POLITIEK OVERZICHT.
Een Sitoonve^di'iUiM.
Een Syriër te Parijs.
'Dat sommigen de geldigheid
van de te Leiden plaats gehad hebbende
loting voor de nationale militie hebben
bestreden, is op grond dat er twee
nummers met het cijfer 365 uit de bus
te voorschijn zijn gekomen, en dat in
verband daarmee er een nummer te
weinig was, zoodat de laatstopgeroe
pene niet aan de loting heeft kunnen
deelnemen. ji
Mejuffrouw E. de Heer, ge
wezen oppasseres in het krankzinnigen
gesticht in Den Haag, schrijft aan de
Haagsche Ct.:
Wat er tegen het gesticht wordt
aangevoerd, noemt zij lastering, en zij
betwijfelt, of mevrouw Stuten wel op
recht en naar waarachtige waarhejd
vertelt. Indien het echter wel waar is,
wat zij vertelt schrijft mej. De Heer
dan hebben die mishandelingen
zeker plaats gehad op oogenblikken,
dat directeur en geneesheer er niet
waren; want zij zelve heeft o. a. bijge
woond, dat de dokter zeer zachtmoedig
was, toen eene patient hem een kop
gloeiende koffie in het gezicht wierp.
En zegt zij verder ik zou nog
zooveel kunnen aanhalen van wat wij
met die ongelukkigen overbracht hebben
Mijn ondervinding van twee jaar en
vier maanden schrijft mej. De Heer-
is, dat dokter en directeur zich niets
zullen verontrusten over deze schandalen
in de couranten want men moet weten,
als ik, hoe de directeur de oppasseres
sen aanmoedigt om goed te zijn tegen
de zieken.
Van een man die Vrijdag-
avond te Delft met veel moeite uit de
gracht tusschen de Oude Kerk en de
St. Agatha kazerne op den vasten wal
werd gebracht, was het eerste wat zijne
redders Uit zijn mond vernamen, „geef
mij een pruimpje tabak"!
Door den heer Fop Smitjr.,
dezer dagen te Rotterdam overleden,
zijn de volgende legaten vermaakt:
Aan de Maatschappij tot Nut der
Zeevaart te Rotterdam f 10.000; aan de
Zuid-Hollandsche Maatschappij tot red
ding van schipbreukelingen 5000 aan
de Prins Hendrik-Stichting voor oude
en behoeftige zeelieden 10.000aan
de Maatscluppij tot Nut van 't Alge
meen 5000aan de Inrichting voor
doofstommen-onderwijs te Rotterdam
5000; aan de Vereeniging tot het
verleenen van hulp aan minvermogende
ooglijders voor Zuid-Holland ƒ5000;
aan het Sophia Kinderziekenhuis en
Pleegzusters-Vereeniging te Rotterdam
ƒ5000; aan de School voor havelooze
kinderen te Rotterdam 5000 aan de
Vereeniging tot verbetering van Armen
zorg te Rotterdam ƒ5000; aaa de Ver
eeniging tot bescherming van dieren te
Rotterdam f 2500aan de Maatschappij
van Weldadigheid 5000 aan de Ver
eeniging de Ambachtsschool te Rotter
dam 10.000 en aan de Werkinrich
ting voor hulpbehoevende blinden te
Rotterdam 5000
W ij lezen in de N.Rott. Cl.
Het Dagllad van Zuid-Holland heeft
uit Rotterdam het volgende bericht
ontvangen, dat wij ot-der voorbehoud
overnemen
Naar alle waarschijnlijkheid zal het
schilderijen kabinet van wijlen den heer
Fop Smit Jr. noch te Parijs, noch te
Rotterdam of te Amsterdam onder den
hamer komen, maar is er integendeel
veel kans dat aan den wensch van den
overledene door de erfgenamen zal
worden voldaan, om de kostbare col
lectie, voornamelijk bestaande uit bui-
tenlandsche meesterstukken, in haar
geheel te laten en in de villa „Insu
linde" aan den Bergweg een Museum
Fop Smit Jr. te vestigen. Rotterdam zou
daardoor een museum verkrijgen, waarop
het trotsch kon zijn.
