NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. DE MOORD 9e Jaargang. Dinsdag 8 Maart 1892. No 2661. A BON N EMENTSPR1JS ADYERTENTIÉS: Hood te Beets. op den Raamsingel. STADSNIEUWS. BINNENLAND. FEUILLETON RUBY. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummer». 0,05. Dit blad rerschtjat dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Hontstraat No. 9, Haarlem. Telefooaiaaemer 131. ts» 1—5 regels 50 Cents; iedere regel meefï 10 Ces»». Groete letters naar plsatsreiKte. Bij Abonnensee» aarudesliJV rabat. Abonnementen en Advertenties worden saageaean duo. oase agenten en door alle boekhandelaren es ooorantiersi Directeur-Uitgever J. C. PIIBÏBOOM. \Hoofiagenten voor iel Buitenland: Compagnie OSnirale ie Bnilieiu Btrungire 0. L. BA BB3 Co, J6SM JGNBS, S»cc., Farfe Slida tuuieurg Menimertrii De ondergeteekenden, in hunne be trekking meer bizonder op de hoogte gesteld van den bitteren nood, waarin een duizendtal veenarbeiders te Beets in dit barre jaargetijde verkeeren, wenden zich tot hunne stadgenooten met de dringende uitnoodiging hun eene gave te willen toezenden tot leniging van de ellende, die daar geleden wordt. Ook de kleinste gitt wordt dankbaar aan vaard en zal door hen aan de commis sie die zich ter plaatse gevormd heeft, worden overgemaakt. W Haarlem, 7 Maart 1892. Fr. LIEFTINCK. Mr. H. Th. DE KANTER. In antwoord op aanvragen doorniet Geabonneerden gedaan om Portretten van de slachtoffers van den moord op den Raamsingel, herhaalt ondergetee- kende, dat die uitsluitend aan Geabon neerden op Haarlem's Dagblad en in geen geval aan iemand anders zijn gezonden. He Directeur-Uitgever Voortdurend loopen er geruchten over de arrestatie van den moordenaar. Al die geruchten zijn valsch. Indien ze juist waren, dan zou het publiek een bulletin aan de deur van ons bureau aangeplakt vinden. Niets zal ons aan genamer zijn, dan daartoe in staat te worden gesteld. Maar voorloopig bestaat daarop nog weinig uitzicht. Wij koesterden de vo rige week een plannetje, dat helaas op een practisch bezwaar is afgestuit. Wij wilden Haarlem's burgerij oproepen, om bij kwartjes en dubbeltjes, desnoods bij centen tegelijk, bijeen te brengen een som van bijvoorbeeld honderd Gulden. Wanneer dat bedrag was verkregen, dan zouden wij voer groote aanplakbiljetten hebben gezorgd, waarop die geldsom als|premie werd uitgeloofd aan dengene, die de justitie eene aanwijzing kon doen, welke leidde tot de arrestatie van den moordenaar. c Wij waren er zeker van, dat honderd gulden gemakkelijk zou kunnen worden bijeengebracht, maar het plan stuitte af op deze moeilijkheidwie zal beslissen, aan welke persoon de premie toekomt? Wij kunnen dat niet doen en de heer officier van justitie benevens de heer rechter commissaris verklaarden ons, dat het ook niet op hun weg lag zich daar mede te belasten. Zeer zeker is het dan ook bezwaarlijk, uit te maken, wie de aanwijzing heeft gedaan, die tot de arrestatie leidde. En aangezien de aspiranten naar zulk eene premie waar schijnlijk niet tot de braafste „en aan genaamste menschen zouden behooren (een goed burger toch zou ook zonder belooning elke mogelijke aanwijzing aan de justitie verschaffen) meenden wij de handen niet in een wespennest te moeten steken. Alzoo gaat de zaak niet door. Maar zou de familie van de overledenen het plan niet ten uitvoer breDgen en eene dergelijke premie uitloven? 