NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAJO. R U B Y. 9e Jaargang. Woensdag 6 April 1892» No. 2686. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTEN TIËN: NABETBACHTIN STADSNIEUWS. BINNENLAND. h Er. U I L_ TON AARLEM'S DAGBL Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Bijk, per 3 ineanden 1,65. Geïlluitreerd Zondagiblad 3 0,30. Afzonderlijke nummer»0,05, Dit blad venchjjat dagel^k», behalve op Zon- en Fee»tdagea. BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefeeaaumer 1X2, ra* 15 regel» 50 Cent»; ledera regel mee? lOCenti, Groet» letter» naai plsateralmte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat Abonaementen e» Advertentie, worde,, sangeaomen doei oim Agesitea «b door «11* boekkftHdcOua. oonrentie?» Direoteur-Uitgever J. O. PB BB BB OOM. Hoofdagent*» eoot ket Buitenland: Compagnie Otnérali de Bnilieitt Birnngire #i L. DBtSB f Ce^ J0SB 1. JOH Bi, Sset., large Situ tantpnrf Meninartre. uit den GEMEENTERAAD. XL. Hoe wisselen zonneschijn en regen elkander in het leven toch af! Terwijl ik zooveel genoegen heb gehad in de raadsvergadering van 24 Maart, was de zitting van den vorigen Vrijdag zoo merkwaardig vervelend. Ze begon anders zoo goed. De heer 't Hooit nam het woord over de aan vrage om ontslag van de heeren Macaré en Cnoop Koopmans als leden van de Commissie voor de Strafveror deningen. Nu is de heer 't Hooft be paald een der vrooli'kste leden van den Gemeenteraad, hoewel men dat aan zijn gezicht zoo Diet zeggen zou, want de betrekking die hij in het dagelijksch leven bekleedt, heeft aan zijn gelaat dien eigeDaardigen trek van ernst en waardigheid gegeven, welke men bij vele rechterlijke ambtenaren kan op merken. Misschien is vroolijkheid nog te frappan ter bij een rechter, wiens werkkring uit den aard der zaak minder stof tot lachen, dan tot sombere overdenkingen geeft. Hoe dit ook zij, de heer 't Hooft heeft zeer zeker een opgewekte natuur. Wan neer er een aardigheid te zeggen is, dan is het niet de heer 't Hooft die achterblijft en ik durf de keeren niet meer tellendat een goede kwinkslag al de in de Raadszaal aan wezigen een lachbui heeft bezorgd en I in de dorheid van de discussie ge weest is Is een oase in de woestijn. De heer 't Hooft vergeleek de aan vrage om ontsiag eerst bij een April - I grap, maar zette die vergelijking maar gauw op zijde, omdat van den Raads voorzitter zoo iets toch niet verwacht kan worden. Toen riep hij Alva's wel bekende „bril" ter hulp, die deze op 1 April 1572 verloor door de innemiDg van den Briel en vergeleek de heeren I Macaié en Cnoop Koopmans met twee d geslepen brillenglazen, die alles I helder inzagen. „Zou nu de Raad het I lot van Alva moeten ondergaan, die op April zijn bril verloor Dat mocht I niet zijnEn inderdaad, de heer j Macaré beloofde er den heer Cnoop Koopmans (die afwezig was) over te zullen raadplegen. Dat is ten minste al I een stap tot den vredealhoewel de heer Macaré het hoofd schudde toen de leden applaudisseerden, mogen wij hopen dat de bril nu den Raad nog wel langer diensten zal bewijzen. Dit is een bewijs, dat vroolijkheid niet alleen voor den vroolijke en zijne omgeving aangenaam zijn, maar dat zij ook anderen van sombere besluiten weerhouden kan. Wel hem, die in het leven zijne goede luim weet te be houden De Vereeniging „Kunst zij ons Doel" vroeg eene subsidie van f 200.— voor hare tentoonstelling van schilderijen, te houden in de maand Mei. Bij zulke aanvragen is er altijd eenig debat, uit gelokt door leden die in principe mee- nen dat de Gemeente zich in dergelijke zaken niet moeien, maar die aan de particulieren overlaten moet. Ik heb alle respect voor dat beginsel, maar ben het er toch niet mee eens. 