POLITIEK OVERZICHT. Sequah te Glasgow. Als Staaltje vain de vrij moedigheid, waarmede liefhebbers van jagen in gesloten tijd te werk gaan, meldt men uit zekere gemeente in Zuid- Bevelaod aan de G. Crtdat verleden week in zekeren nacht bij maneschijn 5 of 6 personen zich onledig hielden met het opsporen en schieten van hazen op spoorsneeuw- Een ijverig politiebe ambte ontzag zich niet zijne nachtrust op te offeren ora, trots de koude enz., zoo mogelijk de overtreding tegen te gaan en bij verbaal te constateeren. Toen de.- man echter de betrokken per sonen dicht genaderd was, kreeg hij tot bescheid dat hij ver genoeg, of dat het zijn tijd was. Wie zou in dergelijke omstandigheden, al ware met twee of drie politiebeambten op surveillance, zijn leven wagen voor een paar hazen Uit den Sappe meerster ge meenteraad, De heer Smit Mag ik nog even het woord Haccou, die houdt pertinent vol, dat hij wel aan gesteld is als onderwijzer m. u. 1 o. en de burgemeester zegt van niet, maar wat is 't ongeluk, zegt hijwij krijgen nooit geen aanstelling. De voorz.Laten wij hierbij blijven. De heer SmitNeen, de ver plichting wat ze te doen hebben en niet te doen, hoort hierbij thuis. Wij moeten er op wijzen om ons niet te laten ver schalken. Hoe is 't gegaan met v. d. Velde Die z'n aanstelling deugde ook niet. De gymnastiek hadt u vergeten, Kom, kom De voorz.Dat konden we toen nog niet bepalen. Je bent altijd averechts tegen den burgemeester. De heer Edzes stemt toe, dat de voorz. in dezen geen schuld heeft. De heer Smit (tot den voorz.)Da's niet waar. Ik zeg, dat het onbekookt is en dat houd ik vol. De voorz. (zeer heftig)Laat die menheer Smit dan maar op 'e zetel gaan zitten. Wat meen joe wel, dat ik zulke taal van joe hooren wil De heer SmitJa, jaHo wa' De voorz.Herhalingsoaderwijs ot niet De voorz (nog heftiger tot den heer Smit). Je hebt daar zooeven 'n woord gebruikt, dat de burgemeester je ver schalkte. Als je dat weer zegt, dan ga 'k naar de bevoegde autoriteit en zal er den officier van justitie mee in kennis stellen (Diepe stilte De heer SmitDan zal ik voortaan andere woorden gebruiken, 'k Heb ge zegd, dat 't onbekookt in de wereld kwam en dat zeg ik nog. De voorz.Ja, dan moet je je maar anders uitdrukken, want ik wil 't niet hooren. Goor echt- Oldambt.) Het noordel ij k deel der provincie Groningen is door eene gelde lijke ramp getroffen van omstreeks vijf tonnen gouds. Deze ramp is veroorzaakt door den aanleg van den spoorweg Sauwert-Roodeschool. De kosten werden indertijd geraamd op pl. m. 8% ton, de Exploitatie maatschappij gaf 4 ton en pl. m. 4i ton kwam bijeen door aandeel houders van /"goo en 1000, die samen de Groninger locaalspoorweg maatschap pij vormden. Het bestuur beiust bij een directeur en commissarissen, door de aandeelhouders gekozen. Aau subsidiën was bijeengebracht rui^i 2 ton, welke som als garantie diende voor de aan deelhouders, zoodat den laatsten ver zekerd werd eene jaarlijksche rente van 4^ pet gedurende tien jaren. Toen de gelden bijeen waren, heette het, dat geldelijke bezwaren niet zouden voorkomen wijl de raming der kosten met ƒ50,000 was verhoogd. En op het oogenblik dat met den bouw der sta tions zal worden aaDgevangen, staat de Maatschappij als het ware voor een De uitbestedingsom overtreft verre de begrooting, en met de onteigening is het even zoo gesteld. Ten einde raad is nu besloten, dat het subsidiefonds aan de Exploitatie maatschappij zal geschonken worden, terwijl de laatste dan de genoemde schulden betaalt Wellicht zijn nu de aandeelen waardeloos. Dat de kosten soms tegenvallen is te vergeven, soms noodwendig, maar het is eene ergerlijke zaak, dat mannen van invloed, notarissen, vertegenwoordigers van provinciën en gemeente, de goede lieden aansporen en daardoor als he ware dwiügen aandeelen te nemen, door beletten voor te spiegelen en veel te beloven, zonder overtuigd te zijn dat het beloofde kan