UIT IN SULINDE.
De Chineezen in onze Oost.
HUN KARAKTER.
II.
dnopen, als men de Chineezen over het
algemeen domme lui kan schelden, omdat
luiaards en botterikkon onder zijn."
Tot besluit van dit gedeelte myner
schets, laat ik hur eene beknopte be
schrijving volgen van den „Chinees-
Mohammedaan". Toen omstreeks do jaren
185054 de Regeering een besluit uit
vaardigde, waarbij den Chinees de toe
Het ideaal van den Chinees is, golyk
ik u reeds gezegd heb, om rijk te wor
den, maar gij zoudt u deerlijk vergissen
wanneer gij daaruit zoudt besluiten tot
zyn gierigheid. Neen, de Chinees is niet
gierig, in de eerste plaats niet voor zich
zeiven. Zoolang de Armoede in zijn
woning troont leeft hy zuinig en werkt
hy hard om rijk te worden, heeft hij
zyn ideaal bereikt, welnu dan zegt hij
zijn arbeid vaarwel. Hij laat dan zijn
nagels zeer lang groeien, ten bewijze dat
zyn vingers rusten, hij is aristocraat ge
worden. Dan koopt hy fraaie meubelen,
een fraai rijtuig bespannen met de edelste
rossen, laat zich een kostbare woning
bouwen, geeft feesten, in 't kort, de we
reld maakt met een nieuw parvenu in
de Indische wereld kennis. Maar de
uitgezogen Javaan die zyn huis voorbij
gaat denkt in zich zeiven „dat is mijn
geld, mijn arbeid, waarvan hij leeft."
En dan rijst er een klaagtoon op uit
zyn hart tot den troon van Allah
Msar de Chineesche parvenu brengt
zyn geld onder de menschon. Een
enkele maal maakt men kennis met een
edel en menschlievend hart. Daarvan
wil ik u een voorbeeld geven.
Een luitenant der Chineezen, tevens
opiumpachter, was zeer bevriend met een
Europeesch ambtenaar, die feitelyk zijn
superieur was. De chineesche vriendschap
scheen echter in aanraking gekomen te
zyn met vermomde vyandschap, althans
op een goede keer werd den hollandsehen
ambtenaar de geheime mededeeling ge
daan dat zyn amice, de opïumpachter,
eerstdaags een groote partij ruwe opium
zou binnensmokkelen. De ambtenaar,
die bij bet goevernement een bewys van
grooten dienstijver wilde afleggen, zette
zijn javaansche spionnen uit en weldra
bleek het, dat het bericht op waarheid
was gegror.d. De ambtenaar viDg ziju
chineeschen vriend in het net, maakte
van het gebeurde onmiddellijk rapport
en onze pachter mocht nog van geluk
spreken, dat hy er met een geldboete
van eenige duizenden guldens afkwam.
Maar niet lang daarna maakte de amb
tenaar zich schuldig aan een ernstig
vergrijp der landswetten, die wanneer do
Regeericg er achter kwam, zijn onver
wyld ontslag uit 's lands dienst zou ten
gevolge gehad hebben. In dezsn tyd
legde de Chinees een bezoek af bij een
Europeaan wien bij *t een eo ander ver
telde. De Hollander, waarschynlyk geen
vriendje van den ambtenaar, gaf hem
dadelyk ten antwoord::
„Weet gij het zeker?"
„ik heb er de bewijzen van an
handen
„Webu, klaag dan dien .„beroerden
hond" aan en stort hem in denzelfden
afgrond, waarin hjj u geworpen heeft!"
„Neen mijnheer," sprak de Chinees
op waardigen toon uit, „juist omdat hy
myn vyastd is, wil ik u bewijzen, dat
mijn leer beter is dan de zyne!"
Was dit geen daad van edelmoedig
heid jammer dat zulke karakters zeld
zaam zya onder de Chineezen:!
