NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD KlsiBB AWeniB. RUBY. 9e Jaargang. Vrijdag 1 April 1892. No. 2682. A BON NEMENTSPRIJS ADVERTENTIËN: „liet Blaadje" STADSNIEUWS. BINNENLAND. FEUILLETON HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummer». 0,05. Dit blad verschoot dagelQk», behalve op Zon- en Feestdagen. (Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefaonnuaer ttiL ▼an 15 regels 50 Cents; ieders regsl meer. lOCeatr. Gro»t« letters naar plaatsraiete: Bij Abenneaent aanzienlijk rabat Aboasomenten en Advertsatiëa worden aangenomen deer osss agentes es door all* boekkandelarea es oosranti.rs. Direotenr-Ultgnvsr J. O. Fï231BOOMi Hoofdagenten voor htt BuiUnland: Ctmpafuit OfxMt it FMtetii Mrxxfbt ffi I. 3JWSB jr C»i JSEH J. JONBS, tune., Ftrfi SI Hs lêxltxrf Mtutrnxetrn Ondergeteekende brengt beleefdelijk in herinnering, dat kleine Advertentiön' bestemd tot plaatsing in en in de speciale rubriek in het Zater dajjavondnummer van HAARLEM's DAGBLAD, k 5 Cts per regel te zamen, uiterlijk tot Vrijdagmorgen 12 uur aan het Bureau kunnen worden ingeleverd. J. C. PEEREBOOM. Haarlem, 31 Maart 1892 Vanwege het Ministerie van Water staat, Handel en Nijverheid, werd heden aan het gebouw van het Provinciaal Bestuur alhier aanbesteed Het herstellen van winter- en storm schade aan een der hoofden op het strand benoorden Petten, behoorende tot de Rijks zeewerken in de provincie Noordholland. Raming ƒ3700. Ingekomen 4 biljetten, en dat van Jean Cultjes te Petten het laagst, voor ƒ3690. Een zeer geacht ingezetene dezer ge meente is na een langdurig lijden Woensdag hier ter stede overleden, met name de heer F. L. Kist, procureur hier ter stede. Hij bereikte den leeftijd van bijna 76 jaren. Ruim eene halve •eeuw bekleedde hij genoemd ambt en was hij voor velen met recht eene vraagbaak, tot wien men zich gaarne vervoegde. Wat de heer Kist als lid van den Raad van 1862 af, en als Wethouder van 1864 tot in het laatst van 1888 voor de gemeente is geweest, ligt nog te versch in het geheugen, dan dat wij daarover behoeven uit te weiden. In verschillende andere betrekkingen, als lid van de Provinciale Staten en van verschillende kerkelijke en liefdadige instellingen, wist hij nut te stichten en stelde hij zijn tijd beschikbaar. Inder daad is dan ook in den ontslapene een waardig burger heengegaan, wiens nage dachtenis in eere zal blijven. Woensdagavond werd door de leer lingen van mej. F. J. C. van Maas en den heer K. F. van Maas Jr. in de nieuwe bovenzaal van het café Gebr. Brinkmann, eene openbare lesgegeven, lijk te beoordeelen, vinden wij onnoo- dig; bovendieu de uitgebreidheid van het programma, hetwelk 27 nummers voor piano en viool bevatte, zou dit niet toelaten. Wij kunnen dan ook vol staan met te betuigen, dat de proeven welke door de leerlingen werden afge legd, aan de eischen voldeden, welke aan muziekbeoefenaars van zulken leef tijd j gesteld kunnen worden, en de resultaten van het onderwijs van me- juffr. van Maas en den heer van Maas hoogst gunstig zijn te noemen. In ver scheidene nummers was van sommige leerlingen de goede aanslag op de piano en de vaste streek op de viool hoogst prijzenswaard, zoodat het spel der leerlingen dikwijls luiden bijval uitlokte. Deze openbare les is dan ook ongetwijfeld een succes geweest voor het onderwijs van bovengenoemden. Woensdagavond hield de afd. Haar lem van de Maatschappij ter Bevorde ring van Nijverheid eene vergadering op de bovenzaal van het Nuisgebouw in de Zijlstraat. De heer C. Westenberg, directeur van de naamlooze vennootschap „Overzee- sche Houthandel" deelde mede, hoe de indische houtsoorten, waarvan hij stuk ken had medegebracht, uitnemend ge schikt waren om voor raeubelhout te worden gebruikt. Ongelukkig is er be halve op de bosschen van djatie-hout, volstrekt geen toezicht van regeerings wege op de bosschen. De inlander kapt vrijelijk de boomen, de fabrikant ge bruikt ze als brandstof. Spreker betreurde dit, daar de in dische houtsoorten niet alleen zeer overvloedig voorhanden, maar ook bij goede