HET VERHAAL VAN OENPATHAN BINNENLAND. HAARLEMMER HALLETJES. Een Eaterdagaïondpraatje. GEMENGD NIEUWS. JJit het Engeltch van RUDYAKD KIPLING. Ik wilde wel als oppasser bij Uwe Edelheid in dienst komen, als Uwe Edelheid my die gonst wou toestaan. Voor zes roapyen in de week. Ja, Sahib, ik heb drie kleine kinderen die aityd honger hebben en het koren is tegen woordig zoo duur. Ik zal een goede oppasser wezen, zoo dat u tevreden over mij is en mij aan het einde van het jaar een tulband geeft. Ik ken al de wegen en weet een heele boel dingen. Aüa, Sahib, ik ben slim. Neem mij in uw dienst, ik ben vroeger bij de inlandscho politie geweest. Zeggen de menscben dat ik een slecht karakter heb Dat moet een vijand ver teld hebben. Ik ben nooit een schelm geweesttoen ik bij de politie was, zeiden ze altijd yAfzal Khan is een man, die ware woorden spreekt.Ik ben een Patban uit Delhi, Sahib, al de Delhi- Pathans zyn brave menscben. Is de Sahib in Delhi geweest? Ja, het is waar dat er veel schurken onder de Pathans zijn. Wat is de Sahib toch wya Niets is voor hem verborgen en hij zal mij tot zyn oppasser maken en ik zal mijn werk goed doen. Neen Sahib, ik ben niet slecht. Ik heb al lang een echten, een braven Sahib willen dienen. Vele jonge Sahibs zyn als losgebroken daivels die zou ik niot willen dienen, al schreiden al mijn kindoren om brood. Waarom ik niet meer bij de politie ben Ik zal de waarheid spreken. Ons overkwam een ongeluk, myn kameraden van de politie en mijden Havildar, Ram Baksh en Mania Baksh enJuggut Ram en Bhim Singh en Suruj Bhul. Ze zitten nu allemaal in de gevangenis op my na. Wij waren met ons zessen uitgezon den, om te letten op oen weg naar Gokral-Seetarnn, waar veel roovers waren. Dag en nacht bewaakten wy den weg tegen de roovers. Lacht de Sa hib erom? Kyk, ik zal eerlyk alles vertellen. De roovers waren ons te slim af en omdat we hen toch niet pakken konden, deden we maar geen moeite meer. Het was in deD heetsten tijd. Wat kan een mensch doen als het zoo warm is? De Sahib die zóo sterk is wat kan de Sahib doen in zoo'n hitte Wij maakten een schikking met de roovers, een vredesverdrag. Dat was het werk van den Havildar, die erg dik en lui waB. Oho, Sahib, hij wordt nu wel mager achter de tralies. De Havildar zei//Val ons niet lastig, dan zullen wy jelui ook met rast laten. Als we terug geroepen worden, moet je ons een of anderen man staren die niet recht by zyn verstand is, dan zullen we hem voor den rechter brengen. Zoo redden we onze eer." De roovers namen hier ge noegen mee en wy hadden een goed leventje en aten meloenen en rustten den heelen dag uit. Heerlijke meloenen op den weg van Gokral Seetarun Nu was er een assistent-resident in dat district, die Yunkum Sahib heette. Hy was slim, bijna even slim als de Sahib, die mij zeker in de schaduw van zyn bescherming zal houden. Yunkum Sahib had vele oogen en hij vloog altijd door het district. We noemden hem „dc Tijger van Gokral Seetarun/' omdat hij altijd onverwachts ons op het dak kwam vallen en een uur later al weer mijlen ver der was, om anderen te verrassen. Niemand wist at van het gaan en komen van Yunkum Sahib. Als zyn paard vermoeid was reed hy op een duivelswagen. Ik weet niet hoe die heet, maar de Sahib zat midden tusschen drie zilveren wielen die geen geluid maakten en hy trapte er op met zijn beenen, zooEen havik vloog niet stiller over het veld, dan de duivel wagen van Yunkum Sahib over den weg. Hij was hier, hy was daar, hy was weger werd rapport opge maakt en men kreeg last. Op een zekeren avond, nadat wy goed gegeten en een lekkeren pijp gerookt hadden, sliepen wy rustig in. Toen wij s morgen wakker werden, waren onze zes geweren allemaal weg en ook het groote politieboek dat de Havildar bij zich had. Toen wij dat zagen, waren bang en dachten dat die eerlooze wy roovers