UIT IN SULINDE. De Chineezen in onze Oost. HUN KARAKTER. II. dnopen, als men de Chineezen over het algemeen domme lui kan schelden, omdat luiaards en botterikkon onder zijn." Tot besluit van dit gedeelte myner schets, laat ik hur eene beknopte be schrijving volgen van den „Chinees- Mohammedaan". Toen omstreeks do jaren 185054 de Regeering een besluit uit vaardigde, waarbij den Chinees de toe Het ideaal van den Chinees is, golyk ik u reeds gezegd heb, om rijk te wor den, maar gij zoudt u deerlijk vergissen wanneer gij daaruit zoudt besluiten tot zyn gierigheid. Neen, de Chinees is niet gierig, in de eerste plaats niet voor zich zeiven. Zoolang de Armoede in zijn woning troont leeft hy zuinig en werkt hy hard om rijk te worden, heeft hij zyn ideaal bereikt, welnu dan zegt hij zijn arbeid vaarwel. Hij laat dan zijn nagels zeer lang groeien, ten bewijze dat zyn vingers rusten, hij is aristocraat ge worden. Dan koopt hy fraaie meubelen, een fraai rijtuig bespannen met de edelste rossen, laat zich een kostbare woning bouwen, geeft feesten, in 't kort, de we reld maakt met een nieuw parvenu in de Indische wereld kennis. Maar de uitgezogen Javaan die zyn huis voorbij gaat denkt in zich zeiven „dat is mijn geld, mijn arbeid, waarvan hij leeft." En dan rijst er een klaagtoon op uit zyn hart tot den troon van Allah Msar de Chineesche parvenu brengt zyn geld onder de menschon. Een enkele maal maakt men kennis met een edel en menschlievend hart. Daarvan wil ik u een voorbeeld geven. Een luitenant der Chineezen, tevens opiumpachter, was zeer bevriend met een Europeesch ambtenaar, die feitelyk zijn superieur was. De chineesche vriendschap scheen echter in aanraking gekomen te zyn met vermomde vyandschap, althans op een goede keer werd den hollandsehen ambtenaar de geheime mededeeling ge daan dat zyn amice, de opïumpachter, eerstdaags een groote partij ruwe opium zou binnensmokkelen. De ambtenaar, die bij bet goevernement een bewys van grooten dienstijver wilde afleggen, zette zijn javaansche spionnen uit en weldra bleek het, dat het bericht op waarheid was gegror.d. De ambtenaar viDg ziju chineeschen vriend in het net, maakte van het gebeurde onmiddellijk rapport en onze pachter mocht nog van geluk spreken, dat hy er met een geldboete van eenige duizenden guldens afkwam. Maar niet lang daarna maakte de amb tenaar zich schuldig aan een ernstig vergrijp der landswetten, die wanneer do Regeericg er achter kwam, zijn onver wyld ontslag uit 's lands dienst zou ten gevolge gehad hebben. In dezsn tyd legde de Chinees een bezoek af bij een Europeaan wien bij *t een eo ander ver telde. De Hollander, waarschynlyk geen vriendje van den ambtenaar, gaf hem dadelyk ten antwoord:: „Weet gij het zeker?" „ik heb er de bewijzen van an handen „Webu, klaag dan dien .„beroerden hond" aan en stort hem in denzelfden afgrond, waarin hjj u geworpen heeft!" „Neen mijnheer," sprak de Chinees op waardigen toon uit, „juist omdat hy myn vyastd is, wil ik u bewijzen, dat mijn leer beter is dan de zyne!" Was dit geen daad van edelmoedig heid jammer dat zulke karakters zeld zaam zya onder de Chineezen:! „Tal van Chineezen," zegt een bekend schryver, „zijn eerlyk en trouw en ook, naar onze begrippen, hoogst fatsoenlijke menschen, maar men kan evenmin het gros der Chineezen naar hen eerlyk die hunne boeken der gewijde historie derwerp van zoo'n vertooning zeer on- op nieuw hebben bewerkt, zooals Kong belangrijk is, en Meng. Doch oone vergelijking van Hier eindig ik met mijn schets, waarde hunne Godsvereering voor en na het lezer. leven dezer mannen toont ons ten dui- Naar myn vermogen en bekwaamheid delijk8te aan, dat zij op eenzelfde stand- heb ik u iets trachten te verhalen van punt is gebleven. Het is nog steeds het den parasiet, die steeds aan het geluk der oude geestengeloof, hier en daar gewijzigd inlandsche bevolking knaagt, da slinger- naar de woonplaats van den dienaar, plant, die