HET VERHAAL VAN OENPATHAN
BINNENLAND.
HAARLEMMER HALLETJES.
Een Eaterdagaïondpraatje.
GEMENGD NIEUWS.
JJit het Engeltch van
RUDYAKD KIPLING.
Ik wilde wel als oppasser bij Uwe
Edelheid in dienst komen, als Uwe
Edelheid my die gonst wou toestaan.
Voor zes roapyen in de week. Ja, Sahib,
ik heb drie kleine kinderen die aityd
honger hebben en het koren is tegen
woordig zoo duur.
Ik zal een goede oppasser wezen, zoo
dat u tevreden over mij is en mij aan
het einde van het jaar een tulband geeft.
Ik ken al de wegen en weet een heele
boel dingen. Aüa, Sahib, ik ben slim.
Neem mij in uw dienst, ik ben vroeger
bij de inlandscho politie geweest.
Zeggen de menscben dat ik een slecht
karakter heb Dat moet een vijand ver
teld hebben. Ik ben nooit een schelm
geweesttoen ik bij de politie was, zeiden
ze altijd
yAfzal Khan is een man, die ware
woorden spreekt.Ik ben een Patban
uit Delhi, Sahib, al de Delhi-
Pathans zyn brave menscben. Is de
Sahib in Delhi geweest? Ja, het is waar
dat er veel schurken onder de Pathans
zijn. Wat is de Sahib toch wya Niets
is voor hem verborgen en hij zal mij
tot zyn oppasser maken en ik zal mijn
werk goed doen. Neen Sahib, ik ben niet
slecht. Ik heb al lang een echten, een
braven Sahib willen dienen. Vele jonge
Sahibs zyn als losgebroken daivels
die zou ik niot willen dienen, al schreiden
al mijn kindoren om brood.
Waarom ik niet meer bij de politie
ben Ik zal de waarheid spreken. Ons
overkwam een ongeluk, myn kameraden
van de politie en mijden Havildar,
Ram Baksh en Mania Baksh enJuggut
Ram en Bhim Singh en Suruj Bhul. Ze
zitten nu allemaal in de gevangenis op
my na.
Wij waren met ons zessen uitgezon
den, om te letten op oen weg naar
Gokral-Seetarnn, waar veel roovers
waren. Dag en nacht bewaakten wy
den weg tegen de roovers. Lacht de Sa
hib erom? Kyk, ik zal eerlyk alles
vertellen. De roovers waren ons te slim
af en omdat we hen toch niet pakken
konden, deden we maar geen moeite
meer. Het was in deD heetsten tijd. Wat
kan een mensch doen als het zoo warm
is? De Sahib die zóo sterk is wat
kan de Sahib doen in zoo'n hitte
Wij maakten een schikking met de
roovers, een vredesverdrag. Dat was het
werk van den Havildar, die erg dik en
lui waB. Oho, Sahib, hij wordt nu wel
mager achter de tralies. De Havildar
zei//Val ons niet lastig, dan zullen wy
jelui ook met rast laten. Als we terug
geroepen worden, moet je ons een of
anderen man staren die niet recht by
zyn verstand is, dan zullen we hem voor
den rechter brengen. Zoo redden we
onze eer." De roovers namen hier ge
noegen mee en wy hadden een goed
leventje en aten meloenen en rustten
den heelen dag uit. Heerlijke meloenen
op den weg van Gokral Seetarun
Nu was er een assistent-resident in
dat district, die Yunkum Sahib heette.
Hy was slim, bijna even slim als de
Sahib, die mij zeker in de schaduw van
zyn bescherming zal houden. Yunkum
Sahib had vele oogen en hij vloog altijd
door het district. We noemden hem „dc
Tijger van Gokral Seetarun/' omdat hij
altijd onverwachts ons op het dak kwam
vallen en een uur later al weer mijlen ver
der was, om anderen te verrassen. Niemand
wist at van het gaan en komen van
Yunkum Sahib. Als zyn paard vermoeid
was reed hy op een duivelswagen. Ik
weet niet hoe die heet, maar de Sahib
zat midden tusschen drie zilveren wielen
die geen geluid maakten en hy trapte
er op met zijn beenen, zooEen havik
vloog niet stiller over het veld, dan de
duivel wagen van Yunkum Sahib over
den weg. Hij was hier, hy was daar,
hy was weger werd rapport opge
maakt en men kreeg last.
