NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. RUBY. 9e Jaargang. Zaterdag 5 Maart 1892 No. 2659. ABONNEMENTSPRIJS ADVERTENTIËN: STADSNIEUWS. BINNENLAND. FEUILLETON. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65. Geïlluatreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummer». 0,05. Dit blad veracht!"' dagelijks, behalve op Zon- en Feeatdagen. BoreanKleine Hontatraat No. 9, Haarlem. Telefeenawaer 111, 15 regel* 50 Cent*; iedere regel meerg 10 Cesle. Groete letters neer plaatsrmimtej Bij Abonnement *»iiienlijk rab&fg Abonnementen m Advertenties worden aangenomen dee? oase agentes om door alle boekhandelaren os eoursatias?, Directeur-Uitgever J. O. PKEBSBOOtfj Hoofdagenten voor het BuiUnlaniCompagnie Genéralt d* Publkitt Mtrangirt L. LAB Ml Ctn JOMN I. JONAS, 8ucc.t it 81 Hs Itmèonrg Montmartre. Het bijvoegsel van het bladdat Zaterdagavond verschijntzal bevatten Emiltnaar het franseh. Bin nen- en Buitenlands, he berichten VariaKleine advertentiën uit „Het Blaadje" NoIX. Adver tentiën enz. Haarlem, 4 Maart 1892. Naar wij vernemen is door den heer A.g van der Steur Jr. als agent der Assurantie Compagnie te Amsterdam aan den staf van het corps brandblus- schers de somma van 20 ter hand gesteld om aan de politie uit te reiken, als blijk van waardeering voor de goede diensten bewezen bij het blusschenvan den brand in de Korte Jansstraat ©p Zendagavond 28 Febr 11. Gedurende de maand Februari is in de Stuivers Spaarbank van de afdeeling Haarlem van den Volksbond ingebracht in 578 posten 88i,66s, terugbetaald in 43 ƒ1121,056. Er zijn 32 nieuwe boekjes afgegeven. Als vervolg op zijn voordracht van „Zenuwachtigheid" gehouden Woensdag 6 Januari j 1,, sprak de heer dr. J. T. Noordijk, officier van gezondheid alhier, Woensdagavond in de kleine zaal van Felix Favere uitgenoodigd door „Volksbelang", over den menschelij ken wil. Met een enkel woord rcerde spreker nog zijn vorige voordracht aan. Zonder dat hij het in het minst had kunnen vermoeden, hadden de couranten een verslag hiervan gegeven, en had spreker bemerkt, dat het stokpaard, dat hij dien avond be reed er met hem van door was gegaan, ook toen hij het onderwerp „influenza" aanroerde. Voor dezen avond zou hij dan ook de teugels van zijn stokpaard wat strakker aanhouden. Zich zelf in zijn jeugd tot voorbeeld nemende, schilderde spreker ons op boeiende wijze, hoe ellendig de menschen met een zwakken wil er aan toe zijn hoe hunne ziel naar gelar.g van de omstandigheden woidt heen en weer geslingerd en zij daardoor aan zenuw en zielsziekte ten prooi worden. Een groot aantal menschen meenen ziek te zijn naar lichaammaar zijn het naar geest.Zulke lijders worden beheerscht door de omstandighedenzij missen zelfkennis een standvastigeD wil, en een eigen persoonlijkheid. WelDU zulk een toestand oefent evenals zwaarmoedig heid een nadeeligen invloed uit op het lichaam, In zeer nauw verband staat de zenuwziekte met de ziekte van het gemoed, de ©ene als het gevolg van de ander. En deze ziekten vinden hun oorspiong in de zwakheid van wil. Wordt die zwakheid van wil niet tegen gegaan dan wordt de lichamelijke toe stand van deze zenuwlijders steeds minder. Uit zenuwziekte voortspruitende kwalen worden dikwijls door plotselinge gemoedsindrukken genezen. Wanneer men bijv. bij lijders aan hysterische ver lamming wien het onmogelijk is zich te bewegen, hun bed in brand stak, dan zouden in negen van de tien gevallen de patiënten zich ijlings uit de voeten maken. In zulke ziektegevallen wordt maar al te dikwijls de geneesheer te hulp gehaald, van hem kan echter de gene zing niet uitgaan. Het voornaamste ge deelte van de genezing is de geestelijk? terechtwijzing, die moet worden uitge oefend door de familieleden en vrienden van den zielslijder, die in zijn ziele- leven beter kunnen doordringen dan dit met een geneesheer het geval is. Verder besprak de heer Noordijk nog de