vervuld worden. Op dit oogenblik wordt er reeds ge twijfeld aan goede trouw. Wij vertrouwen, dat de aandeelhouders verantwoording zullen vragen. Onder de getroffenen behooren niet alleen particulieren, maar ook waterschap en gemeenten. Vóór eenige jaren werd het Oldambt erg getroffen door de mislukking van de tramlijn Scheemda—Finsterwolde Winschoten. Een millioen gaat er voor beide lijnen zeker verloren. Zekere P. K, pakhuis be diende bij den kruidenier en visch- handelaar B. aan de Hooge der A te Groningen, ontstal in den laatsten tijd zijnen meester voor meer dan duizend gulden aan kruidenierswaren en visch. Om die goederen beter van de hand te kunnen zetten, had hij zelf in de Oude-Kijkin'tjatstraat een winkel in die artikelen geopend. In het magazijn van B. verborgen politie betrapte den man op heeterdaad, waarop eene volledige bekentenis volgde. Te Idskenhuizen is een ar beider, die in eene hooischuur werk zaam was, met een gedeelte van het hooi naar beneden gevallen en er onder bedolven. Toen het eindelijk gelukte hem er onder uit te halen, was hij reeds gestikt. Pern is, 19 Januari. Binnen de sloep Lekkerkerk. stuurman A. Koster, met 3000 schelvisscheü, waarvoor 1000 netto is besomd. De sloep had acht dagen reis. Scheveningen, 19 Januari. Van Nieuwediep waren 3000 schelvisschen aangevoerd, zeer klein van stuk, die 20 tot 40 ct. bedongen. De garnalenbooten vingen van 1 tot 6 mand garnalen, waarvoor 5 tot 6 werd besteed: de hoogste besommer had 3 boord van den stoomer zijn gekomen, gevangen te nemen. RECHTSZAKEN. De Hooge Raad deed Maandag uit spraak in de vroeger vermelde zaak van twee zeepfabrikanten, die door het Hof te 's-Bosch tot hooge geldboeten werden veroordeeld wegens overtreding van wettelijke bepalingen met betrek king tot het aanteekenen van veran derde tijdsbepaling voor de invating van zachte zeep. Met den advocaat van de requiranten, mr. Vlielander HeiD, en overeenkomstig de conclusie van den adv. Gen. Gregory besliste de Hooge Raad, dat met het woord „ko ken" in art. 5 der wet van Dec. 1814, betreffende den accijns op de zeep, niet eene handeling wordt aangeduid, maar een toestand, zoodat met dat woord niet bedoeld wordt het koken in be- drij venden zin maar het koken van het ziedsel, dat nog voortduurt nadat het vuur van onder den ketel is weggehaald. Op grond dus, dat de requiranten de vereischte aanteekening hadden gedaan voor den afloop der koking (in bedoel den ruimen zin opgevat), vernietigde de Hooge Raad het beklaagde arrest en ontsloeg de requiranten van alle rechtsvervolging. In de fransche Kamer is het weer eens rumoerig geweest. De afgevaardigde Laur verklaarde, dat Constans een door de publieke opinie gebrandmerkte mi nister was en nauwelijks had hij dit ge zegd, of Constans vloog naar de tribune gaf den spreker een slag in het gezicht. De vrienden van Constans juichten, die van Laur maakten kabaal en de zitting werd opgeheven. Toen de zitting hervat was maakte Constans verontschuldigingen jegens de kamer en zeide, dat hij zich had laten meesleepen. Dat zal wel waar zijn, maar 't is een zwak excuus, wanneer men van een raadszaal een worstelperk heeft ge maakt. Te Budapest zijn nieuwe onlusten ontstaan tengevolge van de verkiezingen. Bloedige gevechten zijn aan de orde en het schijnt zelfs, of de beweging een anti-semitisch karakter aanneemt. Wat de onlusten te Tanger betreft, schijnt het einde niet verre meer. De Pacha heeft, berooid ea arm, Kasbah verlaten en om zijne afzetting was het den stammen toch te doen. In de italiaansche Kamer heeft Crispi een spaak in het wiel van de handels- tractaten willen steken. Hij stelde voor, dat de tractaten voor niet langer dan zes jaar zouden worden gesloten en di Radini meikte op, dat aanneming van dit voorstel zou gelijkstaan met verwer ping der tractaten. Toen Crispi zijn voorstel niet wilde intrekken werd er over gestemd en het voorstel met 174 tegen 49 