NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. De Korporaal van de Garde. 9e Jaargang. Donderdag 18 Februari 1892. No. 2645 A BON N EM ENTSPRIJ8 STADSNIEUWS. BINNENLAND. F EUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Fraüco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummer». 0,05. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. ADVEKTENTIEN: ma 15 regel» 50 Cent»; ieder» regel meer 10Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk ral'atj Abonnementen ea Advertenties worden aangenomen door ons. agenten ea door alle boekhand.larn ea oooinntierr, Direoteur-UItgever J. O. PS BR KB OOM. Hoofdagenten voor let Buitenland-. Comrognit Générale de FullidU Itrmgire 6 LBAB Bi O», JOU* I. JOB 11, Parte 8lHe lattbarg Menimartre. Haarlem, 17 Februari 1892. De afdeeling Haailera van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers hield Dinsdagavond eene vergadering in „Café Brinkmann." Het bestuur voor 1892 be staat uit de heeren C. Montauban, voor zitter; O. J. ten Thije, vice-voorzitter; J. van der Boon, 10 secretaris; J. de Weeger, 2e secretaris; G. C. Weeren, penningmeester. De- bevordering der onderwijzers alhier was het eerst aan de orde. Men wenschte daarin verbetering te brengen. Besloten werd voort te gaan op den weg welken men verleden jaar reeds had ingeslagen. Men had toen aan den Raad verhooging der traktementen der onder wijzers verzocht; deze was daar in be ginsel wel vóór geweest, doch koD, wegens den toestand der gem ente-finan ciën aan dien wensch niet voldoen. Verder wérd eeEe commissie benoemd om vei der verslag uit te brengen over de kindervoeding te Haarlem. Dit ge schiedde naar aanleiding van een twaalf tal vragen welke de afdeeling Volks onderwijs I te Amsterdam wenschte be antwoord te zien Als leden der commissie werden gekozen de heeren: J. Tijm; J. B. A. Saeijs; G. C. Weeren; A. Beer- nink en J. van der Bo»n. Daarna besprak men de inrichting der conduitestaten over de onderwijzers te Haarlem. Eenige leden wilden inzage verzoeken van dat gedeelte, waarin door de hoofden der scholen verslag wordt uitgebracht over hunne onderwijzers in de school; andere waren van oordeel dat men ook moest verzoeken inzage van dat gedeelte waarin het gedrag yan den onderwijzer buiten de school, in de maatschappij, wordt beoordeeld. Met algemeene stemmen werd daarna de volgende motie aangenomen De afdeeling Haarlem van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers, over tuigd, dat het levensgedrag van den onderwijzer buiten de school niet ter beoordeeÜDg van het Hoofd der School staat, geeft van deze meening kennis aan Hoofden, van Scholen en autoriteiten. Het Bestuur werd verder gemachtigd stappen te doen bij de bevoegde per sonen om inzage te verkrijgen van dat gedeelte van het verslag, handelende over de onderwijzers in de school. Dinsdag waren wij in de gelegenheid om de inrichting van den heer J. P. Rustige tot vernikkelen, bronzeD, ver zilveren en vergulden van allerlei voor werpen, in oogenschouw te nemeD. Deze geheel Eieuwe inrichting is geves tigd in een ruim lokaal aan de Kin derhuissingel No. 58. Wij zagen daar, hoe een stuk ruw ijzer over twee slijp- banken geheel glad werd gemaakt, om daarna op galvanische wijze in een rood- koperbad met een laagje van dat me taal te worden bedekt, om na deze be werking in een nikkelbad te worden vernikkeld, en verder op de dubbele poleermachine te worden geglansd. Daar het zilverbad een inhoud heeft van 1000 L. kunnen voorwerpen van betrekkelijk grooten omvang hierin worden vernik keld. Het etablissement van den heer Rustige is ook zeer practisch ingericht voor het bronzen, en wordt alles langs den galvanischen weg op de snelste en naar ons dunkt meest vertrouwbare wijze bewerkt. De beweegkracht voor de zeer beknopte toestellen, wordt ge leverd door een gasmotor van 4 pd. kr de helft van die beweegkracht wordt vereischt voor het in werking brengen van de