'tGaat in den regel niet zoo gemakkelijk om een flinke geldsom üit particuliere beurzen bij elkaar te krijgen en de vraag is maar „Is het de gemeente wat waard, als het publiek voor weinig geld (men zal zelfs voor een dubbeltje gelegenheid geven, de tentoonstelling te zien) zijn kunst smaak kan bevorderen En dan zou ik zeggen, dat dit wel 200 gulden waard is. Dit alles kon er nog mee door, maar toen de staal bronkwestie weer aan de orde kwam, toen kregen we een gevoel alsof we in een draaimolen ef (nog erger) in een turkschen schommel zaten. Daar kwamen amendementen en sub amendementen ons verwarren, en de discussie daarover maakte de zaak alles - behalve helder, totdat gelukkig de heer de Lanoy zeide dat het hem begon te dui zelen. Dat was ons verslaggevers etne ware uitredding, want als de financieele specialiteit duizelt, dan zijn wij leekeu zeker niet verplicht om te begrijpen. Intusschen is de zaak nog niet in orde. De Secretaris zal de verschillende artikelen van het contract redigeeren en de Raad zal daarover nog zijie eindbeslissing geven, 't Is wel merk waardig, dat eigenlijk niemand recht over dat contract in zijn schik is Het Comité voor de Staal bron meent, dat er veel te veel aan getornd en veran derd is, terwijl andere leden van den Raad veel aanmerkingen achterwege hebben gelaten om de zaak niet tegen te houden. Als nu deze heeren al niet tevreden zijn, hoe zullen dan de nog onbekende geldgevers wel over de con cessie denken Ik waag het niet, dat te beslissen. Wel weet ik, dat ik een glas staalwater van heeler harte op den voorspoed van de „Maatschappij tot Exploitatie van de Staal water bron" zal ledigen, op den dag dat die Maatschappij zal zijn ge vestigd. Alleen uit vreugde, niet om mijzelven te trakteeren, want lekker is het water juist niet. Ik hoop, dat ik dezen teug van ons heilzaam staalwater spoedig zal kunnen nemen. Of ik geloof. dat die dag weldra zal aanbreken Och, men gelooft zoo gaarne wat men hoopt Haarlem, 5 April 1892 Voor den aanvang der civiele terecht zitting van heden, is door den heer Voorzitter mr. S. J. A. van Walchren, in eene treffende toespraak de nage dachtenis herdacht van den heer Frede- rik Lodewijk Kist, in zijne hoedanigheid als procureur bij deze Rechtbank. Namens de balie werd het woord gevoerd door den deken, den heer mr. N. G. Cnoop Koopmans. Uit beide toespraken bleek hoezeer ook hier de heer Kist werd hooggeacht en geëerd. Men deelt ons mede dat de jaarlijk- sche universiteits wedstrijd van den nederlandschen siudentenroeibond dit jaar alhier zal gehouden worden op het Noorder-Spaame op Zondag 29 Mei e. k. van 12X4 uur. Men meldt ons dat met Mei as. de opening zal plaats hebben van eene nieuwe school, genaamd „Groen van Prinstererschool", en wel in het perceel aan de Jansstraat get. No. 85 gedeelte lijk. Tot hoofd is benoemd de heer J. de Jong te Rhijnsburg. Meer dan 100 aanvragen om plaatsing moeten reeds zijn ontvangen. Door de afdeeling Haarlem van de maatschappij ter bevordering \an toon kunst is als blijk van sympathie voor het kwartet „Loreley", eene som be schikbaar gesteld tot aankoop van me dailles voor den op 19 Juni a. s. hier te houden nationalen wedstrijd voor mannenkwartetzang. Wij ontvingen het navolgende stuk Aan heerea winkeliers in Merlani. Het zal U bekend zijn dat op den ien Mei 1892 de West-europeesche (engelsche) gordeltijd op de nederland- sche spoorwegen zal worden ingevoerd, dat wil zeggen alle spoorklokken zullen 20 minuten worden achteruit gezet. Om verwarring te voorkomen zal ongetwij feld de burgerlijke tijd hieraan gelijk moeten worden gebracht. Het gevolg hiervan zal zijn dat iedere handeling in het burgerlijk leven, die op een bepaald uur plaats heeft dan (door het verzetten der klokken) feitelijk 20 minuten later geschiedt. De vele nadeelen die hierdoor ont staan, zijn in verschillende dagbladen reeds behandeldvoor den winkelier heeft deze tijdsverandering het bizonder nadeel, dat hij 's avouds 20 minuten langer kunstlicht moet gebruiken. Door Prof. A. A. W. Hubrecht te Utrecht is een beweging in het leven geroepen, welke, zoo deze slaagt, de nadeelen in voordeelen zal doen veran deren Z. Hoog Gel. wil namelijk bij de Regeering er op aandringen in plaats van de West-europeesche (engelsche) de Midden-europeesche (duitsche) gor deltijd in te voeren. In dit geval zullen op 1 Mei de kickken 40 minuten wor den vooruit gezet, dan zal alles wat op vaste uren plaats