eigenaardige wijze, waarop met de opvoeding van kinderen wordt omge sprongen, die in hunne eerste jaren veel te weim'g aan ©rde en regelmaat worden gewend, welke noodig zijn tot het behoud van de gezondheid. Een mensch moet eerst aan orde en tucht, in de goede beteekenis van het woord, gewennen om later zelfstandig te kunnen optreden en zichzelf te kunnen besturen. Ook speelt bij de opvoeding het goede voorbeeld natuurlijk een groote rol. Verder besprak de heer Noordijk nog de menschen met een teer en fijnge voelig gemoed. Aan zulke gemoederen geeft de wereld pijnlijke indrukken, hetgeen dikwijls ten gevolge kan heb ben, dat zij tot zenuwzwakte en zwaar moedigheid leiden. Zulke menschen nu moeten daarvoor genezing zoeken en door opoffering zichzelf vergeten, en zich evenals Jezus @p een hoog stand punt van menschenliefde stellen, kracht vindende in hun gelooi. Ten slette droeg de spreker nog eenige verzen voor van den fijngevoe ligen dichter Gerbrand Adriaansz Bre- deróo. Na eenig debat sloot de voorzitter de vergadering, na haar dank te hebben overgebracht aan den spreker voor zijn boeiende rede. armoedig gekleed, half beschonken man, oud circa 60 jaar, met gezengde wenk brauwen en baard, aangezicht ovaal, bakkebaarden grijs, postuur flink, lang ongeveer 1.70 meter; trekt al sprekende met den linkerhoek van de onderlip kleedingdonkerblauwe jas met pet, broek van donkere stof en schoenen. De Officier van Justitie te Haarlem ver zoekt opsporing en draadbericht van dien man, zoomede van een man met bruinbonte muts, donkergrijze demi- jsaison, zwarte broek, bruin wollen ge- breid vest, zwart en wit gestreept boe zeroeo, schoenen of laarzen, groot van gestalte met donkeren knevel en baard spreekt stotterendvan eene vrouw mei losse witte geplooide muts, witte ban den, lang Friesch jak met panden, zwarte pantoffels, zwarte kousen, don keren omslagdoek, donker uiterlijk, eenigszins schee ven mond, ongeveer 40 jaren, en van twee bedelaars, beiden ongeveer 40 jaren, middelmatig groot, de een iets grooter dan de andere, éen zwaar gebouwd met jenevergezicht, on gunstig uiterlijk, zwaren, ietwat rossigen knevel, lange ruige donkere jas, donkere broek, donkergrijze stoffen pet met rechte klep, schoenende kleinere met kortere jas, donkere broek, donkere pet met rechte klep. Ontvreemde of vermiste voorwerpen. Arrond. RotterdamIn den morgen van 2 Maart jl., is te Gouda door in sluiping ontvreemd: i bruine demisaison met kraag van dezelfde stof, bruine overtrokken knoo- pen, zwart gestreepte voering en kleppen op de buitenzakken in de zakken een zwarte portemonnaie, inhoudende onge veer ƒ0.50 aan klein geld en twee sleuteltjes, een Roomsch-katholiek kerk boekje en een paar zwartglacé hand schoenen. De commissaris van politie te Gouda verzoekt opsporing en bericht. Zie vervolg Stadsnieuws in derdepag.{ j Van den officier van justitie alhier ontvingen wij het volgende bericht, met verzoek dit te willen overnemen. Bekendmaking. In den namiddag van Zondag 28 Februari jl. is te Oegstgeest gezien een Er gaat bijna geen nacht voorbij, of er worden te Haarlemmermeer eenden en kippen gestolen. Niet altijd gelukt het der politie de daders te ontdekken. Graan- en zaadmarkt gehouden te Hoofddorp, Haarlemmermeer, 3 Maart 1892, Witte tarwe 6.25 9.55, ristar- we ƒ6.25 rogge ƒ6.75 J 7-15 haver f6.50, f 7.40, chevaliergerst ƒ5 50, zomergerst ƒ4.75 k ƒ510 duivenboo nen f 7.k ƒ7.15, paardeDboonen ƒ6.25 /6,70 groene erwten ƒ7,40 ƒ9.25. De opbrengst der Noord-Zuid-Hol - landsche Stoomtramweg Maatschappij Haarlem—Leiden bedroeg in Februari 1892 ƒ6419.065, in Februari 1891 6142 41. Sedert 1 Januari 1892 ƒ13394.80 tegen ƒ11593.125 ©ver het zelfde tijdvak van 1891. De minister van Binnen- landsche Zaken brengt ter algemeene kennis dat in de maand Mei of Juni e. k. gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen van de practische examens "van apotheker, vermeld