W. Daudey Hz. te Haarlem.
Eene verzameling van 24 potten
bloeiende cyclamen persicum (alleppi-
cum) giganteum in verscheidenheden.
a. z. m. Ant. Roozen en Zoon te O ver
veen.
Buiten mededinging ingezonden en
met bestuursprijzen bekroond:
6 Araarylles hippeastrum, van V.
Schertzer Zonen, te Haarlem, b. m.
Eenige nieuwe hyacinthen, vao P.
W. Voet, te O verveen, z. m.
Eene verzameling bloeiende planten,
van Ant. Roozen, te O verve en, g. m.
10 Potten nieuwe tulpen, vroege,
Washington, wit, J. Kabel, te Uit
geest, b. m.
10 Potten anemona hepatica, Gebr.
Loman, te Haarlem, b. m.
10 Potten hyacinthus botryoides, van
J. W. Daudey, te Haarlem, b. ra.
Hyacint „lord Lytton", van A. Mei
man, te Heemstede, z. m.
Hyacint „monsieur Krélage", van E.
Kruijff, te Sassenheim, z. m.
BINNENLAND,
Openbare vergadering van
den Raad van State, afdeeling voor de
geschillen van bestuur op Woensdag
15 Maart, des voormiddags te elf ure.
Door de Hollandsche Maat
schappij van Landbouw werd eene bij
drage van f 25, door de Vereening tot
ontwikkeling van den landbouw in
Hollands Noorderkwartier eene bijdrage
van 50, verleend ten behoeve van de
den 8«u April te Alkmaar te houden
Paaschtentoonstelling, waarvan het pro
gramma gratis verkrijgbaar is bij den
secretaris der afdeeling Alkmaar der H.
M. v L., den heer H. Siebert Coster,
aldaar, bij wien aangiften kunnen ge
schieden tot en met Zaterdag, 2 April.
Uit Arnhem komt detreu
rige tijding, dat de oud afgevaardigde
van Rotterdam de heer Otto van Rees
Donderdag overleden is.
De heer Van Rees genoot te Arnhem
eene eervolle rust na een bij uitne
mendheid werkzaam leven in verschil
lende gewichtige betrekkingen. Na eene
langdurige loopbaan als indisch ambte
naar, waarin hij tot de hoogste rangen
opklom, in het vaderland teruggekeerd,
was hij bij herhaling lid der Tweede
Kamer en ook gedurende eeoige jaren
haar voorzitter. In het ministerie-Kap-
peyne aanvaardde hij de portefeuille van
koloniën, en laa'stelijk was hij gcever-
neur-generaal van Nederlandsch Indië.
In de maand Februari z ij n
bij het Koloniaal Werfdepót ;aangeno-
men 141 personen, als80 Nederlan
ders, 40 Belgen, 9 Zwitsers, 11 Duit-
schers en 1 Luxemburger, en werden
42 onderofficieren en minderen van de
verschillende korpsen van het leger hier
te lande overgenomen zoodat het totaal
der werving 183 personen bedroeg aan
wie aan handgelden werd uitbetaald
eene som van 45775-
In de I» catagorie zijn begrepen 7
miliciens, die voor 2 jaar, in de 2e ca
tagorie 6 onderofficieren, die voor 4
jaar, en 6 miliciens die voor 2 jaar
werden gedetacheerd.
In die maand werden naar Oost-Indië
uitgezonden 2 detachementen ter sterkte
van 5 officieren, 7 onderofficieren en
120 korporaals en manschappen. Af
zonderlijk vertrokken 1 officier van ge
zondheid, 1 luitenant kwartiermeester en
1 opzichter der genie.
Uit Oost Indië keerden te Harder
wijk terug 5 militairen, die twee jaren
gedetacheerd waren geweest, en uit
West-Indie 2 soldaten, die met pen
sioen den dienst zullen verlaten.
wachten op haar aanstaanden man, doch
deze verscheen maar niet. Boden werden
gezonden naar zijn woning, de koster
der kerk klepte zoo hard mogelijk, om
hem op te roepen tot de plechtigheid,
maar ook dit baatte niet. De bruide
gom, een jongmensch van 20 jaar, laat
nog altijd op zich wachten.
