POLITIEK OVERZICHT.
dat de stee1 brak, en de lijder aan van- te 'staan, èenig antwoord is ontvangen;
kelijk het gebruik van dien arm miste j dat de lijder den 17" Juli door Ge-
dat de ondergeteekende zich daarom deputeerde staten van Zeeland is afge-
gehaast heelt in dato 10 Juni jl. zich keurd voor den militairen dienst, en
tot den minister van oorlog te wenden alzoo gebleken is dat hij werkelijk lij
met verzoek bevelen te willen geven'
om die mishandelingen te doen ophou
den en den schuldigen officier van ge
zondheid gestreng te straffen;
dat, toen den 23 Juni d. a. v. op
dat verzoek nog geen antwoord van den
minister was ontvangen en de mishan
delingen eerder toe dan afnamen, re-
questrant zich op nieuw tot den minis
ter heeft gewend met de mededeeling
dat zijn zoon erger werd behandeld dan
een beest
dat de officier van gezondheid voor
noemd zijn zoon o. a. had toegevoegd
na hem weer tormenten te hebben aan
gedaan: „nu kunt gij hierover weer
requestreeren aan den minister";
dat die mishandelingenffiebben bestaan
in het „tegen den uitdrukkelijken wil
van den lijder op 19 Juni jl. hem op
een snijtafel te leggen en hem toen te
chloroforir.iseeren
dat de lijder vooraf gevraagd had aan
meergenoemden officier van gezondheid
„wat hij met hem wilde aanvaugen,"
waarop hij len antwoord ontving „dat
gaat je niet aan;"
dat de lijder Diet weet wat men in
dien bewusteloozen toestand met hem
gedaan heeft, maar dat hij, na tot be
wustzijn te zijn gekomen, zeer afgemat
en pijnlijk was, o. a. hevige pijn in den
rug en een der heupen had;
dat de l\jder toen in dien pijnlijken
toestand 2% uur heelt moeten loopen,
hem later de handen op den rug gebon
den zijD, en men hem toen met geweld
heeft laten knielen, waai bij hij voor
over moest vallen;
dat men den lijder den 203n Juni in
zijn knie gespoten heeft en dienzelfden
dag in de arrestantenkamer heeft doen
brengen, omdat hij met zijn stijve knie
niet in den pas kon loopen met den offi
cier van gezondheid voornoemd;
dat de lijder later weer op de snijtafel
moest gaan liggen en, toen hij daaraan
niet wilde voldoeD, drie oppassers ge
roepen werden om hem met geweld er
op te leggen, en dat hij zich verzet
heeft tegen het chlorotormiseeren, doch
met geweld in een bewusteloozen toestand
is gebracht
dat men den lijder andermaal, en nu
een geruimen tijd, in de arrestantenka
mer heelt gebiacht;
dat de lijder daarop aan den com
mandant zijner compagnie schriftelijk
verzocht heeft om, op grond van de
rechtspleging bij de landmacht, voor
een krijgsraad te mogen terechtstaan
om zich te beklagen over de onver
diende en in strijd met de reglementen
ondergane straf;
dat zijn verzoek onverhoord is ge
bleven en de compagnie's commandant
zich niet eens verwaardigd heelt tot den
klager te komen
dat deze handelingen van den officier
van gezondheid volgens requestrant':
meening in strijd zijn met art 3. alinea
3, van het kon. besluit dd. 3 Maart
1871 9, houdende vaststelling van
het reglement op het geneeskundig on
derzoek omtrent de geschiktheid voor
den dienst der lotelingen bij de land
en zeemacht, zoo ook met de minis-
trieele aanschrijving waarbij bepaald is
dat in hospitalen geene sti aften mogen
ondergaan worden en zeer zeker niet
in strijd met de humaniteit;
dat, toen het tweede verzoek aan den
tainister van oorlog door den requestrant Den volgenden dag
verzonden was, het antwoord op het
eerste verzoek aan den minister werd
ontvangen, luidende dat er hoegenaamd
geen termen zijn gevonden om aan re
questrant's schrijven eenig gevolg te
geven
dat op de tweede klacht, aau den
dende is
dat requestrant's vaderhart en plicht
zich verzetten om te berusten in de
mishandelingen, zijn zoon aangedaan,
en daarom eerbiediglijk verzoekt het
der Tweede Kamer moge behagen re
questrant en diens zoon voldoening te
geven op eene wijze als zij dit zal oor-
:aar achten, en tevens voorkomen
worde, dat andere lijders in de hospi
talen behandeld worden als requestrant's
zoon heeft moeten ondervinden.
