R U B Y. NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 9e Jaargang. Dinsdag 5 April 1892. No. 2685. A HON N EMENTSPRIJS Direotenr-Uitfvr J. c. FI1B1BOOK. STADSNIEUWS. BINNENLAND. FE u ON HAARLEMS DAGBL Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het g-eheele Bijk, per 3 maanden 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummers. 0,05, Dit blad versahtynt dagelQks, behalve op Zon- en Feestdagen. {Korean Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoouumer 121, ADVERT! Tan 15 rebels 50 Cent»'ede-- re. u>e» Greets lettor» na* p;*st - »- Bij Abanneaent .na» Abonaementsa sa Advertsatië» worde, aaagenome» doe» om agenten sa door alle boekhandelaren eovr.eti Soofd^enUn voor M Buiténlani: CbW, GUér.U fullUUi Mir,n,ir* l. BAS SM Cs, JtMM 1. JOXSi, Farfi sm. knew, Bij dit Nummer is gevoegd het Gemeenteraadsver slag van April l Haarlem, 4 April 1892 VERGADERING van den Raad \ler gemeente Haarlem, op Woe?isdag 6 IApril 1892, des namiddags te 1 uur pe volgende stukken es punten zullen aan de orde worden gesteld, x. Mededeelingen en ingekomen stuk ken, Twee aanvragen ontheffing lid - jnaatschap commissie strafverordeningen; Voorstel B. en WW. bezwaaischiitt liezerslijsten 1892 3. Idem idem uit- 'oering besluit tot oprichting nieuwe ipleidingsschool voor jongens; 4 Idem idem concessie tram Beverwijk 55 Idem idem op adres „Volksbelang," aanwij ing omrasterd terrein voor tweeden kinderspeeltuin en nader adres toeken ping subsidie6, Idem idem opheffing j/oetpad uitloopende op de Kleverlaan Idem idem op adres Atdeeling Haar lem en Omstreken van de Nederl. Maatsch. tot bevordering der Genees kunst, om aanstelling van een politie - arts; 8 Idem idem overweg spoorweg linde Leidsche straat9 Voordracht :ommissarissen Stads Bank van Leening benoeming directeur10. Rapport op lichter gasverlichting over Februari. Kist eenmaal was gehuisvest, brengener voorviel. Het Weeshuis verliest veel wij nu met groote eer ten grave. Dat in hem." Hedenmorgen te 12 uur had op de iegraafplaats aan den Schoterstraatweg ie plechtige ter-aarde-bestelling plaats an het stoffelijk overschot van den eer F. L. Kist, in leven procureur Ihier. Op de kist lag een fraaie krans van e familie. Een zeer groot aantal vrien- en en belangstellenden woonden de lechtigheid bij. Men merkte op den urgemeester van deze gemeente, den emeeme-secretaris mr. A. A. Land, den kornmandant van de cavalerie alhier Ï,agerwerff, den kornmandant van de d. d. chutterij alhier mr. Jager Gerlings, zeer vele leden van den gemeenteraad, eenige eden van Provinciale Staten, van de Ibalie en van den militieraad, benevens [Regenten van het Ned. Geref. Wees huis. Toen de lijkkist in de groeve was neergelatenzongen de vrouwelyke weezen van het Geref. Weeshuis, een vers van gezang 182. Daarop nam onze burgemeester mr. E. A. Iordens, het woord, en zeide ongeveer het navol gende„Het stoff dijk overschot, waarin de schoone ziel van Frederik Lodewijk is een eer die hem toekwam, zij is de uitdrukking van waarheid, van het ge voel van zoovelen, ik mag zeggen, van al onze medeburgers. Een voortreffe lijk huisvader verliest zijne familie, een uitstekend burger verloor onze ge meente, een trouwen vriend verloren wij allen. Sedert een kwart eeuw heeft Kist als een waardig magistraat deze bloeiende gemeente helpen regeeren. Zijn rui ine blik en groote kennis hebben veel goeds uitgewerkt in het moeilijke tijdperk, dat Haarlem ging bloeien. Door al zijne medeburgers is Kist be wonderd als de rechtsgeleerde raadsman van de burgerij gedurende 25 jaar en hij verdient den naam, hem door den volksmond gegeven van„Haarlem's vredestichter". Zijn arbeid heeft ook vele jaren gestrekt tot heil van ver iatenen en weezen. Gedurende een halve eeuw heeft hij als pkatsvervangeod rechter van het kanton belangeloos aan de Regeering, aan het vaderland en aan de burgerij zijne diensten bewezen. Het