dynamo. De voorstelling van den „Professeur Gauthier" verboden! Naar aanleiding van het verzoek, tot den Burgemeester gericht door het de partement Haarlem van de Maats, tot Nut van 't Algemeen, heeft Z.E.A. be sloten, de voorstelling van den profes seur Gauthier, „het onthoofden van een levend mensch" te verbieden. Tot onze verwondering hebben wij vernomen, dat niet alleen dit nummer van het programma is geschrapt, maar dat de geheele uitvoering van het spectacle- concert is verboden. De gemeentewet geeft den Burge meester uitdrukkelijk het recht, om „te waken tegen het doen van met de openbare orde of zedelijkheid strijdende vertooningen." Nu kan men de vraag opperen, of deze vertooninghet ont hoofden van een mensch, dat wil zeggen eene nabootsing daarvan, kan worden geacht te zijn in strijd met de openbare zedelijkheid. Van een conflict met de openbare orde valt wel niet te spreken. Sommigen betwijfelen dat. Zij zeggen, dat er van strijdigheid met de. open bare zedelijkheid niet kan worden gesproken, daar tot de vertooDing niemand toegang heelt, die haar niet wil bijwonen en daarvoor een zekeren entiéeprijs betaalt. Zij die zoo spreken, wijzen op sommige volstrekt niet minder schadelijke tooneel- vertooningen en beweren, dat een stuk als Tolstoi's „De Macht der Duisternis" aan den maatstaf, dien men nu bij den professeur Gauthier heeft aangelegd, evenmin zou hebben kunnen voldoen. Toch is dat stuk in onzen schouwburg gegeven. Men gaat nog verder en meent, dat er voor den Burgemeester alleen reden zou kunnen bestaan om tusschenbeide te komen, wanneer een zenuwprikkelend schouwspel werd gegeven op de Groote Markt, zoodat de argelooze voorbij ganger tegen wil en dank van dat schouwspel getuige zou moeten wezen. Maar alle deze beschouwingen kun nen de onzen niet zijn. Het komt ons voor, dat men redeneeren kan zooveel men wil, over de vraagof het hoofd der politie geroepen is, al dan niet, een soort van vaderlijk gezag over de bur gerij uit te oefenen mits men dan ook maar toegeeft, uat door het v.rbieden van de voorstelling, een aantal raen- schen zijn bewaard voor een schokkend schouwspel, dat wellicht op hun zenuw gestel grooter invloed zou hebben dan zij nu zelve wel denken. Van onthouding van een genot kan hier wel geen sprake zijn alleen wordt doot het besluit van den burge meester aan velen de gelegenheid ont nomen, om toe te geven aan een ziekelijke eigenschap van den mensch m het algemeende zucht naar het zien van wat akelig en gruwelijk is. Zoo turen wij menschen naar de toeren van een acrobaat, niet omdat die op zichzelf genomen zoo mooi en sierlijk zijn, maar omdat de gedachte bij ons opkomt van het gevaar, dat de man bij zijne kunsten loopt. Er is iets aan genaams, schijnt het, in het huivering wekkende en het afgrijselijke. Gelukkig is die eigenschap bij den mensch niet zóo sterk, dat hij zich niet over het gemis van een prikkel daarvoor, kan heenzetten. Per slot zal niemand er zich ernstig over beklagen, dat dit schouwspel hem ontgaan is en daarom verdient het Bestuur van het departe ment Haarlem van het Nut een woord van lof voor zijn initiatief in deze, dat den Burgemeester zeker zijn besluit om de voorstelling te verbieden, zal hebben vergemakkelijkt. j Als lid van den raad der gemeente Spaarndam is gekozen de heer P. Veldt. Aan de bedelarij, die te Haarlem mermeer op groote schaal geschiedde, is door de flinke houding der politie een eind gemaakt. Elk die ze bedelend aantrof, werd voorloopig in verzekerde bewaring te Hoofddorp gebracht. Door dien maatregel is men grootendeels van de vreemde bedelaars bevrijd geworden. Dinsdagavond ten 6^ ure heeft ten huize van den heer J. Romeiü, anti quair, woonachtig aan den Kruisweg No. 66, brand plaats gehad op een bo venachterslaapkamer, vermoedelij k ontstaan door het in aanraking komen van de venstergordijnen met de kachel. De kinderen, die beven de brandende kamer sliepen 2ijn met moeite