NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD.
9e Jaargang.
Maandag 25 Januari 1892
No, 2624
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTEN TIÉN:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
FEUILLETON:
Een Wolf in Schaapsvacht.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Geïllustreerd Zondageblad 3 0,30.
Afzonderlijke nummers. 0,05.
Dit blad «jrochflnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Korean Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnummer 121,
▼aa i5 rafels 50 Ceate; ieders regel mser 10 Cento a
Groste letters near pl&atirmi»te.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Aboiuïiemen&a» ca Advertentie»! wcrde& eangeEoaiet door
onzt) agentes e& door alle boekhBadelaürMï en courantior*.
Directeur-Uitgever J. C. FSESEBOOM,
Hoofdagenten voor het Buitenland: Comvaqnit Générale de Puèlieiié Btrangire L- 7)>®5I X /V, JGW& V, —fj glU* Jsaiourf
EERSTE BLAD.
Bij dit Nummer der Courant wordt
aan hen, die op het Geïll. Zondagblad
inteekenden, No. 4 van dat tijdschrift
toegezonden.
Be Directeur- Uitgever,
J. C. PEEREBOOM.
Haarlem, 23 Januari 1892.
Op het museum van Kunstnijverheid
alhier, zullen weldra de werkzaamheden
ter uitbreiding van de afdeeling Japan-
sche kuDSt, beginnen.
m>e commissie heeft aan Z. Excell.
den miniiter van Binnenlandsche Zaken
aangevraagd om eenig schotwerk in een
der achterste lokalen te kunnen ver
wijderen, waardoor eene betere circu
latie en eene aanzienlijke ruimte zal
gewonnen worden.
Des Zondags is de toegang vrij.
De verbouwing van het Stadhuis.
Hoewel de verbouwing van het Stad
huis nog niet geheel en al tot een
eiude is gebracht, waren wy in de ge
legenheid heden een blik te werpen op
het voornaamste wat vernieuwd of ver
anderd is.
Gaan wij de gang door naar de
Raadszaal, dan merken wij allereerst
op, dat in dien corridor nieuwe ramen
zijn aangebracht, natuurlijk niet met
spiegelruiten, maar in iichtige verhou
ding tot de omgeving. Aan onze lin
kerhand is veel nieuws te ontdekken
de lokalen van den gemeente ontvanger
zijn veranderd in twee goede vierkante
kameis voor de wethouders en in eene
vestiaire voor de leden van den Raad.
Deze drie vertrekken correspondeeren
met elkaar.
Maar het meest frappeert ons de
aanblik van de Raadszaal. Al dadelijk
valt het oog op eene keurig gesneden
eikenhouten balustrade, die de plaatsen
van de Raadsleden afscheidt van de
ruimte voor het publiek. De verslag
gevers der pers hebben hun oude
plaats, binnen het hek behouden.
De beide Iraaie schoorsteenen zijn vol
gens 's Raads besluit geheel onveranderd
gebleven. Onder eiken schouw zijn twee
kachels aangebracht, die gemaskeerd zijn
door ijzeren deuren, welke van boven
opengewerkt zijn. Hierdoor is zooveel
mogelijk voorkomen, dat de dichtstbij-
zittende Raadsleden last hebben van de
warmte, daar de hitte over hen heen
de zaal in stroomt.
In de beide hoeken van de zaal te
genover den ingang is een, voor zoover
wij daarover kunnen oordeelen, zeer
praktische ventilatie aangebracht, eene
inrichting, die in onze Raadszaal in der
daad niet overbodig mocht heeten.
Tal van portretten helpen de zaal
versieren. De bank voor het publiek,
die vroeger uitmuntte door ongemak
kelijkheid is verbeterd en de lambrizee
ring van den ingang af tot de plaatse»
voor de pers toe, eikenhout geschilderd
Wanneer wij nu nog vermeld hebben,
dat de zaal versierd is door een nieuw
kleed en door Dieuwe gordijneD, dan
begrijpt ieder gemakkelijk, dat de Raad
zaal in uiterlijk schoon niet weinig is
vooruitgegaan. Moge dit de leden van
den Raad tot schoone gedachten en
schoone taal in het belang der gemeente
inspireeren.
De oude gemeentelijke gymnastiek-
school in het Pand is ingericht tot kan
toor en spreekkamer voor den gemeente
ontvanger, terwijl de deurwaarders er
een kamer hebben en het ©verige voor
bewaarderswoning is ingericht. In het
kantoor van den ontvanger merkten wy
een zeer groote brandvrije kluis op,
bestemd om de belastingpenningen van
Haarlem's goede burgerij voor brand
en dieven te behoeden.