„Tal van Chineezen," zegt een bekend
schryver, „zijn eerlyk en trouw en ook,
naar onze begrippen, hoogst fatsoenlijke
menschen, maar men kan evenmin het
gros der Chineezen naar hen eerlyk
die hunne boeken der gewijde historie derwerp van zoo'n vertooning zeer on-
op nieuw hebben bewerkt, zooals Kong belangrijk is,
en Meng. Doch oone vergelijking van Hier eindig ik met mijn schets, waarde
hunne Godsvereering voor en na het lezer.
leven dezer mannen toont ons ten dui- Naar myn vermogen en bekwaamheid
delijk8te aan, dat zij op eenzelfde stand- heb ik u iets trachten te verhalen van
punt is gebleven. Het is nog steeds het den parasiet, die steeds aan het geluk der
oude geestengeloof, hier en daar gewijzigd inlandsche bevolking knaagt, da slinger-
naar de woonplaats van den dienaar, plant, die zich om den boom van wel
gang tot Java's binnenlanden werd ver- I achter welk geloof zich bij sommigen eeD vaart en vrede kronkelt. Gy hebt den
boden, omdat hij door zijn uitzuigingen flauw begrip van een hoogsten God ver- zooa des Hemels leeren kennen als een
en afpersingen, de javaansche bevolking bergt. Het aantal geesten, door de Chi- vertreder der nederlandsche wetten, als
den diep8ten afgrond der ellende oeezen vereerd, is legio, daaronder be- machtig despoot, die door zijn invloed op
stortte, sloeg hem de schrik om het lijf. grepen de beschermgoden, die tot zekere den inlander, ons veel kwaad zou kunnen
Deze verordening gaf hem toch een plaats of aan'een bepaalden persoon berokkenen. Hij haat Holland en de
grooten knak in zijn handel. „Is er geen behooren. Naast Boeddhabeelden vertoo- Javaan gaat in dien haat met hemmee;
weg om deze wet te ontduiken?" zoo Uen zich beelden van Kong of Lao, want wat zou er van ods gezag terecht komen,
denkt hij en zie, na lange overpeinzingen de Chinees is niet pvecie3 Boeddhist of indien deze vijanden tegen ons te velde
heeft hij dien weg gevonden. Verheugd vereerder van Kong; hij eert Kong, Meng trokken. De geest des opstands is in
wryft hij zich de handen en zogt„de en Foalle drie. Wanneer gy hem vraagtChina tegen den Westerling te velde ge-
ga ik bedotten, de bevolking Wat is uw godsdienst? dan zal zijn ant- trokken. Wie waarborgt ons, dat hij ook
werp ik zand io de oogen ik word weord zijn: „Ik heb er geeo, want ik niet in onze koloniën tegen om geboren
MohammedaanDe Arabier is toch ben geen priesterAls men nu aa - wordt. Of zou dit eene onmogelijkheid
ook een sluwe en geldzuchtige bedrie- neemt, dat da Chineezen in Indië ge- zyn. Myn inziens niet. In allen gevalle
gerWaarom vindt hy genade ia de woonlyk afkomstig zija uit de minst is waakzaamheid en voorzichtigheid brood
oogen van den Javaan: omdat hij uit beschaafde eu slechtste gedeelten van noodig.
Mekka komt, een tulband draagt en be- China, dan vindt men natuurlijk bij hen TJAMPAKA.
lijdt„daar is maar één God en Moham- ook de grootste neiging tot geesten- en
med is zijn Profeet". En dan redeneert doodenvereering en vertoont hun gods
hij verder naar Mekka ga ik niet, een dienst doode en geestelooze vormen. Toch
ellende der Iersche Boeren
arbeiders.