de overeenkomst verbroken en ©os 's nachts de geweren ontstolen had den, om ons te schande te maken. Toen zei Ram Baksh, de Havildar //Stil maar 1 t Is een kwade zaak, maar misschien loopt ze nog goed af. We zullen het spul compleet maken 1" En toen we hem niet begrepen, zei hy//Ezels, een paard moet «en zweepslag hebben, maar een mensch heeft aan een woord genoeg Breog een varken en een groot mesl" We vatten nu wat hij wou, haalden een varkentje en luisterden toen naar den Havildar. //Er zijn twintig roovers gekomen/' zei hy en wij herhaalden die woorden. wEr was een hevig gevecht en geen van ons ïs er zonder wonde afgekomen. De spylen van het raam wer den verbroken. Zorg daarvoor, jy Suruy Bhul en maakt wat voort, mannen, want een renbode moet met het nieuws naar den Tijger van Gokral Seetarun." Suruy Bhul zette zijn schouder tegen het venster en brak de spylen door en ik bond de merrie van den Havildar vast in de bloemperken voor het huis en sloeg haar met dan zweep, zoodat het beest steigerde eo sprong, totdat de grond bezaaid was met sporen van paarden hoeven. Toen dat gedaan was, ging ik weer naar de kamer en daar was het varken geslacht en hier en daar was de munr zwartgebrand en we doopten allemaal onze kleeren een beetje in varkensbloed, Toen gaf de Havildar ons een klein tikje met zyn mes, den een op zyn hand, den ander op zyn voorarm en een derde op zijn been, totdat er wat bloed voor den dag kwam. Suruy Bhul, y veriger dan de andarentrok wat haar uit zyn hoofd. O, Sahib, 'twas alles keurig in orde, als we rondkeken dachten we zelf haast, dat alles in ernst was gebeurd. //Ryd nu als de wind naar den Tyger van Gokral Seetarun," zei de Havildar tot Maula Baksh tfen jy Afzal Khan, loop mee en zorg, dat jelui goed bestoven en bezweet zyt als jelui by den Sahib komt. Het bloed zal dan wel droog zyn. Ik zal hier blyven en een lang rapport zenden naar den Sahib resident." Maula Baksh reed weg en ik liep mee, my vasthoudend aan den stygbeugel en in een allerakeligsten toestand kwamen we by den Tijger van Gokral Seetarun. Ons verhaal was lang en uitvoerig, Sahib, want wy noemden zelfs de namen van de roovers en beschreven het ge vecht haarfijn en verzochten hem, om mee te gaan. Maar de Tyger maakte daartoe volstrekt geen aanstalten en hij glimlachte zóóaïs Sahibs doen, als zy een boosheid in hun hart hebben. //Is d.t rapport waar?" vroeg hy en wy zeiden van wel en dat de bloedspo ren op ooze kleeren pas droog waren. z/Kijk, Uwe Edelheid" zeiden wy, »is dat het bloed van uwe knechten, of niet?" Hij zei„ik zie het. Ge hebt u dapper gedragen." Maar toch riep hy niet om zijn paard of om zijn duivelswagen. Hij zei alleen z/Gaat wat eten en uitru.ten, jelui zult wel vermoeid zyn. Ik zal wachten op den Sahib resident." Te negen uur kwam de Sahib resident met hein kwamen do Havildar en de andere kameraden, met tien gevan genen, allemaal vyanden van de politie. Ze zeiden allemaal, dat ze geen kwaad hadden gedaan, maar de Havildar zei van wel en hij wss heel trotsch op zijn mooie vangst. De resident was boos en vloekte op ons dat we niet genoeg gedaan hadden, maar voor hem waren we niet bang, wel voor den Tijger, die maar stil in zijn stoel lag. „la dat rapport waar?" vroeg hy nog eens aan den Havildar. Deze zei ja. //Gaat dan allen mee," zei de Tijger, weer zoo recht kwaadaardig lachende. Ik bleef wat achteraf, om by de hand te wezen als er wat gebeurde. Dat was goed ook, Sahib. Yunkum Sahib sloot zijn badhamer open en daar lagen de zes geweren en het groote po litieboek. Hy was 's nachts op den dui velswagen gekomen en had onze ge we ren heel stilletjes weggenomen, eerst drie en toen nog eens drie. Toen hij dat vertelde, viel de Havil dar zoo bleek als een lyk op zijnknieen en riep om genade. En ik Sahib Ik ben een man met- kleine kinderen. De merrie