POLITIEK OVERZICHT. De moordenaar Deeming. werd hem beloofd. Op 27 Maart kwam, toen hij niet thuis was, een heer naar hem vragen en gaf de boodschap dat Pieterse's vader zwaar ziek lag in Am sterdam. Daar hij steeds gezegd had dat zijn vader dood was, bevreemdde dit Brakel. Maandagavond even vóór halt 11 vertrok Pieterse om met den trein van 11.36 naar Amsterdam te gaan, naar hij zeide. Als slagersknecht kwam hij dikwijls bij de vermoorde aan huis, en deed haar zelfs een huwelijksaanzoek, daar hij wist dat zij geld zou krijgen na verkoop van het hu s. Dat er eene groote hypotheek op stond, verzweeg zij. Nadat V r ij dagavond te 's Hage in de stampvolle zaal van het Casino, Stquah eenige patiënten had behandeld, wachtte hem eene verrassing. De heer Riko trad naar voren en bracht hulde aan de welwillendheid van velen, die Sequah in zijnen strijd tegen de doctoren hadden gesteund, o. a. aan de geestelijken, aan de doctoren die hem hadden bijgestaan en zijne methode heilzaam achtten, en aan de politie, die zoo goed de orde had weten te hand haven. Ten slotte las hij een gedicht voor, waarin hij de taak van Sequah, het lijden van zoovelen te verzachten, prees. Op het platform waren verschillende patiënten aanwezig, die onder zijne be handeling waren genezen. Onder her haaldelijke toejuichingen traden zij ach tereen volgens naar voren en legden hiervan mondeling getuigenis af. Jhr. B. sprak nu Sequah toe uit naam van het publiek, waarbij hij ook zinspeelde op Cupido's goedgunstigheid, die voor deze gelegenheid plotseling in eigen persoon uit eene mand ten tooneele verrees in de gedaante van een gevleugeld knaapje in blauw tulle met den bekenden pijl koker en boog. Hem werd bevolen aan godin Flora te verzoeken, dat een bloe menregen op den weldoener van vele behoeftigen en kranken zou neerdalen. Jhr. B bood hem tevens de geschenken aan, door het haagsche publiek uit eene collecte opgebracht, nl.twee coupes met zilveren standaard en voet, een zilveren bak, waarin kunstbloemen, en bovendien ontving hij nog van eene dame een bokaal van boheemsch kristal met zilveren voet. Met het zingen van een afscheidslied op de wijze van het God save the queenen het ontplooien van de engelsche, hollandsche en ame- rikaansche vlag ten tooneele, onder het afsteken van bengaalsch vuur en het neerdalen van een bloemenregen op een wenk van god Cupido, betuigde het publiek zijn dankbaarheid aan den heer Davenport en echtgenoote. Ook Sequah sprak het publiek ver scheidene raaien toe. De aanwezigen zongen ten slotte Lang zal hij leven en op zijn verzoek het Wien Neer- landsch Bloed. Daarna ging men uiteen. Een jongen van een jaar of twaalf werd aan het einde der séance op zakken rollen betrapt. In de Brandsteeg te Utrecht heeft Vrijdagavond omstreeks elf uren, na een voorafgaanden twist, de eene broeder den ander met een mes zoo danige verwondingen toegebracht, dat voor het leven van den gewonde wordt gevreesd. De politie, hiervan verwittigd, nam den dader in arrest en het mes, waarmede de verwonding moet gepleegd zijn, in beslag. De verwonde werd, na voorloopig heelkundig behandeld te zijD, naar het ziekenhuis vervoerd. Door eene botsing tusschen twee rijtuigen had Donderdag jl. de heer H. B., uit Maastricht, het ongeluk uit het rijtuig te valleD, tengevolge waarvan hij zoodanig werd verwond dat hij eenige uren later is overleden De ongehuwde molenbaas Gerards, 29 jaren oud, werkzaam in den molen te Guttekoven (L.), had Vrijdagavond het ongeluk bij het ver richten zijner werkzaamheden tusschen de raderen te geraken en zoodanige kneuzingen te ontvangen, dat hij na eenige minuten een lijk was. Eene 72-j arige vrouw te Bos hoven, gemeente Weert, is Donderdag door eene opening in den zolder harer woning gevallen en kort daarop, ten gevolge van dien val, overleden. Omtrent den diefstal te Nispen, onder Rozendaal, schrijft men dat al de dieven, negen in getal, te Antwerpen zijn gearresteerd. De be ruchtste onder hen is zekere J. B., te Nispen, een neet van den bestolene De gestolen effecten zijn