zich om den boom van wel gang tot Java's binnenlanden werd ver- I achter welk geloof zich bij sommigen eeD vaart en vrede kronkelt. Gy hebt den boden, omdat hij door zijn uitzuigingen flauw begrip van een hoogsten God ver- zooa des Hemels leeren kennen als een en afpersingen, de javaansche bevolking bergt. Het aantal geesten, door de Chi- vertreder der nederlandsche wetten, als den diep8ten afgrond der ellende oeezen vereerd, is legio, daaronder be- machtig despoot, die door zijn invloed op stortte, sloeg hem de schrik om het lijf. grepen de beschermgoden, die tot zekere den inlander, ons veel kwaad zou kunnen Deze verordening gaf hem toch een plaats of aan'een bepaalden persoon berokkenen. Hij haat Holland en de grooten knak in zijn handel. „Is er geen behooren. Naast Boeddhabeelden vertoo- Javaan gaat in dien haat met hemmee; weg om deze wet te ontduiken?" zoo Uen zich beelden van Kong of Lao, want wat zou er van ods gezag terecht komen, denkt hij en zie, na lange overpeinzingen de Chinees is niet pvecie3 Boeddhist of indien deze vijanden tegen ons te velde heeft hij dien weg gevonden. Verheugd vereerder van Kong; hij eert Kong, Meng trokken. De geest des opstands is in wryft hij zich de handen en zogt„de en Foalle drie. Wanneer gy hem vraagtChina tegen den Westerling te velde ge- ga ik bedotten, de bevolking Wat is uw godsdienst? dan zal zijn ant- trokken. Wie waarborgt ons, dat hij ook werp ik zand io de oogen ik word weord zijn: „Ik heb er geeo, want ik niet in onze koloniën tegen om geboren MohammedaanDe Arabier is toch ben geen priesterAls men nu aa - wordt. Of zou dit eene onmogelijkheid ook een sluwe en geldzuchtige bedrie- neemt, dat da Chineezen in Indië ge- zyn. Myn inziens niet. In allen gevalle gerWaarom vindt hy genade ia de woonlyk afkomstig zija uit de minst is waakzaamheid en voorzichtigheid brood oogen van den Javaan: omdat hij uit beschaafde eu slechtste gedeelten van noodig. Mekka komt, een tulband draagt en be- China, dan vindt men natuurlijk bij hen TJAMPAKA. lijdt„daar is maar één God en Moham- ook de grootste neiging tot geesten- en med is zijn Profeet". En dan redeneert doodenvereering en vertoont hun gods hij verder naar Mekka ga ik niet, een dienst doode en geestelooze vormen. Toch ellende der Iersche Boeren arbeiders. Een lid der engelsche regeering, Sir tulband dragen wil ik niet, maar ik laat hebben zij voor dezen cultus ontzaggelijk mijn staart afknippen, zet een hoofddoek veel over, dat getuigen de prachtige op, trek een javaansch pak aan, ga ge- tempels, die men overal vindt, waar veel regeld naar de Moskee om daar te bid- Chineezen bij elkaar wonen en dat getuigen den en dan wil ik wel eens zien of ze de groote geldelijke offers, die de arme zich I John Goret, heeft zich onlangs met eigen me kunnen pakk.n, ik ben immers qreen getroost, om zijn god te dienen. Hot oogen willen overtuigen, van den toe- Chinees meer, maar een JavaaD, een hoort niet tot de uitzonderingen, dat een stand der arbeidende klassen, vooral van Mohammedaan geworden." Zoo gezegd Chinees tien percent van zyn jaarlyksche de landbouwende bevolking, in Ierland, zoo gedaan en binnen enkele dagen is de inkomsten aan den gewijden tempeldienst De heer Gorst maakt deel uit van het Zoon van Boeddha een ijverig aanban- afstaat Wannee" een zijner bloed ver wan- ministerie (niet van het kabinet) als ger van den profeet geworden. Dus ten komt te ove.lyden, wordt bij hierdoor „politiek secretaris" van den minister alweer eigenbaat en geldzucht! Voor dikwijls geruïneerd. Want de dooden- voor Indië; hy heeft zich echter voor een dubbeltje stapt hij van zyn vereering verslindt ontzaggelijke geld- namelyk doen keDnen door zijn werk- geloof af en v or een kwartje doet oflers. De Chineeache graven te Batavia zatne belangstelling in de arbeidskwestie, hij een valschon eed I Ja in 't openbaar, bewijzen dit. Men vindt er die 6 a 7000 en vertegenwoordigde