't Welk doende, enz.
(w.g.) G. DE JONGE.
Abeele, gemeente O. en W. Souburg,
Augustus 1891.
Men weet, dat d r. R. A.
Koilewijn te Amsterdam pogingen doet
om eene vereenvoudiging der spelling
te bewerkstelligen. Allen die hem blij
ken van instemming zonden, zijn nu
uitgenoodigd tot het bijwonen eener
vergadering, welke op Zondag den
2ieu Februari, des namiddags om half
twee, gehouden zal worden in de achter
zaal van het café Krasnapolsky te Am
sterdam.
Ook te Amsterdam is op
de vischmarkt bevroren schelvisch aan
gevoerd. Reeds dagen te voren (zoo
meldt het Handelsbladhad men het
druk gehad over den verwachten aan
voer van dit artikel op onze markt
Er zou een heele stoomboot met dat
goed komen uit het hooge Noorden,
uit het land waar geen land meer achter
is. En nu óe visch er was, dacht men
schier niet aan zaken doen. Er werd
gejuicht, geschreeuwd, zelfs gedanst.
Niet omdat men zoo blij was met het
nieuwe artikel. Och neende meesten
vonden het zelfs een erg verdacht
iets. Maar men maakte pret, omdat er
aanleiding was eens extra uit de slof te
schieten.
En zoo keek men de nieuwe visch
wantrouwend aan. Wat ziet ze zwart,
wat is ze hard. En zou ze wei gezond
zijn? Nu dat laatste hadden de keur
meesters, de heeren V. v. d. Laan en
P. de Ruijter, onderzocht. En hun
verklaring dat de ontdooide schelvisch
voldeed aan alle eischen welke men
aan versche visch mag stellen, werd
door belanghebbenden op ruime schaal
verspreid.
Toch was er nog aarzeling genoeg.
Hoe zou ze smaken Het bleek echter,
dat ook de smaak niets te wenschen
liet zoodat er werkelijk moeite toe noo
dig was niet te gelooven, dat de visch
niet versch was.
De Nordkap is geheel voor het ver
voer van de bevroren visch ingericht.
Deze wordt, na ontdaan te zijn van de
ingewanden, op eene temperatuur van
50 4 6o° C. onder nul gebracht, dan
ingeladen en op eene temperatuur van
180 C. gehouden. Deze lage tempe
ratuur weet men te bereiken, door
krachtige luchtpompen, welke lucht
samenpersen, waarna de ontspanning
eene belangrijke temperatuursverlaging
doet ondergaan. De visch wordt door
deze behandeling zoo hard als een
plank en krijgt uitwendig een iets don
kerder kleur dan versche visch.
In bevroren toestand kan men ze
zoolang bewaren als men wil. Voor het
gebruik moet men ze ontdooien, waartoe
men ze een nacht in koud water zet.
j de visch ont-
op de gewone
Rage is Donderdag een behanger
van eene hoogte gevallen, en kort
daarna overleden.
Volgens het D. v. A. hebben
de beide inspecteurs der krankzinnigen
gestichten, de heeren dr. Ruysch en
v. Andel, een bezoek gebracht aan mevr.
de wed. Stuten geb. Te Gempt, schrijf
ster van de bekende onthullingen. Het
bezoek duurde geruimen tijd, daar de
heeren de brochure punt voor punt met
de schrijfster bespraken.
In een schrijven aan de
Hord. Courant deelt de heer J. Bos-
sers, geneesheer te 's-Gravendeel, mede
dat door zijnen zoon, den heer A. J.