van den Havildar stond voor de gaanderij eu daar ben ik opgesprongen en weggereden, achtervolgd door de man non die de 'iijger my achterna zond. Ik reed, tot de merrie er bij neerviel, maar ik ontsnapte. De Havildar en de andere kameraden zyn in de gevan genis. Ben ik een schelm Zooals het den Sahib behaagt. Als de Sahib mQ maar in zyn dienst wil nemen. Door den president der Fransche Republiek zijn de volgende onderscheidingen toegekend1°. zilveren medaille le klasse aan J. van den Klooster gezagvoerder van het reddigsvaartuig Prinses WilJielminaen aan D. van den Klooster Azo., hoogaarts-schipper, beiden te BerghBluis (Schouwen), 2°. eene gouden medaille 2e klasse aan L. Nieman, schipper van het vaartuig Twee Gebroeders te Ouddorp, en zulks ter erkenning van hun verdienstelijk gedrag ter gelegenheid der redding van de schipbreukelingen den loods van het op den Ooster gestrande Fiansche driemastschip Iquique op 31 December 1891 en 2 Januari 1892. Er is vrydom van port ver leend voor de briefwisseling tusschen de hoofden der byzondere scholen aan de eene zijde, en de gemeentebesturen, de inspecteurs van het middelbaar onderwijs, de inspecteurs van het lager onderwys, de district-schoolopzieners van het lager onderwijs, en de arrondissemente-school- opzieners van het lager' onderwijs, de plaatselyke school-commissie i ter andere zijde, alsmede voor de briefwisseling CXXXUI. April doet wij zij wil". Den eenen dag puffen en blazen we van de warmte en den anderen trekken we onze jas kraag tot aan de ooren, zóo onbarmhar tig snijdt de noordenwind ons in den nek en Donderdag zoo waarlijk vielen er vlokjes sneeuw, wel heel klein en spiradisch, alsof se niet recht durfden, maar ze vielen toch. Ja, wèl doet April wat ze wil. Dat is meer dan veel menschen zeg gen kunnen. Als een dronkaard komt langs een kroeg en hij wil en eigenlyk niet in, dan zal by er toch ingaan om dat hy niet doet wat hij wil, en de kracht niet heeft om zyn wil door te zetten. Dus gaat hy naar binnen. En om nu eens hooger geplaatste personen te nemen daar heb je nu de justitie. Die doet ook niet wat ze zou willen. Wat zy wil, dat is, iedereen begrypt het, de moordenaar van den Raamsingal opsporen en gevangen nemen, en dat zy het niet doet, ligt zeker niet aan gebrek aan energie of aan ijver, maar aan de omstandigheden, die tot de ontdek king van den misdadiger (of misdadigers) zoo bitter weinig meehelpeü. Er zijn geen aanwijziDgen (of bijna geene) en onder die omstandigheden wordt het een zoeken in den blinde. z/Wordt er nu niets meer aan de zaak gedaan werd my telkens gevraagd. Zeker wordt het onderzoek nog voort gezet. Iu welke richting en hoe vraag dat maar aan de justitie zelve. Ge kunt het evengoed laten ook, want in dit op zicht doet de justitie wat zy wil en dat is: zwygen. Men zal dus zyne nieaws- tusschen de hoofden der||byzondere scholen ouderling al de sub. 2]genoemde vrydom men zyn beperkt tot den kring, waarbinnen de geadresseerde of afzender zyne betrekking uitoefent. Van den geneeskundigen adjunct inspecteur van Gelderland en Utrecht, dr. Post, ontvangt de ArnhCfi. de volgende mededeeling. In de week van 3 tot en met 9 April zyn, volgens de officieele mede- deelingen bij het Geneeskundig Staats toezicht ingekomen, de navolgende aan giften omtrent pokziekten gedaan Te Groeabeek zes gevalleD, geene sterfgevallen. Te Wijchen vyf gevallen, geene sterf- gevallen. In doze gemeenten is de pokziekte ipidemisch heerschend verklaard. In diezelfde week kwam te Neerasselt (gemeente Overasselt) een licht geval van gewijzigde pokken by een gevac cineerd man voor. In diezelfde week kwam te Nymegen geen enkel geval van pokziekte voor, zoodat Nijmegen van 29 Maart tot het einde der afgeloopen week bevrijd bleef van nieuwe gevallen. Op 11 April evenwel werd uit Nymegen aangifte gedaan