niet terug gevonden. Omtrent de inbraak te Zaamslag meldt de Midd. Ct Vrijdagavond omstreeks elf uur is bij de weduwe A. Dieleman, wonende op eene hofstede onder die gemeente, in gebroken door eene bende, vermoede lijk uit zes personen bestaande. De weduwe woont samen met haar zoonbovendien is er eene meid en een jong knechtje in huis. De voordeur werd met een zwaren houten paal open- gestooten, waarna vier personen het huis binnendrongen. De zoon, Chris- tiaan Dielemaö, ging de indringers te lijf, maar werd door een schot hagel, dat hem het sleutelbeen van den lin kerarm verwondde, buiten gevecht ge steld. De weduwe kreeg belangrijke wonden aan hoofd en hand. De inbre kers hebben met een paal den lesse naar en andere bergplaatsen verbrijzeld en al het gereede geld medegenomen. Zaterdagmiddag is Chr. Dieleman ge ',opereerd; hij verkeert in levensgevaar. Nabij het gehucht Meuzenhoek zijn voetsporen van zes personen ontdekt. De justitie uit Middelburg heeft Zater dag te Zaamslag een onderzoek inge steld. Volgens later telegram lag de zoon dien middag nog steeds zonder .bewust zijn. De toestand van de weduwe Die leman is bevredigend. Een harer vingers zal zij echter moeten missen. spraak door het Hoog Militair gerechts hof is goedgekeurd. In de maanden December en Januari bleek het, dat te IJselmonde en omstreken enkele valsche guldens in omloop waren Bij onderzoek bleek, dat op een metaalfabriek te Bolnes, temid den van eenige werklieden, valsch geld werd gemaakt. Van een hunner bleek, dat hij ook van dat geld uitgaf. Het was de 28-jarige ijzei werker, Arie De Snoo, laatst wonende te IJselmonde, thans gedetineerd, die zich Zaterdag wegens het uitgeven van twee valsche guldens, uit tin en lood vervaardigd, voor de Rechtbank te Dordrecht te verantwoorden had. Er werden n ge tuigen gehoord, waa onder een vuur werker, die verklaarde, dat er kort vóór Kerstmis door eenige werklieden valsch geld werd gemaakt; hij zelf heeft ook een kwartje en een gulden gemaakt, uit aardigheid. Die muntstukken heeft getuige later weggegooid, toen zijn baas hem op het gevaarlijke van de aardig heid had gewezen. Ook had hij den vorm stuk geslagen. Bekl. beweerde, dat hij dien vorm van dezen getuige had gekregen. Het O. M. eischte, wegens het op zettelijk uitgeven van valsche munt speciën, tweemaal gepleegd, drie jaren gevangenisstraf. De ambtshalve toege voegde verdediger, mr. Tijssens pleitte een mindere straf. Uitspraak over 8 dagen. Zaterdag stond voor de arrondis- sements-rechtbank te 's-Bosch terecht Adrianus van Lieshout, 47 jaren,geboren te Geff en, vroeger hoofdagent van politie te 's-Bosch, thans zonder beroep, wo nende te Eindhoven, beklaagd dat hij voor standplaatsen op de markt meer geld heeft ontvangen dan hg afgedragen heeft. Een aantal getuigen werden ge hoord. VISSCHERIJ. Scheveningen, 2 April. De prijzen der visch blijven steed hoog heden ochtend verkochten 6 schuiten hunne vangst; de prijzen waren: tong 50 tot 75 c., schol 4 tot 4.75, schar- ren ƒ3.50 tot 4, braad 3 tot 4, kokaat f 2.50 tot 3.25, rog 3.50 tot 4, kabel jauw 1 tot 2. De schuiten besomden ƒ45 tot 80. 2 April. Van het Nieuwediep werden 124 kabeljauwen aangevoerd, die voor fik 1.25 de kleine en 2 k 2.50 de groote werden verkocht. 4 schuiten verkochten nog hunne versche visch en maakten besommingen van 50 tot 75. Prijzen der visch als de zen morgen, scharren ƒ3 k 350 schol f4 k 4.50, braad f$k 4. RECHTSZAKEN. De milicien-korporaal van het ie re giment infanterie FH. B., die in den voormiddag van 5 Februari jl. by ge legenheid van eene oefening in het vuren van losse patronen in eene kamer in de kazerne te Leeuwarden den sergeant Eiser doodelijk in den buik trof met een kogel uit een scherpe patroon die bij ongeluk tusschen de losse patronen geraakt was, is deswege door den krijgsraad te Leeuwarden tot eene maand gevangenisstraf veroordeeld, welke uit Het is niet ondenkbaar, dat de laatste gebeurtenissen in Duitschland bevorder lijk zijn geweest aan Von Bismarck's populariteit. Bij zijn verjaardag op 1 April is