eeremetaal ontbrak niettemin op zijne borst, maar de eenvoudige, ne-j derige man had dat niet noodig. De grootste eer was hem de liefde, de achting, de genegenheid en de vexee- ring van alle medeburgers. Zijne assche ruste in vrede". Daarop trad de heer Dr. C. G. von Reeken, naar voren. „Wy bewegen", aldus sprak de heer von Reeken, „de laatste eer aan een edel man, edel niet door geboorte, maar door zijne daden tot bevordering van het geluk van velen. Ik heb vele jaren met hem gewerkt als lid van het Dagelijksch Bestuur en zijn helderen blik in zaken en minzaamheid voor allen, gewaardeerd. Yan tal van besturen was hij hoofd of lid, hij was de steun van weduwen en weezen. Wanneer de herinnering aan hem zijn beeld voor ons oog doet openen, dat zal een waarlijk edel man ons voor het geheugen staan. Zijne treurende familie moge de groote ach ting die iedereen voor hem gevoelde, tot troost strekken. Wij moeten dank baar zijn, dat hij in ons midden is geweest." De heer F. R. Crommelin, regent van het Geref. Weeshuis alhier, her dacht daarop de verdiensten van den overledene als regent van dat gesticht. „Zijne groote aantrekkelijkheid was zijn eenvoud. Het weeshuis was hem lief en men verbaasde zich over den groo- ten ijver en de nauwgezetheid, waarmede hij zijn werk daarvoor waarnam. Al kwam hij er in de laatste jaren zelden meer, zijn belangstelling voor het Weeshuis was onverflauwd en hij bleef gaarne op de hoogte van alles wat Zondagavond ten half negen, werden nabij het gesticht „Meerenberg" door D; weezen zongen thans een gedicht den onbezoldigden rijksveldwachter J. van ten Kate „slaap zacht in de scha- Bakker en den nachtwaker P. van No- duw der graven," waarna de zoon van beien, twee oppasseressen van dit ge- den overledene, Mr. A. Kist, diep sticht aangehouden, welke heimelijk het bewogen dank zeide voor de zeer tal- gesticht hadden verlaten. In haar bezit rijke en treffende bewijzen van deelne- werden gevonden 48 stuks linnengoed, ming, die de familie in de laatste dagen ingepakt en voorzien met een adres van en ook nu weder, heeft ontvangen. iemand in Zwolle. Voor den burge- meester van Bloemendaal gebracht, be- Een winkelier hier ter stede heeft kenden zij de goederen uit het gesticht aan handeldrijvenden en neringdoenden *e hebben ontvreemd. De aangehoude in Haarlem eece circulaire toegezonden nen zÜn 0U(^ 3^ Jaar en 1» v* waarin hij het plan oppeit om eene ou^ x9 Jaar- onderlinge vereeniging op te richten, die zich ten doel s elc om door wederkee- j Te Aalsmeer overkwam den zoon rige opgave, hare leden voor slechte van den onderbaas v. d. Bergen, bij de betalers te vrijwaren. inundatiewerken een ernstig ongeluk. Een Zij die met dat plan zijn ingenomengeladen spoorwagon met kalk ging over worden uitgenoodigd tot bijwoning eener j een zijner beenen, zoodat hij erg ge- vergadering te houden op Woensdag 20 kneusd, werd vervoerd. Dienzelfden A n.;i A- o - J - 1 - April 's avonds 8 uur in de bovenzaal van Café Brinkmaun. Men verzo-kt ons Het volgende te willen plaatsen Een zcér populair man in deze stad staat op het punt onze gemeente te verlaten, nml. de geachte heer ds. M. J. Mees. predikant bij de Luthersche Gemeente alhier. Met leedwezen zullen ongetwijfeld velen het besluit vernomen hebben, waar bij hij het beroep naar 'sGravenhage aannam. Velen toch, zoowel van zijne gemeen teleden als daarbuiten, stond hij gaarne met raad en daad bij, en wijdde zich aan hunne belangen. Door zijne joviale en prettige wijze van doen en epreken, wist hij het hart van allen, die hem kenden, te verove ren, en zoodoende zal menigeen hem dan ook noode zien heengaan. Zijne catechisaties werden door hem ten zeerste behartigd, en waren voor hen die ze bezochten, eerder uren van ontspanning dan van ii spanning. Menigeen zal hem dan ook bij zijn vertrek een hartelijk vaarwel toeroepen en daarbij den wensch voegen dat hij te 's