Op een zekeren avond, nadat wy goed
gegeten en een lekkeren pijp gerookt
hadden, sliepen wy rustig in. Toen wij
s morgen wakker werden, waren onze
zes geweren allemaal weg en ook het
groote politieboek dat de Havildar bij
zich had. Toen wij dat zagen, waren
bang en dachten dat die eerlooze
wy
roovers de overeenkomst verbroken en
©os 's nachts de geweren ontstolen had
den, om ons te schande te maken. Toen
zei Ram Baksh, de Havildar //Stil maar 1
t Is een kwade zaak, maar misschien
loopt ze nog goed af. We zullen het spul
compleet maken 1" En toen we hem niet
begrepen, zei hy//Ezels, een paard
moet «en zweepslag hebben, maar een
mensch heeft aan een woord genoeg
Breog een varken en een groot mesl"
We vatten nu wat hij wou, haalden
een varkentje en luisterden toen naar
den Havildar. //Er zijn twintig roovers
gekomen/' zei hy en wij herhaalden die
woorden. wEr was een hevig gevecht
en geen van ons ïs er zonder wonde
afgekomen. De spylen van het raam wer
den verbroken. Zorg daarvoor, jy Suruy
Bhul en maakt wat voort, mannen, want
een renbode moet met het nieuws naar
den Tijger van Gokral Seetarun."
Suruy Bhul zette zijn schouder tegen
het venster en brak de spylen door
en ik bond de merrie van den Havildar
vast in de bloemperken voor het huis
en sloeg haar met dan zweep, zoodat het
beest steigerde eo sprong, totdat de grond
bezaaid was met sporen van paarden
hoeven.
Toen dat gedaan was, ging ik weer
naar de kamer en daar was het varken
geslacht en hier en daar was de munr
zwartgebrand en we doopten allemaal
onze kleeren een beetje in varkensbloed,
Toen gaf de Havildar ons een klein tikje
met zyn mes, den een op zyn hand, den
ander op zyn voorarm en een derde op
zijn been, totdat er wat bloed voor den
dag kwam. Suruy Bhul, y veriger dan de
andarentrok wat haar uit zyn hoofd.
O, Sahib, 'twas alles keurig in orde,
als we rondkeken dachten we zelf haast,
dat alles in ernst was gebeurd.
//Ryd nu als de wind naar den Tyger
van Gokral Seetarun," zei de Havildar
tot Maula Baksh tfen jy Afzal Khan, loop
mee en zorg, dat jelui goed bestoven en
bezweet zyt als jelui by den Sahib komt.
Het bloed zal dan wel droog zyn. Ik
zal hier blyven en een lang rapport
zenden naar den Sahib resident."
Maula Baksh reed weg en ik liep mee,
my vasthoudend aan den stygbeugel en
in een allerakeligsten toestand kwamen
we by den Tijger van Gokral Seetarun.
Ons verhaal was lang en uitvoerig,
Sahib, want wy noemden zelfs de namen
van de roovers en beschreven het ge
vecht haarfijn en verzochten hem, om
mee te gaan. Maar de Tyger maakte
daartoe volstrekt geen aanstalten en hij
glimlachte zóóaïs Sahibs doen, als zy een
boosheid in hun hart hebben.
//Is d.t rapport waar?" vroeg hy en
wy zeiden van wel en dat de bloedspo
ren op ooze kleeren pas droog waren.
z/Kijk, Uwe Edelheid" zeiden wy, »is
dat het bloed van uwe knechten, of niet?"
Hij zei„ik zie het. Ge hebt u dapper
gedragen." Maar toch riep hy niet om
zijn paard of om zijn duivelswagen. Hij
zei alleen
z/Gaat wat eten en uitru.ten, jelui zult
wel vermoeid zyn. Ik zal wachten op den
Sahib resident."
Te negen uur kwam de Sahib resident
met hein kwamen do Havildar en
de andere kameraden, met tien gevan
genen, allemaal vyanden van de politie.
