Kleine Ateientiëii.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
ruby.:
9e Jaargang.
Vrijdag 8 April 1892*
No. 2688.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIÉN:
„liet Blaadje"
STADSNIEUWS.
PALEIS VAN JUSTITIE.
BINNENLAND.
FEUILL
TON
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Geïlluatreerd Zondagahlad 3 0,30.
Afzonderlijke nummer*.0,05.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feeatdagen.
(Bureau Kleine Houtatraat No. 9, Haarlem. Telefoouuaer 1SZ.
«Pit
vaa 15 regel» 50 Cent»; iedere regel meer 10 Cants.
Grouts letter» naaf plaatsruimte.
Bij A oennettent aanzienlijk rabat.
Abonnement., e- Advert.» tie- vrordec- een£.eomev do@>
ons. ag.aten door eii. boekk.edeUrvr-- *■- eonr.ntiere
Hireotenr-Uitgaver J. c. FX SB SB OOM.
Hoof dag entn voor kei BttiUnlandComfagnit Ohdralt it ft&lkUi Sirtngin L. BA Vil C»., lêH.8 I. dCÜMi, d*«., SIM. ItvUarg Hnimartrt,
Bij (lit Nummer is gevoegd
het Gemeenteraadsver slag van
8 April.
Ondergeteekende brengt beleefdelijk
in herinnering, dat kleine Advertentiën'
besterad tot plaatsing in
en in de speciale rubriek in het Zater
dagavondnummer van HAARLEM's
DAGBLAD, 5 Cts per regel te zamen,
uiterlijk tot Vrijdagmorgen 12 uur aan
het Bureau kunnen worden ingeleverd.
J. C. PEEREBOOM.
insluiping 8 kistjes sigaren ontvreemd
in den winkel van M. aan de Groote
Markt. Hij werd door den winkelier op
heeterdaad betrapt en aan de politie
overgeleverd. Hij is naar het huis van
bewaring overgebracht.
Haarlem, 7 April 1892
Vrijdag om 12 uur zal de gouden
medaille voor 36 jarigen trouwen dienst
met de daaraan verbonden gratificatie
van 50, aan den gepensioneerden ser
geant van het regiment grenadiers en
jagers, J. B. G. Delchambre, thans
schrijver in het garnizoens kleedingma-
gazijn alhier, in de infanterie-kazerne
voor het front van den troep alhier
worden uitgereikt.
Door onvoorziene omstandigden kan
de vroeger aangekondigde laatste abon
nementsvoorstelling der Nederlandsche
Opera op 8 April in den Schouwburg
alhier niet doorgaan.
De directie van den Schouwburg heeft
laten bekend maken, dat over het aan
de abonnés daarvoor te restitueeren
bedrag dagelijks tusschen 2 en 4 uur
in de Directiekamer van den Schouwburg
tegen teruggave der abonnementskaarten
kan worden beschikt.
Doer de politie alhier is Woensdag
avond aangehouden en naar het huis
van bewaring overgebracht A. J. Miël,
oud 35 jaar, koopman, wonende te
Rotterdam, verdacht van diefstal van
een greoten hond ten nadeele van dr.
K., waarvan hij in het bezit was en die
hij trachtte te verkoopen aan den hon
denkoopman B. in de Minnebroeder-
steeg.
Hedenmorgen heeft P. van Zundert,
oud 37 jaren, broodbakker, geborenen
wonende te Rucphen, door middel van
Heden stonden voor de Arrondisse-
ments-Rechtbank alhier terecht Johan
nes Hoek, bakkersknecht 17 jaar oud
en Cornelis Hoogeveen oud 18 jaar en
leidekkersknecht, beide wonende te
Alkemade.
Deze twee jongens zijn beschuldigd,
van twee zeer ernstige misdrijven. In
de eerste dagen van November van 't
vorige jaar hebben zij gezamenlijk uit
de Chr. Gereformeerde kerk te Alkemade
door middel van braak, uit een kastje
in een der kerkbanken twee offerbussen
ontvreemd, die eenig geld inhielden. De
ledige bussen wierpen zij met grint
bezwaard in de Ringsloot.
Het tweede feit is van nog ernstiger
aard. Op den zevenden Februari 1.1.
hebben zij te zamen met lucifers op
zettelijk den brand gestoken in een
hooiberg op het erf van en toebehoo-
rende aan Cornelis StraathofHet
gevolg daarvan is, dat niet alleen deze
hooiberg verbrand was, maar dat ®ok
door het vuur zijn vernield zijn geheele
hofstede, twee andere hooibergen, een
stal, karnmolen, bergplaats voor turf,
stookplaats en privaat.