de regeering op maar wanneer hij weder thuis is ver- gulden kosten. het internationaal congres voor arbei vloekt hy Mohammedjen consorten, spuwt De Chineesche tempels ziju zeer gril- dersbascheraaing te Berlyn. Bij zija reis op den Koran en gaat ofleren aan zijn lig versierd; stelt u voor een donker ge- io Ierlan 1 bezocht Sir John Gorst een eigen God De tweebeenige vampyr ia bouw gevuld met een menigte vergulde aantal dorpen in West-Cork, Kerry en wat in zijn schik dat-i ze by den neus en wanstaltige poppen, die voor het oog Limerick en verzamelde gegevens van heeft yehad de Hollandsche Regoering, verborgen staan in donkere kastjes met allerlei getuigen, arbeiders, pachters, den Javaan en den Profeet, die stellig gordyoen; op het midden van het groote laodhearen en priesters. Kort na zyn op zijn ziel rekent! En als hij op zyn altaar staat een b6eld met 18 armen en terugkomst werd hij geïnterviewd door slaapmatje ligt bidt hij als oen tweede handen, waarvan er twee zijn saamge- oen vertegenwoordiger van de Pall Mali Farizeër O groote geest, ik dank U vouwen. Voor dit altaar staan vele \Qaeette en deze deelt omtrent het on- dat ik niet zoo ben als de Hollander en roode kaarsjes niet grooter dan dikke derhoud het volgende mede. de Javaan die zich knollen voor citroenen stopnaalden en yzeren offerpotton, waarin „Het was geen aangename reis," zeide laten verkoopenMet deze woorden op men fraai papier met gouden karakters Sir John. „Hot district dat ik bezocht, de lippen sluimert hij in als Boeddhist, beschreven verbrandt terwyl vele groote was hot ergste vao geheel Ierland. Ik Chineesche lantaarns fraai en grillig be- ging opzettelijk daarheen, omdat het mij schilderd aan den zeider hangen. Hier niet te doen was, om een indruk te daar ziet gij Chineesche muziek- krijgen van den ierschen boer in het al instrumenten, waaronder vele trommen, gemeen, maar wel om te zien hoe diep Voorts wemelt het van afbeeldingen, die de arbeider ten platten lande kan zin draken, slangen en wangedrochten aller- ken. Wat ik gezien heb, beeft my zoo verschrikkelijkst geschilderd voorstellen Zeer met medelijden en verontwaardi en hier en daar ziet gy een priester die giDg vervuld, dat ik eerst na rijpe over weging mijn meening kan uitspreken. om den volgenden dag weder als Mo hammedaan, als een parasiet onder den Javaan te gaan werken c Hun Godsdienst. Men heeft wel eens gezegd„een Chinees blijft altijd en overal een Cdi ntesDat wil met andere woorden zeg gen een Chinees blijft altyd zeer afg< zonderd en byna nooit zal hij er toe I van een en ander byna geen verklarin; overgaan, om de gewoonten en gebruiken kan geven, der volken aan te nemen, waaronder hij Onder de grootste feesten, die de Chi- verkeert. Wanneer hij dit doet, bijv. neezen vieren, bekleedeo het Nieuwjaars den staart afknippen kunt gy er altijd ©n Doodenfeest eene eerste plaats. Hoe van op aan, dat het geschiedt uit een gaarne ik u van een der feesten eene financieel oogpunt. Trotsch op zijn naam beschrijving ;zou willen geven, moet ik „Zoon van het Hemelsche Rijk" hand- wegens beperkte plaatsruimte er van af haaft hy met groote gestrengheid en zien. Alleen zij hier vermeld, dat by den nauwkeurigheid de gebruiken van den gang naar het kerkhof, onder leiding van godsdienst, zooals die sinds eeuwen door den priester, in tegenwoordigheid van hem zyn nageleefd. Het is zeer moeilijk den kapitein het chineesche hoofd om van die gebruiken eene beschry ving tal van ceremoniën worden verricht bij tegen, of om hun godsdienstige denk- een gedekte tafel, waarop naast allerlei beelden in enkele stellingen saam te spijzen een afgodsbeeld, de Tapenoni vatten, want in dit opzicht verschilt de geplaatst is. De Chineezen zijn op meer ontwikkelde Chinees van den fraaist gekleed en onder begeleiding van stand der landbouwers of neringdoenden, de muziek eB zangeressen worden eenige al staan zy ten opzichte van de