Bossers, candidaat-arts te Leiden, bij
eene vrouw te 's Gravendeel, die aan
rheumatiek lijdende was, hetzelfde suc
ces is behaald met sla olie en terpentijn
als door Sequah wordt teweeggebracht
door middel van zijne olie.
De bedoelde rrouw had zich, voor
zien van een volledig bewijs van on
vermogen, bij Sequah vervoegd, met
verzoek door hem gratis behandeld te
mogen worden. Dit werd haar gewei
gerd, - waarop de geuoemde heer A. J.
Bossers haar in hare woning opzocht
en vroeg, of hij haar mocht wrijven met
sla olie en terpentijn. Dit geschiedde.
De vrouw kon vóór het wrijven slechts
met groete moeite langs en met behulp
Vau stoelea en tafels loopen de beenen
op een stoei leggen kon zij onmogelijk.
Ook had zij haren handen slechts zeer
gebrekkig tot haren dienst.
Na een uur wrijven aldus deelt
de heer B. mede zeide de vrouw
zelve: „Ik zou haast te hard loopen.'
De heer Bossers Sr. bezocht haar den
volgenden dag en, zegt hij „zij
kan even snel de beenen op een stoel
leggen als ik, en liep, „als een kip",
geheel vrij in de kamer, terwijl zij de
handen volkomen goed kan bewegen
en dezen even snel kan toeknijpen en
openen als ik."
dag 14 Februari a. s., welke vergun
ning was aangevraagd door het bestuur
van de afdeeling Groningen van den
Sociaal-democratischen bond.
Te Ter Apel zijn dezer da
gen door eenige arbeiders twee zilveren
muntstukken gevonden. Zij zijngrooter
dan de rijksdaalder, en gedateerd 1557,
dragen verder het borstbeeld van koning
Philips II van Spanje, en het randschrift
Phs. D G. liisp. Auc. Z Rex. Dux
Gel., en aan de andere zijde rondom
een wapenDorainus mihi adjutor,
Mijn vader is mijn broeder,
en mijn zuster is mijn moeder. Ik ben
mijn vrouws oom en dus de oud-oom
van ons kinden de grootmoeder vau
mijn jongetje is ook zijn tante. Ra, ra
hoe kan dat
AntwoordAls mijn zuster trouwt
met nrjn vrouws vader.
Het geval deed zich dezer dagen in
de gemeente Hemelumer OMephaert en
Noordwolde voor.
Koningin Wilhélmina sch, C. Jol, die
90 van de visch maakte; de prijzen
waren ƒ9 4 9.25 per mand schol, 1
4 1.25 per tong. ƒ1.25 1,50 per rog,
f 1.50 4 3 per kabeljauw. Van Nieuwe-
diep kwamen 26 schelvisschen 4 75 c.
en 5 kabeljauwen 4 5 per stuk.
Kralingscheveer, 11 Februari.
Heden ochtend werden aan de markt
alhier aangevoerd 80 winterzalmen, [die
voor f 1 tot ƒ1.25 Per kilo werden
verkocht.
dan
Volgens de M i dd. C t. wordt
nu de opvoering aangekondigd van
De geheimen van een krankzinnigen
gesticht en wreedheden ontsluierd1.
Groot sensatie-drama in 7 tafereelen.
Woensdagnacht, omstreeks
3 uur, zoo schrijft men uit Noord
broek, dd. 10 Februari is er op
nieuw inbraak gepleegd in de pastorie
der hervormde gemeente alhier. Door
een venstertje in de schuur heeft de
inbreker zich toegang verschaft tot den
zolder. Hij bevond zich daar juist boven
een vertrek dat als slaapkamer werd
gebruikt, waardoor zijne aanwezigheid
spoedig gehoord werd. Op het gerucht
dat men maakte, zal hij zich zeker ver
wijderd hebben, daar men in de pasto
rie zag, dat er een man in den tuin
liep. Terstond werd de veldwachter ge
haald, die een nauwkeurig' onderzoek
instelde, zonder dat het hem echter tot
nog toe gelukte den dader te vinden.
Het blijkt dus dat Wilhelm Schroder,
die zich nog te Winschoten in hechte
nis bevindt, niet de eenige inbreker in
deze streken is.