Uit Beverwijk wordt ge
meld aan de TV. R. Ct.
Wij staan weer voor hetzelfde feit, als
Woensdag avond: geen gas!
De boodschap van Donderdag luidde
„Van avond nog niet, morgen avond
waarschijnlijk wel, doch overdag kun
nen we voorloopig nog niet leveren."
Men behoeft niet te vragen, of de
ingeretenen erg ingenomen zijn met
die „bulletins" van de gascommissie
maar wat er aan te doen
Het is waar, zoo binnensmonds gaat
er wel eens eene onheusche bejegening
aan het adres van die commissie doch
men mag toch niet aannemen dat zij
ons met opzet in het donker zet.
Integendeel, door het verviervoudigen
van haar aantal werklieden, tracht zij
zoo spoedig mogelijk de fouten op te
sporen en te herstellen.
Bij winkeliers en in huizen, waar men
sinds lang gewoon is, gas te gebruiken,
doen zich nu bij die onvoorbereide
staking allerlei eigenaardigheden voor.
Zoo zagen wij bijvoorbeeld in een
onzer grootste banketwiakels eenouder-
wetsch vetlampje branden.
Op het postkantoor (anders a giortio
verlicht) behielp men zich met een
moderateur (ook geen model van giste
ren!) en op de stempeltafel aldaar met
een kaars.
Op een feestje dat voorDonderdagavond
georganiseerd was, moest elke gast per
soonlijk voor licht zorgen, waarover hij
dan ook zelf de beschikking had en
waarvoor hij persoonlijk aansprakelijk
was.
De gascommissie levert voorloopig ook
geen gascokes meer.
Herinnert ge u nog, lezer, den tijd,
toen scholieren ook zelf moesten zorgen
voor vuur en licht als zij de school
bezochten
Er is kans op, dat wij een staartje van
dien tijd hier terugkrijgen.
Moge dat staartje zeer kort zijn I
Uit H e 11 e v o e t s 1 u i s wordt
gemeld
Het praamschip Dè Hoopschipper
Van Oosten, geladen met schelpen is in
de nabijheid van het Oosterkanaal-
havenhoofd gezonken. De opvarenden
hebben zich met eigen boot gered.
Op de mailboot, Willem,
Prins van Oranie te Vlissingen had
Donderdagmiddag een ongeval plaats.
De 2« officier, die met eene revolver
aan h.®^ spelen was en meende dat dit
voorwerp niet geladen was, mikte op
den 2en-machinist, met het noodlottig
gevolg dat een schot tusschen neusbeen
en -oog drong. De officier van gezondheid
dr. Boekelman verleende de eerste ge
neeskundig hulp. De toestand van den
getroffene moet vrij ernstig zijn.
Te Willemstad werd in den
loop van het verleden jaar eene bizon
dere school geopend. Het was te voor
zien, dat tengevolge van dien de vierde
onderwijzer aan de openbare school
niet langer noodig zou zijn, en men
benoemde dus ter vervulling van de
vacante plaats in Augustus een tijdelij-
ken waarnemer.
In 1 ecember was het aantal leerlin
gen aan laatsgenoemde school zoodanig
gedaagd, dat men met zekerheid kon
zeggen, dat de vierde onderwijzer voor
loopig zou kunnen gemist worden.
Desniettegenstaande stelde de Raad van
Willemstad in December den tijdelijken
onderwijzer voor vast aan op eene jaar
wedde van ƒ450, en nam eenige dagen
te Willemstad werkzaam en gëniet eene
jaarwedde van 750. Commentaar is
overbodig.
Woensdagmorgen zou een
paartje, te Prinsenhage in het huwe- j geleden het besluit om met ingang van
lijksbootje stappen. De bruid stond1 Juli mej. De M. op wachtgeld te
reeds langen tijd in haar bruidstooi te 1 stellen. Mej. De M. is reeds jarenlang
Uit de zitting van den ge-
raeenteraad van Sittard op 5 Maart j.l.
(Volgens De Katholieke Waarheids
vriend
Punt 3. De secretaris doet voorlezing
van een adres der israelitische gemeente
om subsidie voor de synagoge.