behandeling voor alle werk ge schikt en bovendien niet duur zijn. Djatiehout b. v. is wel iets duurder dan eikenhout, maar het is wel eenige malen duurzamer. Tot dusverre is het teakhout uit Britsch-Indie nog het meest gezocht, omdat de houtaanplantingen daar ouder zijn, dan ze in onze Oost kunnen wor den. Toezicht van de Regeering op den houthak acht spreker dus dringend noodig. Fe vergadering vereenigt zich na eenige gedachteuwisseling, met het voorstel van den heer J. H. Krelage, om te trachten deze zaak te brengen op de agenda voor het eerstvolgend Congres van de Maatschappij ter be vordering vaa Nijverheid te Amsterdam. Nadat den heer Westenberg voor zijne mededeelingen de dank der ver gadering was gebracht, ging men over welke door zeer vele belangstellenden J tot de huishoudelijke werkzaamheden, werd bijgewoond. Om het programmaUit het verslag van den penningmeester in bizonderheden na te gaan, en dusbleek, dat er een tekort op de rekening de executanten in hun spel afzonder-over 1891 was van 3cent, terwijl het kapitaal van het Departement (door de kosten der tentoonstelling van Am - bachtsscholen) van ƒ2000tot nomi naal f 500.was verminderd. De heeren H. de Clercq Gzn. en A. Elink Sterk zullen de rekening nazien. Thans volgde wat men zou kunnen noemen eene kleine nabetrachting over nabetrachting over het in het voiigjaar gehouden Congres voor Ambachtson derwijs, waarvan thans het verslag ver schenen is. De heer Hk. Figee betuigde zijn leedwezen, dat de ambachtsscholen te Dordrecht, Amsterdam en den Haag niet aan de tentoonstelling van am bachtsscholen hebben kunnen mede werken. Het bestaan van die te Dordrecht was aan de Commissie niet bekend, terwijl laatstgenoemde scholen van hun niet meedoen verklaring hebben gegeven. Spreker wijst erop, dat op het Congres een paar punten niet voldoende zijn behandeld. Op de vraag nl.„wat ver - staat men onder ambachtsonderwijs heeft men ten slotte geëindigd met te antwoorden, dat daaronder moest worden verstaan het onderwijs in alle ambachten. Dit is m. i. niet mogelijk, omdat men dan geen am- bachts- maar vakonderwijs zou geven. Een tweede punt dat volgens 's spre kers meening op het Congres niet vol doende is behandeld, is „het leerling stelsel op fabrieken en werkplaatsen." De heer Middelberg heeft een lans gebroken voor dat leerlingstelsel, maar is naar spreker dunkt onvoldoende be antwoord. „In uw college," aldus gaat de heer Figee voort „heeft zitting de heer D. de Clercq, een man die zeer ijvert voor wat hij noemt „de mindere stand." Allen die tegenwoordig waren op het Congres voor ambachtsonderwijs, waren daar met de belaDgen van die categorie bezig. Mij dacht, dat de heer de Clercq niet had mogen ontbreken, noch op het Congres van Nijverheid noch op dat van Ambachtsonderwijs. Ik heb mij geïaaformeerd, hoe dat kwam dat de heer de Clercq er niet geweest is en mij is gebleken, dat de heer de Clercq in die dagen uit de stad en zelfs uit land ig was. Ik wensch hier luide mijn leedwezen uit te spreken, dat de heer de Clercq niet was waar hij dunkt mij, „had moeten wezen." De heer Merens merkt op, dat ook de ambachtsschool te Zwolle vergeten is De heer Ed. von Saher zou regeling langs wetteljjken weg van het leerling stelsel wenschende heer F. W. van Eeden zou een' len opgenomen en het geheele ambachts onderwijs rijkszaak willen zien. Door den heer Figée wordt in over weging gegeven, het leerlingstelsel op een tweede congres te behandelen. De heer J. H. Krelage merkt op dat zoo op het Congres voor ambachtson derwijs niet alles k ford is behandeld, dit ligt aan den korten tijd, die beschik baar was. Plaatselijke behoeften moeten aanwijzen of eene ambachtsschool dan wel vakschool noodig is. Als het geheele ambachtsonderwijs door den Staat werd bekostigd, zou dit zeer kostbaar worden. Veel beter acht spreker het, dat de gemeente en particulieren er hun steun aan blijven schenken. Op voorstel van den heer Mr. Joh. En schedé wordt besloten aan de Maat schappij tot bevordering van Nijverheid te verzoeken, een nader onderzoek in