Ze zeiden allemaal, dat ze geen kwaad
hadden gedaan, maar de Havildar zei
van wel en hij wss heel trotsch op zijn
mooie vangst.
De resident was boos en vloekte op
ons dat we niet genoeg gedaan hadden,
maar voor hem waren we niet bang,
wel voor den Tijger, die maar stil in
zijn stoel lag. „la dat rapport waar?"
vroeg hy nog eens aan den Havildar.
Deze zei ja. //Gaat dan allen mee," zei
de Tijger, weer zoo recht kwaadaardig
lachende. Ik bleef wat achteraf, om by
de hand te wezen als er wat gebeurde.
Dat was goed ook, Sahib. Yunkum
Sahib sloot zijn badhamer open en daar
lagen de zes geweren en het groote po
litieboek. Hy was 's nachts op den dui
velswagen gekomen en had onze ge we
ren heel stilletjes weggenomen, eerst drie
en toen nog eens drie.
Toen hij dat vertelde, viel de Havil
dar zoo bleek als een lyk op zijnknieen
en riep om genade. En ik Sahib Ik
ben een man met- kleine kinderen. De
merrie van den Havildar stond voor de
gaanderij eu daar ben ik opgesprongen
en weggereden, achtervolgd door de man
non die de 'iijger my achterna zond.
Ik reed, tot de merrie er bij neerviel,
maar ik ontsnapte. De Havildar en de
andere kameraden zyn in de gevan
genis.
Ben ik een schelm Zooals het den
Sahib behaagt. Als de Sahib mQ maar
in zyn dienst wil nemen.
Door den president der
Fransche Republiek zijn de volgende
onderscheidingen toegekend1°. zilveren
medaille le klasse aan J. van den Klooster
gezagvoerder van het reddigsvaartuig
Prinses WilJielminaen aan D. van den
Klooster Azo., hoogaarts-schipper, beiden
te BerghBluis (Schouwen), 2°. eene gouden
medaille 2e klasse aan L. Nieman,
schipper van het vaartuig Twee Gebroeders
te Ouddorp, en zulks ter erkenning van
hun verdienstelijk gedrag ter gelegenheid
der redding van de schipbreukelingen
den loods van het op den Ooster
gestrande Fiansche driemastschip Iquique
op 31 December 1891 en 2 Januari
1892.
Er is vrydom van port ver
leend voor de briefwisseling tusschen de
hoofden der byzondere scholen aan de
eene zijde, en de gemeentebesturen, de
inspecteurs van het middelbaar onderwijs,
de inspecteurs van het lager onderwys,
de district-schoolopzieners van het lager
onderwijs, en de arrondissemente-school-
opzieners van het lager' onderwijs, de
plaatselyke school-commissie i ter andere
zijde, alsmede voor de briefwisseling
CXXXUI.
April doet wij zij wil". Den eenen
dag puffen en blazen we van de warmte
en den anderen trekken we onze jas
kraag tot aan de ooren, zóo onbarmhar
tig snijdt de noordenwind ons in den
nek en Donderdag zoo waarlijk vielen
er vlokjes sneeuw, wel heel klein en
spiradisch, alsof se niet recht durfden,
maar ze vielen toch. Ja, wèl doet April
wat ze wil.
Dat is meer dan veel menschen zeg
gen kunnen. Als een dronkaard komt
langs een kroeg en hij wil en eigenlyk
niet in, dan zal by er toch ingaan om
dat hy niet doet wat hij wil, en de
kracht niet heeft om zyn wil door te
zetten. Dus gaat hy naar binnen. En
om nu eens hooger geplaatste personen
te nemen daar heb je nu de justitie.
Die doet ook niet wat ze zou willen.
Wat zy wil, dat is, iedereen begrypt het,
de moordenaar van den Raamsingal
opsporen en gevangen nemen, en dat zy
het niet doet, ligt zeker niet aan gebrek
aan energie of aan ijver, maar aan
de omstandigheden, die tot de ontdek
king van den misdadiger (of misdadigers)
zoo bitter weinig meehelpeü. Er zijn geen
aanwijziDgen (of bijna geene) en onder
die omstandigheden wordt het een zoeken
in den blinde.
z/Wordt er nu niets meer aan de zaak
gedaan werd my telkens gevraagd.