overal feest gevierd.. Zeker niet minder dan 10000 vereerders kwamen zich op dien dag om het kasteel te Friedrichsruhe legeren en duizenden namen des avonds aan den fakkeloptocht deel. In weerwil van de koude kwam Bismarck buiten, om den stoet te zien voorbij trekken. Onder de gelukwenschen, welke de telegraaf bracht, was er eea van de bejaarde zuster van den overleden kei zer Wilhelm, de groothertogin moeder Alexandrine van Mecklenburg. Verder kwamen er gelukwenschen van keizerin I Frederik, den koning van Saksen, den J prins-regent van Beieren en andere vorstelijke personen. Betreffende eenen gelukwensch des keizers heeft men tot nu nog niets vernomen. Volgens per sonen die hem gezien hebben, is Bis marck altoos even levendig en kloek. Honderde aangeteekende felicitatie brieven, vijfduizend telegrammen en een paarhonderd pakketten kwamen uit alle oorden des Rijks den jubilaris overstel pen. Het laatste bezoek van den russischen gezant te Berlijn uit Petersburg zal ten gevolge hebben dat de handelsbetrek kingen tusschen Duitschland en Rus land zullen worden geregeld. De „Post" bericht evenwel, dat Rusland plannen maakt voor eene groote geldleening voor spoorwegdoeleinden. Geen duitsche bankier, zegt dit blad, zal aan deze leening willen deelnemen, daar zij De ongelukkige russische Joden, die in de barakken bij Eidkühnen (Pruisen) onder dak zijn gebracht, worden daar nu vreeselijk door diphteritis en schar lakenkoorts geteisterd. Volgens een particulier telegram aan de N R. Ct. is de socialistische afge vaardigde Kunert, onmiddellijk, na de sluiting van de zitting van den Rijksdag gevangen genomen terwijl hij met zijn vrouw in Breslau op straat wandelde. De staat van beleg is te Buenos- Ayres afgekondigd, ten gevolge der ontdekking van eene samenzwering, ten doel hebbende het omverwerpen van de argentijnsche regeering. De voor naamste schuldigen zijn gevangen ge nomen, De telegraphische gemeenschap met de provinciën der argentijnsche republiek is afgebroken. De stad is rustig. De radicale groep, waarvan dr. Allën het hoof i is, had het voornemen ge vormd Zondag, uitbarstingen op ver schillende punten te doen plaats hebben. De Times ontving Zaterdag uit Buenos Ayres het volgend bericht. De minister van Politie heeft de gevangenneming bevolen van iedereen die opwekt tot opstand of oproerige dingen luide zegt of roept. De minister van Oorlog heeft bevolen dat twee escadrons cavalerie en twee batterijen artillerie Zondag de stad binnenrukken om de politie te helpen. Deze maatregelen hebben de radicalen ontsteld zij hebben hunne partijgenooten nitgenoodigd elk conflict met de politie te vermijden. De laatste coupon van de binnenlandsche leeuing is betaald. In te New-York ontvangen telegram men uit Venezuela wordt het bericht der omwenteling bevestigd. De opstan delingen hebben de regeeringstroepen bij Orti'. verslagen en eene oorlogsstoom boot vermeesterd op de Orenoco, in welk district zij de overhand hebben. Vele scharea zich onder de vaan van den opstand. De president der republiek heeft het congres ontbonden en drie leden van het congres gevangen doen nemen. De handel staat stil. Vele bui- tenlandsche huizen hebben hunne kan toren gesloten het papieren geld is sterk in waarde geaaaldde Bank heeft een ruft moeten doorstaan. Het bestuur van de koloniën heeft een telegram ontvangen, meldende dat 900 inboorlingen van Dahomey nog altoos te Eron Kezenow zijn en Bikokita, Zourtagone Helin en verscheidene andere plaatsen in de buurt van Portonovo hebben verwoest. De luitenant-goever neur van het zuidelijk gedeelte der rivier zond een krachtig protest aan den koning van Dahomey. Er zijn maatregelen ge nomen om tegen elke onverwachte ge beurtenis gewapend te zijn. Voor een paar dagen bericht ten wij de aankomst te Melbourne van den moordenaar Frederick Deeming. Men verneemt thans details over zijn zeereis van Adelaide naar Melbourne. Voordat het schip uit Adelaide ver trok, hadden de autoriteiten, onbegrij pelijk genoeg, aan een groot aantal nieuwsgierigen, vooral