't Komt ons voor, dat het alleszins op haren weg zou liggen. Naar ons werd medegedeeld door iemand, die de vermoorde vrouwen van nabij heeft gekend, zou de nalatenschap van de weduwe Bekkers ongeveer f 14000.bedragen. Zooals bekend is, was de weduwe Stokman onbemiddeld. Als een bewijs van de deelneming, die de moord in onze stad verwekt, kan dienen dat een paar personen aan den heer officier van justitie kwamen mededeelen, wat zij hadden gedroomd, in de hoop dat dit de justitie eenig licht in de zaak zou geven. Haarlem, 7 Maart 1892. VERGADERING van den Raad der gemeente Haarlem, op Woensdag 9 Maart 1892, des namiddags te 1 uur. De volgende stukken en punten zullen aan de orde worden gesteld. 1. Mededeelingen en ingekomen stuk ken 2. Voordracht B. en W.W. be noeming drie onderwijzers openbare lagere school lett. B; 3. Idem idem benoeming twee onderwijzeressen open bare lagere scholen 4. Voorstel idem inrichting bureau openbare gemeente werken 5. Idem speciale commissie op adressen exploitatie Staal waterbron, met advies comm. van fin.; 6. Idem B. en W.W. op adres „Volksbelang," aanwij zing omrasterd terrein voor tweeden kinderspeeltuin en nader adres toeken ning subsidie7. Idem idem crediet Stads-armen- en Ziekenhuis; 8. Idem idem verhuring grond aan de Leidsche vaart, met advies commissie van finan ciën 9. Idem idem idem gedeelte wei land aan de Oude Brouwerskolk en machtiging verkoop grasgewas, met idem 10. Idem idem idem „Koren beurs." met idem; n. Idem idem idem grond in den Hout en aan het Heeren hek, met idem; 12. Idem idem idem grond achter tolgaarderswoning aan de Leidsche vaart, met idem13. Idem idem retributie gasfabriek over 1891 14. Idem idem opheffing voetpad uit- loopcnde op de Kleverlaan; 15. Ver slag opzichter gasverlichting over Januari. Voordracht van 3 nieuwe onderwijzers aan de kostelooze school letter B. i°. S. Blom, Voorschoten; J. F. van Tricht, BeekbergenC. H. N. Tates, Zandvoort 20. Th. Sorgdrager, Haarlemmermeer; J. van '1 Hof, Zuid BeierlandH. Ro zenbroek, Wijk aan Zee 3°. G. J. van der Heegden, Zandvoort; P. Rus, Egmond a/ZeeA. Schuur, Dordrecht. Voordracht voor onderwijzeres 30 kl. aan de ie tusschenschool. Mej. A. Bakker, Wormer; Mej. E. Lorey, Nieuwer-Amstel en Mej. C. C. Corporaal, Haarlem. Idem voor id. aan de kostelooze school lett. D. Mej. M. P. Duval, Helder; Mej. A. Zee, Heer-Hugowaard en Mej. A. M. Tit, Haarlemmermeer. Zaterdagavond gaven de Volontairs van de Militaire School alhier aan de genoodigden een Concert en bal in de groote zaal van de Sociëteit Vereeni- giag. Het concert werd gegeven door het volledige Symphonie-orkest van het 4e regiment infanterie. Na afloop volgde een hoogst geanimeerd bal in de keurig versierde zaal. Door de zorgen van den heer S. de Jager was de zaal in een lusttuin herschapen, waarin, groen bloe men en vlaggen den boventoon voerden, en waarin ook de bustes van onze Ko ninginnen niet v.aren vergeten. Schit terende wapenrustingen hier en daar strookten voortreffelijk met den mili tairen oorsprong van het feest, terwijl sofa's in de hoeken en kleine tentjes noodden tot aangenamen kout tusschen de dansen. Twee vernuftig ingerichte eau de cologne fonteinen verspreidden een heerlijken geur. De Commissie heeft alle eer en de Militaire School den dank van dé ge noodigden voor dit welgeslaagde feest ten volie verdiend. De Commissie be stond uit de heeren: Van der Hegge Zijnen, ie luitenant; uit de volontair- sergeanten, Breukink, W. Ie Clercq, Bauduin en van Ghert en uit de vo- lontair-korporaals Vogel en Fauchey. Eenige heeren hier ter stede koeste ren het voornemeD, om in Haarlem op te richten eene onderlinge brandwaar borgmaatschappij, gelijk die sedert 40 jaar in Leeuwaren bestaat. De eigenaardigheden van zulk eene onderlinge brandassurantie zijn de vol gende alleen in Haarlem staande per- ceelen zullen zich kunnen verzekeren; de premie kan zeer laag worden (in Leeuwarden betalen zij die 10 jaar ge assureerd zijn geweest, 20 ets. per mille)het bestuur is onbezoldigd en alleen een betaalde boekhouder is noo- dig. Diens traktement evenwel kan klimmen met de uitbreiding der maat schappij. 