Men schrijft uit Dordrecht
dat bij het diner, Zaterdag middag door
Sequah aan een 5otai kinderen gegeven,
ook tegenwoordig was ds. Eigeman.
Toen Sequah bij deze gelegenheid een
bloerageschenk ontving van eene door
hem behandelde juffrouw, vond de heer
Eigeman daarin aanleiding om tot Da
venport eene enthousiaste toespraak te
richten.
Hij hoopte dat deze bloemen eene
voorspelling zouden bevatten voor Se-
quah's volgend leven, dat hij altijd op
bloemen zou mogen wandelen. Men
o. a. dr. Bossers van 's Gravendeel
had zich geërgerd aan dm na im „gods
gezant", dien hij Davenport gegeven
had, maar deze zou het beste doen door
stil zijnen gang te gaan. Hij, ds Eigeman,
hield hem, en zou hem blijven houden
voor een werktuig in Gods hand, om
de aan rheuraatiek lijdende meuschheid
te genezen.
De Oudehornsche klokkwes"
tie is opgelost. Het gemeentebestuur
van Schoterland besloot Zaterdag de klok
terug te geven aan Oudehorne.
Uit Beek, b ij N ij m e g e n,
meldt men
Onze gemeenteveldwachter hield Don
derdagavond iemand aan, wieDs buiten
gewone omvang hem verdacht voor
kwam, en die bij onderzoek bleek in
de stoomwasscherij van den heer J.
onder Ubbergen, waar hij werkzaam
was, een en ander te hebben ontvreemd.
Bedoelde persoon, J. H. W., woonachtig
onder Hatert, werd tot Vrijdagavond
in voorloopige bewaring gehouden, en
in dien tusschentijd deed de politie te
zijnent eene huiszoeking. Bij die gele
genheid kwam circa 200 stuks wasch-
goed en eene hoeveelheid meel, ter
waarde van circa j 20, voor den dag,
door hem, blijkens zijne bekentenis, bij
zijnen patroon ontvreemd
Toen men Zaterdag nam id
dag aan het station Heramen Dodewaard
bezig was met het rangeeren en het
verzetten van wagens in den goederen
trein 1042 van Rotterdam op Nijmegen,
is de wisselwachter U. tusschen de buffers
geraakt. Hij stierf dadelijk. De ongeluk
kige laat eene weduwe met zeven kin
deren achter.
De optocht door de Carna
valclub te Breda te organiseeren op 29
Februari zal voorstellenie gedeehe
de geboorte van Arlequin2a gedeelte
een bezoek van Prins Carnaval aan
Arlequin3e gedeelte het tienjarig feest
van Adequin.
Men vermoedt dat eerstdaags op
groote schaal zal uitgerukt worden tegen
den vijand, want gelijk het thans gesteld
is, gaat het niet langer. De soldaat be
gint te mopperen over de wijze, waarop
met zijn leven omgesprongen wordt;
hij zegt nu als hij 's avonds op hinder
laag gaat„Kom ik heelhuids terug,
dan tref ik hetmij verdedigen of op
het veld van eer mijn leven duur ver-
koopen kan ik toch niet, omdat ik straks
wellicht ver/aderlijk vermoord word;
kom ik gaaf terug, dan is het slechts
uitstel van mijne executie."
De tegenwoordig gevolgde gedrags
lijn kan waarlijk moeilijk langer gehand
haafd worden, wil men het leger niet
demoraliseeren.