in art. 11 der wet van 25 December 1878 Staatsblad no. 222). Dag en plaats dier examens zullen nader worden bekend gemaakt. De beslissing van Ged. Sta ten van Zuid-Holland van 22 Febr. jl. op reclames ingebracht tegen de loting voor de Nationale Militie voor de ge meente Leiden der lichting 1892, over weegt, dat de aanwezigheid van twee nummers 365 in de lotingsbus is eene onregelmatigheid, welke op den uitslag der loting van invloed heeft kunnen zijndat toch tot voor de eerste maal nummer 365 werd getrokken, een dub bele keus gegeven is om dat nummer te trekken, terwijl ook de aanwezigheid in de bus van een briefje meer dan het getal briefjes dat daarin had behoo- ren te zijn, kan teweeg gebracht hebben dat lotelingen andere nummers hebben getrokken, dan zij zouden getrokken hebben, indien dat briefje zich daarin niet had gevonden. Naar aanleiding van de overplaatsing van kolonel Vogel uit Leiden naar Den Haag als commandant van het regiment grenadiers en jagers schrijft men aan „de Amsterd." o. a. „Reeds onder het vorige ministerie heeft het in de hoogere rangen van het leger veel ergernis verwekt, dat een kapitein, particulier secretaris van de Regentes, inzage heeft in conduitelijsten van hoofdofficieren en generaals. Thans hoort men minder er over spreken en buigt ieder, hoewel dikwijl zacht morrend, voor den grooten invloed van dien secretaris, die door deze laatste benoeming zoo schitterend wordt bevestigd. Algemeen wordt verzekerd dat de minister Seyffardt heeft willen volhou den, doch dat zijne collega's bevreesd voor eene interpellatie als de Tweede Kamer bijeenkwam, zooveel pressie op hem hebben uitgeoefend, dat hij heeft toegegeven. Het is jammer, dat hij niet de voorkeur er aan gegeven heeft om af te treden, te meer, daar zijn prestige in het leger zeer gedaald is, nu blijkt dat hij tegen den invloed van kapitein De Ranitz niet is opge wassen. Het volgende adres is, n- derteekend door alle verveners te Beets, aan Gedeputeerde Staten van Friesland opgezonden. Ondergeteekenden, allen verveners der venen te Beets, geven met eerbied te kennen, dat de toestand hunner venen en werklieden onhoudbaar is geworden en dat daarvan in hoofdzaak de telkens terugkeerende hooge waterstanden oor zaak zijn. Indien hieraan niet spoedig een einde komt, zullen de reeds snel kortende venen geheel tot verval over gaan, waardoor het groot aantal werk- loozen in deze venen met velen zal worden vermeerderd en ten laste komen van Opsterlands armwezen, wat eene jaarlijksehe som van 50,000 eischt. De slikgelden, door de verveners dezer ve nen geofferd, bedragen reeds meer dan ƒ325,000, terwijl de raming der kosten van inpoldering j 285,000 is. Adressan ten verzoeken daarom beleefd, doch dringend, dat Provinciale Staten mogen besluiten tot inpoldering over te gaan, en wel ten spoedigste, opdat er een eind kome aan de onhoudbare toestan den onzer venen en werklieden, want greet is wederom de ellende en schade, door het hooge water aangericht. DeExploitatiemaatschappij is ijverig in de weer, hare rijtuigen te voorzien van inrichtingen voor verlich ting met gas, ter vervanging van de tot dusver bestaan hebbende verlichting met olie. Dagelijks worden tal van gastrans- portwagens ter ruiling gezonden naar de fabriek te Blerick bij Venloo, en daarna verzonden naar de stations Vlis- singen, Rotterdam D. P., Rotterdam Maas, Den Haag, Amsterdam C. S., Nijmegen of Zwolle, alwaar het gas wordt overgebracht in de gashouders, onderaan de rijtuigen aangebracht. Wegens het veelvuldig voorkomen van mond- en klauwzeer onder het vee in het buitenland, is de aan de commissarissen der Koningin in de onderscheidene provinciëo verleende machtiging om afwijking toe te staan van het verbod van in- en dootvoer van de van vee aikomstige artikelen, ingetrokken voor zooveel betrelt den in- of doorvoer uit het buitenland van versche huiden (met inbegrip van