hand- treurzangen aanheheven. Bij alle graven having der oude ceremoniën op éen lijn. staan heerlijke spyzeD die latsr spoedig Wanneer men van den Chineeschen verdwijnen. Bij alle godsdienstige feesten godsdienst spreekt is men altijd gewoon speelt de Wajong of het javaansch schim daarbij te denken aan de groote mannen, I measpel een groo e rol, hoewel het on- IIAAKLESOIEK HALLETJES. Een Zaterdagavondpraatje. CXXI. Maar ik heb er geen bözwaar tegen, dat gij eenige feiten mededeelt, die ik heb opgemerkt." De eeiste vraag van den interviewer gold den dagelijkschen arbeidsduur en het loon. „Het werx duurt van vijf of zes uur in den morgen tot het donker wordt" luidde het antwoord „dus des zomers zeker 16 uur, met de gewone tusschenpoozen voor de maaltydeo. Het loon bedraagt niet meer dan een shil ling (60 cents) per dag. Op natte dagen wordt geen loon uitbetaald als het te hard regent voor een man om te wer ken, verliest hy zyn shilling. En Ierland is een nat land." „Waar leven de menschen dan van?" „Zeker niet van un loon. De meeaten van hen houden kippen. Zy eten de eieren niet, maar verkoopen rie Vorder houden velen het spreekwoordelijke var ken, jong gekocht, om het later met Aan het begin van het nieuwe jaar is het noch ongewoon, noch ongeoorloofd een terugblik te werpen op wat in het afgeloopen jaar 1891 is geschied. Menschen, menschen, wat was het koud op dea eereten dag van dat jaar, en op vele volgende. Als we onze brand- stofienrekening van die dagen in handen krygen, worden we dat heel goed gewaar. Toch heeft die kou de energie van Haar lems burgerij niet doen verstyven, want er is in het afgeloopen jaar heel wat ge beurd. 't Begon half Januari met de oprich ting van de vereeniging tot verfraaiing van Haarlem en omliggende gemeenten en tot bevordering van het vreemde lingenverkeer eene vereeniging die heel wat goed kan doen, wanneer de inge zetenen haar maar niet hun financieelen steun onthouden en haar steeds op merkzaam maken op dingen, die veran dering of verbetering eischen en onder haar bereik vallen. Van geheel anderen aard is het besluit, in dit jaar geDomen door de Broeders van den H. Johannes de Deo. Deze barmhartige Samaritanen brachten kapi taal byeen tot het stichten van een nieuw en groot gebouw voor ziekenverpleging. Intueschen is het gebouw verrezen en staat daar ais een bewijs van wat men- schenliefde vermag. Het Departement van de Maatschappy van Ny verheid had groote plannen het wilde een tentoonstelling van plaatselijke nijverheid in het leven roepen. Maar alles viel tegenèa de belangstelling èn de kosten. Deze dubbele teleurstelling deed hot schoone plan in rook verdwij nen, maar uit de asch verrees een ander en niet minder verdienstelijk plan, dat om een tentoonstelling van ambachts scholen te houden. Hoe dit geslaagd is, weet men. Zeker voor een groot deel daaraan en aan het daarby behoorende Congres, danken een aantal ambachts scholen in ons land de rijkssubsidie die onlangs is toegestaan. Over de aanneming van de faecaliën- belasting glyd ik heen. Die zaak is noch welluidend, want ze kost geld noch welriekend, want... enfin, 't ligt in den aard van de zaak. Ik moet den eersten mensch nog vinden, die zegt, dat dat nu eigenlyk eeBS eene goeie belasting is. Den vader van de belasting, den wet houder de Kanter, zonder ik natuurlijk uit. Neen, laten we dau liever over het Buitenhuis spreken. Dat is nog wel niet zooals 't wezen moet, maar 't zal toch minder slecht worden, nu een gedeelte van de bevolking (het meest onfrissche) voortaan in barakken by het St. Eliza beths Gasthuis zal worden geherbergd, Wat een moeite heeft het gekost, om het zoover te krijgen, maar 't ia nu gebeurd, gelukkig De Haarlemsche kookschool werd dit jaar in werking gesteld. Nu kan men over een jaar weinig zeggen, maar by de autoriteiten vond de zaak weinig suc ces. De Maatschappij van Nijverheid, het Nut, de Raad vonden geen van allen