NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DB MOORD
9e Jaargang.
Dinsdag 15 Maart 1892
No. 2667,
ABONNEMENTSPRIJS:
A DVERTENT1Ë1S:
op den ilnamslngel.
STADSNIEUWS.
De Nederlandsche Opera.
BINNENLAND.
F BUIL
TON
RUBY.
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenT 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30.
Afzonderlijke nummer». 0,05,
Dit blad sersciiÖBt dagelijks, bohahe op Zoo- ar. Feeatdageo.
«uraan Kleine Houtatraot No. 9, Haarlem. TelefooBBUHfflt» 122.
ras 15 rebels 50 Ceut»; iedere regel meer 10 Ce:
Greets letters saar plaats/si» te.
Bij A rirnnes. ent aaszietll"). rabat
Abvsasisóslfts ar Adrort&rtï'èn worde» Magenczc, do t
raao ag.otaa an door silo boekkeodolaren oa ooGientier*
Directeur-Uitgever 2. C, PÏIBBBOOJL
Hoofdagenten voof het Buitenland. Comfaynii Genót alt di 1FuèlicUs Bira&ffct ff, L* BA WMM Ötf«s JOM Jf JüXMê, Sols.., /arjli 81 his ?b^ioufg Mtuimtsirti
Zooals wij Zondagmiddag reeds in ons
Bulletin vermeldden is Alida Seders,
weduwe van Hendrik Oxener, een brce
der van den echtgenoot van de werkster
der beide vermoorden, Zaterdagavond in
hechtenis genomen en naar het Huis
van Bewaring overgebracht,
fë Aanleiding hiertoe werd gevonden in
eene mededeeling, welke aan den heer
rechter-commissaris werd gedaan, als zou
zij zich tegenover een vreemde hebben
laten entvallen, goederen in haar huis te
hebben verborgen, afkomstig van de
vermoorde weduwe Bekkers.
Ter verduidelijking moeten wij er neg
bijvoegen, dat de werkster woont
Lange Raamstraat 19'a en de weduwe
Hendrik Oxener Lange Raamstraat 19c,
zoodat zij buren zijn.
Wij vermeldden in ons bulletin nog
het volgende
„Onmiddellijk werd door de justitie
eene huiszoeking ingesteld, en naar het
schijnt inderdaad een en ander gevon
den. Men spreekt van een zak
suiker en van een met bloed
bevlekten bijl. Alida Seders werd
naar het Paleis van Justitie overgebracht
en door de echtgenoote van den con
cierge van het bureau van politie Steen
beek, gevisiteerd. Zij bood heftigen
tegenstand, toen vrouw S. uit haren
onderpantalon een knipje te voorschijn
baalde, waarin zich ongeveer 32.50
bevond. De herkomst van dat geld
kon zij niet aanwijzen.
Ongeveer te 9 uur werd Alida Seders
naar het bureau van politie gebracht,
daarna weer naar het parket terugge
voerd en 's avonds naar het Huis van
Bewaring op de Botermarkt getranspor
teerd, alwaar zij thans gevangen zit.
"Van een of andere bekentenis verne
men wij nog niets.
Alida Seders is de schoonzuster van
de werkster en deed een handeltje in
obliën. Daar zij door „Weldadigheid
naar Vermogen" bedeeld werd, is de
mogelijkheid niet uitgesloten dat zij
ddarom haar geld zoo verborgen hield
Heden (Zondag) deed de justitie
eene huiszoeking in al de naburige
woningen van de poort in de Lange
Raamstraat. Op dit oogenblik duurt die
huiszoeking nog voort."
Tot zoover het bulletin. Zondagmid-
ag ongeveer ten 3 ure is de werkster
weer op het parket ontboden om te
worden verhoord. Begeleid door tallooze
nieuwsgierigen en onder het geroep
van „mooraenaarster" begaf zij zich
naar het Paleis van Justitie.