heeft, feitelijk 40 mi nuten vroeger gebeuren. De winkelier zal dan 's avonds 40 minuten korter kunstlicht gebruiken. Een der vele voordeelen welke de Midden-europeesche tijd boven de West- europeesche geeft is dus één uur per dag korter gebruik van kunstlicht wat voor den winkelier die 's avonds om 10 uur sluit een verschil van ongeveer 30 proc. in de kosten voor licht geeft. Wij noodigen U uit het streven van Prof. Hubrecht te steunen door onder- teekening van een adres aan den Minis ter van Binnenlandsche Zaken. E. BRANDSMA. L. A. BEAUSAR. PERRY Co. Op verzoek van deze drie firma's hebben wij verzocht aan den heer H. H. Günst, Anegang 14, alhier, om bedoeld adres aan den Minister in zijn magazijn ter teekening te willen neerleggen, waartoe de heer Günst zich welwillend heeft bereid verklaard. Elke winkelier die zich wil bevoor- deelen, teekene dus dat adres. Van zeer vertrouwbare zijde wordt aan de MiddelbCl. het bericht bevestigd, dat dr. Mezger het plan heeft in den aanstaanden zomer zijne patiënten te Domburg te behan delen hij zou dit geregeld eiken zomer willen doen. in plaats van zijn verblijf te Dom burg als rusttijd te gebruiken, moet de beroemde wrijfdokter voornemens zijn, ia het vervolg in den winter eenige vacanlie te nemen. Onder het rollend mate rieel, dat de Holl. IJz. Spoorwegmaat schappij zich in den laatsten tijd heeft aangeschaft, behooren ook nieuwe ge mengde ie en 2® kl. rijtuigen. Daarin zijn de coupé's 2® kl. veel netter dan van de oude rijtuigen. Door het aan brengen van een groote lamp, welke van de zoldering afhangt, heeft men een flink licht verkregen, hetgeen vroe ger veel te wenschen liet. De wanden zijn van gepolitoerd mahoniehout, ter wijl de noodrem, voorzien van een degelijken handgreep, eveneens aan de zoldering is bevestigd. Het schokken en schudden is tot een minimum ge brachtdeze rijtuigen loopen op drie stel assen of zes wielen. Ook zijn bij wijze van proef een paar rijtuigen, van nieuwe constructie met closets enz. gemaakt in de fabriek j van de firma Beijnes te Haarlem, welke zeer moeten uitmunten door soliditeit en netheid. Het li.blad meldt nog om trent den^moord op de Prinsengracht te Amsterdam Het is gebleken, dat ook een zekere Van Dalfsen een brief van de reeds genoemde Sara heeft ontvangen en waarschijnlijk ongeveer van den zelfden inhoud als de beide brieven, den offi cier van justitie en den commissaris Zur Mühlen in handen gekomen. Deze Van Dalfsen is de vader van het meisje, op het oogenblik met haar broeder in den kelder aan de Prinsengracht woont, en terwijl zij in verstandhouding stond tot Vos; intusschen ondertrouwd was met een zekeren Dalder. Men vermoedt daarom, dat deze Dalder de genoemde brieven heeft geschreven om Vos eenigen tijd uit de nabijheid van het meisje te verwijderen. Vos heeft zelf vroeger dreigbrieven ontvangen, die met dezelfde hand als de brieven van „Sara" zijn geschreven. In den brief, die Van Dalfsen ontving, wordt medegedeeld dat Vos en nog een ander persoon den moord haddeu ge pleegd dat Vos zich niet vermomd had, maar dat de ander zich met een valschen baard onherkenbaar had gemaakt.. De jongen die verklaard heeft, dat hij op den bewusten avond twee per sonen uit het huis der familie Viotta heeft zien komen, houdt vol dat Vos een dezer twee is. Levy Vos te Amsterdam, gearresteerd als verdacht de moordenaar te zijn van Anna Verhoeven, is bij ge brek aan bewijs losgelaten. Volgens het Geïllustreerd Politie Nieuws zou de portier van de gasfabriek (Linnaeusstraat) te Amster dam, een gunstig aangeschreven per- sooD, jl. Woensdag wegens eene vol komen onschuldige opmerkiDg die hij in eene herberg omtrent den moord op de Prinsengracht had geuit, later op straat door twee stille agenten zijn aangehouden, op ruwe wijze aan een politiebureau behandeld, later geboeid over straat naar een ander bureau zijn gebracht, en eerst na vele uren einde lijk door den commissaris mr. Zur Mühlen zijn in vrijheid gesteld. Bij het verder afgraven van de terp „Avendorp" onder Schagen, zijn behalve de reeds vermelde zilveren penningen, nog gevonden tanden van wilde zwijnen, vreemde steenen en ge broken urnen. 