termen om haar financieel te steunen. winst te verkoopen, en sommigen houden ook geiteu. Van de kleine sommen wel ken zij zoo verdienen, koopen zij meel dat, met de aardappels die zij zeiven verbouwen, het voedsel van verreweg de meesten uitmaakt. Vleesch is natuurlyk onbekend, en in West Cork het prach tigste zuivelland van de wereld, is er letterlijk geen melk voor de boerenkin deren. Byna alles gaat of Daar da kal veren, of naar gegoede inwoners. Hier daar vindt men een enkelen van plaats tot plaats trekkende arbeider, die misschien 12 shillings per week verdient. Maar zoo iemand is een uitzon deriDg de helft van deze som is voor de meer derheid al een goed loon. W at den ierschen boerenarbeider van den engel- schen onderscheidt is het houd en van kippen en varkens. De Ieren huren zelfs een varken of een paar kippen." „Geeft zulk een stelsel niet aanleiding tot grove misbruiken „Zeer zeker. In Cork^ werdeD velen op die wijze geheel uitgemergeld. Een man huurt bijvoorbeeld zeven koeien tegen 7 per stuk en per jaar en land genoeg om ze te voeden tegen een prys van 1 per stuk en per jaar. Reeft hy nu een goed jaar, dan g; at allt s rede- lyk. Maar in slechte jaren neemt de verhuurder van de koeien, die zijn 7 per stuk Diet kan krijgen, zooveel als hy kan machtig worden, en schrijft de rest op de rekeoiüg voor het volgend jaar. Zoo komt de arbeider, als hij niet bizonder gelukkig is, steeds dieper in de schuld." „Wilt gij mij een paar voorbeelden geven, hoe arme lieden onder zulke om standigheden leven „Ik zal eenvoudig het eerste en het l8atste huis nemen dat ik op mijn reis bezocht. „Huis" is echter een woord dat ik in 'c geheel niet zou mogen gebruiken In het eerste zat een ouda vrouw, den- kelyk tusschen de negentig en honderd jaren oud, gebogen over een ellendig kieio turfvuur. Met echt ierschen pathos zeide zij dat zy op de ganscbe wereld geen vriend had behalve God Almachtig Een dochter was in Amerika, maar als weduwe met een groot gezin, zoodat zij zelve niet kon helpen. De rest vaD haar zoons en dochters waren „aan de over zijde," dood of verdwenen, dat wist zij niet. Zij zelve leefde van een kleine bedoeling van do gemeente in een akelig vervallen krot en huurde twee kippen. Het bleek mij, dat wat zij mij vertelde volkomen waar was." „En het andere bezoek „Daar vond ik man, vrouw en zeven kinderen met een wolfachtige uit drukking van honger op de gezichten allen ééa kamer bewonend. Maar een nog meer typisch geval was dat van Charles Daley, dien ik bij Skibbareen zag. Hij woonde in een „buis" dat reeds tweemaal door de gezondheidspolitie was afgekeurd, en op zijn verzoek was hem een andere woning aangewezen. Maar de pachter, aan wien de door Daley bewoonde spelonk toebehoorde, had appèl aangeteekond en Daley was verplicht te blijven. Die pachter vergezelde mij op mijn bezoek. Hij was er niet veel beter aan toe dan zyn huurder, en zooals de dorpspastoor mij vertelde, ging hij even als vele anderen van zijn klasse, dik wijls hongerig naar bed. Maar hij ver koos nu eenmaal dat Daley zou blijven en Daley moest het doen. Het geval stood, zooala men mij zeide, volstrekt niet op zich zelf. Vele arbeiders zijn letterlyk adscriptglebae (gebonden aan dan grond) lyfeigenen in alles, behalve in naam. Indien de pachter hen niet wil laten gaan, dan kunnen zy ook niet gaan, al zouden zy elders ook werk kunnen Beter verging het der nieuw opgerichte Ambachtsschool, die van Gemeente, Pro vincie en Ryk flink gesteund wordt en die, wanneer de teekenen der tijden niet al te zeer bedriegen, een nuttige instel ling worden zal. Weet u nog wol, lezers, die verkie zingskwestie Sanders-van Gilse Die Mug en al dat andere gegons? Neen, hé, laten we daar maar niet verder over spreken. Veel liever herinneren we ons het jubileum van burgemeester Iordens en den goeden vangst van de politie, toen ze Koole den inbreker, te pakken kreeg. Wat de gemeenteraadsverkieziugen