stemmen verworpen. In Oostenrijk zijn nu de tractaten met Duitschland, Zwitserland, België en Italië aangenomende drie eerste met 254 tegen 42 en het laatste met 211 tegen 88 stemmen. De duitsche nationaal-liberalen hebben de sociaal-demoeraten de beschuldiging naar het hoofd geworpen, dat zij bij de verkiezing te Hilderheim voor den rijtss- dag, hunne stemmen voor kleine be dragen, varieerende van een kwartje tot zestig cents, hebben verkocht, daar zij zelve geen kans van slagen hadden. Het is waarschijnlijk, dat de de aangeval lenen deze beschuldiging niet zoo maar op zich zullen laten kleven. De rooverbenden in Rusland nemen toe. Bij Louz'in Russisch Polen worden geregelde gevechten geleverd tusschen grondbezitters en boeren. Bij Batoem werd een spoortrein door roovers aan gevallen en geplunderd. Twaalf boeren werden daarbij neergeschoten VISSCH ERIJ. Kralingscheveer, 19 Januari. Heden ochtend werden aan de markt alhier aangevoerd 4 winterzalmen, die bankroet. De uitgaven zijn twee drie j voor ƒ2.50 tot 290 per kilo werden tonnen gouds hooger dan de raming. verkocht. Een onzer vrienden, die in het jaar 1890 te Glasgow, in Schotland, ver toefde, schrijft ons het navolgende In den zomer van -'90 hoorde men in het voorstadje van Glasgow Govan van niets anders dan van dr. Sequah spreken. Het is dan ook geen wonder, daar eiken dag van 's middags 3 tot 6 uur door geheel Glasgow de gouden wagen met muzikanten er op en dr. Sequah er in, allen als Mexikanen ver kleed, rondreed. De reclame miste dan ook haar doel niet, daar het open veld, waar hij zijne seances hield met duizenden bezaaid was. Tegen 7 uur, wanneer de tallooze fabrieken gesloten worden, ziet men den wagen met alles erop en erin, in vollen draf het terrein oprijden, terwijl de muziek uit alle macht toetert en blaast. Daar gekomen, worden de paarden afgespannen, de muziek zwijgt, dr. Sequah staat op, neemt zijn heed af, en houdt een speech tot het publiek waarin hij het doel van zijn komst vertelt en zijne medicijnen aanbe veelt. Het is Charles Davenport, dezelfde die ook hier te lande thans optreedt. Aan het einde van zijn speech deelt hij mede, dat het eerste half uur aau kiezentr kken gewijd zal worden. Hierop begint het orkest een lustig deuntje te blazen en Sequah zich klaar te maken om kiezen te trekken. Zijn instruraentendoos openende, neemt hij een paar tangen er uit. Daarna bevestigt hij een electrisch gloeilampje aan een band om zijn voorhoofd, zóo dat het lampje schuin naar boven staat de batterij er van staat op den wa gen. Het is een allerdolst gezicht dat lichtje in de duisternis zich heen en weer te zien bewegen. Is hij gereed dan ziet men hem een weak geven en de patiënten op de wagen komen. Zoo gij ooit van plan zijt, geachte lezers om een séance van Sequah bij te wonen in het ©pen veld wanneer hij kiezen trekt, neem dan voor het eerste half uur eene parapluie mee, daar gij groot gevaar hebt zoo'n kies tegen uw wang ot gezicht te krijgen, daar Sequah de getrokken tanden en kiezen naar alle kanten wegwerpt. Zoo er kinderen onder de patiënten zijn, krijgen ze bij het verlaten van de kar altijd een geldstuk van hem. Het aantal kiezen of tanden, die uitge trokken moeten worden, worden door een gelijk aantal vingers van Sequah aan het publiek aangeduid. Heeft deze operatie lang genoeg ge duurd, dan geeft hij vragen. V. Hoe oud zijt gij A. 70 jaar. V. Hoe lang Ijjdt gij reeds aan die pijnen A. 23 jaar. Y. Hebt gij ook hulp van doctoren ingeroepen A. Ja, maar dat hielp alles niets. V. Hebt ge altijd pijn, of is die pijn tijdelijk A. In de laatste 7 jaar ben ik nooit vrij van pijn geweest. V. Denkt ge dat ik u genezen zal? A. Ik wil het van harte hopen. Hierop begint Sequah tot het publiek te spreken en zegt.