Kleins AflyertentiBu
NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Donderdag 7 Januari 1892
No. -2609
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
Kleine Advertentiën,
ELAADJE,
Vijf en Twiiitiff Cents a Contant,
Kleine Advertentiën
onovertrefbaar pote uniciteit.
GRATIS
STADSNIEUWS.
De diefstal op de Begraafplaats.
Over Zenuwachtigheid.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Een Wolf in Schaapsvacht.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dit blad rai'srehtjnt dagelijks, behalve op Zon- en Feeatdages.
Bureau Kleine Hontatraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122,
isijlsP
Directeur-Uitgever J. O. FEEBEBOOM.
fan 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10Cents.
Groete letters naar plaatsruimte*
Bij Abonnement aanxienlijk rabat;
Abonnementen es Advertenties; worden aangenomen door
onso agenten «n door alle boekhandelaren en ooorontiera.
Hoofdagenten nooe het Buitenland: Comvagnie Générale de fnhlidtd Mranyire ft. L. heét B 9 A Co.., JGHhe I JÓB Sur,-
Ondergeteekende herinnert er aan, dat
de nieuwe rubriek
voor de eerste maal zal voorkomen in
het eerstkomend Zaterdagnummer en dat
diezelfde Rubriek zal worden opgeno
men in het nieuwe blaadje, behoorende
bij HAARLEM'S DAGBLAD en ge
titeld
JV
dat gratis onder niet-Geabonneerden zal
worden verspreid.
Deze kleine Advertentiënwaartoe
gerekend worden Aanvragen en Aan
biedingen van Dienstpersoneel, aanbie
dingen en aanvragen van huizen, ter
reinen, honden, meubelen, enz., enz.,
enz., kosten slechts
voor hoogstens vijf regels. Elke regel
meer vijf Cents.
Voor dezen bizonder lagen prijs wor
den dus de
geplaatst in twee bladen, in „HAAR
LEM'S DAGBLAD" en in „HET
BLAADJE" en genieten derhalve een
Bovendien wordt in „HET BLAAM JE"
geregeld opgenomen een
Adlreslij st,
waaronder de namen en adressen van
alle Winkeliers en Neringdoenden, die
de verloopen week in „HAARLEM'S
DAGBLAD" advertentiën hebben ge
plaatst, met een beknopte opgave van
het door hen geadverteerde artikel.
MF" Kleine advertentiëntusschen
Maandag en Donderdag in „HAAR
LEM'S DAGBLAD" geplaatst, worden
in de rubriek Kleine Advertentiën op
genomen, mits men niet vóór Vrijdag
middag twaalf uur tegenbericht heeft
ingezonden.
Tot Vrijdagmorgen 12 uur worden
adveitentiën voor „HET BLAADJE"
aangenomen.
De Directeur- Uitgever,
J. C. PEEREBOOM.
Haarlem, 6 Januari 1892.
Ingevolge beschikking van den gene-
raal-majoor, inspecteur der infanterie,
is de iste luitenant A. Oveistrijd, van
het iste regiment infanterie, op zijn
verzoek overgeplaats bij het 4* reg. inf.
Genoemde luit. is ingedeeld bij de i^te
comp. 3e bat. van het reg. te Haarlem.
Bij het 2e reg. huzaren wordt de ie
luit. jhr. J. L. Mock met 1 Febr, a. s.
verplaatst van Haarlem naar Venloo,
terwijl de 2e luit J J. Verkuijl Quak-
kelaar op dien datum wordt overgeplaatst
van het ie escadron te Venloo bij het
4e escadron te 's-Bosch.
In den ouderdom van 85 jaar is al
hier overleden de heer L. Velu, ge
rechtigd tot het dragen van het metalen
kruis en van de St. Helena medaille.
Wij lezen, dat de vereeniging „Nieuw-
land" te 's-Hage, die op 12 Januari a.
s. alhier zal deelnemen aan den tooneel-
wedstrijd, door de vereeniging Cremer
uitgeschreven, met het tooneelspel „Zijn
meisje komt uit", in de plaats daarvan
zal opvoeren, het drama „Eerloos", van
W. G. van Nouhuys.
Aanstaanden Zondag geeft het Nederl.
Tooneel in onzen schouwburg het be
kende blijspel „Toupinel Zaliger".