Het verhoor duurde tot 5 uur, en
naar wij heden van den heer rechter
commissaris vernemen werden er geen
termen gevonden om haar in hechtenis
te doen nemen.
Ondanks de arrestatie van Alida Sedeis
schijnt de justitie in haar onderzoek nog
niet belangrijk te zijn gevordetd.
Heden vernamen wij nog een akelige
bizonderheid betreffende den moord
zeiven. De misdadiger of misdadigers
hebben na den moord- te hebben ge
pleegd, hunne bebloede handen ge-
wasschen in een emmer water. Na de
ontdekking van den moord schijnen
eenige bloedverwanten van den over
ledene door de duisternis misleid dit
water voor helder water te hebben
aangezien om er vervolgens van te
drinken. Uit het feit, dat de misdadigers
hunne (handen gewasschen blijkt wel dat
de moord in koelen bloede is geschied,
en de moordenaars den tijd hadden.
Haarlem, 14 Maart 1892
Blijkens de door burg. en weth. dezer
gemeente vastgestelde kiezerslijsten be
draagt het getal kiezers alhier thans
voor de Tweede Kamer 2938 voor de
previnciale staten 2932 en voor den
gemeenteraad 2928 personen.
In verband met het thans frj de
Tweede Kamer de Staten Generaal
aanhangige wetsontwerp, heeft de Mi
nister van Oorlog bepaald, dat de militie
diensttijd zal worden verlengd van de
drie oudste lichtingen zijnde: 1885
1886 1887. Hierdoor zullen de miliciens
der lichting 1885 dit jaar nog niet
worden gepasporteerd.
Benoemd met ingang van 1 April
e, k. tot adjunct-inspecteur van politie
te Haarlem, de heer C. F. Kempers te
Leeuwarden.
Blijkens aanschrijving van het De
partement van Oorlog dato 26 Februari
]L, zullen de 4 veld-bataljons van het
40 regiment infanterie waaronder ook
behoort het baraljon alhier in garnizoen,
van 8 tot en met 21 September a. s.
het Kamp bij Zeist betrekken.
De Nederlandsche Opera stelde Vrij
dagavond ons publiek in de gelegen
heid kennis te maken met een toonwerk
dat meer dan ooit eenig ander zich in
een snellen opgang heeft mogen ver
heugen en zijn auteur in nauwelijks een
jaar tijds tot een wereldberoemdheid
maakte.
I Het ongeëvenaarde succes der Cavalle-
ria Rusticana schijnt nog wonderbaarlij-
ker wanneer men weet, dat twee maanden
'vóór het tijdstip waarop de opera ais
antwoord op een door den milaanschen
j muziekuitgever Ed. Sonzogna uitge
schreven prijsvraag moest zijn ingezon
den, zelfs het libretto voor het werk
nog moest geschreven worden- Op ver
zoek van den jeugdigen, tot dan toe
geheel onbekenden componist werd dit
door twee advocaten te Livorno naar
Verga's drama „Cavalleria Rusticana"
be werk c en op den gestelden tijd
was het werk in handen der jury, die
het met eenparige stemmen den prijs,
twee duizend gulden, waardig keurde.
Bovendien had bovengenoemde uit
gever zich verbonden het bekroonde
werk vcor zijn rekening in een der
voornaamste italiaansche schouwburgen
te doen opvoeren. Zoo werd dus, door het
toeval dat hem, in een plaatsje waar hij
als leider van een operettegezelschap ver
toefde van de uitgeschreven prijsvraag
deed kennis nemen, de talentvolle kun
stenaar aan zijn zorgvol bestaan ont
trokken en zijn naam zweeft thans op
de lippen van onderscheidene volken,
want ook buiten ons werelddeel is de
opera opgevoerd en overal met uitbun-
digen bijval begroet.
