblind; dezen avond nog gaat gij haar verbinden aan een man, dien zij niet liefheeft en die harer onwaardig is." „Wat zegt gij, Jacob? Weet gij dat zeker? Geef mij een be wijs hiervan en ik zal u als een redder zegenen." „Goed," zeide hij, „ik begin te gelooven, dat wij elkander nu verstaan." Toen zeide hij, na een kort stilzwijgen, gedurende welke zij hem met de oogen ondervroeg „Wie heeft Gontran d'Alvimare aan u voorgesteld?" „Wel, de ridder Capriola." „Ik moet u zeggen, dat die man een ellendeling is. En gij had er reeds een voorgevoel van, want bij dien naam hebt gij gebloosd." „Mijnheer „Ik weet, dat gij een rechtschapen vrouw en ik geloof ook, dat gij ook een goede moeder zijt, maar zelfs de edelste zielen worden soms door magnetische kracht geboeid. Eén woord is voldoende om die betoovering te verbreken. Gij kent Fabre Bey, nietwaar Ziehier eenige inlichtingen, die hij mij omtrent Gontran en ridder Capriola heeft gegeven. Zulk een man liegt niet en vergist zich niet. Lees dit, mevrouw." De prinses nam met bevende hand den brief aan en bleef reeds na het lezen van de eerste regels als aan den grond ge nageld staan. „Had ik geen gelijk, dat ik kwam vroeg Jacob. „Verbreek deze verbintenis, zend de beide mannen weg en ik zal dadelijk verdwijnen en mij in de vergetelheid begraven. Nooit zal Valen tine weten, dat haar vader zoo dicht bij haar geweest is, zonder haar te hebben omhelsd. Nooit zal Lubanoff eenig vermoeden hebben, dat kolonel Bernard nog leeft." Eensklaps werden de gordijnen aan den anderen kant van het boudoir weggeschoven en Valentine verscheen, vergezeld door den prins, die antwoordde „Gij vergist u, kolonel Bernard, ik heb alles gehoord. Valen tine, omhels uw vader." Hij bracht haar naar de plaats, waar haar vader stond. Diens eerste beweging was om zooveel geluk te weigeren, maar toen zijne dochter hem aanraakte en hem met kussen overlaadde, zweeg alles voor zijne vaderliefde en hij drukte haar snikkende in zijne armen. De prins verwijderde zich intusschen. Voor den eersten keer, sedert vele jaren, liep hij alleen en stapte flink recht op naar de zaal, waar Gontran, ridder Capriola, twee notarissen en eenige genoodigden zich bevonden. Tegen deze laatsten sprak hij „De prinses is onwel, wij kunnen dus dezen avond niemand ontvangen." Toen de notarissen en de gasten reeds heengingen, snelden Gontran en Capriola naar den prins toe om eene nadere ver klaring van deze vreemde handelwijze te ontvangen, maar hij wees hun de deur en noodzaakte hen door zijne houding en blike het paleis te verlaten. Ondertusschen legde Jacob zijne dochter, die half in zwijm was gevallen, in de armen van haar moeder en zeide tot haas 3 „Mijn kind, blijf bij uw pleegvader. Hij heeft u opgevoed^ heeft u lief als zijn eigen kind en zou zonder u sterven; ik be sterk en heb kracht om te lijden."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1891 | | pagina 1