In den avond van 27 December jl.
was een detachement vaD vijt-en-twin
tig man uit Ketapang Doea op hinder
laag tusschen Lamdjamoe en Blang ge
gaan. Ongeveer half tien uur naar het
garnizoen terug moetende keeren, volgde
het den spoorwegdijk, langs welken
kort te voren eene patrouille van de
maréchaussées ongehinderd getrokken
was. Op zekere hoogte gekomen, kreeg
het detachement een overstelpend salvo
van den vijand, die zich daar even
buiten de linie in hinderlaag gesteld
had. Terwijl ons troepje front maakte
naar buiten en het vuur beantwoordde,
werd het even overwachts ia den rug
op een klewangaanval onthaald; een
hevig gevecht ontwikkelde zich en het
einde was dat we drie dooden en negen
gewonden kregen, terwijl de vijand
door de inmiddels toegeschoten troepen
uit onze nabij gelegen posten op de
vlucht gejaagd werd, met medeneming
van drie onzer beaumontgeweren.
Onder onze gesneuvelden bevonden
zich twee inlanders en een Europeaan
ééa hunner had niet minder dan negen
schoten op één zijde van het lichaam
De gewonden zijn ook deerlijk toege
takeldsommigen telden tal van diepe
en levensgevaarlijke klewanghouwenaan
hoofd, schouders en armen. De dooden
werden in den namiddag van den vol
genden dag op plechtige wijze te Pet-
joet ter aarde besteldeen schrale troost
voor de overgebleven kameradea.
Men leest in Sujnatra Cl. van 4
Januari jl.
In den loop van verleden week ver
nam ïn wij geruchten van eene groote
overstrooming der Soengei Lasi en Si-
loengkang-rivieren, waardoor vele men
schenlevens verloren gegaan en groote
schade aan de spoorbaan en den grooten
weg toegebracht zoude zijn
KOLONIËN-
BATAVIA, 11 Januari.
Volgens bericht van den resident van
Rembang is op 6 dezer de cholera
epidemisch verklaard in de afdeeling
Toeban (residentie Rembang).
Van den goeverneur van Suma
tra's Westkust is het volgend telegram
ontvangen
Volgens bericht resident Bovenlan
den is in nacht 31 December jl. trans-
portweg Siloenkang, afdeeling Solok
op vele plaatsen door bandjirs vernield
en drie Druggen weggeslagen; 30 chi
neesche en 7 maleische spoorkoelies
zijn door stroom medegevoerd; slechts
3 lijken werden tot heden gevonden/'
Een telegram uit Londen meldde Za
terdag, dat de werkstaking van de
kolensjouwers voor geëindigd kon gel
den. Een later bericht evenwel spreekt
dit tegen. Wel zijn er een aantal sto
kers weer aan het werk gegaan, maar
de overigen, eenige duizenden, hebben
besloten zoolang mogelijk volte houden.
Zij sloegen dan ook een zeer hoogen
toon aan, eischten van de patroons dat
de oude werklieden weer aangeno
men en de nieuwe in dienst gestelden
weggezonden zouden worden. Natuurlijk
weigerden de kolenkoopers, om aan
zulk een eisch te voldoen, en het is
wel zeer conciliant van hunne zij Ie,
dat zij de werkstakers weer hebben
willen aannemen, voor zeover de plaat
sen van dezen nog niet vervuld waren.
Dit hebben de sjouwers geweigerd en
ziedaar de werkstaking nu doorgezet,
met ietwat meer verbittering dan waar
mede zij is begonnen.
Over het ontploffen van een dynaraiet-
bom vlak voor het huis van den spaan-
schen consul in Lissabon maakte men
zich aanvankelijk zeer ongecust en
vreesde voor moeilijkheden met Spanje.
De nieuwe verklaring van het geval is,
dat een persoonlijke vijand van den
consul de daad zou hebben gepleegd en
de allernieuwste explicatie wil weten,
dat de aanslag bedoeld was op het
huis er vlak tegenover, waar de vroegere
minister Mariano Carvalho woont.
Portugal staat overigens in zijn tegen-
woordigen geldnood niet alleen, ook in
Griekenland is het met de financiën
treurig gesteld, zooals de minister Dely
annis ronduit heeft verklaard. Hij tracht
te aau te toonen, dat die toestand
voortvloeit uit de handelingen van
Tricoupis, uit beursspeculatiën en uit
sommiger kwaadwilligheid jegens Grie
kenland. Toch koestert de minister geen
vrees, de hulpbronnen van Griekenland
verzekerd en het een beteren economi-
schen toestand, onder voorwaarde dat
er goed geregeerd worde.