* „Veronderstel eens dat ik dien man niet genees, maar hem alleen voor van nacht van zijn pijn bevrijd. Hoe heerlijk moet dat voor hem zijn, waimeer hij den heelen nacht, die anders zoo laDg voor hem duurt, gerust doorslapen kan. Veronderstel eens dat ik hem heelemaal genees, zou ik daardoor dien man niet tot mijn slaaf kunnen makeD? Maar oude heer, wees gerust, gij zult van nacht zonder pijn slapen en zoo gij doet wat ik u zeg, zult gij nooit pijn meer hebben. Natuurlijk kan ik u in éen keer niet genezen van een pijn die 23 jaar geduurd heeft, maar dat ik u genezen zal, is niet te betwij felen." Nu roept hij twee heeren uit het publiek op om ooggetuigen te zijn, en geeft den raan een glaasje prairie flower te drinken. Ondertusschen spant zijn secretaris aan de 4 stijlen van den wagen een zeildoek, zoodat alles aan het oog van den toeschouwer onttrokken wordt. De muziek begint te spelen en Sequah te wrijven. Is de behandeling afgeloopen, dan wordt het doek weggenomen en ziet men den patient zitten. Nu vraagt SequahHebt ge pijn en met een gezicht dat van dankbaar heid straa't, zegt hij „neen." Sequah gaat aan het andere einde van den wagen staan en roept hem toe hem de hand te komen geven. Uit kracht van gewoonte wil hij een stok hebben, maar op de verzekering van S. dat hij loopen kan zonder stok, staat de oude op, loopt naar hem toe en kust hem met tranen in de oogen de handen. Nu vraagt S. of hij ©ok dansen wil en de oude kijkt hem aan en vraagt of hij hem voor den gek houdt Sequah geeft echter een teeken aan de muzikanten en deze beginnen te spelen, en het duurt dan ook niet lang ot men ziet de beenen van den ouden heer de lucht invliegen, dat het een lust is. Sequah geeft hem eene vergoeding voor zijne krukken en de oude loopt als een haas de trappen af en naar huis. Dien avond deelde Sequah raede, dat er over een paar dagen groot bal ge houden zou worden vau de patiënten, die hij genezen had Iedereen zou daa een geschenk van- hem krijgen. Ohet einde van zijn laatsten speeeh dien avond zeide hij, dat een teeken aan t t t het orkest, dit ophoudt met blazen en 1hl' °™r zsu Saan tot het "erkoopen roept dan de rhumatieklijdeis op. van zijne medicijnen. Op den avond toen ik hem voor del Ieder d,e een, fllsch,e Se1ual? eQ eerste maal zag arbeiden, zag ik 41 P™»e flower kocht voor 4 shillings mannen behandelen allen tusschen de 35 2 k:ee6 t0? twf stukJes zeeP eo Van overzee valt niet veel te melden, en 70 jaar. twee doosJes tandpoeder. Davenport en Er loopt een gerucht, dat door Chilee- De laatste patient was een. man vanZljn secre;aris ^adden ëeen handen ge* nen is geschoten op een amerikaansch 70 jaar op twee krukken, ,die niet eens noe^ om m ontvangst te nemen., oorlogsschip, maar het wordt nergens'het trapje van den wagen beklimmen!— bevestigd. ^on. I Tot zoover onze berichtgever. Men Te Santiago is groote opschudding Door Davenports secretaris, een stevig ziet, dat wat de genezingen van rhu- ontstaan door de tijding, dat zich een heer, werd hij op de schouders genomen, matiek betreft, Davenport te Glasgow aantal Balmacedisten bevonden hebben op den wagen gebracht en op een precies op dezelfde manier te werk ging op een stoomer van de Pacific Stoom- bankje gezet. ais hier te lande> En de overeenkomst vaartmaatschappij, die in de straat van Het eerste wat Sequah deed was de wordt des te grooter, wanneer men Magellaan gezonken is. Al de passagiers krukken van dien man op zijne knieën weet, dat evenals hier het publiek te evenwel zijn behouden aan land gekomen, j stukskan en wegwerpen. De oudeheer Glasgow over zijn succes zoo enthou- Zóo groot is de onrust daarover, dat begreep er niets van keek hem met een siast was, dat het eiken avond den gezicht aan, waarop de grootste ver- wagen naar Davenperts hotel voorttrok wondering stond te lezen. en de paarden op eigen gelegenheid Nu begon Sequah hem te onder thuis liet komen. Men zou haast zeggen, de chileensche regeeriüg een oorlogs schip heeft afgezonden om de Balma cedisten, die onder valsche namen aan richt zend je man je." Nelly lette