Een lid der engelsche regeering, Sir
tulband dragen wil ik niet, maar ik laat hebben zij voor dezen cultus ontzaggelijk
mijn staart afknippen, zet een hoofddoek veel over, dat getuigen de prachtige
op, trek een javaansch pak aan, ga ge- tempels, die men overal vindt, waar veel
regeld naar de Moskee om daar te bid- Chineezen bij elkaar wonen en dat getuigen
den en dan wil ik wel eens zien of ze de groote geldelijke offers, die de arme zich I John Goret, heeft zich onlangs met eigen
me kunnen pakk.n, ik ben immers qreen getroost, om zijn god te dienen. Hot oogen willen overtuigen, van den toe-
Chinees meer, maar een JavaaD, een hoort niet tot de uitzonderingen, dat een stand der arbeidende klassen, vooral van
Mohammedaan geworden." Zoo gezegd Chinees tien percent van zyn jaarlyksche de landbouwende bevolking, in Ierland,
zoo gedaan en binnen enkele dagen is de inkomsten aan den gewijden tempeldienst De heer Gorst maakt deel uit van het
Zoon van Boeddha een ijverig aanban- afstaat Wannee" een zijner bloed ver wan- ministerie (niet van het kabinet) als
ger van den profeet geworden. Dus ten komt te ove.lyden, wordt bij hierdoor „politiek secretaris" van den minister
alweer eigenbaat en geldzucht! Voor dikwijls geruïneerd. Want de dooden- voor Indië; hy heeft zich echter voor
een dubbeltje stapt hij van zyn vereering verslindt ontzaggelijke geld- namelyk doen keDnen door zijn werk-
geloof af en v or een kwartje doet oflers. De Chineeache graven te Batavia zatne belangstelling in de arbeidskwestie,
hij een valschon eed I Ja in 't openbaar, bewijzen dit. Men vindt er die 6 a 7000 en vertegenwoordigde de regeering op
maar wanneer hij weder thuis is ver- gulden kosten. het internationaal congres voor arbei
vloekt hy Mohammedjen consorten, spuwt De Chineesche tempels ziju zeer gril- dersbascheraaing te Berlyn. Bij zija reis
op den Koran en gaat ofleren aan zijn lig versierd; stelt u voor een donker ge- io Ierlan 1 bezocht Sir John Gorst een
eigen God De tweebeenige vampyr ia bouw gevuld met een menigte vergulde aantal dorpen in West-Cork, Kerry en
wat in zijn schik dat-i ze by den neus en wanstaltige poppen, die voor het oog Limerick en verzamelde gegevens van
heeft yehad de Hollandsche Regoering, verborgen staan in donkere kastjes met allerlei getuigen, arbeiders, pachters,
den Javaan en den Profeet, die stellig gordyoen; op het midden van het groote laodhearen en priesters. Kort na zyn
op zijn ziel rekent! En als hij op zyn altaar staat een b6eld met 18 armen en terugkomst werd hij geïnterviewd door
slaapmatje ligt bidt hij als oen tweede handen, waarvan er twee zijn saamge- oen vertegenwoordiger van de Pall Mali
Farizeër O groote geest, ik dank U vouwen. Voor dit altaar staan vele \Qaeette en deze deelt omtrent het on-
dat ik niet zoo ben als de Hollander en roode kaarsjes niet grooter dan dikke derhoud het volgende mede.
de Javaan die zich knollen voor citroenen stopnaalden en yzeren offerpotton, waarin „Het was geen aangename reis," zeide
laten verkoopenMet deze woorden op men fraai papier met gouden karakters Sir John. „Hot district dat ik bezocht,
de lippen sluimert hij in als Boeddhist, beschreven verbrandt terwyl vele groote was hot ergste vao geheel Ierland. Ik
Chineesche lantaarns fraai en grillig be- ging opzettelijk daarheen, omdat het mij
schilderd aan den zeider hangen. Hier niet te doen was, om een indruk te
daar ziet gij Chineesche muziek- krijgen van den ierschen boer in het al
instrumenten, waaronder vele trommen, gemeen, maar wel om te zien hoe diep
Voorts wemelt het van afbeeldingen, die de arbeider ten platten lande kan zin
draken, slangen en wangedrochten aller- ken. Wat ik gezien heb, beeft my zoo
verschrikkelijkst geschilderd voorstellen Zeer met medelijden en verontwaardi
en hier en daar ziet gy een priester die giDg vervuld, dat ik eerst na rijpe over
weging mijn meening kan uitspreken.
om den volgenden dag weder als Mo
hammedaan, als een parasiet onder den
Javaan te gaan werken
c Hun Godsdienst.