De commies redacteur, Mr. C. M.
Rasch, heeft thans een behoorlijke kamer
gekregen in de plaats van het hokje,
waar deze ambtenaar vroeger gehuisvest
was. Naar wij vernemen, zullen de
ambtenaren ter secretarie weldra op
andere wijze worden ingedeeld, dan tot
heden.
Van de praktische verbeteringen die
wij hierboven aanwezen, heeft de heer
Leijh, onze gemeente-architect, alle eer!
Men zal zich herinneren, dateenigen
tijd geleden de heer Cnoop Koopmans
in den Gemeenteraad het denkbeeld
aan de hand deed, om, nu er een
tweede opleidingsschool voor jongens
tot het middelbaar onderwijs zal moeten
worden gebouwd, op de eene alleen de
drie eerste en op de andere de
drie laatste leerjaren te onderrichten.
Wij wezen bij die gelegenheid reeds
op eenige bezwaren, tegen dat systeem
in te brengen. Burgemeester en Wet
houders, wien het plan aanvankelijk
zeer toelachte, achten het thans ook
voor Haarlem niet geschikt. Beter
achten B. en W. het, de gemeente in
twee schoolwijken te verdeelen, zoodra
de school in de Nassaulaan voor
nieuwe opleidingsschool in gebruik zal
zijn genomen.
Tevens komen B. en W. terug van
hun denkbeeld (waartegen wij vroeger
te velde trokken), om het schoolgeld
aan die 2 scholen verschillend te doen
zijn, en wel f6o.op de eene en ƒ40.
op de andere. Thaos wordt voorgesteld
om het schoolgeld op beide scholen
gelijk te doen zijn, d. i. 50.voor
een leerling, en 40.voor meer dan
een leerling uit hetzelfde gezin.
(Tegenwooidig zijn die cijfers resp.
f 40.— en ƒ30.—)
Bij de gisteren gehouden aanbesteding
van de verbouwing van de onderwijzers
woning enz. te Schoten, zijn tien in
schrijvingsbiljetten ingeleverd. Het hoog
ste beliep ƒ2939. Het laagste was
van den heer H. Mulder alhier voor
f 1900.90- aan wien het werk is ge
gund.
De wedstrijd voor amateurs op de
ijsbaan van de haarlemsche ijsclub, is
heden door den sterken dooi niet door
gegaan.
Door mevrouw A. J. Campbell alhier
zal op het oude buitenverblijf „Kna-
penburg" te Heemstede een krankzin
nigengesticht voor een 50-tal dames
worden gebouwd. Het gesticht zal ver
deeld zijn in twee afdeelingen, eene
voor lustige en eene voor onrustige
patiënten.
Onder de advertentiën in deze courant
bevindt er zich eene van de vereeni
ging van „Industriëelen en Kooplieden"
te dezer stede, houdende opwekking,
om deel te nemen aan eene adres
beweging aan den Raad, strekkende
tot intrekking van de faecaliën-belasting.
De commissie tot kostelooze uit-
deeling van koffie en brood alhier, ver
zoekt ons haar dank over te brengen
aan degenen die haar in staat stelden
om hare werkzaamheden te kunnen vol
houden.
De volgende giften zijn nog inge
komen
Bij den heer H. Kolkmeijer, Groote
Houtstraat: van P. v. W. f 10.
Naaivereeniging „Tibitha" ƒ2.601, H.
v. d. S. .So ct.Haarl. Jongel. Vern.
110.65.
Bij den heer H. v. Niel Hz., Groote
Houtstraat 90: van A. K. 10.B
.50 ct.
Bij den heer A. v d. Vaart, Groote
Houtstraat: van K. 5.S. ƒ5.
Bij den heer P. Baggerman, Kleine
Houtstraat: van N. N. ƒ2.50; P. M.
f 5.-; D. P. S. f 3.
Bij den heer Veldhuijsen van F. M.
M. ƒ2.50; nog ingekomen 60 koffie-
kommen lett. V.
De giften vloeien evenwel te lang
zaam, om de kosten te kunnen dekken,
zoodat wij nogmaals een beroep doen
op de liefdadigheid onzer ingezetenen,
om deze instelling, die blijkens de vele
aanvragen iederen dag in een behoefte
voorziet, geldelijk flink te steunen.
Hedenmorgen maakten van de uitdee-
ling gebruik, 1139 kinderen en 451
volwassenen.