Maandag e. k. voert het operetten-
gezelschap onder directie van Julius
Laska, Lecocq's operette „der kleine
Herzog" optegen verlaagde prij
zen, Donderdag daaropvolgende zal de
Nederlandsche Opera hier ter stede
eene voorstelling geven. Van welke
opera is nog niet bekend.
Wij ontvingen van den heer J. H.
Warnier, drukker alhier, een zeer fraai
uitgevoerden wandkalender voor het
jaar 1892.
De opbrengst der Noord-Zuid Holl.
Stoomtramweg- MpijHaarlemLeiden
bedroeg in Dec. 1891 7718 i8£
1890 7337-45*
sedert 1 Januari 1891 101055.87
tegen 100047.40V2 over hetzelfde tijd
vak van 1890.
Voor twee weken berichtten wij, dat
de ambtenaar van het Openbaar Mi
nisterie bij het Gerechtshof te Amster
dam, een jaar gevangenisstraf had ge-
eischt tegen Hendrik de Boer, alhier,
die van den diefstal op de begraafplaats
op den Schoterweg was beschuldigd, j
Laat ons er aan herinneren, dat de
Boer door de Arrondissements Recht
bank alhier werd vrijgesproken en dat
de officier van justitie van dat vonnis
appèl aanteekende. Vandaar dat de
zaak door het Gerechtshof te Amster
dam opnieuw werd behandeld.
Hedenmorgen nu heeft het Gerechts
hof te Amsterdam uitspraak gedaan en
evenals de Rechtbank de Boer vrijge
sproken. Het Hof veieenigde zich ge
heel met het vonnis der haarlemsche
Rechtbank, en motiveerde nogmaals
breedvoerig waarom het bij de bus ge
vonden telegram-adres, het gevonden
sleuteltje, de bebloede hamer en nijp
tang volstrekt geen bewijs zijn voorde
schuld van den bk klaagde.
Wij herinneren er aan, dat Mr. L.
W. van Gigch zoowel voor de Recht
bank, als voor het Hof des beklaagden
welsprekende raadsman was.
De heer J. T. Noordijk, arts, officier
van gezondheid alhier, hield Dinsdag
avond in een der zalen van „Felix
Favore" een voordracht over „Zenuw
achtigheid", op uitnoodiging van „Volks
belang". De heer Noordijk verving Dr.
Heringa, die over Jupiter zou spreken,
maar door influenza daarin was verhin
derd.
Op inderdaad boeiende manier, nu
en dan ook andere dingen aanroerende,
betoogde spreker, dat een groot ge
deelte van de menschheid lijdt aan wils-
zwakte. Al die kwalen, die collectief
de zenuwen heeten en die, wanneer ze
pijn in een of ander deel van het lichaam
zijn, ook wel rhumatiek worden ge
noemd, komen voort uit zwakheid van
wil.
Onze maatschappij heeft nog geen
tijd gevonden om zich te schikken in
de door stoom, electriciteit enz. veran
derde levens-omstandigheden. Vele me
dici zagen de verschijnselen voor de
oorzaken aan en trachtten, door het
lichaam sterk te maken, al die kleinere
en grootere kwalen te overwinnen. Maar
men kon bleekneuzige meisjes en zenuw
achtige heeitjes niet genezen door melk
en biefstukde kwaal zat elders, zij
waren wilszwak.
Kon ik, zegt spreker, al die men-
schen die lijden aan hoofdpijn, toevallen,
slechte spijsvertering, rhumatiek, en wat
dies meer zij, eens een veertien dagen
achter elkaar eens per dag te water
gooien, dan zouden ze wel van hun
kwaal geoezen zijn. Het is belachelijk
om te zien, hoe duizenden menschen
wien niets mankeert, hun leven lang
loopen naar ten dokter, van den dokter
Daar kwakzalvers, naar waarzegsters, om 1
genezing te zoeken voor kwalen, die zij
zeiven hebben opgeroepen Hunne ka- j
rakterszwakte, die hun belet die kwalen
van zich af te schudden, wordt natuur
lijk allengs grooter.
Zeker is het, dat het leven van deze
menschen eene aaneenschakeling is van
rampen, zij het dan ook denkbeeldige
rampen. Men moet niet altijd ruw legen
hen optreden, omdat dit de zaak wel
eens niet beter maken kon.