Men heeft wel eens gezegd„een
Chinees blijft altijd en overal een Cdi
ntesDat wil met andere woorden zeg
gen een Chinees blijft altyd zeer afg<
zonderd en byna nooit zal hij er toe I van een en ander byna geen verklarin;
overgaan, om de gewoonten en gebruiken kan geven,
der volken aan te nemen, waaronder hij Onder de grootste feesten, die de Chi-
verkeert. Wanneer hij dit doet, bijv. neezen vieren, bekleedeo het Nieuwjaars
den staart afknippen kunt gy er altijd ©n Doodenfeest eene eerste plaats. Hoe
van op aan, dat het geschiedt uit een gaarne ik u van een der feesten eene
financieel oogpunt. Trotsch op zijn naam beschrijving ;zou willen geven, moet ik
„Zoon van het Hemelsche Rijk" hand- wegens beperkte plaatsruimte er van af
haaft hy met groote gestrengheid en zien. Alleen zij hier vermeld, dat by den
nauwkeurigheid de gebruiken van den gang naar het kerkhof, onder leiding van
godsdienst, zooals die sinds eeuwen door den priester, in tegenwoordigheid van
hem zyn nageleefd. Het is zeer moeilijk den kapitein het chineesche hoofd
om van die gebruiken eene beschry ving tal van ceremoniën worden verricht bij
tegen, of om hun godsdienstige denk- een gedekte tafel, waarop naast allerlei
beelden in enkele stellingen saam te spijzen een afgodsbeeld, de Tapenoni
vatten, want in dit opzicht verschilt de geplaatst is. De Chineezen zijn op
meer ontwikkelde Chinees van den fraaist gekleed en onder begeleiding van
stand der landbouwers of neringdoenden, de muziek eB zangeressen worden eenige
al staan zy ten opzichte van de hand- treurzangen aanheheven. Bij alle graven
having der oude ceremoniën op éen lijn. staan heerlijke spyzeD die latsr spoedig
Wanneer men van den Chineeschen verdwijnen. Bij alle godsdienstige feesten
godsdienst spreekt is men altijd gewoon speelt de Wajong of het javaansch schim
daarbij te denken aan de groote mannen, I measpel een groo e rol, hoewel het on-
IIAAKLESOIEK HALLETJES.
Een Zaterdagavondpraatje.
CXXI.
Maar ik heb er geen bözwaar tegen,
dat gij eenige feiten mededeelt, die ik
heb opgemerkt."
De eeiste vraag van den interviewer
gold den dagelijkschen arbeidsduur en
het loon. „Het werx duurt van vijf of
zes uur in den morgen tot het donker
wordt" luidde het antwoord „dus
des zomers zeker 16 uur, met de gewone
tusschenpoozen voor de maaltydeo. Het
loon bedraagt niet meer dan een shil
ling (60 cents) per dag. Op natte dagen
wordt geen loon uitbetaald als het te
hard regent voor een man om te wer
ken, verliest hy zyn shilling. En Ierland
is een nat land."
„Waar leven de menschen dan van?"
„Zeker niet van un loon. De meeaten
van hen houden kippen. Zy eten de
eieren niet, maar verkoopen rie Vorder
houden velen het spreekwoordelijke var
ken, jong gekocht, om het later met
Aan het begin van het nieuwe jaar
is het noch ongewoon, noch ongeoorloofd
een terugblik te werpen op wat in het
afgeloopen jaar 1891 is geschied.
Menschen, menschen, wat was het
koud op dea eereten dag van dat jaar,
en op vele volgende. Als we onze brand-
stofienrekening van die dagen in handen
krygen, worden we dat heel goed gewaar.
Toch heeft die kou de energie van Haar
lems burgerij niet doen verstyven, want
er is in het afgeloopen jaar heel wat ge
beurd.