omtrent zes nieuwe by gekomen gevallen, waai genomen in woningen. Sedert de aangifte vao het le geval te Nymegen (18) Maart) tot heden, zyn in die gemeente voorgekomen 13 ziekte gevallen in 8 woningen. Er worden te Amsterdam pogingen aangewend tot oprichten van een walvi8ch-maatschappij. Het voornemen bestaat, uit Noorwegen een root exemplaar vaa een walvisch te latenkomen, om dien in ons land en daarbuiton ten toon te stellen. Regenten van het krackzin nigen gesticht te 's Hage hebben den heer P. Krab, op diens verzoek, metuiterlyk lo. September a. s. eervol ontslag ver leend uit zyne betrekking van directeur dier inrichting. Door den comm i s saris van politie der 2e afdeeling te 's Hage zyn Vrydag verschillende personen gehoord over het voorval tusschen den onder- inspecteur van politie J. d. T. en den sergeant der grenadiers jhr. De Geer, op jl. Zondag in het Gebouw van kun sten en wetenschappen. Te Attendorn (district Olp a We8tfalen is Donderdag zeer veel sneeuw gevallen. Blykens telegrafische berichten van Donderdag uit Zweden heeft aldaar over het midden en zuiden des lands een sneeuwstorm gewoed, waarby verschei dene telegraaf- en telephoon-geleïdingen zyn vernield, terwyl by afzendiag der berichten het verkeer tusschen verschil lende plaatsen tengevolge der sneeuw belemmerd was. KOLONIËN. PARAMARIBO, 23 Maart. Naar de West-Indiër verneemt, hebbeB de Boninegers, die op den linkeroever der Lawa wonen, en ongeveer 300 zielen tellen, thans geweigerd de nederlandache vlag van hunne dorpen doen wapperen Dientengevolge moet hun zyn aange- ;d het territoir te verlaten, en zouden zij zich op den franschen oever der Lawa hebben gevestigd. Zooals men weet, heeft de fransche regeering indertijd het opperhoofd van deze kleine schare boschnegers, die in 1860 door ons gun- gierigheid wat moeten opschorten, tot dat de justitie zeggen kan //ziezoo, nu ben ik klaar. Hier heb je de daders, ik heb ze gevonden Dozijnen menschen beweren, dat daar toch niets meer van komt. Nu'c zoo lang duurt, zeggen ze, zal er wel heelemaal niets ontdekt worden. Die meening zou ik nies zoo dadelyk tot de myne willen maken, en ik zal zeggen waarom niet. De moord op den Raam- singel, is allerwaarschijnlykst begaan, door meer dan een persoon. Eén persoon zal er niet licht toe kernen, om twee vrouwen te gaan vermoorden, van wie de eene voor haar leeftijd nog flink en sterk is. Dat er minstens twee daderB zyn geweest, daarop duidt de om standigheid dat de naaste buren geen ge rucht van eene worsteling en zelfs geen gegil hebben gehoord. We mogen das aannemen, dat het twee personen zijn geweest, die de moorden hebben gepleegd. Dat die twee personen behooren tot het uitvaagsel der maatschappij, daarvan zyn we zeker allen overtuigd. Nu is er in geen enkelen stand in de maatschappy meer twist en ruzie, dan in die uitvaag- sel-categorie. De mogelykheid is dus zeer groot, dat de twee daders op zekeren dag eens geschil krygen en dat een van beide, opgewonden door drank of op andere wijze, zich iets laat ontvallen, wat zijn medeplichtigheid aan den moord bewyst. Dan zegt de justitieffkip ik heb je" en de straf komt toch, al is ze wat laDg uitgebleven. Nu zal allicht deze of gene zeggen z/had dat nu maar niet in de krant ge zet, want de moordenaars lezen het mis schien ook en dan zyn zo destemeer op hun hoede. Is dat denkbaar myns inziens niet, want als een der daders op het punt is den ander de moord te verwy- ten, dan zal hy in zyn drift niet weer houden worden door de gedachte, dat de vernement van de contréle der Aukaner® werd vrygesteld, een betrekkelijk hoog jaargeld toegekend, klaarblijkelijk met geen ander doel dan de Bonnia ten gunste van Frankrijk gestemd te krygen,. opdat daardoor de verdeeling van hot Lawa-gebied zou kunnen worden voor gesteld. Nu de Lawa-kwestie ten onzen