1 Het plan bestaat, om ten einde bij mogelijke groote branden, groote hoof delijke omslagen te ontgaan, onmiddel lijk herverzekering te sluiten, waartoe ook sommige solide maatschappijen zich bereid verklaren. In Leeuwarden heeft de onderneming goed gewerkt. Zij begon op 1 Mei 1850 met eene verzekerde waarde van circa ƒ675.000 en thans bedraagt het aantal deelnemers ruim 3000, met eene ver zekerde waarde van bijna 23 millioen galden. De Commissie die deze zaak ook te Haarlem wil in het leven roepen, bestaat uit de heeren J. J. F. Beijnes, G. J. Van Dieren Bijvoet, H. Figee Jr., Mr. Th. De Haan Hugenholtz, H. L. Janssen Van Raay, Dr. H. D. Kruseman, E. De Lanoy, P. Loosjes, J. Merens, C. Prins Sz., R. Reijnders, J. J. Sneltjes en Mr. A. W. Thöne. Eene circulaire is of wordt algemeen verzonden en zoodra er voldoende blij ken van adhaesie zijn ontvangen, zuilen bovengenoemde heeren eene vergadering beleggen, om de onderlinge brandwaar borgmaatschappij te constitueeren. Voor een goed gevulde zaal, vooral wat betreft de 2e loge en de gaanderij, ging Zondagavond in onzen Schouw burg het bekende drama „De Vodden raper van Parijs", vertolkt door de tooneelisten van den Tivoli-Schouwburg te Amsterdam, directie Ch. de la Mar. De hoofd- en titelrol werd door den heer Lageman vervuld, en vrij goed weergegeven. Door de politie alhier is weder een bierhuishouder en slijter genaamd G. S. en diens bediende bekeurd. De ie ter zake het voorhanden en ten verkoop in voorraad hebben van minder dan 2 liter sterken drank en de 2e ter zake het toedienen van een glas sterken drank, zonder daartoe de vereischte vergunning te hebben. De omliggende wateren, zijn voor de zeilvaart weder gestremd; het Noord zeekanaal is voor 2/j met ijs bezet dat alleen de kleine vaart bemoeilijkt. Op de badhoeve te Haarlemmermeer is het driejarig kind van G. van den Puy {aldaar al spelende in een bijt ge raakt en verdronken. Aan den Commissaris der Koningin in de provincie Noord-Hol land is een adres gezonden door den heer A. C. Kuijt, scheikundige, wo nende te Amsterdam, en 713 anderen, allen liefhebbers van het visschen met den hengel in de hand. Zij betuigen daarin, dat zij met leedwezen hebben kennis genomen van het besluit, waarbij onder anderen wordt bepaald dat van 15 Maart 1892 tot 1 Juni 1892 het visschen met den hengel in de hand in de provincie Noord-Holland zal zijn verboden; en verzoeken dat besluit in dier voege te wijzigen, dat het visschen met den hengel n de hand van 15 Maart 1892 tot 1 Juni 1892 zij toege staan. Naar wij vernemen heeft de heer Tydens het voornemen eene interpellatie tot de regeeriDg te richten betreffende de vertraging der benoeming van een commandant van het regiment grenadiers en jagers. -(Amst Voor de tooneelvoorstel- ling ten hove Vrijdagavond waren ruim 250 uitnoodigingen gedaan. Genoodigd waren kinderen van leden der holhou- ding, hooge ambtenaren, officieren en andere aanzienlijke stadgenooten, met hunne ouders. Het tooneel was opge richt in de groote danszaal, welke was verlicht en met bloemen versierd. Pre cies te 4 uren traden Hare Majesteiten binnen en kort daarop ging het scherm op. De opvoering van „De kleine Lord" 1 was in alle opzichten uitstekend en het HOOFDSTUK III. De 07iderhandeling. Na eene lange pauze zeide van Grootz, die intusschen van zijne teleurstelling bekomen