In het huisgezin noemt men vaak
uit zelfzucht lichaamskwaal, wat niet
anders is dan zielsziekte. Het verwen
nen van kleine kinderen door onver
standige moeders, die bij allerlei ziels
gebreken van het kind den dokter
halen, inplaats van die zelf tegen te
gaan, komt veelvuldig voor. Een man
moet zijn zenuwachtige vrouw, een
vrouw haar zenuwachtigen min helpen
om den wil te versterken en de kwaal
te verjagen. Een liefderijk voorbeeld,
flinke volharding vermogen daarbij veel.
Spreker roerde ook nog even de in
fluenza aan. Hij had velen uitgelachen,
die voor eene lorrige ziekte als influenza
veertien dagen onder de dekens krui
pen. Veel beter is het, zijn gewonen
arbeid te blijven doen.
In het debat dat volgde, werd den
spreker gevraagd of hij dan ook influ
enza als eene zielziekte beschouwde.
Hierop antwoordde de heer Noordijk
ontkennend, maar gaf als zijne meening
te kennen, dat men toch de ziekte niet
kan ontloopen, of men thuis onder de
wol kruipt of zijne gewone werk blijft
doen en dus ook buiten moet loopen.
En daar dit nu toch zoo is, acht spre
ker het rationeeler om dan maar te
doen, wat men altijd doet, en zich niet
bang te maken.
Nu ja, zich bang maken is natuurlijk
in ieder geval verkeerd, maar er zullen
velen zijD, die (ook wel op raad van
hun medicus) als ze influenza krijgen
liever onder de dekens kruipen.
In Maart zal de heer Noordijk over
dit onderwerp nogmaals voor Volksbe
lang spreken.
Letteren en Kunst*
Naar men verneemt, is de heer Bick-
1 nese, kapelmeester van het Tivoli-
Schouwburg te Rotterdam, voor het a.
's. seizoen geëngageerd aan het nieuw
op te richten Hollandsch Operette
gezelschap te Amsterdam.
Onze landgenoot, de violist Wolf,
die te Londen woont, gaf dezer dagen
een concert ten huize van graaf Solms,
den duitschen gezant te Rome. Een
menigte aanzienlijke personen waren
tegenwoordig. Met groote geestdrift werd
zijn spel begroet.
Op bizonder verlangen van koningin
Margherita heeft de heer Wolf zijn ver-
tiek uitgesteld, ten einde eene uitvoering
te geven op het paleis.
In de laatste raadsvergadering te
Haarlemmermeer is besloten, Hoofddorp
en Nieuw-Vennep gedurende de win
teravonden te verlichten en wel Hoofd
dorp met 16 en Nieuw-Vennep met 14
lantaarns. De verlichting op heden be-1
staat in beide dorpen, uit 2 lantaarns
aan de bruggen. i
Tevens werd besloten op het ge
meente terrein te Hoofddorp te doen'
bouwen een gebouw dienende tot be
waarplaats voor ijs. Door de afdeeling!
„het Roode Kruis" was hiervoor ƒ300
beschikbaar gesteld.
De Ministervan Oorlog
heeft aan dé Tweede Kamer bericht,
dat bij het door hem ingestelde onder
zoek, ten aanzien van hetgeen door
den heer mr. W. H. De Beaufort
(Amsterdam) in de zittiüg van 17 Dec.
jl. met betrekking tot de Koninklijke
Militaire Academie werd medegedeeld,
hem is gebleken, dat die mededeeling
op ODjuiste gegevens berustte.
De daarbij bedoelde cadet Damelijk
is geen oogenblik uit de provoost ont
slagen geweest; ook niet toen een an
der cadet zich als de dader van het
feit, waarvoor de eerste werd gestraft,
had opgegeven, en heeft zich dus on
mogelijk gedurende zijn straftijd in de
stad kunnen vertooDan.
Die cadet ia zelfs tot den 6n Dec.
den datum waarop hij uit de sterkte
werd gevoerd, niet in de stad geweest.
De officier, door wien het feit, waar
voor de cadet werd gestraft, was ge
rapporteerd, is voorts volkomen met
den stand van zaken bekend geweest.
Te Tiel is op 84- jarigen
leeftijd overleden de heer Schonck, oud
resident in Nederlandsch-Indië.
Bij de Maatschappijtotex-
ploitatie van staatsspoorwegen is met
ingang van 1 Januari 1892 een nieuw
reglement voor een premiesteJsei ten
behoeve van het stationspersoneel inge
voerd, ter vervanging van vroegere
bepalingen.
Aan het geheele, bovengemelde per
soneel wordt eene premie toegekend,
(volgens zekere bepalingen in genoemd
reglement nader vastgesteld) evenredig
aan den omvang van het reizigers- en
goederen-verkeer op station of halte
De maandelijks voor ieder station o
halte berekende premie wordt verdeeld
13)
HOOFDSTUK X.