Piëtr® Mascagni's muziek heeft het
voorrecht modern te zijn zonder in het
onschoone te vervallen. Niet alsof
modern en onschoon twee woorden zijn
die met elkaar min of meer verwant
schapt zijn, maar men zal gereedelijk
toegeven dat bij den hedendaagschen
jacht naar ongewone, aangrijpende ef
fecten de grenzen van het ware schoone
nog al eens worden overschreden en
men harmonische of ^harmonische
combinaties, hoekige melodiën, storende
modulaties te genieten krijgt, die, hoe
karakteristiek somtijds dan ook, gehoor
en gevoel dikwijls op een harden proef
stellen. Mascagni bewandelt, meen ik,
den gelukkigen middenweg. Zijn muziek
is altijd vloeiend, zijn harmonieën sme
dig en natuurlijk en toch wordt de ka
rakteristieke uitdrukking niet aan het
absoluut muzikale ten ofïer gebracht.
Integendeel deze geld den kunstenaar
als zijn voornaamste doel, en hij schrikt
er dan ook niet voor terug waar het
pas geeft met alle mogelijke traditie te
breken. Zoo Iaat hij bijv. midden onder de
ouverture het orkest zwijgen en van achter
het scherm xlinkt den hoorder een me
lodie tegen met harp (piano) begelei
ding een serenade door den held van
het stuk, Turiddu, zijn geliefde toege
zongen. N.B. Om niet al te uitvoerig
te worden moet ik belangstellenden
verwijzen naar het voorwoord van het
textboek waar de handeling van het
stuk in korte trekken is aangegeven.
Deze schijnbaar gezochte nieuwigheid
vindt haar motiveering in de omstan
digheid dat die onzichtbare serenade-
scène voor de straks optredende per
sonen vooralsnog geheim moet blijven
en om dit duidelijk te maken had m. i.
de componist geen gelukkiger greep
kunnen doen.
Uit dit eene voorbeeld kan men
opmaken dat de componist niet treedt
in de voetstappen zijner voorgangers,
van vroeger noch van later tijd, maar
dat hij geheel onafhankelijk en op eigen
kracht vertrouwende, zich zijn weg heeft
gekozen.
Aan de opvoering der Trouweloozen,
zooals de hollandsche titel luidt, was
blijkbaar veel zorg besteed. Bijna alle
hoofdpersonen verdienen met veel lof
te worden besproken. Alleen mevr.
Ophemert-Schwencke (Lucia) beant
woordde niet aan de eischen. Bizonder
voldeed daarentegen mevr. Doicka-v. d.
Weghe (Santuzza) wier geheele persoon
lijkheid, zoowel als hare stemmiddelen
en tooneelkunst haar voor de haar toe
bedeelde rol zeer geschikt maken. Ook
mej. Erlé (Loia) verdient geprezen te
worden hoewel zij zich een enkele maal
aan onjuiste declamatie schuldig maakte.
Als de heer Pauwels (Turiddu) de
meeste lauweren oogstte, dan moet dit
behalve aan zijn uitstekende talenten
ook toegeschreven worden aan de rol,
die hij had te vervullen. De heer Orelio
(Alfio) deed zich vooral bewonderen in
zijn samenzang met Santuzza, wanneer
deze laatste hem de trouweloosheid zijner
gade doet kennen.
Ook aan de koren was veel studie
ten koste gelegd. Enkele, b. v. het ko
raal Regina coeli, enz. klonken zeer
schoon. Daar waar het mannenkoor al
leen optreedt had men wat meer klank
gewenscht en het enkele vrouwenkoor
leed somtijds aan onzuiverheid.
Het orkest kweet zich van zijn be
langrijke taak zeer loiwaardig.
Tot nastuk was gegeven Verdi's
Traviata, welke opera na de „Caval-
leria" niet aangenaam aandeed. Mevr.
Orelio die de hoofdrol vervulde, heeft
hiervoor alle recht op hulde en waar
deering.