Dat een Drentsche „sc te-
per," wiens loon voor het grootste deel
uit aardappelen, rogge en eene kleiue
geldsom per jaar bestaat, nog wel iets
oversparen kon, is in de gemeente
Rolde gebleken, waar de oude herder
J. Veldkamp, dezer dagen overleden,
een legaat van f 1000 aan de diaconie
der Nederlandsche hervormde gemeente
aldaar vermaakte. Aan drie landbou
wers vermaakte hij f 100 aan ieder
terwijl zijne bloedverwanten eveneens
een niet te versmaden erfenisje beko
men.
dooid en wordt
wijze behandeld.
Het stoffel ij k overschot
van den generaal-majoor Steenberghe is
heden te n uren van het sterfhuis in
de Laan Copes van Cattenburgh te
,'sHage naar de begraafplaats Nieuw'tot hef houden van eene demonstratie
minister gericht, evenmin op het ver-J Eik-en-Duinen overgebracht. op den openbaren weg ten gunste vau
zoek om voor den krijgsraad terechtIn de Heemskerkstraat te!de invrijheidstelling van Geel, op Zon-
RECHTSZAKEN.
Donderdag stond te Rotterdam terecht
S. v. W., 42 jaar, koopman in manufac
turen, wonende te Amsterdam, beklaagd
van in den nacht van 28 op 29 Oct.
aldaar te hebben weggenomen een biljet
van 1000 mark, geheel, altbans gedeel
telijk toebehoorende aan A. Romeinder,
met het oogmerk om zich dat biljet we
derrechtelijk toe te eigenen.
Beklaagde ontkende dit feit gepleegd
te hebben, doch beweende het met
kaartspel verdiend te hebben.
Get. R verklaarde in bedoelden nacht
in zijne tapperij met beklaagde kaart te
hebben gespeeld, waar toen nog twee
Duitschers aanwezig waren, die hem later
bleken bij beklaagde te behooren, en
wel het bekende kwartjesvindersspel
Ktlmmel-blatchen
Eerst won getuige f 20. Daarna werd
er gespeeld om f 200, die getuige ver
loor. Eene kellnerin echter, daarbij
tegenwoordig, had gezien dat get. had
gewonnen, doch dat de kaarten verwisseld
waren, wat zij mededeelde, waarop het
spel als valsch gespeeld voor ongedaan
werd gehouden. Opnieuw werd gespeeld
om 200, liggende er op de tafel een
biljet van 1000 mark, waarop R. zijn
duim hield. R. verloor en onmiddellijk
daarop rukte beklaagde het biljet van
onder den duim van R. weg, en gaf
dit over aan een anderen Duitscher
waarop R. beklaagde en dezen Duitscher
aanvatte en riep: „Spitsboef, je hebt mij
1000 mark ontstolen."
Bekl. beweert, dat R. hem dat biljet
had gegeven, doch get. ontkent dit per
tinent. Als hij had gezien op tafel
de 660 mark die hij van bedoeld biljet
terug moest hebbeD, eerst dan zou hij
het aan bekl. hebben gegeven. Zijn be
doeling was „gelijk oversteken."
De kellnerin, als getuige gehoord,
bevestigde de verklaring van R zij had
onmiddellijk na het gebeurde de politie
gewaarschuwd, doch middelerwijl was de
Duitscher, aan wien bekl. het biljet had
overgegeven, verdwenen.
Het O. M. was van meening, dat door
beide getuigenverklaringen het feit, aan
beklaagde ten laste gelegd, was bewezen.
Het bleek toch duidelijk daaruit, dat
het biljet n;et was gegeven, doch door
bekl. aan R. ontrukt.
Het feit als zeer ernstig qualificerende,
vorderde het O. M. twee jaar gevange
nisstraf.
Uitspraak over 8 dagen.
Door den burgemeester van
Groningen is geweigerd, de vergunning
VISSCHERIJ.
Scheveningen, 11 Februari.