Voorzitter. Ja heeren, we hebben
voor twee jaar aan de groote kerk een
subsidie gegeven, en nu kunnen we
niet anders dan hun ook wat geven,
Maar als wij nu aannemen naar proportie
van het zielental, dan zijn hier 5000
katholieken en slechts een 180 israèlie'
ten dus dan zou dat naar evenredig
heid zoowat /"30 k ƒ35 uitmaken, wat
wij eigenlijk verplicht waren te geven,
maar om die lui conteDt te stellen, stel
ik voor hun f 100 te geven, want die
luxe die zij daar willen stellen, kost hun
hoogstens f 500, en mij dunkt voor die
populatie van die 180 lui is dat meer
dan voldoende, en nog te meer daar
zij het nogal goed kunnen doen, want
dat is gebleken met het kerkhof.
De heer Dols. Ik kan mij hiermede
goed vereenigen, maar wilde
De voorzitter. Het is aangeno
men, veuroet, get nuuts.
De heee Dols. D<e manier van han
delen keur ik af. Waarom valt u mij
in de reden
V oorzitter. Zet er mèr der tège 1
De heer Dols. Hebt u maar alléén
het woord over zaken die behandeld
moeten worden? Ik wilde alleen er bij
voegen dat uwe berekening omtrent het
zielental oDjuist isdat als de Israël,
gemeente niet met die subsidie klaar
kan komen, zij toch nog bij den Raad
om nieuwe aanvraag terug mag komen.
In alles billijk zijn is toch het ware.
V oorzitter. Dat gebeurt niet,
dat is al te veel.
Na behandeling der aan de orde zijnde
punten haalt de voorzitter een vuil stuk
papier te voorschijn en zegt: „Ik wilde
u ook eens laten zien dat het niet waar
is wat het raadslid Dols hier heeft ge
zegd, dat ik het kanaal bij Hom op
eigen houtje heb gemaakt. Hier is het
plan dat ik heb gevonden bij den metselaar
Kanten in Ophoven, en volgens dit plan
is het gemaakt.
De heer Dols: Herinnert gij u nog
mijnheer de voorzitter, dat u mij gezegd
hebt dat de duiker aan Nijsten moest
komen maar u hem daar niet kondet
aanbrengen, omdat men hem daar in
stukken zou rijden?
Voorzitter. Dat is gelogen.
De heer Dols. Uwe uitdrukkingen
laten mij koud. Gij wilt mij aan de
kaak stellen, en zulks zal wel niet gaan.
Ik heb thans geen zin om dat plan in
te zien, ik zal echter een dezer dagen
zulks doen en er in eene volgende zit
ting op terugkomen. Ik verzoek den
secretaris, in de notulen op te nemen dat
onze voorzitter nu beweert, volgens plan
gehandeld te hebben. We zullen dan
eens zien wie hier onwaarheden ver
koopt.
V oorzitter: Kerelik heb ook
niet volgens plan gewerkt, dat heb ik
ook niet gezegd, ik wil maar eern
voudig zeggen dat gij een leugenaar
zijt.
De heer Dols: Merci, waarde heer
voorzitter. I k herhaal dat gij niet vol
gens plan gewerkt hebt en dus ook de
kosten der herstelling dragen moet.
Voorzitter: Geer maokt de luu
get wies, weer kenne dig waoll.
De heer Dols heeft een voorstel ge
daan tot het toekennen eener subsidie
voor de stierenkeuring.
Voorzitter. De provincialen weten
goed wat ze doen. Pas zijn z« daarmee
begonnen of u wilt het weer verande
ren, dat zijn maar vinten, veer ken
ne dat allemaol waal, en steuren us aan
dig neit Geef doe het mer, keèl, dat
zeen eur bedoelingen.
De heer Dols. Mijnheer de voorzit
ter, wij moeten
De voorzitter springt op,
gr ij pt z ij ren stoel, gooit dien
achteruit en zegt: Ich schei oet
ich hub niks met dich te make, ich
schloet de kraom.
De heer Dols. M. d. V., ik heb u
het woord gevraagd voor 2 punten, en u
hebt geen recht de vergadering te sluiten.