't Begon half Januari met de oprich
ting van de vereeniging tot verfraaiing
van Haarlem en omliggende gemeenten
en tot bevordering van het vreemde
lingenverkeer eene vereeniging die heel
wat goed kan doen, wanneer de inge
zetenen haar maar niet hun financieelen
steun onthouden en haar steeds op
merkzaam maken op dingen, die veran
dering of verbetering eischen en onder
haar bereik vallen.
Van geheel anderen aard is het besluit,
in dit jaar geDomen door de Broeders
van den H. Johannes de Deo. Deze
barmhartige Samaritanen brachten kapi
taal byeen tot het stichten van een nieuw
en groot gebouw voor ziekenverpleging.
Intueschen is het gebouw verrezen en
staat daar ais een bewijs van wat men-
schenliefde vermag.
Het Departement van de Maatschappy
van Ny verheid had groote plannen het
wilde een tentoonstelling van plaatselijke
nijverheid in het leven roepen. Maar
alles viel tegenèa de belangstelling èn
de kosten. Deze dubbele teleurstelling
deed hot schoone plan in rook verdwij
nen, maar uit de asch verrees een ander
en niet minder verdienstelijk plan, dat
om een tentoonstelling van ambachts
scholen te houden. Hoe dit geslaagd is,
weet men. Zeker voor een groot deel
daaraan en aan het daarby behoorende
Congres, danken een aantal ambachts
scholen in ons land de rijkssubsidie die
onlangs is toegestaan.
Over de aanneming van de faecaliën-
belasting glyd ik heen. Die zaak is noch
welluidend, want ze kost geld noch
welriekend, want... enfin, 't ligt in den
aard van de zaak. Ik moet den eersten
mensch nog vinden, die zegt, dat dat nu
eigenlyk eeBS eene goeie belasting is.
Den vader van de belasting, den wet
houder de Kanter, zonder ik natuurlijk uit.
Neen, laten we dau liever over het
Buitenhuis spreken. Dat is nog wel niet
zooals 't wezen moet, maar 't zal toch
minder slecht worden, nu een gedeelte
van de bevolking (het meest onfrissche)
voortaan in barakken by het St. Eliza
beths Gasthuis zal worden geherbergd,
Wat een moeite heeft het gekost, om het
zoover te krijgen, maar 't ia nu gebeurd,
gelukkig
De Haarlemsche kookschool werd dit
jaar in werking gesteld. Nu kan men
over een jaar weinig zeggen, maar by
de autoriteiten vond de zaak weinig suc
ces. De Maatschappij van Nijverheid,
het Nut, de Raad vonden geen van allen
termen om haar financieel te steunen.
winst te verkoopen, en sommigen houden
ook geiteu. Van de kleine sommen wel
ken zij zoo verdienen, koopen zij meel
dat, met de aardappels die zij zeiven
verbouwen, het voedsel van verreweg de
meesten uitmaakt. Vleesch is natuurlyk
onbekend, en in West Cork het prach
tigste zuivelland van de wereld, is er
letterlijk geen melk voor de boerenkin
deren. Byna alles gaat of Daar da kal
veren, of naar gegoede inwoners. Hier
daar vindt men een enkelen van
plaats tot plaats trekkende arbeider, die
misschien 12 shillings per week verdient.
Maar zoo iemand is een uitzon deriDg
de helft van deze som is voor de meer
derheid al een goed loon. W at den
ierschen boerenarbeider van den engel-
schen onderscheidt is het houd en van
kippen en varkens. De Ieren huren zelfs
een varken of een paar kippen."