was, „vertel mij nu ten minste wat voor steenen gij hebt en op hoeveel gij ze schat." „Het is een esmerald en een robijn," antwoordde Karl, „daar zij huns gelijken niet hebben, zijn zij eigenlijk onbetaalbaar, maar zeg eens, dénkt gij ze te kunnen verkoopen, als wij het over den prijs eens kunnen worden?" Jozef van Grootz antwoordde niet onmiddellijk. Hij drukte zijn vinger tegen zijn voorhoofd en bleef eenige oogenblikken in diep gepeins verzonken zitten. Als de steenen zoo prachtig waren als Landsberg beweerde, ging de aankoop zijne middelen te boven; hij kon dus alleen als tusschenpersoon van den kooper en den gelukkiger bezitter dienst doen. Eindelijk had hij alles goed overwogen, hij nam eene ge makkelijke houding aan en zeide „Luister eens, Karl Landsberg. Wij kennen elkaar nu reeds verscheidene jaren. Toen gij een jongeling waart en het leven genoot, was ik altijd bereid u tegen eene kleine vergoeding geld te leenen voor uwe buitensporigheden. Gij handeldet steeds zeer eerlijk en ik herinner het mij nog zeer goed, dat gij mij dikwijls betaald hebt, als het u zeer slecht schikte. Deze handelwijze, die zeer veel met die uwer collega's verschilde, deed mij u als een eerlijkmensch kennen en Jozef van Grootz is er de man niet naar om dien trek in iemands karakter te vergeten. Ik wil nu even eerlijk met u handelen, want ik weet, dat gij ook met mij steeds oprecht zmt zijn." „Dat zal ik. Hier is mijne hand," antwoordde Karl Lands berg. Van Grootz nam de hem aangeboden hand aan en antwoordde „Als de steenen zoo kostbaar zijn, als gij denkt, dan zult gq ze nooit zonder groot verlies van de hand kunnen doen. Ik kan ze echter beter voor u aan den man brengen, maar natuurlijk moet ik daar mijne provisie voor hebben." „Dat spreekt van zelf. Hoeveel eischt gij gij zult mij niet onbillijk vinden." „Tien percent en alle onkosten," antwoordde van Grootz. „Staat het u aan „Ik ben er mee tevredeD," was het antwoord, „misschien krijgt gij nog wel iets toe. Maar vertel mij eens hoe wilt gq het aan leggen om ze te verkoopen „Ik herhaal, dat gij wèl deedt door bij mij te komen, want ik weet wie juweelen gebruiken kan. Eene firma in Amsterdam en eene andere in Vinetië, hebben er groote behoefte aan. Ik veronderstel, dat de eerste van plan is ze aan den een of ande ren europeeschen monarch te verkoopen, terwijl de Venetianen ze waarschijnlijk naar het Oosten zullen zenden. Misschien is het hun wel ter oore gekomen, dat de Radjah op groote edelge steenten gesteld is; dus dan zal uw robijn misschien na verloop van tijd in de kroon van den Beheerscher van het Russische Rijk prijken, terwijl de esmerald zal schitteren in den tulband van den grooten Mogol, maar wat doet dat er toe als gij er maar een goeden prijs voor krijgt." „Kunt gij voor de eerlijkheid en den rijkdom van deze firma instaan „Ja zeker, gij behoelt niet bang te zijn, dat gij uw geld niet zult krijgen," antwoordde Jozef. „De firmanten zijn de rijkste en meest eerbiedwaardige mannen van Europa. Zij zijn goede kenners van edelgesteenten en zullen u contant betalen, zoodat wij volstrekt geen gevaar loopen. Nu stel ik voor, dat wij beiden spoedig naar Amsterdam zullen gaan. Wanneer zoudt gij de steenen kunnen leveren?" „Over veertien dagen." „Goed. Laten wij dan over tien dagen naar Amsterdam reizen." „Dat is afgesproken," zeide Karl. Het verdere gedeelte van den avond werd er niet meer over de zaak gesproken. De haard werd opnieuw van houtblokken voorzien en nieuwe flesschen Steinberger opengetrokken. De drank scheen geen uitwerking op onze drie vrienden te

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1