Aangekomen zijn de schuiten Waterloo
sch. T. Taal, die f 150 besomde, en
De steenkolenhandel in Londen staat
totaal stil. De firma Cameron heeft een
opzichter ontslagen en daarover was de
toorn der werklieden zoo groot, dat de
kolensjouwers eene werkstaking zijn be
gonnen. Men spreekt van 10000 4
11000 stakers en het cijfer moet ook
wel groot wezen, daar anders de handel
niet in die male kan warden belem
merd. De andere kolenhandelaars geven
de firma Cameron gelijkzij werven
nu vrijwilligers en hebben aan de po
litie verzccht, dezen te beschermen
wanneer zij aan den arbeid gaan.
Nu is ook te Bronsley en Welling ia
den omtrek van Londen, mond- en
klauwzeer onder het vee ontdekt. Na
tuurlijk ziju de aangetaste dieren on
verwijld afgemaakt, maar het ergste is
dat er nog vee zoek is van dezelfde
partij, zoodat de besmetting overal
kan zijn ©f worden overgebracht. Naar
die dieren laat de regeering ijverig
zoeken.
Het bericht van eene verloving van
prins George van Wales wordt nu tegen
gesproken.
In Brazilië is weer eens eene omwente
ling uitgebarsten.De bezettingstroepen in
de provincie Matto Cyrosso waren niet te
vreden met den goeverneur van die pro
vincie. Welnu, waarom zouden ze dien
ambtenaar niet wegjagen? Zoo gezegd,zoo
gedaan. En toen ze dat hadden verricht,
hebben ze meteen maar opstand gemaakt,
ze waren nu toch eenmaal begonnen en
het ging in dezelfde moeite door. Na-
tnurlijk hebben eerst de telegraaflijnen er
aan moeten gelooveo, en over wat er nu
verder zal gebeuren, zullen er wel massaas
onbetrouwbare en half betrouwoare
berichten inkomen. Drie van de ministers,
hoe ze heeten hebben we nog niet
kunnen onthouden, hebben hun ontslag
genomen Welzeker, zón doet men komt
er een oproer dan gaan de regeerders
loopen. Een burgerman zou zoo denken,
dat zij in Uien tijd het meest nooriig
waren, maar van de hooge revolutiekunst
begrijpt die ook geen zier.
Overigens is er niets te vermelden,
dan dat de zweedsche ingenieur Ahlrot
die onder verdenking vau spiounage te
Kiel werd gearresteerd, is losgelaten
omdat ziju volslagen onschuld bleek.
Voorts heeft de Rijksraad te St. Peters
burg opnieuw 60 millioen roebels toe
gestaan tot leniging van den hongers
nood.
Te Barcelona heeft Donderdag eene
botsing plaats gehad tusschen de po
litie en de anarchisten. Er werden
revolverschoten gewisseld, personen
gearresteerd en wapenen en proclama
ties in beslag genomen, o. a. ook een
zwarte bauier, welke werd ontdekt bij
eene huiszoeking bij de a invoerders der
anarchisteu, onder wie zich drie Fran-
schen bevinden, welke ook zijn gear
resteerd. Ook ie Reus hebben arres-
tatiën plaats gevonden. De overheid
treedt met groote wilskracht op, het
geen wel no»dig is, daar de bevolking
zeer onder den indruk is van het ge
beurde. Proclamaties worden allerwege
verstrooid en aangeplakt met het op
schrift „Het bloed eischt bloed," en
waarin de arbeiders tegen de burgers
worden opgezet en de bedreiging wordt
stemming 'tot stand gebracht waren, en toen de oude kolonel
dat hoorde^werd hij plotseling zeer ernstig.
„Hebt gij er een bewijs van, dat uwe collega's dat hebben
gedaan, mijnheer Mozes?" vroeg hij.
„Bewijzen Wel, de spijkers zijn de bewijzen, mijnheer, dat zal
niemand ontkennen."
„Ik vrees," hernam de kolonel, „dat de aanwezigheid van
een lijk geen voldoende bewijs is om den een of anderen man
als moordenaar op te hangen, zonder dat men f.ndere gege
vens heeft om van zijn schuld overtuigd te zijn. Gij kunt
natuurlijk uw beklag officieel bij mij indienen, als gij dat
wenscht ik raad u echter ernstig aan, dat niet te doen,
omdat ik toch niets aan de zaak kan veranderen, tenzij gij mij
de namen van de schuldigen kunt geven. Bovendien vrees
ik, dat gij de schade, die uwe kamer daardoor geleden heeft,
toch zult moeten betalen."