voordeele is beslecht, zal het te bezien zijn, of Fransch-Guiana voort zal gaan aan den opvolger van den overleden Anato het jaargeld uit te keeren. Toen op de tentoonstelling van 1878 de collectie van Barbédienne'a bronzen de bewondering van geheel Europa had gewekt, besloot de Fran sche regeering hem, behalve het eere diploma van de jury, een buitengewone erkenning te verleeoen. Hy zou groot officier van het Legioen van Eer worden en de minis-ier deelde hem dit mede. Ik neem het aaD, zeide Barbédienne, op voorwaarde, dat mijn meesterknecht Constant Savin, het lintje van officier krygt. We kunnen maar over één Legioen, van Eer voor het huis Barbédienne beschikken, zei de minister. Dat is niets, geef het hom dan, ik wacht wel een beetje. De heer Sevin ontving zijn ridderorde. De kolossale pendule, die destijds het pronkstuk der collectie Barbédienne wae en den eigenaar zelf 800.000 francs bad gekost, was het werk van Sevin; Bar bédienne bestemde haar voor een monu ment te Parys en heeft haar niet willen irkoopec; zy staat nog iu de groote hall in zijn huis in de rue De Lancry. Eene nieuwe gewoonte te Parys by diners is zeer gemakkelijk. Om ie voorkomen, dat de gastvrouw of gast heer zich vergist by het aanwyzea van de cfaacuoe die chacun naar tafel zal leiden, of dat da gast zelf zich vergist een mal figuur maakt, heeft mee ingesteld, dat de gastheer kleine envelop pen heeft, waarop de naam van den gast staat en die e*o kaartje mat den naam der te geleiden dame bevatten. Het idee is zeker ia den een of anderen vorm al meer toegepast, maar heel prac tised Het voorstel van Charles Laurent in den paryschen gemeenteraad om aan Lheraur, den koifiehuisknecht, door wiens toedeen de anarchist Rava- chol in handen van het gerecht is gekomen, eene gouden medaille met het wapen der stad en 2000 fr. ter bekro ning toe te kennen, is in de zitting vae Woensdag slechts ten deele goedgekeurd. Eene medaille zal Lheraut krygen, maar de belooniog in geld blijft achterwege. De socialistische leden van den Raad hebben bij het indienen van Laurent's voorstel wel hoog opgegeven van de verontwaardiging, die zij gevoelden voor du misdaden der anarchisten, maar zy verklaarden nu medelij ion te hebben met de zwakken, die zich zo> licht be vreesd maken. En een der leden Vail- lant bracht in het midden, dat men zulke duistere zaken, als er in den laats- ten tyd voorgevallen zijn niet zoo opper vlakkig moet beoordeelen, als men de rol niet kent die de politie er iu gespeeld heeft. Molthe-herintieringen. Uit het laatste deel van het Moltke-werkj dezer dagen verschenen, blijken aardige staaltjes van zyu grooten eenvoud. krant gezegd heeft dat het zoo komen zou. Er zijn in de toekomst nog veel andere diDgen, die er de moordenaars toe kunnen brengen, zichzelve te verradeD, maar die wil ik hier nu niet beschrijven, omdat ze hen tot waarschuwing zouden kunnen strekken. Ik zei daareven, dat de moordenaars dit vermoedelijk wel zullen lezen, zooals gewoonlijk een misdadiger met een zekere gretigheid alles leest wat over zyn wan daad wordt geschreven. Ik zou dit tot de moordenaars willen zeggen z/Tot dusverre heeft het zoekend oog van de justitie a niet kunnen ontdekken. Toch zal uw gruwelyk misdryf niet ongestraft blijven. Ik reken er op, dat ik u nog wel eens zien zal, al is het vandaag niet of morgeo; u zien zal in de bank van de beklaagden tegenover de mannen die u zullen richten 't Geheim van een weet God alleeD, 't Geheim van twee wordt licht ge meen Juist, het geheim van twee wordt licht algemeen. Laat het niet vandaag we zen, vroeger of later zal de waarheid aan het licht komen. Ik ben het daarom vol strekt niet eens met diegenen, die al ver zekerd zijn van de straffeloosheid der misdadigers. Geduld maar Van justitie op politie is geen groote sprong. Als ik W6er jong was en een