Gedraag u toch fatsoenlijk.
Voorzitter. Zie is geschloten en
blit geschloten.
De heer S c h r e y. Mijnheer de voor
zitter, u hebt ongelijk. Ik heb gehoord
dat Zinken en ook Dols het woord heb
ben gevraagd.
Voorzitter. Het is jao gelogen.
De heeren Dols en Zinken. Wij
verzoeken u de vergadering opnieuw te
openea.
Voorzitter: Ich wil mit dae
kaèl niks te make hubbe, dae kaèl dae
het altied get.
Toch opent de voorzitter
weer de vergadering onder
groot spektakel.
De heer Verheggen: Ik ben dat
razen en schelden moe, dat is eene
schande, mijnheer de voorzitter. (H ij
verlaat de vergadering.)
De heer Van der He ij den was
er al vroeger van doorge
gaan.
Bij het einde der vergade
ring:
De voorzitter en Amoldts roepen te
gelijk: Niks der van, en Arnoldts voegt
er bijik vind dat een raadslid niet
moest meewerken om eene veeverzeke
ring te steunen, die moet voor de
stadskas zorgen en niet voor onderlinge
verzekeringen. Dat de boer ziet waar
hij met z'n vee blijft, wat heeft de Raad
met den boer te maken
Ondertusschen maakt de voorzitter
nog wat gebaren en roept: het is ge
sloten, laot dae kaèl, ich gaon".
De heer Dols: „Aéjuskns".
Dat de fabriekmatige bot er-
bereiding ook in Drente toeneemt, blijkt
hieruit, dat bij de vijf in Drente be
staande fabrieken van zoodanigen aard
wellicht binnenkort nog een drietal zul
len worden gevoegd, nl. te Roden, te
Zweelo en te Emmen.
De pruisische regeering
heeft de uitlevering gevraagd van D
en F. Otterstèdt, 38 en 40 jaar, beiden
uit Otterstedt, slank van gestalte, de
tweede scheel ziende met het linkeroog.
Beiden worden verdacht in den nacht
van Maart te Os ter berg te hebben
gepleegd diefstal met braak, en te
hebben ontvreemd 54 deels gouden,
deels zilveren horloges, 40 deels echte,
deels valsche trouw- en zegelringen, ver
schillende horlogekettingen en broches.
Zij zijn vermoedelijk naar Nederland
gevlucht.
VISSCHERIJ.
IJ m u i d e n, 7/10 Maart.
teerde tongen per stuk 0.80 tot 1.30,
schol per 50 kilo 4.tot 22.—, le
vende kabeljauw per stuk van 1.40 tot
1.90, doode kabeljauw per stuk van
1.05 tot 1.30, levende leng per stuk van
2.— tot 3.75, heilbot per stuk 7.—tot
38.V2, rog per puntje van 8.tot
10 50, vleet per ben van 14.tot 16.
Naar zee vertrokkenPR MD
H D MA V L Z W A R
L T Y H DB 1/ M.
RECHTSZAKEN.
In de zitting der rechtbank te Utrecht,
kamer van burgerlijke zaken, van Woens
dag heeft bet openbaar ministerie, bij
monde van den subsistuut-officier mees
ter N. de Ridder, conclusie genomen
in de vordering tot vaststelling van den
schadestaat in het proces van de moeder
voogdes van den jeugdigen J. Q Dor-
hout Mees, een slachtoffer van het
spoorwegongeluk bij Ruinerwold op 2
Januari 1888, tegen de Maatschappij
tot exploitatie van staatssp jorwegen. De
conclusie strekte, dat de vergoeding
wegens verloren werkkracht en teleur
gestelde verwachtingen zou worden be
paald ia den vorm van eene jaarlijk-
sche uitkeering, levenslang, waarvoor
een bedrag van 800 k f 1000 billijk
is te achten. Tot vaststelling van het
bedrag der vergoeding, die moet worden
uitgekeerd als tegemoetkoming om te
voorzien in de gevolgen van het onge
luk voor den lichamelijken en geestes
toestand van den verminkte, acht mr.