Vermeerdering van belasting is hoog
noodig en daarom stelt Delyanuis voor,
dat de Staat het tabaks monopolie in
handen nemen zal, wat een jaarlijksch
profijt van tien millioen zou opleveren.
Hoe de Kamer daarover denkt, is nog
niet gebleken, maar het schijnt dat zij
alles wil goedkeuren wat verbetering
in den toestand van de financiëa bren
gen kan.
een zeer net gekleed heer en maakte
met dezen kennis. Het bleek te zijn de
particuliere secretaris van eene zeer rijke
gravin. Althans zoo noemde hij zich.
„De gravin zal gaarne aan uwen tocht
naar Jeruzalem deelnemen," zeide de
heer, „en het zal voor u een schoone
reclame wezen, wanneer een dame van
zoo grooten naam zich aan uw leiding
toevertrouwt
Onze Syriër was verrukt, maar de
particuliere secretaris, ook niet dom,
wilde hem alleen aan de gravin voor
stellen, wanneer hij er 2000 francs be
looning voor kreeg.
De arm Malouf aarzelde geen oogen-
blik en gaf ze hem en een dag of wat
later had de kennismaking plaats.
Mevrouw de gravin woonde (natuurlijk
voorloopig) op een gemeubileerde kamer.
In een oogenblik was de zaak in orde,
de gravin zou gaarne meereizen en zij
was zóo welwillend voor den armen
Syriër, dat zij hem wist te bewegen haar
achtduizend francs te leenen.
Maar toen de dag aanbrak waarop
meu zou afreizen, was mevrouw de gravin
verdwenen. Maloef kwam nu eerst op
de gejachte, dat men hem beet had
gehad en klaagde zijn no>i aan de
politie. Deze wist inderdaad de oplich
ters, zekeren RoJot ea mademoiselle
Manoury, te vatten, maar het geld was
op en de arme Syriër, die geen cent
meer over had, is uu genoodziak: on
op de boulevards jujubes te verkoj-
pen.
Uit Kota Radja werd den 3 Januari 1
l- verdronken.
jl. het volgende aan de Sumatra-Ct.
geschreven
De feestdagen, nl. de beide Kerst- zulk eene kraeht dat vele per
dagen en de Nieuwjaarsdag, zijn zeer!sonen ternauwernood aan het gevaar
kalm voorbijgegaan alleen op den j van verdrinken ontsnapten en al hunne
tweeden Kerstdlg was er matinée mu- ha™ f ®°ed ,er bi] inschoten. Den
sicale in de groote sociëteit, die echter ™lgenden dag begon het water te da
niet zeer druk bezocht was hetgeen wellen' ,en ,was rae° 10 staat de aangerichte
toe te schrijven is aan de gedrukte jschade te over2ien-
stemming, welke ia den laatsten tijd J
heerscht tengevolge van de vele neder j
lagen door ons kort op elkander gele-
den.
Eenige dagen geleden is in de Ver-
eenigde Staten van Noord Amerika een
drama voorgevallen, dat van de rijke
verbeelding van Edgar Pee of van
Villiers de l'Isle Adam de viucht had
kunnen zijn.
Een exprestrein was op weg van
Tacoma naar Kansas City, toen plotse
ling de snelheid van zijn vaart aan
zienlijk toenam. Aanvankelijk dachten
ue reizigers, (een honderd ia getal) dat
de machinist verloren tijd wou inhalen,
maar toen de snelheid van minuut tot
minuut greater werd, werden zij, angstig
Te midden van het gedreun der wie
len, die van de rails schenen op te
springen, kregen de wagens geweldige
schokken, als 't ware groote stuiptrek
kingen. De reizigers konden ternauwer
nood op hunne plaatsen b.ijven ziiten,
sommigen gingen maar op den vloer
liggen.
Een der reizigers liet het raampje
neer en trachtte eenige wo >rden te
wisselen naet den conducteur en dea
remmer, maar de klanken werden door
den wind meegenomen. En voortdurend
sneller, sneller vloog de treia voort.