PHILIP LOOTS.
waaraan thans een traktement is verbon
den van 500, slechts 2 sollicitanten
aangemeld.
Voor de betrekking van bode bij het
Hoogheemraadschap Rijnland (salaris
f 800), bieden zich ruim 300 liefhebbers
In Haarlemmermeer IJ- en Spaarn-
dammerpolders is het wintergraan, door
de strenge nachtvorsten der laatste dagen
dood gevroren, zoodat het meerendeel
der landerijen opnieuw beploegd en
bezaaid moet worden.
Kolonel Vranken, commandant in het
2e artillerie district inspecteerde de
vorige week het materieel aan de ver
dedigingswerken te Spaarndam, Haar-
lemmerliede en het fort „de Liede".
Ondanks herhaalde oproepingen heb
ben zich voor de vacante betrekking
van onderwijzeres in den Houtrakpolder,
Bij kon. besl. is benoemd tot
lid der Algemeene Rekenkamer J. L.
Ie Bron de V exela, luit.-kolonel bij het
regiment grenadiers en jagers.
De gewone audiëntie van
den minister van Oorlog zal Donderdag
niet plaats hebben.
De 28 Maart e. k. is een dag
dien de natuurkundigen met groote be
langstelling tegemoet zien, maar die
angstige gewone menschen met schrik
moet vervullen. Volgens den bekenden
sterre- en weerkundige prof. Rud. Falb
zal nl. die dag de meest kritieke zijn
der geheele eeuw. De magnetische in
vloeden van vreemde wereldbollen zullen
tegen dien tijd zoo hevig zijn, dat er
wel eens-een geweldige schudding van
onzen aardbol zou kunnen volgen.
De nieuwe W e s t-e u ro p eesche
tijd zal, naar de Zw. Crtverneemt, op
1 Mei in geheel ons land worden in
gevoerd. Bij de regeering bestaat het
voornemen om de gemeentebesturen
te verzoeken op den 1 Mei de klokken
te richten naar die van de telegraaf
kantoren, welke in den ochtend van
den dag allen zullen worden gesteld in
overeenstemming met het kantoor te
Amsterdam. Op dat kantoor wordt in
den nacht van 30 April op 1 Mei de
klok geregeld naar den middelbaren
tijd van Greenwich in overeenstemming
met de regeÜDg naar dien tijd van de
amsterdamsche gemeenteklok. De tijd
op de postkantoren wordt in overeen
stemming gebracht met dien op de
telegraafkantoren in de verschillende
gemeenten.
Waar geen telegraafkantoren geves
tigd zijn f en de gemeenteklok dus niet
daarnaar kan worden gesteld, kan door
tusschenkomst van de provinciale be
sturen de klok in overeenstemming met
den nieuwen tijd worden gebracht.
Het gevolg daarvan zal zijn dat aldus
in geheel ons land op 1 Mei de aan
vang van alle kantoren, fabrieken scho
len enz. nominaal op heizelfde uur,
maar feitelijk 20 minuten later zal ge
schieden.
11)
HOOFDSTUK VIII.
Het was in dezen kritischen stand van zaken, dat een vreem
deling om een gehoor bij den grooten overweldiger verzocht en
hem een plan voorlegde, dat zoo nieuw was, dat de keizer een
oogenblik geloofde, dat het vraagstuk was opgelost. De uitvin
der moest natuurlijk zijne uitvinding aan den minister van Marine
uitleggen, en kreeg bericht, dat men er eene proef mee zou
nemen.
Denzelfden avond van zijn bezoek zat onze vriend Jozef van
Grootz, want deze was de gelukkige, met Karl Landsberg in een
klein laboratorium, dat gelegen was achter in den tuin van Karl's
huis. Op ce tafel stonden verscheidene holle, metalen cylinders
van een vreemd maaksel. Plannen, teekeningen en berekeningen
gen over den grond verspreid en de geheele kamer was met
een zonderlingen geur doortrokken.