301 HOOFDSTUK XX. „Zij was eene mooie vrouw. Ik heb haar met mevrouw Ruby zien uitrijden," merkte een man met een donker uiterlijk op tot een slordig uitziend meisje, die een opgeschikte japon droeg. „Nu ja, Jim, gij vondt haar mooi omdat zij een donker ge zicht hadt net als gij. Ik vond mevrouw Ruby heel wat knapper." „Omdat gij ook zoo rossig zijt als zij," antwoordde de man met een ruwen lach. „Nu, ga je gang, liefje, het kan mij niet schelen en zij is nu toch dood." „Hij zal er voor moeten hangen, dat kan ik je wel verzekeren," merkte een oude man op, die op een stok stond te leunen. „Een moord te begaan, maar zooiets kan je juist van vreemde lingen verwachten." „Wel, Gaffer Harlow," antwoordde een boer, die in de nabij heid van den laatsten spreker stond. „Ik geloof, dat gij nooit meer een goed woord voor iemand htbt, sinds gij met dien Ranters zijt gaan wonen. Hoe weet gij nu, dat mijnheer Landsberg in deze zaak betrokken is Verschillende opmerkingen werden zoo over de jongste treu rige gebeurtenis gedaan, maar algemeen was men van opinie, dat Karl Landsberg de moordenaar was en dit vooroordeel was voor namelijk teweeggebracht do jr Rayton, die de zaden van wan trouwen onder de menigte had gestrooid. Karl en Ruby hadden, toen zij in Kent waren Komen wonen, veel gedaan om het lijden te verzachten en den nood te lenigen van hunne medemenschen. Hunne beurs stond te allen tijde voor hen open en nooit was een hongerige onverkwikt van hun huis weggestuurd, maar nu werden in de opgewondenheid, die de menigte bezielde, alle weldaden vergeten en men zag hen weer als alle vreemdelingen, met den nek aan. Ooderwijl had de geneesheer, met de lijkschouwing belast, zijne taak geëindigd en geleidde nu de rechters naar de plaats, waar het lijk lag. Paula von Klipspohr lag nog in dezelfde houding; men had geene poging gedaao om de losharigende lokken glad te strijken of haar het bloed van het gezicht te wasschen. De vroeger zoo bevallige trekken waren verdwenen. De oogen waren nog wijd geopend en staarden omhoog alsof zij door de zoldering wilden heen- boren om zich op den Grooten Rechter daarboven te beroepen om den moord op haar te wreken. De blanke, dunne vingers waren een weinig opgezwollen. De lijkschouwer wees op de ringen, die aan de vingers zaten en op twee prachtige armbanden, die de blanke, ronde pols om gaven met de opmerking, dat de aanwezigheid van deze kleino diën duidelijk aantoonde, dat diefstal de drijfveer van de mis'" daad niet was geweest. Menig rechter verbleekte toen hij een blik sloeg op het verminkte lijk van de schoone Paula en een oude man was zoo aangedaan, dat men hem moest versterken met een glas wijn vóór hij zijn taak weer kon hervatten. Nadat hij zich had nedergezet aan het hooger einde van de tafel in de eetzaal, die voor de lijkschouwing was ingeruimd, gat de dokter een klein verslag van zijn onderzoek. De boer, die het lijk had ontdekt, trad daarna als getuige voor en werd vervangen door hen, die met hem naar de groeve waren teruggekeerd. Daarna kwam het verhaal van het vervoe ren van het lijk. De dokter gaf als zijne meening te kennen, dat, hoewel de val in den kuil zeer hevig was geweest, de dood aan een andere reden moest worden toegeschreven, daar het schedelbeen niet gekneusd was en evenmin andere deelen gebroken waren. De onmiddellijke oorzaak van den dood was een kogel, die in den keel zat en die terstond den dood had veroorzaakt. Door de vreemde plaats van den wond kon men onmogelijk aan zelf moord denken. De dokter gaf nog eenige technische bizonder- heden van zijn onderzoek, die echter geen licht verspreidden over de reden van den moord. John Rayton, de bediende werd nu verhoord. Deze vertelde, dat zijne mevrouw op den bewusten avond was uitgegaan ora eene zieke vrouw op te zoeken en dat de vermoorde en zijn heer toen zamen waren gebleven. Eenigen tijd na het vertrek van mevrouw Ruby hoorde hij luid spreken in de huiskamer, ea

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1