De heer A, F. H. Harms, photograaf
alhier, heeft van een photo^rafie, carte
de visite-formaat, door hem genomen
van den heer C. A. Davenport, eene
vergrooting gemaakt in on vergankelij
ken kooldruk, die zeer fijn afgewerkt
is en in alle opzichten goed geslaagd
mag heeten. Die vergrooting hangt
thans in het koffiehuis van den heer
de Nêef, Anegang No. n alhier.
Een andere vergrooting in broom-
zilver gelatine is te zien voor het ven
ster bij den heer A. Bruijns Breêstraat
No. 23 alhier, die zooals bekend is, de
olie verkoopt.
Vrijdagavond gaf het Nederlandsch
Tooneel in onzen schouwburg de be
kende stukken van den Nieuwjaarsdag,
Gijsbrecht van Aemstel, van Joost van
den Vondel en het blijspel Kloris en
Roosje.
De stukken zijn al zoo overoud, dat
daarvan niets nieuws meer kan worden
gezegd. Wie kent niet althans brokstuk
ken uit den Gijsbrecht het verhaal
van den Bode, het bekoorlijke vers
„waar werd oprechter trouw?" Men
zegge toch Diet, dat Vondel langdradig
en eentonig is hoevele eeuwen ook over
de schepping van den Gijsbrecht zijn
heengegaan, gisteren bleek opnieuw, dat
zijn stuk nog boeien kan, zoo het wordt
gespeeld door goede tooneelspelers.
Behalve mevrouw Frenkel en mevr.
de Vries, twee actrices die ook niemand
in een stuk van Vondel zoeken zal,
waren al de sterren van het Nederl.
Tooneel op de planken. Bouwmeester
als bode, de Jong als Arent van Am
stel, Spoor als bisschop Gozewijn, waren
zeer verdienstelijk, de heer Van Schoon
hoven wat mat als Gijsbrecht. Van de
dames trok de vertolking van Badeloch
door mevr. Chr. Poolman ons het meest
aan. Mevrouw Holtrop werd bij de
voordracht van haar vers „waer werd
I opreghter trou," door de sentimentali
teit van het gedicht tot een gezwollen
1 voordracht verleid
Van het décor was zeer veel werk
gemaakt.
De bruiloft van Kloris en Roosje is,
zooais bekend is, niet veel meer dan
eene gelegenheid om een revue te hou
den over het afgeloopen en het publiek
veel goeds te wenschen voor het vol
gend jaar. Van die taak kweten zich
recht verdienstelijk mevrouw Stoetz en
de heer Spoor en na menig woord over
verleden of toekomst, vooral waar het
ons Oranjehuis betrof, juichte het publiek
het tweetal toe. Natuurlijk werden de
duitsche keizer en Séquah niet ver
geten, maar men had zich niet de
moeite gegeven speciaal haarlemsche
gebeurtenissen te vermelden. Toch ware
dit niet zoo bezwaarlijk geweest.
Maar het is beter dankbaar te zijn
voor wat gegeven, dan ontevreden over
wat onthouden werd. Wanneer wij nog
even vermeld hebben, dat Kloris en
Roosje het eenige stuk is, waarin de
artisten echten wijn drinken en waarin
blijkt van het bestaan van den souffleur,
doordat Thomas dezen een flesch wijn
en een ham overhandigt, dan kunnen
wij na de opmerking, dat de muziek
slecht was, en er met veel entrain
gedanst werd, eindigen met eene dank
betuiging aan de directie van den
schouwburg, die' ons in de gelegenheid
stelde, deze eigenaardige tooneelvertoo-
ning in Haarlem! te zien. In een zeer
talrijk publiek heeft de directie reeds
hare stoffelijke belooning gevonden.
Het ijs op de vaarten in de Haarlem
mermeer is door 't malen der machines
zeer gevaarlijk. Op verschillende
zijn er reeds personen deor gezakt.
Naar aanleiding van een
bericht in ons blad van 23 dezer met
betrekking tot het ontslag verleend aan
den onderwijzer A. Smit te Heiloo
schrijft ons een onzer lezers het na
volgende
Reeds eenigen tijd geleden nam de
afdeeling Alkmaar van het Ned. On-
derwijz. Genootschap het besluit zich
tot de autoriteiten te wenden, met het
verzoek het besluit tot het verleenen
van ontslag aan den heer Smit niet goed
te keuren.
De gewestelijke vereeniging Noord-
Holland van het Ned. OnderwT^Oe-
nootschap nam in hare vergadering van
22 December jl. gehouden te Amster
dam, een dergelijk besluit.