Zeker wordt het onderzoek nog voort
gezet. Iu welke richting en hoe vraag
dat maar aan de justitie zelve. Ge kunt
het evengoed laten ook, want in dit op
zicht doet de justitie wat zy wil en dat
is: zwygen. Men zal dus zyne nieaws-
tusschen de hoofden der||byzondere
scholen ouderling al de sub. 2]genoemde
vrydom men zyn beperkt tot den kring,
waarbinnen de geadresseerde of afzender
zyne betrekking uitoefent.
Van den geneeskundigen
adjunct inspecteur van Gelderland en
Utrecht, dr. Post, ontvangt de ArnhCfi.
de volgende mededeeling.
In de week van 3 tot en met 9
April zyn, volgens de officieele mede-
deelingen bij het Geneeskundig Staats
toezicht ingekomen, de navolgende aan
giften omtrent pokziekten gedaan
Te Groeabeek zes gevalleD, geene
sterfgevallen.
Te Wijchen vyf gevallen, geene sterf-
gevallen.
In doze gemeenten is de pokziekte
ipidemisch heerschend verklaard.
In diezelfde week kwam te Neerasselt
(gemeente Overasselt) een licht geval
van gewijzigde pokken by een gevac
cineerd man voor. In diezelfde week
kwam te Nymegen geen enkel geval van
pokziekte voor, zoodat Nijmegen van 29
Maart tot het einde der afgeloopen week
bevrijd bleef van nieuwe gevallen. Op
11 April evenwel werd uit Nymegen
aangifte gedaan omtrent zes nieuwe by
gekomen gevallen, waai genomen in
woningen.
Sedert de aangifte vao het le geval
te Nymegen (18) Maart) tot heden, zyn
in die gemeente voorgekomen 13 ziekte
gevallen in 8 woningen.
Er worden te Amsterdam
pogingen aangewend tot oprichten van een
walvi8ch-maatschappij.
Het voornemen bestaat, uit Noorwegen
een root exemplaar vaa een walvisch
te latenkomen, om dien in ons land en
daarbuiton ten toon te stellen.
Regenten van het krackzin
nigen gesticht te 's Hage hebben den heer
P. Krab, op diens verzoek, metuiterlyk
lo. September a. s. eervol ontslag ver
leend uit zyne betrekking van directeur
dier inrichting.
Door den comm i s saris van
politie der 2e afdeeling te 's Hage zyn
Vrydag verschillende personen gehoord
over het voorval tusschen den onder-
inspecteur van politie J. d. T. en den
sergeant der grenadiers jhr. De Geer,
op jl. Zondag in het Gebouw van kun
sten en wetenschappen.
Te Attendorn (district Olp
a We8tfalen is Donderdag zeer veel
sneeuw gevallen.
Blykens telegrafische berichten van
Donderdag uit Zweden heeft aldaar over
het midden en zuiden des lands een
sneeuwstorm gewoed, waarby verschei
dene telegraaf- en telephoon-geleïdingen
zyn vernield, terwyl by afzendiag der
berichten het verkeer tusschen verschil
lende plaatsen tengevolge der sneeuw
belemmerd was.
KOLONIËN.
PARAMARIBO, 23 Maart.
Naar de West-Indiër verneemt, hebbeB
de Boninegers, die op den linkeroever
der Lawa wonen, en ongeveer 300 zielen
tellen, thans geweigerd de nederlandache
vlag van hunne dorpen doen wapperen
Dientengevolge moet hun zyn aange-
;d het territoir te verlaten, en zouden
zij zich op den franschen oever der
Lawa hebben gevestigd. Zooals men
weet, heeft de fransche regeering indertijd
het opperhoofd van deze kleine schare
boschnegers, die in 1860 door ons gun-
gierigheid wat moeten opschorten, tot
dat de justitie zeggen kan //ziezoo, nu
ben ik klaar. Hier heb je de daders, ik
heb ze gevonden
Dozijnen menschen beweren, dat daar
toch niets meer van komt. Nu'c zoo lang
duurt, zeggen ze, zal er wel heelemaal
niets ontdekt worden. Die meening
zou ik nies zoo dadelyk tot de
myne willen maken, en ik zal zeggen
waarom niet. De moord op den Raam-
singel, is allerwaarschijnlykst begaan,
door meer dan een persoon.