vak moest kiezen dan ging ik stellig by de politie. Een dankbaar vak is dat. Ziet een agent van politie een dronken kerel op straat, die lawaai en ruzie maakt, dan helpt de burgerij hem een handje, om den vrind naar het bureau te brengen, wanneer de agent hem alleen niet aan kan. En eerbied dat men heeft voor den politieman 1 Men schat hem op de waarde van drie gewone menschen want men geeft hem negentien kameraden, om des naohts de heele stad te bewaken. Daar uit blijkt toch duidelijk, dat men hem houdt voor iemand, die op drie plaateen tegelijk kan wezen, wat toch heel vleiend voor hem is. Een ander mensch toch telt maar voor éen. Daar had je nu de vroegere nacht wakers. Toen de stad nog lang zoo groot niet was als tegenwoordig, toen waren er 23 nachtwakers. Als men nagaat, dat sedert dien tyd de stad zoowat twee maal zoo groot geworden is, dan kan men berekenen dat er nu 46 nachtwa kers zouden moeten zyn. Maar de nacht wakers zyn afgeschaft en de bewaking van de stad bij nacht is nu in handen van 20 agenten. Alzoo staat een agent gelyk met 23/io nachtwaker. Als dat nu niet vleiend is voor een agent van poli tie, dan weet ik het niet meer. Dit is een staaltje van den eerbied en de liefde en de achting en de toegene- heid, die gekoesterd worden voor een agent van politie. Als dat nu al zoo is, voor een agent, hoe moet dat dan wel niet wezen voor een adjunct-inspecteur en hoe vooral wel niet voor een inspec teur Nu, onder ons gezegd, de liefde, achting enzoovoorts (zie boven) die men voor deze ambtenaren koestert, is kolos- saal-piramidaal. Niets minder, geen tittel geen jota minder dan kolossaal-pira midaal. Om dat te bewijzen aan menschen die het soms nog niet willen gelooven (je hebt van die hardleerschen) zal ik een beschryving geven van de zaal, waarin zy verblyven in het politiepaleis in de Zylstraat. Wanneer men na door een agent te zyn aangediend, mag binnentreden, dan kan men twee stappen doen voor men stuit tegen de sierlijke schryftafel, waar aan de dienstdoende inspecteur zit te werken. Die schryftafel moet van een zeldzaam kostbare houtsoort wezen, geen teak en geen eiken en geen mahonie; maar iets anders, tusschen vlierhout en esschenhout in. Enfia, zeer zeldzaam. Staat men nu voor die tafel, dan ont waart men met genoegen, dat de in specteur die er achter zit, onmogelijk met zijn stoel achterover kan vallen, aangezien die vlak tegen den maur staat. Alweer een bewijs, met we ke angstval lige teederheid er voor de heeron onder en boven-inspecteurs wordt gezorgd. Kijkt men naar links in de zaal, dan ziet men daar gewoonlyk nog twee andere inspecteurs en een paar adjuncten. De kamer is bestemd voor alle negen, vier inspecteurs en vyf adjuncten, maar natuurlijk is altijd een gedeelte buiten dienst, of afwezig. Maar let nu weer op de groote zorg die aan deze heeren wordt besleed. De mensch zellig vau aard, aldus heeft men gedacht; wat kunnen we dan beter doen, daD de heeren allen bij elkander te plaat sen in een niet al te groot bestek Wil de een den aoder kameraadschappelijk de hand drukken, by behoeft er niet eens voor op te staan. Wat de traktementen van de inspec teurs betreft, deze zyn aldus gesteld, dat zy geen gevaar loopen zich te bezon digen aan het kwaad dat gulzigheid heet, noch aan den plaag van de ydalheid, terwyl zy door deze wijze beschikking metpen eens en voor altyd gevrywaard zyn voor het gevaar, dat een misdadiger het op hnn leven toelegt om hen te kunnen bestelen. Alweer is hierin de liefderijke zorg die voor hen wordt ge* dragen, te loven. Alzoo, ik herhaal het, moest ik op nieuw een beroepskeus doen, ik werd politieman in Haarlem, en ik roep dan ook elk en een iegelyk met luider stemme toe: Word inspecteur, adjunct-inspecteur of agent van politie in Haarlem FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 6