„Geeft zulk een stelsel niet aanleiding
tot grove misbruiken
„Zeer zeker. In Cork^ werdeD velen
op die wijze geheel uitgemergeld. Een
man huurt bijvoorbeeld zeven koeien
tegen 7 per stuk en per jaar en land
genoeg om ze te voeden tegen een prys
van 1 per stuk en per jaar. Reeft hy
nu een goed jaar, dan g; at allt s rede-
lyk. Maar in slechte jaren neemt de
verhuurder van de koeien, die zijn 7
per stuk Diet kan krijgen, zooveel als
hy kan machtig worden, en schrijft de
rest op de rekeoiüg voor het volgend
jaar. Zoo komt de arbeider, als hij niet
bizonder gelukkig is, steeds dieper in de
schuld."
„Wilt gij mij een paar voorbeelden
geven, hoe arme lieden onder zulke om
standigheden leven
„Ik zal eenvoudig het eerste en het
l8atste huis nemen dat ik op mijn reis
bezocht. „Huis" is echter een woord dat
ik in 'c geheel niet zou mogen gebruiken
In het eerste zat een ouda vrouw, den-
kelyk tusschen de negentig en honderd
jaren oud, gebogen over een ellendig
kieio turfvuur. Met echt ierschen pathos
zeide zij dat zy op de ganscbe wereld
geen vriend had behalve God Almachtig
Een dochter was in Amerika, maar als
weduwe met een groot gezin, zoodat zij
zelve niet kon helpen. De rest vaD haar
zoons en dochters waren „aan de over
zijde," dood of verdwenen, dat wist zij
niet. Zij zelve leefde van een kleine
bedoeling van do gemeente in een akelig
vervallen krot en huurde twee kippen.
Het bleek mij, dat wat zij mij vertelde
volkomen waar was."
„En het andere bezoek
„Daar vond ik man, vrouw en zeven
kinderen met een wolfachtige uit
drukking van honger op de gezichten
allen ééa kamer bewonend. Maar een
nog meer typisch geval was dat van
Charles Daley, dien ik bij Skibbareen
zag. Hij woonde in een „buis" dat reeds
tweemaal door de gezondheidspolitie was
afgekeurd, en op zijn verzoek was hem
een andere woning aangewezen. Maar
de pachter, aan wien de door Daley
bewoonde spelonk toebehoorde, had appèl
aangeteekond en Daley was verplicht
te blijven. Die pachter vergezelde mij op
mijn bezoek. Hij was er niet veel beter
aan toe dan zyn huurder, en zooals de
dorpspastoor mij vertelde, ging hij even
als vele anderen van zijn klasse, dik
wijls hongerig naar bed. Maar hij ver
koos nu eenmaal dat Daley zou blijven
en Daley moest het doen. Het geval
stood, zooala men mij zeide, volstrekt
niet op zich zelf. Vele arbeiders zijn
letterlyk adscriptglebae (gebonden aan
dan grond) lyfeigenen in alles, behalve
in naam. Indien de pachter hen niet wil
laten gaan, dan kunnen zy ook niet gaan,
al zouden zy elders ook werk kunnen
Beter verging het der nieuw opgerichte
Ambachtsschool, die van Gemeente, Pro
vincie en Ryk flink gesteund wordt en
die, wanneer de teekenen der tijden niet
al te zeer bedriegen, een nuttige instel
ling worden zal.
Weet u nog wol, lezers, die verkie
zingskwestie Sanders-van Gilse Die
Mug en al dat andere gegons? Neen,
hé, laten we daar maar niet verder over
spreken. Veel liever herinneren we ons
het jubileum van burgemeester Iordens
en den goeden vangst van de politie, toen
ze Koole den inbreker, te pakken kreeg.
Wat de gemeenteraadsverkieziugen be
treft, sommmigen denken met genoegen,
anderen met leedwezen daaraan terug.
Ja, dat is nu eenmaal niet anders. „Ro
zen en doornen, ze wassen door elkaar.
Dat worden gekozen leden en ook on-
gekozenen gewaar."
De mannenzangvereeniging „Crescendo"
vierde haar 15 jarig bestaaD, terwyl on
geveer in denzelfden tyd de israelitische
gemeente het vijftigjarig bestaan van
bare Synagoge gedacht. De welbekende
Bacüvereeniging vierde baar 20-jarig
jubilé.