Gravenhage nog tal van jaren even opgewekt en met succes zal mogen arbeiden, als hij dit hier steeds heeft gedaan. Heden is onder toezicht van de politie weer ia den Raamsingel ge- vischt naar het werktuig waarmee de dubbele moord zou zijn gepleegd, evenwel tot dusverre zonder eenig succes. dag geraakte de hand van een werkman bekneld onder een spoorlegger, waar door amputatie van een zijner vingers het gevolg was. Naar men verneemt zijn de werklie den tegen invaliditeit verzekerd. Van de 11,000 miliciens van de lichting van 1892 zullen, na aftrek van 600 man voor de zeemilitie, 7975 worden bestemd voor de infanterie, 460 voor de cavalerie, 2370 voor de artil lerie en 19 voor de genietroepen. In zake den moord op de Prinsengracht te Amsterdam verneemt de N. R. Ct., dat op aanwijzing van de justitie, die door een anonymen brief dienaangaande ingelicht was, (van wel ken brief de schrijfster nog altijd niet ontdekt is,) door de politie Donderdag te Haarlen gearresteerd zijn twee per sonen, waarvan één ook al omgang had gehad met de vermoorde dienst bode. Deze beide personen hebben den nacht van Dinsdag op Woensdag niet in hun kosthuis te Haarlem doorgebracht, en bleven eenig antwoord op de vraag, naar hun verblijf schuldig. Daarenboven meent de justitie goe- d-n grond te hebben om op twee per sonen te Amsterdam nauwlettend toe te zien. Een gelijkluidende brief als door den officier van justitie ontvangen, werd bij den commissaris van politie Zürmuhlen bezorgd, meldt het Hblad. Verder heeft zich een knaap, onge veer 14 jaar oud, aangemeld en ver- klaard dat hij op den bewusten avondverlof te mogen gaan naar Keulen. Het twee mannen uit de woning der familie Viotta heeft zien komen. Wel houdt de jongen vol, dat hij dat Maandagavond gezien heeft, maar voegt daarbij, dat hij den volgenden morgen vroeg hoorde, dat dien nacht de moord gepleegd was, zoodat hij zich klaarblijkelijk in den dag vergist. De officier van justitie heeft ook een tweeden brief ontvangen van dezelfde hand als de eerste. De schrijfster noemt zich beide keeren Sara en wijst een zekeren Vos als den moordenaar van Anna Verhoeven aan. Deze Vos, een diamantslijper, woonde met een vrouws persoon in een kelder. Door de ont hullingen van genoemden knaap geleid, verborgen zich reeds gisteren twee rechercheurs in een schuilplaats tegen over den kelder ora den man in hech tenis te nemen, zoodra hij den kelder verliet. Immers men dacht in den kelder zeiven en in de woniDg zijner moeder nog belangrijke ontdekkingen te zullen doen, wanneer Vos buiten weten zijner betrekkingen werd aangehouden. Daar om ging men niet aanstonds den kelder binnen of huiszoeking doen in de woning zijner moedermen wilde hem op zekeren afstand van zijn verblijfplaats vatten. Thans is Vos op een tram in hech tenis genomen en wordt door den be doelden knaap hetkerd als een der beide personen, die hij uit de woning der familie Viotta zag komen. Men meende eerst, dat de broeder van de vrouw, bij wie Vos zich bevond, de tweede dier beide mannen zou zijn. Deze is echter niet door den knaap herkend. Te Nieuwediep isVrijdag- nacht docr den havenmeester De Graaft uit de haven opgehaald het lijk van een onbekend man, dat men een lijn aan een der meerpalen was bevestigd. Be halve uit deze omstandigheid, bleek ook uit een brief, die op het lijk werd ge vonden, voldoende dat hier zelfmoord is gepleegd. Uit dezen brief meent men verder te mogen afleiden dat de onge lukkige, J. L. genaamd, te Amsterdam woonachttg was. De slagersknecht Pieterse uit Gouda is te Amsterdam gearresteerd, verdacht van den goudschen moord. Hij heeft bekend in den nacht van Maandag op Dinsdag (den nacht van den moord) van Gouda naar Rotterdam geloopen te hebben. Pierre Francois Corneille Pieterse, oud 22 jaar, kwam in Juni uit Amster dam in dienst bij den spekslager Brakel te Gouda. Hij was goed van gedrag. Veertien dagen geleden