niet op de geestigheid van de vrouw, maar antwoordde „Ik heb geen honger, maar ik verzoek u mij uit deze gevangenis te bevrijden, want hier kan ik niet leven." „Sterf dan. Niets zou mij aangenamer zijn dan je doodstrijd te aanschouwen," en juffrouw Scarlet lachte op een wijze, die Nelly het bloed in de aderen deed stollen. Het meisje was even onversaagd als haar broeder. Zij gaf lang nog niet alle hoop om te ontkomen op en was nog niet tot wanhoop vervallen. Met haar rechterhand omklemde zij de haan van haar pistool, dat zij zoo wijselijk mee van huis had ge nomen. „Kan ik je door niets bewegen mij de vrijheid terug te geven „Neen," grijnsde juffrouw Scarlet. „Uw broeder heeft mijn man in de gevangenis doen zetten en zeo zijn dood veroorzaakt, en ik wil mij daarvoor en voor nog andere ongelukken, die hij over mijn hoofd heeft gebracht, op hem wreken. Hij zal lijden door het verlies van zijne zuster. Gij denkt, dat die mooie Ellis- ton een monster is Ik kan je verzekeren, dat hij maar een kind is vergeleken bij Madge Scarlet." „Houd op, Ik wil niet langer naar je luisteren. Geef mij den sleutel van dit hol." Nelly haalde haar geladen pistool voor dea dag om hare woor den kracht bij te zetten. Een grijnslach was haar eenig antwoord. Madge Scarlet scheen het wapen niet als gevaarlijk te beschouwen. „Geef ze hier, gauw. Ik heb geen tijd om te praten. Werp mij den sleutel toe en ga dan in gindschen hoek zitten. Hoort gij mij?" De stem van het meisje was zoo gebiedend, dat de oude vrouw er geheel door verstomd bleef staan. „Dat is maar eene grap." „Je zult zien als je niet dadelijk gehoorzaamt of het eene grap is. Blijf staan. Als je nog éene schrede verder komt, geef ik vuur. Ik spreek in vollen ernst." De grijnzende Madge Scarlet kwam nu tot de overtuiging, dat het ernst was. Het was eene zeer vernederende toestand voor haar. Nog een oogenblik dacht zij er over om met een vluggen sprong het meisje te bereiken, maar zij wist, dat het overhalen der haan, haar naar de andere wereld zou helpen. Met tegenzin haalde de vrouw nu een bos sleutels uit haar zak ea wierp ze tot bij de deur, die op een kier stond. „Word maar zoo boos niet. Ga nu naar dien hoek. Vlug." Nelly dreigde haar bewaakster nog steeds met haar pistool, ging naar de deur, terwijl zij haar in het oog hield. „Ziezoo, nu is het goed." Het meisje had nu de deur bereikt en kwam in het naastbij- zijnde vertrek, doch ee^st was zij zoo verstandig de deur te slui ten juist op het oogenblik, dat de vrouw met hevige verwenschin gen er tegen aan duwde. Zij kon haar echter niet «peskrijgen. Nelly nam nu de lamp in de hand en haastte zich het vertrek te verlaten. HOOFDSTUK XXI. Het gevecht in den kelder. Het licht van de lamp, die Nelly droeg, verlichtte het onder- aardsch vertrek, waarin zij zich nu bevond, maar zeer flauwtjes. Zij was nu in eene vierkante kamer, die grooter was dan diej welke zij zooeven verlaten had. De deur was gesloten, maar zij slaagde er door middel van hare sleutels in om haar te openen en trad nu een ander vertrek binnen, waar zij een onderdrukten kreet meende te hooren, die haar zeer deed ontstellen. Een oogenblik wist zij niet wat zij doen zou. Zij redeneerde evenwel dat zij niets te vreezen had van de oude vrouw, die goed achter slot zat en dat iemand die haar hulp behoefde stellig geen vriend van juffrouw Scarlet zou zijn. „Help, help." Opnieuw hoorde zij dien kreet. Nelly liep voort en stootte de deur open van een klein kamertje, vanwaar het geluid scheen te komen. Op den grond zag zij een donkere gedaante, die zich van pijn in allerlei bochten wrong. „Zeg eens oude vrouw, wil je mij hier vermoorden?" De man scheen te denken, dat de binnengekomene de eigenares, van het huis was. Bevende naderde Nelly en verlichtte met de lamp het gelaat van den gebonden, hulpeloozen gevangene. „Groote hemel, het is Dyke." Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2