gered. De brand is door de bewoners, buren en eenige ager.ten van politie gebluscht. De schade is nog al belangrijk, vooral aan antieke meubelen, maar alles is ver zekerd. Bij koninklijk besluit is aan den heer mr. J. P. R. Tak van Poort vliet, minister van binnenlandsche zaken, op zijn verzoek eervol ontslag verleend als lid der Internationale Commissie tot voorbereiding eener herziening betref fende de afwatering van Vlaanderen en eener regeling van het beheer der zoo genaamde gemengde polders, onder dankbetuiging voor de door hem in die betrekking bewezen diensten, en is als zoodanig in zijne plaats benoemd de heer jhr. mr. W. Six, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Bij koninklijk besluit is benoemd tot kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Brielle N. J. C. S H. Lette, burgemeester van Oostvoorne. Bij koninklijk besluit is benoemd tot kantonrechter- plaatsvervanger in het Aanton Amsterdam No. 4 mr. H. Mas- sink, advocaat en procureur te Am sterdam. Bij koninklijk besluit is, met ingang van 1 Maart a. s., benoemd tot com mies der posterijen van de 40 klasse J. P. Haanschoten, thans surnumerair der posterijen. De gewone audiëntie van den minister van Koloniën zal op Vrijdag 19 Febr. niet plaats hebben. Niet de Commissarissen der Koningin hebben zich ter zake van het aan H. K, H. de Groothertogin van Saksen Weimar aan te bieden huldeblijk tot de burgemeesters ge wend, maar eene uitvoerende commissie uit de Hoofdcommissie, die zich voor dit doel gevormd heeft en waarvan de Commissarisssen in de verschillende provinciën met andere hooggeplaatste personen leden zijn. Met 1 Maart zal, naar de Haagsche corr. van de Zutph. Ct. ver neemt, de Tweede Kamer weder bijeen komen. De meeste der toegezegde be langrijke ontwerpen moeten echter nog inkomen. De vermogensbelasting van den minister Pierson is nu van den Raad van State terug, voorzien van een lijvig rapport. Eerst nadat op dat rapport advies is uitgebracht aan H. M. de Koningin, kan het ontwerp bij de Tweede Kamer aanhangig worden ge maakt. Tot opvolger van prof. Hoekst ra alsjhoogleeraar bij de algemeene Doopsgezinde Sociëteit is gekozen de heer I. J. de Bussy. Het drietal bestond uit de heeren De Bussy, dr. A. Loosjes en dr. Johs. Dyserinck. Nopens het vraagstuk in hoever beheer in regie van het opitim- monopolie in Nederlandsch Indië wen- schelijk is, wordt nog het advies van de Indische regeering tegemoet gezien. Intusschen is door den minister van koloniën aan den Gouverneur-Generaal het verlangen te kennen gegeven, dat in afwachting van eene beslissing nopens deze kwestie mogelijke verbeteringen in de werking van het bestaande stelsel niet achterwege blijven. Hier te lande is in studie genomen het denkbeeld om voor het bereide opium eene doel matige verpakking van de hoeveelhe den, die mogen gedebiteerd worden, in te voeren, een heilzaam middel tot bestrijding van den sluikhandel, in de eerste plaats, onder het tegenwoordige stelsel, van dien, welke van de pach ters is te duchten. Men deelde aan De Kapiia- list een telegram mede uit Hamburg, waarin wordt gemeld, dat de stoomvaart maatschappij, welke van die stad op Java vaart, de Sun da-lijn, en die de Maatschappij Nederland betrekkelijk groote concurrentie aandoet, in het laatst dezer maand voor het laatst eene vaart derwaarts zal ondernemen en daarmede die vaart zal staken. De koninklijke Vereeniging het Eereteeken voor belangrijke krijgs verrichtingen te 's Hage is voornemens, met toestemming van den burgemeester, aan haar eere-lid en eere commissar is den gep. luit.