vroeg hij om op 28 Maart voor een paar dagen met 29. HOOFDSTUK XIX. „Wij, grondbezitters in Kent, mogen zulke dingen niet onder steunen, maar wij behoeven niets te zien van wat er omgaat of wij hebben ons voortaan het genot van een glas goeden brande wijn of tafelwijn te ontzeggen. Het verwondert mij, dat gij u met de smokkelaars hebt ingelaten, ofschoon gij het misschien wel eens een aardig we k vondt." „Ik ben volstrekt niet bij de smokkelaars geweest," antwoordde Karl kortaf; „ik ben integendeel van oordeel, dat er een einde moest gemaakt worden aan dezen onwettigen handel." „Bah beste vriend, dat is weer een van uwe vreemde begrip pen," hernam de magistraat. „Maar om op de zaak terug te komen. Als gij mij de bizonderheden van den moord niet kunt meedeelen, bel dan eens, misschien weten de bedienden meer van deze vreemde geschiedenis, die steken hun neus toch altijd in dingen, waarmee zij Diets te maken hebben." Op een teeken van haar echtgenoot, belde Ruby en de be diende kwam zoo gauw op haar belle o binnen, dat hij waar- sc lijnlijk aan het sleutelgat had staan luisteren. Hij trad de kamer in met een noisch gelaat, sprak geen woord, maar wachtte de vragen af. „Weet gij hoe de doode dame gisterenavond het huis verliet, Rayton?" vroeg de rechter, die den man zeer goed kende. „Neen, mijnheer/1 antwoordde de man op een geheel anderen toon, dan dien, welke hij jegens zijn meester gebezigd had. „Ik zag de arme dame niet uitgaan, maar ik denk, dat zij vertrok na den twist, die zij met hem had gehad," zeide hij, op Karl wijzende. 0 „Wat zeg je een twist herhaalde de rechter, die nu op merkzaam werd. „Ja, ik hoorde hooge woorden vallen, nadat mevrouw was uit gegaan, maar ik dacht er eerst weinig over, want die vreemde lingen schreeuwen altijd zoo luid, dat men soms denkt, dat zij luzie hebben, als zij elkander het hof maken. Op 't laatst werd het leven binnen echter zoo hevig, dat ik bang was, dat er iets zou gebeuren, en zoo kwam ik in den gang, ik weet eigenlijk zelf niet waarom." „Om aan de deur te luisteren, denk ik," viel Karl hem in de rede. „Io elk geval hoorde ik de arme vrouw uitroepen, dood mij niet," vervolgde de maD, „en ik hoorde hem zeggen, ik zal u dooden, een poosje daarna werd er een zware val vernomen." „Waarom kwaamt gij de kamer niet binnen om te zien, wat er gebeurd was vroeg de rechter scherp. De man aarzelde een oogenblik en antwoordde toen: „Wel, ziet gij, mijnheer, hij is forscher dan ik; hij had mij zooeven bijna gewurgd. Die vreemdelingen hebben bovendien altijd messen en dolken in den zak en ik houd er niet van om met zulke wapens kennis te maken." „Bahje bent een lafaardantwoordde mijnheer Harbottle minachtend. „Alsof een Engelschman niet zes zulke vreemdelin gen kon staan. Maar zoudt gij deze woorden onder eede willen bevestigen „Ja, mijnheer. Later zag ik hem uitgaan, en toen ik in de kamer kwam was de lade, waarin hij zijne pistolen bewaart, open en deze vuurwapens verdwenen." „Zaagt gij mijnheer Landsberg uitgaan?" „Het was gisterenavond zoo donkerj dat men geen handbreed voor zich uit kon zien, maar ik hoorde, dat hij de deur achter zich dichttrok," antwoordde Rayton. „Hebt gij woorden gehad met de vermoorde vrouw vroeg de magistraat, terwijl hij zich tot Karl wendde. De rechter sprak hem nu geheel anders toe dan zooeven zijn gelaat drukte wantrouwen jegens Landsberg uit, toen hij hem deze vraag deed. „Wij hadden eene woordenwisseling," antwoordde Karl, „maar emand, die maar een paar zinnen van het gesprek hoorde, is niet gerechtigd den aard van het gesprek hieruit af te leiden." „Een paar dienstboden hebben het ook gehoord," viel Ray ton hierop in, „en zij zijn ook even geneigd als ik dit onde eede te bevestigen." „Mijnheer Landsberg?" vroeg Harbottle, „hebt gij de woar- den„ik zal u dooden," tegen de barones von Klipspohr gebe-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1