De Ridder nog nader onderzoek noodig,
om te komen tot het cijfer, vlat daar
voor per jaar zal moeten worden uitge
keerd; hij concludeerde daarom, de
eischeres toe te laten te bewijzen, welke
en hoedanige kosten in de jaren 1889,
189© en 1891 zijn moeten aangewend
worden voor de dagelijksche lichaams
bewegingen van den patient, voor me
disch toezicht en voor zijne bewegingen
buiten de woning.
Subsidair, voor het geval dat een
dergelijk onderzoek niet noodig mocht
worden geacht door de rechtbank, con
cludeerde mr. De Ridder, dat de scha
devergoeding zal worden bep aid op
2454.17)4 wegens kosten van genees
kundige hulp tot aan den dag der
dagvaarding, en voorts op eene jaar-
lijksche uitkeering van 2200 levens
lang, telken jare ih de maand Januari.
Uitspraak over vier weken. U. D.
Het hoog militair gerechtshof heeft
geapprobeerd het vonnis van den krijgs
raad te Leeuwarden, waarbij de ko poraal
F. H. B., van het ie reg. inf. aldaar,
wegens het veroorzaken van den dood
van een ander (den sergeant Elzer bij
de schietoefening) door schuld, is ver
oordeeld tot gevangenisstraf van x
maand.
Jan en Willem Veld hebben appèl
aangeteekend van het vonnis der recht
bank te Heerenveen, waarbij zij tot 8
6 jaren gevangenisstraf veroordeeld
zijn, wegens den aanslag op den kaste
lein Menger te Noordwolde.
Van de
kordvisscherij kwamen binnen 9 loggers
en 1 smak met besomming van fi®o.
tot 370.Van de beugvisscherij kwa
men binnen de sloepen P R 3 met
150 kabelj. 1200 schelv. 1 partij lengen
en ijlbotten. MD 18 met 30© kabelj.
1 heilbot 200 schelv. MD 9 met 400
kabelj. 1 heilbot 500 schelv. 1 partij
lengen en 3 puntjes rog. MD 4 met
170 kabelj. 1000 schelv. 1 partij lengen.
M A 53 met 200 kabelj. 1 heilbot 200
schelv. 20 lengen 20 puntjes rog. MA
28 met 190 kabelj. 2 heilbotten 250
schelv. V L 32 m.t 130 kabelj. 1 heil
bot 300 schelv. V L 146 met 400
kabelj. 100 schelv. 4 bennen vleet 20
puntjes rog. Z W 17 met 30 kabelj.
1 heilbot 50 schelv. PrijzenGesor
Letteren en Kunst.
De Hollandsche Lelieweekblad
voor jonge dames, uitgegeven door L.
J. Veen te Amsterdam, bevat in haar
nummer van 9 Maart
HoofdartikelOnvervulde plichten.
„Kom 1" (versje), door Marie Boddaert.
Over kunst en kunstsmaak, door
Jasz. Eene dramatische begrafenis.
Naar het Fraasch van Francois Coppée.
Modebericht, door Coquette.
Louisa May Alcott. Naar het Engelsch.
XIV. Leestafel. Bericht wedstrijd.
Vragenbus. Correspondentie.
Week-kalender. Inhoud van „Le
Causeur" Revue Fran^aise. No. 12.
luk heeft, de goedkeuring van het hoofd van den Staat weg te
dragen, want naar ik gehoord heb, drinkt Napoleon niets anders
dan Charabertin."
De bediende, die gebeld was, verscheen; de wijn werd binnen
gebracht en Karl dronk op de gezondheid van zijn vriend Otto
en diens aanstaande vrouw. Na nog een korten tijd over koetjes
en kalfjes gesproken te hebben, nam von Klipspohr afscheid.
Karl was door dit bezoek niet prettig gestemd; het scheen hem
toe, dat Otto een geheim doel er mee gehad had en hierin werd
hij versterkt door de herinnering aan den ironischen glimlach,
die den geheelen tijd over Otto's gezicht was verspreid geweest.
Toen het geluid der wielen van het rijtuig was weggestorven,
keerde Karl zich met een zucht naar zijn schrijftafel, nam er
eenige dichtgeschreven vellen papier uit en hield ze in de vlam
van een kaars, totdal er slechts een klein hoopje asch over was.