De waarde van het verbrande be
draagt niet minder dan 20,000 gulden
Gelukkig voor Straathof, was alles ver
zekerd.
De twee deugnieten zijn in arrest
genomen. Hun is ambtshalve als verde
diger toegevoegd Mr. H. Ph. 't Hooft.
Niet minder dan i4 getuigen zijn in
de zaak gedagvaard.
Reeds in October had Hoek voor de
catechisatie geprobeerd met een sleutel
het kastje te openen, maar deze paste
er niet op. Daarop stelde hij aan zijn
kameraad Hoogeveen voor, om samen
de bussen te stelen en aldus geschiedde
dan ook.
Zij rukten de knop uit de kerkdeur,
wisten toen het haakje los te stoeten
met een stokje dat zij door de opening
staken en drongen de kerk op die
manier binnen.
Naar schatting van getuigen bevatten
de bussen tezamen zes k zeven gulden.
Dit komt overeen met de opgave van
de beklaagden. Hoogeveen kocht voor
een deel van het geld een broek, een
vest en een paar wanten en Hoek kocht
voor een daalder een jasje en een das.
Wat de brandstichting betreft, een
week daarna zei Hoek tot zijn patroon
„Voor tien gulden steek ik jou bakkerij
ook in brand 1" De bakker evenwel
wilde daar niet aan, ook niet toen Hoek
het voor vijf gulden wilde doen. „We
zouden allebei in de kast raken", zei
hij en de brutale jongen antwoordde:
„ja, maar ik zal het niet zeggen".
De broeder van Cornelis Straathof,
die bij hem inwoonde, leed bij den
brand een verlies van circa duizend
gulden, terwijl hij zijne bezittingen niet
verzekerd had.
Cornelis Straatshof zelf heeft eene
schade van 3 k 4000 gulden, die hij
aan de assurantiemaatschappij niet in
rekeniog brengen kan. Het mag een
wonder heeteD, zegt deze getuige, dat
•ok de naastbij liggende boerderij niet
is afgebrand. Van zijue bezitting zijn nog
slechts een tweetal schuren over.
Door het overwaaien van de vonken
over de sloot, verbrandde ook de aldaar
staande woning van Los, welke voor
9000 gulden geassureerd was, terwijl hij
persoonlijk nog duizend gulden schade
lijdt.
Op de vraag van den president naar
de reden waarom zij den brand gesticht
hebben, antwoordt Ho.geveen dat hij
zijn baas (een rietdekker) werk wou
verschaffen.
Hoe lichtvaardig men er toe gekomen
is, blijkt uit de mededeeling van Hoek,
dat zij op den bewusten Zondagavond
tot elkaar zeiden„We moesten van
avond eens een brandje stichten. Laten
we het dan bij Straathof doen." Maar
Hoek had er den moed niet toe en
beloofde zijn kameraad twee kwartjes
als die het doen wou. Hij gaf hem dan
ook een tienstuiverstukje.
Hoek streek het eerst een lucifer aan,
maar deze ging uit en Hoogeveen
volgde zijn voorbeeld en hield het
brandende houtje aan het hooi. Toen
vatte dit vlam en liepen de boosdoe
ners weg.
Aan den veldwachter die hen ver
hoorde, gaven zij ten antwoord, dat
zij in de gevangenis wel eens zouden
raadplegen wat zij in brand steken
zouden, als zij weer vrijkwamen.
De beklaagden bekennen volmondig
de hun ten laste gelegde feiten.
De subs, offl, van justitie, Mr. Joh.
P. van Outeren, merkt op dat Hooge
veen bovendien nog andere diefstallen,
een tweede brandstichting en een po
ging tot brandstichting heeft begaan.
Met Hoek pleegde hij oplichting door
middel van een valsch kwartje.
Spreker acht blijkbaar, dat Hoogeveen
in weerwil van zijn jeugdigen leettijd,
met oordeel der onderscheids heeft ge
handeld.
Beide beklaagden verdienen een zeer
zware straf. Niet alleen heeft men de
offerbussen bestolen, maar zoomaar
voor meer dan dertigduizend gulden de
lucht in laten gaan.
Hoogeveen is een door en door be
dorven jongen en heeft Hoek medege-
sleept.
Spreker requireert de veroordeeling
van elk der beklaagden tot een gevan
genisstraf voor den tijd van acht jaar.
De toegevoegde verdediger, Mr. H.
Ph. 't Hooft meent, dat hier geen ver
harde booswichten voor den rechter
staan, maar kinderen die nog niet toe
rekenbaar zijn en de gevolgen van hun
daad niet berekend hebben.