te stellen naar het leerlingstelsel op fabrieken en werkplaatsen. Zooals men uit achterstaande adver tentie zal kunnen lezen is de uitreiking der medailles voor den tooneelwedstrijd van de letterlievende vereeniging „J, J. Cremer" alhier, welke plechtigheid den 511 April zou plaats hebben tot nader order uitgesteld, daar de medailles niet voor dien datum kunnen worden afge leverd. De Arrondissements-Rechtbank heden uitspraak doende in de zaak tvan C. Eijdenberg, 18 jaar, G. Brouwer, 16 jaar en Jacob Dik, 16 jaar, allen werklieden te Zaandam, die de vorige week te rechtstonden wegens diefstal gepleegd in de woning van de dames E. J. en C. Abercrombie op de Spoorstraat aldaar, veroordeelde eerstgenoemde tot 2 jaar, den tweede tot 1 jaar en den derde tot ii jaar gevangenisstraf, met aftrek van de preventieve hechtenis. Te Bennebroek moet voor een lid van den gemeenteraad eene herstem ming plaats hebben tusschen de heeren S. Roozen en G. Nieuwenhuis. Te Oude Wetering is in den ouder dom van 94VS jaar overleden Jb. Vree ken, nalatende 18 kinderen en behuwd- kinderen, 70 kleinkinderen en 47 achter kleinkinderen. Mevrouw Stuten-te Gempt zet haren strijd tegen het krankzinnigen gesticht in het Slijkeinde te J's-Hage voort. Wij ontvingen thans van haar „Anderer ervaringen in het krankzinni- lagere school willen, j gengesticht te 's-Hage", een boekje van gevolgd door een vakschoolde heer1 23 bladzijden met verklaringen en mede G. E. L* Hymans zou ook het schoen en kleermakersvak op de ambachtsscho anderen aan Mevrouw Stuten gedaan. Het boekje maakt geen minder pijn lijken indruk, dan de eerste brochure van mevrouw S. zelve. De mishandelin gen van patiënten door oppassers zijn van de ergste soort en er worden in de beschrijvingen staaltjes gegeven van ruwheid, die den lezer doen vragen „wordt aan zulke handen de verpleging onzer zieken toevertrouwt Op een paar na zijn de verklaringen in dit boekje niet voluit, doch slechts met voorletters, onderteekend. Mevrouw Stuten evenwel deelt in een voorwoord mede, dat de oorspronkelijke stukken bij haar ter inzage liggen en dat zij adressen kan opgeven van menschen, die nog andere feiten kunnen mededeelen. Deze feiten zegt mevrouw S. daarom niet te hebben vermeld, omdat zij zijn „van afschuwelijk onzedelijken aard." Dit boekje is wel geschikt, om nog grooter indruk te maken dan de bro chure van Mevr. Stuten zelve. Men had toch kunnen meenen dat de be schrijving harer eigen ervaring aan overdrijving mank kon gaan. Van alle deze verklaringen van anderen kan dat bezwaarlijk worden verondersteld. Velen in den lande zullen dan ook door dit tweede boekje met nog meer verlangen uitzien naar den uitslag van het onderzoek der justitie. Een van beide: of er zijn verkeerdheden te straffen, of er zijn miskenden schoon te vegen in beide gevallen vraagt men recht. Bij kon. besluit is aan den heer H. H. Beels, lid van den raad van toezicht op de rijkspostspaarbank, wo nende te Haarlem, als zoodanig, inge volge het bepaalde bij art. 3 der wet van 25 Mei 1880 {Staatsblad no. 88) en volgens den daarvoor vastgestelden rooster, met 1 April aftredende, met ingang van dien dag een eervol ontslag verleend uit genoemde betrekking, met dankbetuiging voor de door hem aan den lande bewezen diensten, en is met van dienzelfden datum, benoemd tot lid van gemelden raad, mr. H. P. G. Quack, directeur der Nederlandsche Bank te Amsterdam. Op last van den minister van justitie worden thans geregeld bij de handelaren in boter af en toe mon sters genomen, ten einde na te kunnen gaan of er ook vervalsching heeft plaats gehad. De controle is hierdoor onte genzeggelijk scherper geworden, daar vroeger, met het oog op de hcoge kosten, slechts monsters werden gesto ken bij vermoeden of op klacht van vervalsching. Naar de A. Ct. verneemt, kan de Utr, Rederijkerskamer „Jan Van deeliDgen door oud-patiënten, hunne Beers" zich niet vereenigen met den familieleden, voormalige employés en haar in den tooneelwedstrijd te Haarlem 26) HOOFDSTUK XVIII. „Mat Shapland," zeide de aanvoerder, terwijl