Hieruit volgt klaarblijkelijk dat het
hoofdbestuur van den Bond v. N. O.
.271
HOOFDSTUK XXII.
„En waarom ben ik dan ook maar niet naar het ziekenhuis
gebracht."
„Dat is geene plaats voor eene jonge dame. De dokter zeide
mij dat gij eene uiterst zorgvuldige oppassing behoefdet en daar
ik wist dat tante Venus eene vriendelijke goede ziel was en
eene uitmuntende ziekenoppasster, heb ik u hier gebracht."
„En hoe lang ben ik hier dan al?"
„Omstreeks veertien dagen."
„Zoo lang reeds?"
„Ja verwondert u dat
„Ja, ik dacht dat ik hier niet langer dan een dag was."
„Dat kan 'k wel begrijpen. Gij hebt hevige koorts gehad
-gedurende al dien tijd en hebt akelig liggen ijlen."
„Hebt gij niets aan Dyke te zeggen
„Gaat gij spoedig naar hem toe?"
„Ja, dadelijk. Ik loop iederen dag bij het ziekenhuis aan om
naar den goeden jongen te vragen, vanmorgen ben ik er even
wel nog niet geweest."
Zijne stem klonk aangedaan en zijne oogen waren vochtig
toen hij dit zeide. Had zij EUiston misschien ten onrechte van
onedele bedoelingen verdacht Die gedachte veroorzaakte haar
veel smart. Als zij weer hersteld was, zou zij hem vergeving
daarvoor vragen, nu was zij niet in eene stemming, om dat te
doen."
„Als ik I yke eens wat schreef, dan zou hij daar zeer ver
heugd over zijn," zeide Nelly.
„Kunt gij uwe hand goed besturen?"
„O ja, dat zal gemakkelijk gaan."
„Schrijf dien goeden man dan eens, het zal hem werkelijk
veel goed doen."
Mijnheer Elliston haalde nu uit den binnenzak van zijne jas
een opschrijfboekje voor den dag, waaruit hij een blaadje scheurde
en het met een potlood aan het zieke meisje overreikte.
Niet zonder veel moeite kon zij haar hand genoeg vastheid
geven om te schrijven.
Nadat Elliston het opgevouwen briefje bij zich gestoken had,
weDSchte hij haar goedendag en verliet de kamer. Toen hij op
straat was gekomen, scheurde hij het briefje in stukjes en mom
pelde bij zich zeiven, „ziezoo dat is al weer klaar, Nelly is nu
juist in een geschikten toestand om vervoerd te worden, ik moet
het daarom geen uur uitstellen. Wat een onnoozei gansje is dat
meisje. Zij geloofde elk woord wat ik vertelde van den uitslag
der woisteling in Clark Street. Hoe zou ze mij wel beoordeelen
als zij de waarheid eens wist Ik moet dadelijk naar Gotham
vertrekken-"
„Hoe zou tante Scarlet hetj wel maken ik hoop dat zij
rust zal hebben gekregen, want ik heb al genoeg van hare be-
langelooze hulp gehad."
En toch zou deze plannenmaker in het vervolg nog meer hulp
van de heks uit Clark Street hebben en op eene wijze, die
niet bepaald aangenaam voor hem was.
De nacht spreidde haar zwarten mantel over de aarde. De
maan stond aan een helderen hemel toen de sneltrein naar
Chicago snuivend en sissend zijn weg ging.
Hij snelde ongestoord voort en zou zonder oponthoud bij het
aanbreken van den dag in de hoofdstad aankomen.
Twee personen die zich in een wagen naast den slaapwaggon
be\ inden, verdienen onze aandacht. De eene is een gesluierde
dame, die blijkbaar slaapt daar zij haar hoofd tegen de muur
leunt en haar zachte ademhaling hoorbaar is.
„Wie is die yrouw
Die vraag behoeven wy niet te doen als wij weten, dat de
man met zijn rooden baard die naast haar zit professor Ruggles
van Chicago is. Tot nu is hij gelukkig geweest in de ontvoe
ring van Nelly Darrel. Onder den invloed van een sterken
slaapdrank heeft bij haar naar het station gebracht en is van
daar met den trein in oostelijke richting vertrokken.
De professor vertelde aan nieuwsgierig toekijkende medepas
sagiers dat de dame zijne zuster was, die tengevolge van zwakte
sliep.
De schurk was gelukkiger in zijne onderneming, dan hij had
durven hopen. Binnen weinig uren zou hij in Chicago zijn, waar
hij zich volkomen veilig kon gevoelen.
Wordt vervolgd