Wat Hoek betreft, meent pleiter dat
er van zijn mededaderschap aan den
brand geen sprake kan zijn. Hij is
er alleen de autor intellectualis van.
Pleiter concludeert tot vrijspraak
voor Hoek van het tweede telt en
verzoekt voor het eerste feit voor hem
een lichtere straf en voor Hoogeveen
plaatsing in een opvoedingsgesticht.
De uitspraak is bepaald op heden
over 14 dagen.
Tot secretaris-penningmeester van den
Vereenigden Grooten en Kleinen polder
onder Haarlemmerliede en Spaarwoude
is gekozen de heer L. J. Vallentgoed
ontvanger van die gemeente te Halfweg.
Noord-Zuid Hollandsche Stoomtram
weg Maatschappij Haarlem—-Leiden.
Ontvangsten Maart 1892 aan perso
nen en goederenvervoer 6206.30 tegen
/6131.in 1891. Sedert 1 Januari
17781.50 tegen 16160.45 in 1891
en met inbegrip van diverse ontvang
sten f 20580 40 tegen/19353 50 in 1891.
Woensdagnamiddag te 2
uren hebben HH. MM. de Koningin
en de Koningin-regentes de hulde in
ontvangst genomen, welke ongeveer een
3ootal leerlingen der openbare scholen
van 's Hage door het zingen van na
tionale en andere liederen de beide
vorstinnen, vooral der jeugdige Konin
gin, wenschten te brengen.
In optocht, twee aan twee, met oranje
en nationale vlaggen in de hand, som
mige knapen borden dragende, welke
de namen van de school aanduidden,
kwam de zangersschaar met den direc
teur Ten Have, hoofd der school te
Scheveningen, aan de spits, en bege
leid door 14 onderwijzers, door den
tuin van het koninklijk paleis, op de
binnenplaats aan.
j fjfAllen, die deel uitmaakten van den
stoet, hadden hunne kleeding versierd
jmet een oranjestrikje terwijl elk kind
bovendien een oranje-bloempje in de
hand droeg. Hare Majesteiten de Ko
ninginnen verschenen precies te 2 uur
in wandeltoilet op het bordes onder
het aldaar aangebrachte zonnenscherm,
en nauwelijks had de kinderschare de
beide vorstinnen in het oog of een:
Leve de Koningin l gevolgd door hoera's
en gejuich, vervulde de lucht.
Onmiddellijk hierop, nadat Hare
Majesteiten plaats haoden genomen op
de causeuses die op het platform van
de met een tapijt belegde trap waren
neergezet, gingen de kinderen laDgs de
Koninginnen defileeren.
De wethouder van onderwijs, dr. J.
Th. Mouton, bracht de scholen tot voor
HH. MM. en plaatste zich toen ter
rechterzijde van de koninklijke zetels.
Vier meisjes, die voorop gingen, wa
ren belast met eene eere handeling.
Twee harer begaven zich naar de Ko
ningin en hare Moeder en boden prach
tige met fraaie linten versierde bloem
ruikers aan met de naamcijfers van HH.
MM., de twee anderen overhandigden
het programma van de zanguitvoering
in prachtband aan de vorstelijke hoor
deressen.
Onder het voorbijgaan bestrooiden
allen de Koninginnen met de oranje-
bloemen die de scholieren hadden me
degenomen, zoodat als het ware een
regen van lenteboden voor de vorste
lijke zitplaatsen nederdaalde. De zang
klassen vereenigden zich toen in het
midden van de plaats, de dirigent be
zette de estrade, en weldra weerklonk
het oude „Wilhelmus" door de ruimte,
zeer plechtstatig door het kinderkoor
gezongen. Gedurende de uitvoering van
dit vaderlandsche lied waren HH. MM.
van de zetels opgestaan.
Met groote opgewektheid en bizon
der goede opvatting brachten de lieve
kinderstemmetjes vervolgens het „Ja
gerslied" ten gehoore, waarin vooral de
eigenaardige jachtrefreinen flink tot hun
recht werden gebracht.
Het jonge \olkje legde hiermede een
voortreffelijke proeve af van zijne vor
deringen in het schoolgezang, gelijk
niet minder in de gemeDgde koren uit
Worp's cantate „Een Lentedag," waarin
vooral het ensemble nitmuntend werd
gezongen en de jonge bassen vooral
hun best deden.
Ook het „Wien Neerlands Bloed"
werd keurig gezongen.
Het couplet aanvangende met het
bekendeBescherm 0God, werd
met veel uitdruklgng sleepend maar
statig door het jonge koor aan H. M.
opgedragen.
De Koningin-Regentes, die met hare
32)
HOOFDSTUK XXI.