vrouwen, toe ge staan Deeming door de ruiten van zijn hut te bekijken. Bij die gelegenheid ontstond een ruw gedrang. Deeming werd woedend en zei, dat hij niet be handeld wou worden als een merk waardig dier. De bedreigingen in Perth en in Adelaide tegen hem geüit, hebben hem bang gemaakt en hij vroeg, toch evengoed voor andere doeleinden vooral maatregelen te nemen, opdat het uitgeschreven kan zijn. I volk hem bij zijn aankomst "in Mei- Dat de „Post" hier op oorlog doelt, j bourne niet zou lynchen, is duidelijk. j Gedurende den overtocht werd aan zekeren Hirschfeldt, die Deeming ge kend had onder den naam Swanston, vergund een gesprek met hem te voeren. Deeming deed aanvankelijk alsof hij hem niet herkende, maar kwam later toch daarop terug, hoewel hij volhield dat hij Swanston heet en niet Deeming. Hij ondervroeg gretig Hirschfeldt over de wijze waarop het lijk van zijn laatste slachtoffer, Miss Mathers, te Melbourne gevonden was. Daarop speelde hij met Hirschfeldt een partij dam. Dit speelde hij ook vooortdurend met zijn bewa kers, maar zijn gedachten zijn zoo ver vuld met het bewustzijn van zijn verschrikkelijken toestand, dat hij voort durend fouten maakt. Overigens eet hij veel, roekt onophoudelijk en drinkt veel brandewijn. Zija innerlijke angsten hebben hem zoo veranderd en verma gerd, dat men betwijfelt of de getuigen hem zullen herkennen. Vrijdagmorgen elf uur kwam de boot in de baai van Melbourne. Sedert dagen te voren, had de politie allerlei listen aangewend, om het publiek op een dwaalspoor te brengen ten opzichte van Deemiogs aankomst. Zij was erin ge slaagd, het publiek te doen gelooven dat Deeming op een ander punt van de kust ontscheept en per spoor naar Melbourne overgebracht zou worden. De stations waren dan ook reeds 48 uur van te voren, propvol. Honderden zijn daar al dien tijd gebleven, om toch vooral den ijselijken moordenaar te zien. In dien tijd werd Deeming aan wal gebracht op een afgelegen plek en onder zeer sterk geleide direct naar het politie-bureau gebracht. Daar heeft hij de akte van beschuldiging tegen zich hooren voorlezen en is hij onmiddellijk daarna naar de gevangenis gebracht, die slechts een paar woningen ver van het politie bureau is verwijderd. Thans was het publiek van zijn aankomst beter ingelicht. Een groote menigte had zich voor de gevangenis opeengepakt en heeft den moordenaar uitgefloten en uitgejouwd. Intusschen zjjn door informatica de geruchten bevestigd, dat Deeming de dader zou zijn van een drievoudigen moord, in 1888 begaan te Johannes burg in Zuid-Afrika. Op een nacht kreeg hij op straat ruzie met een ge wezen officier, Graham geheeten, en vermoordde dezen, evenals twee Kaffers die Graham wilden bijstaan. Bij dezen moord werd hij geholpen door een zekeren Carl Auspitz, die in verschil lende bedriegelijke financieele onderne mingen zijn associé was geweest. Samen vertrokken zij naar Quilimane in porlugeesch Afrika en vandaar ging Deening naar Engeland, terwijl zyn mak- kernaar Britsch-Indie vertrok. Om alle na sporingen te ontgaan,liet Deeming toen in Zuid-Afrika het gerucht van zijn dood verspreiden. Een medeplichtige liet hij zelfs te Durban een grafsteen oprichten „Ter herinnering aan Frederick Bailey Deeming" Auspritz nam hetzelfde middel te baat. Hij liet het gerucht van zijn dood op den weg naar Quilimane be kend maken en deed een neger begra ven onder zijn naam. Nauwelijks was Deeming te Londen terug, of hij richtte daar een naamlooze vennootschap op, „Maatschappij tot exploitatie van de goudmijnen Krüger," die volgens zijn zeggen in Zuid Afrika lagen, maar die feitelijk in 't geheel niet bestonden. Groote bankiersfirma's liepen er in en hielpen de leeniog uitschrijven en juist zou Deeming de eerste storting van het kapitaal ontvangen, toen bekend werd dat de zoogenaamde goudmijnen niet bestonden. Toen de politie Deeming wilde arres teeren, was hij al lang verdwenen. De eigenaar van Dinham Villa, waar Deemiog zijn vrouw en vier kinderen vermoordde, zal, daar niemand meer in het huis wonen wil, dit vêrkoopen