Hij passeerde met bliksemsnel heil
zich uitsteke'nd gehouden en is de daar :we'ke reden wordt niet ge,ne". Z ju de'twee statins, waain hij volgens het
aangerichte schade betrekkelijk vrij ge- reden ook alcohol kuni.en heeten j reglement, halt hid moeten hou len.
ring; alleen bij Soengei Lasi werden 2 geval was de oproerige geest Blijkbaar z ju de locomotief niet dan
koelieloodsen door den stroom wegge-ivan kortea d^ur, want toen eenige per-door een beletsel, sterker dan zijzeive,
voerd bij welke gelegenheid 31 men- soaeQ 8ewoad waren, had een officier de in hare woeste vaart wor'en gestuit, en
schenlevens verloren gingen; 23 Chinee van gees^» om het als de trein dien hinderpaal ontmoette,
zen en 8 Maleiers, als vrije arbeiders slS?aal »verzamelen te laten blazen De:-ou hij tot splinters geslagen worden
aan den spoorweg werkzaam, wisten raulters wareQ spoedig gekalmeerd en en geen der reizigers zou ontsnappen.
uOp dat oogenblik maakte de remmer
een gebaar tegen den reiziger. Hij wees
eerst naar de machine en toen nair
zij a voorhoofd. Blijkbaar was de machi
nist krankzinnig geworden
De reizigers schreeuwden het elkander
toe, De wanhoop was onbeschrijflijk.
Waar zou de dolle rit eindigen en
hoevele menschenschenlevens zou hij
kosten.
Plotseling gevoelen allen, dat
Brazilië geen nieuws. Wel wordt
Uit alleszins goede bron vernemen wijgemeld, dat te Santos een opstand is
thans, dat in den nacht van 3oop 31 De- uttgeoroken maar bizonderheden daar
cember de genoemde rivieren werkelijk ov®r oat.b ezea'
buiten hare oevers zijn getreden; de band Bntsch Indie heaft een opstootje
jir was zelfs zoo geducht,dat de postweg op P aats gegrePen» dat nauwelijks met den
verscheidene plaatseu aanzienlijk bescha-1naara *an „oproer" kan worden be-
digd werd en een aantal bruggen weg-sjetnPe d' z00a!s da fransche bladen dat
geslagen zijn, waardoor het verkeer met doen-Het wasinAhpoerbij de oj-shjgtüg
Solok gedurende eenige dagen gestremd van en 'uchtballon. Ken troep van
wer(j 400 soldaten versperde plotseling den
Wat de spoorbaan aangaat, heeft deze wef en ,sloeS ®P het PubUek in öra
zich niet spoedig genoeg te redden en buaae aanvoerders werden gevangen
De bandjir kwam zoo snel en met
genomen.
Een Syriër kwam onlangs te Parijs,
met het plan van daar uit tochten te
organiseeren van rijke reislustigen naar snelheid, die 160 kilometer per minuu
Jeruzalem en elders, waarbij hij als gids bedroeg, vermindert, de gewone vaar
zou fungeeren. Op zekeren dag out- wordt weer verkregen en weldra stopt
moette hij in een café op den boulevard de trein in het eerstvolgend station
„Ik ik ik dacht, dat wij de kinderen lang genoeg alleen
hadden gelaten," antwoordde zij.
„Dat was niet vriendelijk van u," vervolgde hij, „ik heb zoo'n
vervelenden en vermoeienden dag gehad en zat daar zoo heer
lijk, en nu snelt gij zonder eenige reden weg. Ik vind het erg
onhartelijk van u."
Dake en Joan waren nu op eenigen afstand van den badstoel
gekomen. Het meisje wist niet, wat zij op zijne verwijtingen
moest antwoorden en mompelde eenige woorden zeer onver
staanbaar, die Dake op zijn manier uitlegde.
„Willen wij weer gaan zitten vroeg hij zacht, en Joan was
zoo onder den indruk van het oogenblik, dat zij zeer gehoor
zaam den stoel nam, dien hij haar gaf.