De tweede helft van het jaar begon
met een vorstelyk bezoek, zooal niet aan
Haarlem, dan toch aan den omtrek.
Duizenden onzer ingezetenen reden, fiet
sten ef wandelden naar IJmuiden om
daar den jongen man te zien die het lot
van Duit8chland in handen heeft, en in
wiens macht het is, den vrede die thans
in Europa heerscht, door een enkele pen-
nestreek in een bloedigen krijg te ver
anderen. Na hem hebben wij nog een
ander vorstelyk personage gezien, den
kroonprins van Italië, maar de indruk
van diens visite a la minute was gansch
auders. Terwyl de duitsche keizer ver
scheen op een gouden echip, met schit
terend gevolg, kwam de italiaansehe prins
als een gewoon reiziger. Maarhet
laatste bezoek heeft ook heelwat minder
geld gekost, dan het eerste.
De Maatschappy van Nyverheid ver
nieuwde zichzolve op haar Congres. Wel
hem, die inziet wanneer hij zijn gebouw
vernieuwen moet. De wormen zullen zyn
woniDg niet verteren. En nu ik toch
vau verteren spreek, kan ik juist nog
herinneren aan de Phoenix, die door het
vuur werd vernield. Voor de eerste
maal deed zy haren naam onrechtde
phoenix verrees altijd uit hare assche,
maar deze blijft, nu zij eenmaal gestor
ven is, ook dood. Voor velen is dit eene
aangename ontspanning minder.
Meer geluk had het Stedelyk Muziek
korps. Hoeveel moeite bet ook gekost
heeft, hoeveel tegenstand er ook tc over
winnen was, eindelyk zegevierde in den
Raad de meening dat een goed muziek
korps voor Haarlem niet is een ding van
weelde, een aardigheid, maar eene be
hoefte en de verhooging van subsidie
noodzakelyk, zij die dan ook een nood
zakelijk kwaad. Ja, heter ware het als
de gemeentekas geen cent voor muziek
behoefde uit te geven, maar die ideaal
toestand is nog niet aan den horizon
zichtbaar. Zoolang zal de gemeentekas
dienen by te springen.
Eene zeer populaire vereeniging hier
ter stede, de letterlievende vereeniging
J. J. Cremer, ving in dit jaar een wed
strijd voor liefhebberij tooneelgezel-
schappen aan. Wat men ook zegden
moge van dilettantisme up bet gebied
der kunst, zoolang voorstellingen als deze
zooveel belangstelling wekken, zullen ze
niet onnut en ook niet onnoodig ge-
Doemd mogen worden. Als alleen artieten
van den eersten rang hunne gaven
mochten toonen, dan zou het genieten
van elke kunst voor een middelmatige
beurs onbereikbaar wezen.
Dit jaar maakten we kennis met het
verslag van de enquête naar den toe
stand der arbeiders in Haarlem. Als
m9n dat lijvi e boek doorbladert, vindt
men wel een en ander waarover (e
zuchten, maar ook veel waarover te
juichen valt. De totaal-indruk is zeer
zeker, dat de toestand in Haarlem zoo
al niet in alle opzichten goed, toch beter
is dan in menige andere gemeente.
Wanneer daaruit maatregelen voort
vloeien, die den werkman onder gun
stiger omstandigheden brengen, dan zal
dit dikke boek zyn nuttigen plicht heb
ben gedaan.
Wanneer ik nu nog melding heb
gemaakt van het koperen feest der
Normaallessen alhier, dan rest my
alleen nog een kleine herinnering
aan den man, die vier weken lang het
onderwerp van het gesprek uitmaakte,
die door sommigen tot in de wolken
werd verheven en door anderen diep
geminachtdie in weerwil van dat
alles zyn gang ging en aan wiens ver
blijf velen nog met dankbaarheid terug
denken die wel vreemdeling was in
het land, maar toch de menschen wel
kende.
W e nu nog niet weet welken man
ik bedoel, moet er maar eens zeer ern
stig over peinzen.
FIDÉLIO.