Karl was diep in gedachten verzonken, maar Jozef was in
ijne gewone luidruchtige stemming, die nog verhoogd werd
toen hij verscheidene glazen van zijn geliefden Steinberger ge
ledigd had.
„Karl," zeide hij, terwijl hij het groote kristallen glas tegen
het licht hield en de luchtblaasjes bekeek, die naar de opper
vlakte van de vloeistof stegen, „weet gij wel, dat deze veneti-
aansche beker en diens inhoud mij het eerst het denkbeeld van
deze cylinders gaven. Wat een doodeenvoudig middel is het toch
en wat eene goede uitwerking zal het hebben; verwondert hetu
niet, dat er nog niemand op datzelfde dcukbeeld gekomen is
Stel je eens voor hoe heerlijk het zal zijn als wij samen de vijf
honderdduizend fraDcs verdienen, die uitgeloofd zijn, en dat wij
daarvoor maar een maand hebben moeten werken."
„Ik ben niet erg trotsch op mijn aandeel in de uitvinding,"
antwoordde Karl, „en ik moet bekennen, dat ik de Engelschen
geheel niet vijandelijk gezind ben; als ik er goed overdenk,ben
ik er niet eens zeker van, dat het gebruik van deze cylinders
onder de wettige verdedigingsmiddelen behoort. Het spijt mij
eigenlijk, dat ik deel heb aan de uitvinding."
„Och wat, zeur toch zoo r.iet, goede vriend," antwoordde van
Grootz ongeduldig. „Weet gij wel, wat de machtige beheerscher
van Europa van ons plan zei?"
„Wat hij zei
„Ja, nu hij antwoordde eenvoudig, het is een tamelijk moord
dadig plan, maar alles is in den oorlog gewettigd."
„Dan komt de verantwoording voor zijn iekeniDg," aDtwoordde
Karl.
„Nu," herhaalde van Grootz, wier gedachten nog zeer ver vuld
waren van zijn onderhoud met den eersten consul, en alles wat er
tusschen hen besproken was. „De eerste codsuI vroeg," vertelde
van Grootz, „gelijkt deze uitvinding niet op de methode voor
het gebruiken van grieksch vuur Niet in het minst generaal,
antwoordde ik. Deze cylinder is gevuld met een vloeistof, die
wanneer ze eens in brand is gestoken, volstrekt onuitbluschbaar
is, maar een damp veroorzaakt, welks inademing noodlottig is
voor den mensch. Wij kunnen deze verdelgingsmiddelen natuur*
lijk ook gebruiken te land bij den aanval van versterkte plaat
sen, maar te. zee op de schepen zullen 2ij toch beter dienst
doen. Ah zoo, merkte de consul kalm op; ik begrijp, dat deze
uitvinding veel voor heeft op die der Grieken. Al kunnen wij
de schepen van die vervloekte Engelschen niet bemachtigen, dan
kunnen wij toch in elk geval de bemanning vernietigen. Ga nu
met uwe plannen naar den minister van Marine en als zij door
hem goed worden bevonden en er een proef mee genomen is-
kunt gij uwe belooning vorderen. Hij gaf mij nu mijn afscheid
door een beweging met de hand en het gesprek was uit. Het
had maar kort geduurd, maar was zeer zaakrijk geweest."
Toen van Grootz zijn verhaal geëindigd had, lachte hij luid
keels, wreef zijne handen van genoegen, dronk zijn glas uit,
vulde het opnieuw en keek zijn metgezel met de grootste vol
doening aan.
Daar Karl nog bleef zwijgen en in gedachten verdiept in het
vuur staarde, stond Jozef op, klopte hem zachtkens op den
schouder en zeide
„Nu wij de zaken afgehandeld hebben, moet ik u nog iets vertel
len, waarin gij stellig veel belang stelt,"
„Laat mij dan eens hooren, wat het is," antwoordde de jonge