aan „Dat durft gij niet doen," riep Karl woest uit. „Ik ken uwe engelsche wetten genoeg om te weten, dat gij het recht niet hebt mij zoo zonder een voorloopig onderzoek te behandelen. Als gij mü mijne vrijheid wilt ontnemen, zal ik de hulp van het gerecht inroepen en dan zal uwe vermetelheid u berouwen, dat verzeker ik u." „Daarin zult gij u toch vergissen," antwoordde de magistraat, terwijl een medelijdende glimlach over zijn gelaat trok toen hij naar Ruby's bleek en ontdaan gelaat zag. „Ik wil niet langer met u over de zaak twisten, ofschoon ik er zeer toe geneigd ben mijne meening te ondersteunen door het gevaar, waarvan gij spreekt, te durven trotseeren. Het zij u voldoende te weten, dat ik het volste recht heb om u gevangen te laten nemen als ik het eene vereischte voor den vrede des lands acht. Als gij mij uw woord geeft, uw huis niet te zullen verlaten voor er een onderzoek naar het gebeurde heeft plaatsgehad, zal ik geen strengere maatregelen nemen, maar ik waarschuw u, dat ik u dadelijk in hechtenis laat nemen, als gij eene poging doet om te ontsnappen." „Op mijn woord van eer verzeker ik u, dat ik niet zal be proeven te ontvluchten." „Goed. Morgen zal de rechtbank bijeenkomen en ik zal een paar politie-agenten zenden om toe te zien, dat men het lijk niet aanraakt." Met een buiging verliet de rechter het vertrek en liet man en vrouw aan hunne eigen gedachten over, die niet zeer opwekkend waren en waarvan Paula's droevig uiteinde het hoofdbestanddeel uitmaakte. zigd of niet?" „Spreek ik tot mijn vriend Christoffel Harbottle of tot een vrederechter van het graafschap Kent vroeg Karl, die merkte, dat men hem het vuur nauw aan de schenen legde. „Tot den magistraat, mijnheer," antwoordde Harbottle streng. „Dan weiger ik eenig antwoord te geven behalve dit, dat ik niets van den dood van de ongelukkige vrouw weet, en dat het een bespottelijke dwaasheid is mij van den moord op haar te verdenken/1 „Denk er dan nog maar eens over. Gij slaat hier een gevaar lijken weg in. Eén woord kan u misschien van veel onheil in de toekomst redden." „Karl," riep Ruby uit, terwijl zij naderbij trad en haar echt- genoot's hand greep. „Karl, vertel den rechter alles wat gij mij verhaald hebt, dan wordt alle moeilijkheid uit den weg ge ruimd." „Stil, Ruby, stil," zeide Karl. „Geen woord of gij zult mij on wetend diep beleedigen." Den rechter was geen woord van dit korte gesprek ontgaan. „Mijnheer Landberg," zeide hij, „hebt gij vast besloten het stilzwijgen over deze zaak te bewaren „Als er eene gegronde beschuldiging tegen mij wordt gericht zal ik ze niet alleen weten te beantwoorden, maar ook te weer leggen; nu weiger ik echter mij tegen zoo'n vage aanklacht te verdedigen." „Dan zult gij mij verplichten tot krassere maatregelen over te gaan en dat is een bevel tot uwe inhechtenisneming te tee kenen." HOOFDSTUK XX. Het onderzoek. Het nieuws van den verschrikkelijken moord had zich wijd en zijd door het graafschap verspreid en op den morgen van de gerechtelijke lijkschouwing was de laan, die naar Karl Lands- berg's huis voerde, zwart van de menschen. Forschgebouwde boeren, eenigen op lompe paarden gezeten, en anderen op grove karretjes, versperden den weg, terwijl zwer men voetgangers met den wandelstok in de hand reeds vroeg op weg waren gegaan om naar hartelust van het treurig schouw spel te kunnen genieten. Een aantal blozende jonge meisjes be vonden zich onder de toeschouwers, gedreven door die zieke lijke neiging naar het dramatische, dat de mindere klassen ken merkt. Op den bepaalden tijd reed het rijtuig van den dokter die met de lijkschouwing belast was, de rijlaan in, daarna kwam de rechter Harbottle aandraven. Spoedig gingen de twee hooge heeren de deur binnen, gevolgd door de leden van de lijkschouwing, die tot dit oogenblik be scheiden buiten waren blijven slaan. Zoodra de toeschouwers weer aan zichzelf waren overgelaten,, begon het gemompel, dat een oogenblik had opgehouden, met vernieuwde woede. {Wordt vervolgdf)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2