Onderwijl mompelde hij„Nu, misschien is het zoowel het beste.
Wat is zij toch eene komediespeelster; zij heeft mij gisteren erg
bedrogen. Het is maar altijd de oude geschiedenis vroeger moest
de arme student voor den rijken bankier wijken en nu heeft de
baron den burgerman verdrongen. Nu, zij zijn beiden wel gezegend
met dien rijkdom, die naar het gevoelen van de groote menigte
het geluk aanbrengt. Geld gaat evenwel nog al dikwijls verloren
en naar het oude spreekwoord, verdwijnt dan de liefde eveneens.
Een voorgevoel zegt mij, dat ik vroeger 01 later wel eens meer
van den baron en de barones von Klipspohr zal hooren."
Terwijl hij den zucht onderdrukte, die bijna aan zijn boezem
ontsnapt was, begaf hij zich naar de ruime biblotheek, waarin
een oudachtig heer met een ernstig gelaat, en een met diepe
rimpels doorploegd voorhoofd, zich bevond. De oude heer was
zeer armoedig gekleed en was bezig met een werk van Puffen-
dorf door te bladeren, terwijl een paar boeken van Hugo de
Groot het verdere gedeelte van de tafel in beslag namen. Daar
hij zeer verdiept was in zijn arbeid, hoorde hij Karl niet nade
ren, en bemerkte zijne aanwezigheid eerst, toen deze even zijn
schouder aanraakte. „Goeden morgen, mijnheer Renaud," zeide
hij, „het treft goed, dat ik u hier nog aantref, want ik wilde u
juist spreken."
Zoodra mijnheer Renaud zijne gedachten van Puffendorf en
Hugo de Groot had afgeleid, dat geenszins het werk van een
oogenblik was, stond hij op, boog en antwoordde met alle hof
felijkheid van een edelman van den ouden stempel: „Ik ben
geheel tot uw dienst en zal het mij tot een genoegen rekenen,
u de verlangde inlichtingen te kunnen geven. Ik was zooeven
bezig de politiek te bestudeeren. Napoleon heeft de kaart van
Europa aan reepen gescheurd en nu wilde ik in Puffendorf zien,
of zijne denkbeelden met de mijne overeenkwamen, in hoeverre
de overweldiger het Volkenrecht heeft geschonden. Gij weet
natuurlijk, dat Puffendorf een groote raadgever op politiek ge
bied is."
„Neem mij niet kwalijk, mijnheer Renaud, maar ik heb altijd
een afkeer gehad van staatkundige geschillen. Ik ben een vreem
deling en zoolang ik onder de bescherming van de fransche vlag
leef, gevoel ik mij verplicht te geleoven, dat de wet, die door
het hoofd van den Staat gehandhaafd wordt, de beste is."
„Mijn beste mijnheer Landsberg, zoudt gij alle politieke ge
schillen willen verbieden vroeg de oude heer zeer verwonderd.
„Een wijs man, die onder de regeering van een despoot leeft.,
zal er zich steeds van onthouden," was het antwoord.
„Maar de corsicaansche menscheneter is...."
„Neem mij niet kwalijk. Napoleon is van geboorte een
Franschman."
„Ja, natuurlijk. Corsika werd door de Franscken ingenomen
maar...."
„Mijnheer Renaud 1"
„Mijnheer
„Zou ik u een raad mogen geven?"
„Zeker, als het ten minste een verstandige is.
„Nu dan, bedenk, dat een man, die in het hol van den leeuw
is, zeer dwaas zal doen, als hij den koning der dieren boos
maakt."
„Dat is waar."
„Bedenk ook, dat de leeuw scherpe tanden heeft en dat zijne
klauwen ver reiken; ik raad u dus aan uw Puffendorf ter zijdö
te leggen en niet meer over Napoleon's wettenschending te spre
ken, totdat gij veilig en wel onder de bescherming van eene
andere vlag zijt gekomen. Ik zeg u dit, maar gij moet zelf ech
ter weten, wat gij doen wilt."
Wordt vervolgd