hij zich om wendde. „Mat Shapland, kom eens hier." Een man, dien Karl dadelijk herkende, reed uit de rij tot hij den aanvoerder bereikt had, die hem een paar woorden influis terde, die de luisteraar niet kon radea. Shapland scheen ze ech ter volkomen te verstaan, want met een bevestigend knikje sprong hij met zijn paard over de heg, reed door het veld en sneed zoo een groot deel van den weg af, dien de bende volgde. Karl wachtte tot de smokkelaar op weg was en liep hem toen achterna in de richting van het dorp, waarheen Ruby was ge gaan. Door de duisternis en den slechten, vcchtigen weg, kon hij evenwel niet snel vooruitkomen. Karl bleef eenige oogen- blikken staan om adem te halen en meende toen dat hij een gil en het lossen van een pistoolschot hoorde. Dadelijk snelde hij weer voort en kwam, na een kwartier geloopen te hebben, op eene plaats, waar zich eene diepe kuil bevond, en vanwaar een pad naar het dorp voerde. Plotseling hoorde hij eene stem uit de duisternis, die hem „halt" kommandeerde. Karl lette niet op dit bevel, maar schreed voorwaarts, terwijl hij een pistool in zijn hand gereed hield. Hij zag slechts eene onduidelijke massa, die eenigszins op een paard en ruiter ik u," spionnen herhaalde de ruiter met een vloek. „Wij om ons heen hebben, maak dus dat gij „Halt, willen geen wegkomt." „Mat Shapland, zijt gij het wel, gij kent mij wel," riep Karl uit, die de stem van den smokkelaar herkende. „Ik zal u niet in ongelegenheid brengen, door te vertellen, wat ik gezien heb." De smokkelaar luisterde niet naar Landsberg's woorden, maar gaf zijn paaid de sporen en het volgende oogenblik flikkerde het staal van een hartsvanger boven Karl's hoofd. Instinctmatig boog de jonge man om den slag af te wenden, die hem nu slechts den hoed van het hoofd lichtte en loste, uit zelfbehoud, zijn pistool op den smokkelaar, die een kreet van pijn uitte en in de duisternis weggaLppeerde. Karl tastte naar zijn hoed, maar kon hem niet vinden, en daar luj niet meer tijd wilde verliezen, ging hij voort tot hij plot seling bleef staan, daar zijn voet in de weeke klei bleef steken, die, zooals hij wist, op den kant van de kuil gevonden werd. Terwijl hij in zichzelf eenige woorden van dank mompelde over zijn levensbehoud, verwijderde hij zich van de noodlottige plaats en vond nu gemakkelijk den weg naar het dorp, waarheen Ruby zich had begeven. Hier wachtte hem eene nieuwe teleurstelling, ^ar.t hij vernam, dat de dokter, die tegelijkertijd met Ruby de zieke vrouw had bezocht, er op had aangedrongen, dat deze me1 hem naar huis zou rijden. Zeer ontmoedigd verliet Karl nu het huisje en nam den terug weg naar zijne woning aan. De regen had opgehouden en de maan vertoonde zich tusschen de wolken en bij dat licht zag Karl, dat hij geheel beslijkt was en dat er op de rechtermouw van zijne jas een bloedvlek was, die stellig door het bloed uit Mat Shapland's wond was veroorzaakt. Hij kon niet nalaten ean afkeer van zijn eigen uiterlijk te krijgen. Zijn haar was nat en zat op zijn voorhoofd geplakt, zijne schoenen en kousen waren geheel beslijkt en hij had geen hoed op 't hoofd. Nu hij wist, dat Ruby veilig was, maakte hij niet zooveel haast om zijn doe te bereiken als hij op den heenreis had gedaan en het was reeds half twaalf, toen hij aan zijn huis kwam. De bediende, die de deur voor hem opende, wierp een blik op zijn kleeding en scheen eene opmerking te willen maken, maar hij bezon zich en zweeg. Zonder een oogenblik te verliezen spoedde Karl zich naar de huiskamer om zich van de veiligheid van Ruby te verzekeren. „Waar is de barones vroeg Ruby, die haar natte kleederen voor andere had verwisseld, en in een leuningstoel zat uit te rusten. „De barones hernam Karl. „Ja, de barones," antwoordde Ruby. „Zij was in huis toen ik u verliet, nietwaar? Eerst dacht ik, dat z\j met u was gegaan om mij te zoeken, maar de bedienden zijn zoo vreemd, dat ik hen nauwelijks dorst te ondervragen." „Mijne lieve Ruby," antwoordde de jonge man, „ik ban u

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1