-generaal van het Indisch leger, jhr. Yerspijck, aanstaanden Viijdag wanneer de generaal zijn 7o3t°a verjaar dag hoopt te gedenken, bij die gelegen heid des avonds met de muziek der jagers eene serenade aan zijne woning te brengen. De sociaal-democraten te Amsterdam hebben Maandagavond eene meeting gehouden, waarin tal van greven tegen de tentoonstelling van voorwerpen, door werklieden in hunnen vrijen tijd ver vaardigd, werden te berde gebracht. Zij werden alle te zamen in deze motie vervat„de vergadering, van oordeel dat een wedstrijd als de thans uitge- schrevene in den tegenwoordigen tijd HOOFDSTUK VII. Dake kreeg weer eenigszins hoop. De firma was rijk en mach tig, en ofschoon 150.000 pond een groote som was, had hij toch wel eens van huizen gehoord, die bij grootere verliezen nog staande bleven. Kom, hij zou er maar niet over treuren en dien avond naar Harwich gaan. Wat nut had het als hij zich wan hopig over een onheil maakte, dat misschien Dog afgewend zou worden. Maar onze arme Dake bleef niet laüg zoo hoopvol en moedig. Vóór hij dien dag van de koffietafel opstond, werd hem een telegram gebracht. Hij opende het en zag dat het ergste was ge beurd. Het bericht was zeer koit zooals telegrammen met slecht nieuws gewoonlijk zijn en bevatte slechts deze woorden: „Hedenmorgen betalingen gestaakt. John Dake." Dake borg de jobsbode in zijn zak alsof het telegram niets bizonders vermeldde, maar zijn gezicht was zoo doodsbleek ge worden, dat zijn buurman aan tafel, Harris, zacht tot hem zeide „Ik hoop toch niet, dat je slecht nieuws hebt gekregen, oude jongen „Zeer slecht nieuws," antwoordde hij, „maar ik zal het u later wel vertellen." Voor hij Harris evenwel sprak, ging Dake naar den kolonel. „Kunt gij mij ook een paar dagen vei lof geven, kolonel?" vroeg hij kortaf. De kolonel keek op. „Wat? Verlof Scheelt er iets aan, Dake Gij ziet er zoo mistroostig uit." „Ja, kolonel, er scheelt veel aan; ik vrees, dat ik geruï neerd beu." „Gei uïneerd, beste jongen vroeg de kolonel, „maar hoe komt dat dan De arme Dake vertelde de geheele gesehiedenis. „Ik vind, dat het nu mijn plicht is om eens te gaan kijken, hoe het met mijne ongelukkige familie gesteld is." „Ja, dat moet gij doen. Ik hoop, dat bet beter af zalloopen, dan de zaak zich nu laat aanzien," en met een hartelijken hand druk kreeg Dake verlof om zoo spoedig te vertrekken als hij wilde. De toebereidselen voor zijn vertrek waren weldra gemaakt; zijn oppasser pakte zijn valiesje en onderwijl gaf Dake zijn vriend Harris een kort verslag van het gebeurde. „Zeg er niets \an aan de anderen," zeide hij, toen hij geëindigd had. „Zij mogen naar hartelust er over praten als de zaak pubiiek wordt. Dan kan het mij niet schelen, want ik hoor het toch niet." „Maar gij gaat ons regiment toch niet verlaten „Zeker, ik kan onmogelijk alleen van mijn inkomen ieven," antwoordde Dake. „Maar wat gaat gij dan doen „Wel, wat doen de meeste menschen, die zich moeten ver minderen Gewoonlijk geraken zij in verval, maar dat kan ik je wel zeggen, dat ik dat niet onder 't oog van mijne kennissen en vrienden zal doen, dan ga ik liever naar een afgelegen plaats Nu zal ik den toestand van dien armen duivel eens onder vinden, die bg eiken wedstrijd om ons heen zwerft en wacht tot wij hem te eten vragen. Drommels, hoe heet hij ook weer. Hillier, Hillyard of zoo iets dergelijks. Ik geloof niet, dat hij tegenwoordig een glas champagne proeft, dat hij niet op deze manier verkregen heeft, en zijne kleeren zijn ware toonbeelden van vervallen grootheid." „Ja, dien vent ken ik wel. Hildon heet hij," antwoordde Harris. „Weet gij ook, hoe hij zoo tot armoede vervallen is?" „Ja. Hij kwam in het regiment met een inkomen van 20.000 pond en verteerde twee jaar lang zooveel, dat het geld gauw op was." „Nu, zooiets hebt gij u ten minste niet te verwijten." „Ja, dat is waar. Ik ben er evenwel even erg aan toe, want mijn kapitaal en interest zullen wel geheel en al in het bankroet blij ven," zeide Dake, en voegde er toen bitter bij „maar wie zal er een ziertje om geven als mijn jas even armoedig is als die van Hildon." „Kerel, zoo moogt ge niet spreken," riep Harris uit. „Het kan ons allen heel veel schelen en is er een groot onderscheid tusschen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1