Bootblack bromde nu„de schuldigen zijn hier allen aan
wezig. Zij kunnen het niet ontkennen. Gij kunt het hun vragen,
mijnheer."
En toen hadt gij het gezicht van den kolonel moeten zieD,
Dake, dat was om nooit te vergeten. Hij werd zoo rood als
een kalkoen. „Ik vraag u niet, mij te zeggen, wat mijn plicht
is," zeide hij plechtig en koel. „Ik heb u gezegd, wat u in
dit geval kunt doen en heb u den raad gegeven, die ik door
mijn ondervinding van het militaire leven als de beste be
schouw zelf moet gij weten of gij hem wilt opvolgen of niet.
Wij zullen dit gesprek hiermee echter staken, mijnheer Mozes,
en ons voor het overige van den avond tot meer parlementaire
uitdrukkingen bepalen."
Hier eindigde Dake en keek de beide meisjes lachend aan.
Deze waren te goed op de hoogte van de etiquette aan de
officierstafel om deze grap niet naar waarde te schatten.
„Dat moet gij vader eens vertellen, als hij hier komt," zeide Leila,
terwijl het arme zwakke schepseltje zich vermoeid van het lachen in
haar badstoel neervlijde.
„Ja," zeide Joan, „dat moet gij den majoor eens vertellen."
- HOOFDSTUK V.
Zij was het licht van zij7i leven
Majoor StephensonStewart was door dienstzaken verhinderd
om in Aldershot te komen, gedurende de weinige dagen, die
Dake nog in „Great Eastern Hotel" in Harwich doorbracht. Het
was zijn plan wel geweest, maar het bezoek van eenige militaire
autoriteiten belette hem aan zijn voornemen gevolg te geven.
Het was voor de kinderen wei eene teleurstelling, maar zij
droegen haar met eene gelijkmoedigheid, die zeer ongelukkige
kinderen soms ten toon spreiden. Op den Vrijdagavend, dat zij
hun vader verwacht hadden, deed Dake hun weer eenige genoe
gens aan in den vorm van ezelritjes, niettegenstaande de menig
vuldige betogen van juffrouw Douglas.
„Gij moest zooveel geld niet voor ze uitgeven," beweerde zij,
„want gij verwent ze vreeselijk en zij maken misbruik van uwe
mildheid. Ik weet zeker, dat de majoor het niet zou toestaan,
als hij hier was."
.„Maar hij is hier niet,'-' antwoordde Dake, „en zeifs al ware
hij hier, dan denk ik toch niet, dat hij zoo barsch zou zijn om
hun een paar ritjes te ontzeggen. Kom, juffrouw Douglas, laat
de kinderen en mij eens pleizier hebben."
„Maar wat genoegen kan het u nu geven om de ritten te be
talen voor kinderen van een ander," vroeg zij, terwijl zij verbaasde
oogen opzette over zoo'n vreemd genot.
„Wel, dat zal ik u zeggen. Nu gij uw enkel verstuikt hebt,
daardoor Diet veel kunt wandelen en de oude kindermeid bij
Leila blijft, is het zeer prettig voor de kinderen om zulk eene
goedkoope bezigheid te hebben en ik wel, ik kan onderwijl
ongestoord met u praten."
Juffrouw Douglas bloosde. „Dat is dan toch een armzalig ge
noegen," merkte zij op, terwijl zij naar den grond keek.
„O, zoo armzalig," antwoordde Dake met een lach, die zijne
woorden logenstrafte. „Kom, juffrouw Douglas, gun de kinderen
en mij eens dat pleizier."
En zoo behaalde Dake de overwinning en bleef bij juffrouw
Douglas zitten praten, terwijl hij de kinderen zoolang liet ezel
rijden tot het tijd voor hen was om het avondeten te gaan
gebruiken.
Wordt vervolgd