„Ja, dat weet ik. Ik wilde u niet beleedigen maar Kom
als wij den trein nog willen halen, zullen wij moeten voortma
ken," viel Elliston hem in de rede.
Dyke erkende de waarheid van deze laatste woorden en
maakte dadelijk toebereidselen voor zijn vertrek. Korten tijd
daarna waren de beide mannen in den trein, die zich in noor
delijke richting voortspoedde. De detectjve deelde den conduc
teur het lot van zijn aanvaller, Sam Swart, mede, maar vertelde
niet, dat de man deel uitmaakte van «Je bende roovers, wier
laatste daad het geheele land met zooveel schrik en, droefheid
had vervuld.
Toen de trein bij Black-Hollow, het station waar men eenige
dagen tevoren den moord had ontdekt, ophield, stond Dyke
Darrel op om te vertrekken.
„Wanneer zal ik u weerzien, Dyke vroeg mijnheer Elliston.:
„Dat weet ik niet zeker. De volgende week kom ik waar
schijnlijk wel in Woodbury."
„Zal ik je dan zien?"
„Ja, stellig."
De detective stapte uit den trein en stond geheel alleen op het
perron van het kleine station.
Er waren daar slechts weinig huizen, zoodat de trein daar
natuurlijk niet dikwijls stilhield. Dit was nu de plaats waar men
de verschrikkelijke misdaad had ontdekt. Hoogstwaarschijnlijk
hadden de misdadigers niet ver van hier den trein verlaten door
er af te springen, toen hij het station binnenstoomde, en zijn
vaart verminderde.
Geen mensch was er buiten te zien.
Dyke Darrel trad de wachtkamer binnen en zag daar een man,
die den wegsnellenden trein stond na te staren.
„Hier is geen enkel logement, mijnheer," antwoordde de man
op de vraag van den detective.
„Dan zal ik iemand moeten vinden, die rpij een tijd lang bij
zich in huis wil nemen," antwoordde Dyke. „Ik ben namelijk
van plan hier eèn winkel van geweren enz. te openen."
„Nu, geweren zouden hier wel veel koopers vinden, denk ik,"
zeide mijnheer Bragg. „Misschien weet ik.wel eene gelegenheid
voor u om vooreerst een winkel in te houden."
,,Als gij mij aan een gebouwtje kunt heipen, zal. ik u goed
betalen."
„Ik ben geen schooier," antwoordde de man. „Ziet gij dat
bruine huisje daarginds aan den zoom van dat boschje
„Ja."
„Daar woon ik. Ik kan u nu niet. vergezellen, maar zegmaar
j aan mijne vrouw, dat ik u gezonden heb en dan zult gij harte
lijk ontvangen worden."
Dyke Darrel slenterde nu voorbij verscheidene armoedige wo
ningen tot hij aan het huis van mijnheer Bragg kwam. Het
was inderdaad het aanzienlijkste gebouw van de buurt, die
overigens niet door nette huizen uitblonk, en welks geheele uit
zicht den indruk maakte, dat Block-Hallow een halven eeuw ten
achteren was.
Juffrouw Bragg was een schuw, onbevallig vrouwspersoon, dat
niet zeer mededeêlzaam van aard was.
Darrel besteedde het overige van den dag door in de omstre
ken op verkenning uit te gaan, hij volgde een pad, dat naar een
dicht bosch leidde, waar hij weldra door duisternis werd omhuld.
Eene plechtige stilte heerschte daar onder het geboomte en een
akelig gevoel van eenzaamheid bekroop den detective.
Wat eene uitgelezen plaats om gestolen goed fe verbergen ot
zich voor de justitie schuil te houden, dacht onze vriend bij
zich zeiven.
Het was bijna geheel donker, toen de geheime politieagent
den terugweg naar het huisje van mijnheer Bragg wilde aanne
men. Het smalle pad was onduidelijk te zien en slecht^ met.de
grootste moeite kon hij op den weg blijven. j
Het gekraak van eenige dorre takken, deed hem hevig pnt-
stellen. Dit geluid werd bijna dadelijk, gevolgd door fyetjknaUen
van een geweerschot. Een hevige pjjn in den wang en het fluiten
van een kogel verkondigden Dyke Darrel, dat hij aan een groot
gevaar was ontsnapt.