De gezelligheid was evenwel verdwenen. Op hunne vorige
plaats waren zij alleen geweest, nu werden zij op den voet ge
volgd door een paar vrouwen, die het druk hadden over de
tekortkomingen van hnnne echtgenooten.
Ons tweetal stapte dan ook weldra weer op en ging naar het
strand.
Hun genoegen was nu voorbij. Dake was zeer teleurgesteld,
en toen hij een halt uur later afscheid van Joan nam en haar
hand in de zijne nam, vertelde hij haar,dat hij in verscheidene dagen
niet kon komen.
„Waarom?" vroeg zij.
„Wij hebben het nu verbazend druk," antwoordde hij, terwijl
hij een quasi onverschilligen toon aannam.
Toen Joan zich gereed maakte om te vertrekken, nam hij
nogmaals haar hand en vroeg
„Zoudt gij er om geven, als gij mij in eene week niet zaagt
„Ja zeker. Dat zou mij spijten."
„Heel erg?"
Zij aarzelde een oogenblik, toen keerde zij zich naar hem toe
en antwoordde eenvoudig: „Ja, heel erg. Maar waarom vraagt
gij mij dat, mijnheer Dake Gij weet het toch immers wel, zon
der ik het u zeg."
„Joan!" barstte hij plotseling uit. „Joan, mijn lieveling. O..
Het scheen, dat het noodlot dien avond tegen hen was, want
juist toen Dake dit gezegd had, kwam Kitty aanloopen. „Joan»
waarom vraagt gij mijnheer Dake nooit om binnen te komen?"
vroeg zij.
Joan keek hem vragend aan. Dake antwoordde voor haar.
„Niet voor uw vader hier is, Kitty," zeide hij en boog zich om
haar te kussen. „Ik dank je, lieve meid, dat gij dat gezegd hebt,
ik zal het niet vergeten."
Toen stak hij Joan de hand lot afscheid toe. „Goeden nacht,
lieveling," zeide hij teeder en kuste de hand, die hij nog vast
hield.
Het was Kitty, die dien avond het laatste woord tot hem
sprak. „Joan," zeide zij, „mag ik mijnheer Dake tot het eind
van het terras brengen? Ik wou hem wat zeggen."
„Wel zeker, ga je gang maar," antwoordde Joan, „ik zal hier
op u blijven wachten."
„Mijnheer Dake," zeide Kitty onderweg, „gij gelijkt veei op
lord Charlie."
„Zijt gij medegegaan om mij dat te vertellen?" vroeg hij
lachende.
„Neen, uw gezicht gelijkt niet alleen op dat van lord Charlie
maar gij houdt evenveel van Joan als hij."
„Zoo, houdt hij van Joan Hij hield er van om haar naan
uit te spreken, dien zachtkiinkenden naam, die zoo goed
haar paste: en hij scheen gemeenzamer met het kind te wor
den, als hij zoo over haar sprak. „Houdt lord Charlie veel vai
Joan
„Nu, geen klein beetje, natuurlijk," zeide Kitty zeer verwon
derd, dat hij dat niet wist.
„Maar iedereen houdt van Joan," verklaarde Dake, die het
aangename gedachte vond, dat een ander verliefd was op he
voorwerp zijner vereering.
„Ja, maar lord Charlie aanbad den grond, waarop Joan liep
zei de kindermeid. Den laatsten keer, dat hij ons bezocht, ge
beurde er iets. Ik weet niet wat het was, maar de kindermei
vertelde later, dat zij dacht, dat Joan hem haar antwoord hai
gegeven, en dat hij daarover zoo wanhopig was. Ik vroeg haa
welk antwoord, maar zij zeide, dat ik daar niet over moes
praten. Ik zal nooit vergeten, hoe treurig hij er uitzag, toen
wegging. Hij schreide."
„Onzin," riep Dake, die er liever niets meer over wilde hoo*
ren en toch niet wist, hoe hij haar beletten zou er verder ove
te spreken.
Wordt vervolgd^