Toen Fuby dus zoo hulpeloos was, richtten hare gedachten
zich als vanzelf op haar pleegvader, Jozef van Grootz, en zij
hoopte, dat alles wel weer terecht zou komen als hij eerst maar
bij hen was.
Voor hij na zijn laatste bezoek Engeland had verlateD, had
hij haar het adres van een koopman in Londen gegeven door
wiens tusschenkorast zij tijding van hem kon krijgen.
Gelukkig had zij geen geldgebrek. Weldra bevond zij zich
in een rijtuig met vier paarden bespannen op weg naar Londen,
waar zij den vriend baars pleegvaders aantrof. Deze beloofde
van Grootz dadelijk in kennis te stellen met het ongeluk, dat
zijn dierbaar pleegkind getroffen had.
Mijne waarde mevrouw," zeide hg, „gelukkig voor u is onze
vriend van Grootz in Rotterdam; ik zal nog dezen avond een
vertrouwd persoon naar hem toezenden, die hem het ODgeluk zal
meedeelen, dat u getroffen heeft. Maak u maar niet te ongerust
over het lot van uw echtgenoot. Het geld is tegenwoordig een
machtig ding, en ik ben er van overtuigd, dat mijnheer Lands
berg wel op de eene of andere wijze gered zal worden; zijne
onschuld moet bewezen worden. Paula von Klipspohr was eene
slechte vrouw, maar ik ben er van overtuigd, dat uw echtgenoot
geen haar van heur hoofd heeft gekrenkt. Ga nu naar huis terug
eet en drink ora kracht te krijgen voor het verhoor, dat hij
nogmaals moet ondergaan; binnen een week zal van Grootz bij
u zijn en dan zal alles wel in orde komen. En nu, vaarwel, ik
heb veel goeds van u en uw echtgenoot gehoord, niet alleen
van mijn vrieüd van Grootz, maar ook van anderen."
De oude man geleidde haar naar het rijtuig en een oogenblik
later was Ruby weer op weg naar huis.
Het was eene treurige, kommervolle week voor mevrouw
Landsberg. Eiken dag verwachtte zg de aankomst van haar
pleegvader.
Gelukkig voor haar, waren de gevangenissen in dien tijd geheel
anders ingericht dan tegenwoordig. En het rijmpje
„Every door has golden locks
And open but to golden keys,"
was volkomen van toepassing op de gevangenis in Maidstone.
Daar had men geen bepaalden tijd voor bezoeken en den duur
ervan, geen vervelende formaliteiten te vervullen of papieren in
te vullen. Zoolang de cipier geld in zijne hand voelde, was hij
de vriendelijkheid en voorkomendheid in persoon, behandelde
*ijn gevangene met de grootste beleefdheid en stond hem alles
toe wat hij wilde, behalve natuurlijk zijne vrijheid. Hoewel Ruby
haar echtgenoot vurig smeekte zijne verdediging op schrift te
zetten, was Karl er nog niet aan begonnen, hij wist nauwelijks
wat hij moest schrijven en wilde liever de komst van van Grootz
afwac ten.
Zijne gevangenschap benadeelde echter Landsberg's gezondheid,
want de kleine binnenplaats, waarop hij enkele uren van den
dag op en neer mocht loopen, was een slechte ruil voor de geu
rige weilanden en tuinen, waarin hij gewoon was een groot ge
deelte van den dag door te brengen.
„Ruby," zeide hij eens op een dag aan het einde der week,
toen zij dicht bij elkander in de enge cel zaten, „waarom zullen
wij langer wachten Ik weet zeker, dat je pleegvader zich zou
haasten hier te komen als hij eenig begrip had van het gevaar,
dat mij dreigt; bedenk, dat zijne zaken hem in verre landen
doen rondzwerven; misschien handelt hij wel in Voor- of Ach
ter Indië over den prijs van een reusachtigen esmerald."
„Wanhoop niet, Karl," antwoordde de jonge vrouw, ter wij 1
zij met haar hand liefkozend over haar echtgenoot's hoofd streek.
„Mijn hart zegt mij, dat hij dichter bij ons is, dan wij wel den
ken. Hebt gij ooit ondervonden, dat van Grootz ons in den steek
liet, als wij in nood waren?"
„Ik twijfel volstrekt niet aan zijn goeden wil, maar hij kan
onmogelijk op twee plaatsen tegelijk zijn," antwoordde de ge
vangene ongeduldig, terwijl hij van zijn stroozak opstond en zijne
cel op en neer begon te loopen.
„Wij hebben hem maar in eene plaats noodig," zeide Ruby,
terwijl zij eene poging deed om te glimlachen, „maar wordt niet