be treft, sommmigen denken met genoegen, anderen met leedwezen daaraan terug. Ja, dat is nu eenmaal niet anders. „Ro zen en doornen, ze wassen door elkaar. Dat worden gekozen leden en ook on- gekozenen gewaar." De mannenzangvereeniging „Crescendo" vierde haar 15 jarig bestaaD, terwyl on geveer in denzelfden tyd de israelitische gemeente het vijftigjarig bestaan van bare Synagoge gedacht. De welbekende Bacüvereeniging vierde baar 20-jarig jubilé. De tweede helft van het jaar begon met een vorstelyk bezoek, zooal niet aan Haarlem, dan toch aan den omtrek. Duizenden onzer ingezetenen reden, fiet sten ef wandelden naar IJmuiden om daar den jongen man te zien die het lot van Duit8chland in handen heeft, en in wiens macht het is, den vrede die thans in Europa heerscht, door een enkele pen- nestreek in een bloedigen krijg te ver anderen. Na hem hebben wij nog een ander vorstelyk personage gezien, den kroonprins van Italië, maar de indruk van diens visite a la minute was gansch auders. Terwyl de duitsche keizer ver scheen op een gouden echip, met schit terend gevolg, kwam de italiaansehe prins als een gewoon reiziger. Maarhet laatste bezoek heeft ook heelwat minder geld gekost, dan het eerste. De Maatschappy van Nyverheid ver nieuwde zichzolve op haar Congres. Wel hem, die inziet wanneer hij zijn gebouw vernieuwen moet. De wormen zullen zyn woniDg niet verteren. En nu ik toch vau verteren spreek, kan ik juist nog herinneren aan de Phoenix, die door het vuur werd vernield. Voor de eerste maal deed zy haren naam onrechtde phoenix verrees altijd uit hare assche, maar deze blijft, nu zij eenmaal gestor ven is, ook dood. Voor velen is dit eene aangename ontspanning minder. Meer geluk had het Stedelyk Muziek korps. Hoeveel moeite bet ook gekost heeft, hoeveel tegenstand er ook tc over winnen was, eindelyk zegevierde in den Raad de meening dat een goed muziek korps voor Haarlem niet is een ding van weelde, een aardigheid, maar eene be hoefte en de verhooging van subsidie noodzakelyk, zij die dan ook een nood zakelijk kwaad. Ja, heter ware het als de gemeentekas geen cent voor muziek behoefde uit te geven, maar die ideaal toestand is nog niet aan den horizon zichtbaar. Zoolang zal de gemeentekas dienen by te springen. Eene zeer populaire vereeniging hier ter stede, de letterlievende vereeniging J. J. Cremer, ving in dit jaar een wed strijd voor liefhebberij tooneelgezel- schappen aan. Wat men ook zegden moge van dilettantisme up bet gebied der kunst, zoolang voorstellingen als deze zooveel belangstelling wekken, zullen ze niet onnut en ook niet onnoodig ge- Doemd mogen worden. Als alleen artieten van den eersten rang hunne gaven mochten toonen, dan zou het genieten van elke kunst voor een middelmatige beurs onbereikbaar wezen. Dit jaar maakten we kennis met het verslag van de enquête naar den toe stand der arbeiders in Haarlem. Als m9n dat lijvi e boek doorbladert, vindt men wel een en ander waarover (e zuchten, maar ook veel waarover te juichen valt. De totaal-indruk is zeer zeker, dat de toestand in Haarlem zoo al niet in alle opzichten goed, toch beter is dan in menige andere gemeente. Wanneer daaruit maatregelen voort vloeien, die den werkman onder gun stiger omstandigheden brengen, dan zal dit dikke boek zyn nuttigen plicht heb ben gedaan. Wanneer ik nu nog melding heb gemaakt van het koperen feest der Normaallessen alhier, dan rest my alleen nog een kleine herinnering aan den man, die vier weken lang het onderwerp van het gesprek uitmaakte, die door sommigen tot in de wolken werd verheven en door anderen diep geminachtdie in weerwil van dat alles zyn gang ging en aan wiens ver blijf velen nog met dankbaarheid terug denken die wel vreemdeling was in het land, maar toch de menschen wel kende. W e nu nog niet weet welken man ik bedoel, moet er maar eens zeer ern stig over peinzen. FIDÉLIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 6