versch gezouten huiden,) van mest en van versche (niet gedroogde) klauwen en hoornen. De bouw van het tooneel in den Amsterdamschen Stadsschouwburg HOOFDSTUK II. ,Ons fortuiü," viel Otto hem in de rede. „Wat meent gij hiermee „Dat ik reeds van den beginne af besloten ben mijn vriend in alle voordeelen, die ik geniet, te doen deelen." Otto drukte geroerd de hem aangeboden hand, maar kon geen woorden vinden om zijn dank te betuigen. „Maar kom, Otto," vervolgde Karl, „vertel mij nu eens waar om gij dezen avond hier zijt." „Gaarne. Gij weet, dat geheel Europa gereed staat om het zwaard uit de schede te trekken. De politiek van Frankrijk heeft de beschaafde wereld in beroering gebracht. Als pruisisch onder daan ben ik naar mijn geboorteland opgeroepen om bij het leger officier van gezondheid te dienen en ik ging over Antwerpen naar Berlijn, in de hoop u te zien. Er staan vreeselijke, tijden voor de deur en de hemel weet wat er van ons zal worden." „Gij behoeft u hierover niet meer bezorgd te maken," zeide Karl. „Gij hebt nu geld genoeg om een rempla^ant te koopen, want ik maak u tot mijn deelgenoot. Als ik sterf zal ik u alleen het geheim toevertrouwen. Wij moeten elkander plechtig beloven, dat onze ontdekking met ons zal sterven. Als wij er een goed gebruik van maken, dan is zij ons van veel nut, komt zij echter in handen van het publiek, dan zou zij weldra waardeloos zijn. Stemt gij hier in toe Otto maakte geen tegenwerpingen en de bepaalde eed werd plechtig afgelegd. „Laten wij nu de smeltkroezen gaan onderzoeken om te zien ot myne laatste ontdekking van waarde is." Met deze woorden nam hij met behulp van een tang de smelt kroezen een voor een uit het vuur en plaatste ze op den grond om af te koelen. Beide mannen zaten een half uur zonder een woord te spreken, zij waren in gedachten verdiept en verkeerden bovendien in eene koortsachtige spanning. Eindelijk was het zoozeer ver langde oogenblik gekomen, hun ongeduld werd nog grooter, toen de smeltkroezen opengehamerd werden en met schitterende oogen wachtten zij den uitslag van de proefneming af. Oader de stukken van de smeltkroes lag een robijn zoo groot als een duivenei. Het zweet droop Karl van 't voorhoofd, toen hij de overige smeltkroezen openmaakte en een prachtige esmerald van het zuiverste water in handen kreeg. Dóór de inspanning van de laatste oogenblikken afgemat, zon ken de beide mannen in hun stoel terug, met een schat in de handen, die zelfs de rijkste millionair niet kon toonen. Op datzelfde oogenblik werd de voordeur met een harden slag dichtgetrokken. Dadelijk kwamen Karl en Otto tot bezinningen terwijl zij de stukken der smeltkroezen van den grond opzochten, verborgen zij de schitterende diamanten in hunne zakken. De stilte van den nacht werd verbroken door het geluid van on vaste voetstappen op den eikenhouten trap; frissche lucht ver vulde de kamer, en juist toen de kerkklok het middernachtuur sloeg, stond de verwachte gast voor Karl en Otto. HOOFDSTUK III. De man, die zooeven de kamer van Landsberg was binnen getreden en wiens gelaat de sporen droeg, dat hij te veel ge dronken had, was Jozef van Grootz, handelaar in edelge steenten. „Mijnheer Landsberg," zeide hij, na een hoffelijk en groet, „gij ziet, dat ik precies op tijd ben. De twaalf slagen van de klok zijn nauwelijks weggestorven. Als een ware Belg zorg ik stipt op mijne afspraak te zijn. Dronken of nuchter, steeds is een Vlaam bereid om zaken te doen en die in beide gevallen goed ten uitvoer te brengen. Die feesten bij het einde van het jaar vermoeien iemand anders geducht. Ik kom zooeven van het bal bij den ouden van den Heuvel, waar ik het aangename met he t nuttige verbond, want ik dacht daar een flinke erder te krijgen van dén verliefden ouden bankier, die zijne jonge bruid met allerlei kleinodiën overlaadt. Ik moest echter!: spoedig, en to

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1