Eén persoon zal er niet licht toe kernen,
om twee vrouwen te gaan vermoorden,
van wie de eene voor haar leeftijd nog
flink en sterk is. Dat er minstens twee
daderB zyn geweest, daarop duidt de om
standigheid dat de naaste buren geen ge
rucht van eene worsteling en zelfs geen
gegil hebben gehoord. We mogen das
aannemen, dat het twee personen zijn
geweest, die de moorden hebben gepleegd.
Dat die twee personen behooren tot
het uitvaagsel der maatschappij, daarvan
zyn we zeker allen overtuigd. Nu is er
in geen enkelen stand in de maatschappy
meer twist en ruzie, dan in die uitvaag-
sel-categorie. De mogelykheid is dus zeer
groot, dat de twee daders op zekeren
dag eens geschil krygen en dat een van
beide, opgewonden door drank of op andere
wijze, zich iets laat ontvallen, wat zijn
medeplichtigheid aan den moord bewyst.
Dan zegt de justitieffkip ik heb je"
en de straf komt toch, al is ze wat laDg
uitgebleven.
Nu zal allicht deze of gene zeggen
z/had dat nu maar niet in de krant ge
zet, want de moordenaars lezen het mis
schien ook en dan zyn zo destemeer op
hun hoede. Is dat denkbaar myns inziens
niet, want als een der daders op het
punt is den ander de moord te verwy-
ten, dan zal hy in zyn drift niet weer
houden worden door de gedachte, dat de
vernement van de contréle der Aukaner®
werd vrygesteld, een betrekkelijk hoog
jaargeld toegekend, klaarblijkelijk met
geen ander doel dan de Bonnia ten
gunste van Frankrijk gestemd te krygen,.
opdat daardoor de verdeeling van hot
Lawa-gebied zou kunnen worden voor
gesteld. Nu de Lawa-kwestie ten onzen
voordeele is beslecht, zal het te bezien
zijn, of Fransch-Guiana voort zal gaan
aan den opvolger van den overleden
Anato het jaargeld uit te keeren.
Toen op de tentoonstelling
van 1878 de collectie van Barbédienne'a
bronzen de bewondering van geheel
Europa had gewekt, besloot de Fran
sche regeering hem, behalve het eere
diploma van de jury, een buitengewone
erkenning te verleeoen. Hy zou groot
officier van het Legioen van Eer worden
en de minis-ier deelde hem dit mede.
Ik neem het aaD, zeide Barbédienne,
op voorwaarde, dat mijn meesterknecht
Constant Savin, het lintje van officier
krygt.
We kunnen maar over één Legioen,
van Eer voor het huis Barbédienne
beschikken, zei de minister.
Dat is niets, geef het hom dan, ik
wacht wel een beetje.
De heer Sevin ontving zijn ridderorde.
De kolossale pendule, die destijds het
pronkstuk der collectie Barbédienne wae
en den eigenaar zelf 800.000 francs bad
gekost, was het werk van Sevin; Bar
bédienne bestemde haar voor een monu
ment te Parys en heeft haar niet willen
irkoopec; zy staat nog iu de groote hall
in zijn huis in de rue De Lancry.
Eene nieuwe gewoonte te
Parys by diners is zeer gemakkelijk. Om
ie voorkomen, dat de gastvrouw of gast
heer zich vergist by het aanwyzea van
de cfaacuoe die chacun naar tafel zal
leiden, of dat da gast zelf zich vergist
een mal figuur maakt, heeft mee
ingesteld, dat de gastheer kleine envelop
pen heeft, waarop de naam van den
gast staat en die e*o kaartje mat den
naam der te geleiden dame bevatten.
Het idee is zeker ia den een of anderen
vorm al meer toegepast, maar heel prac
tised
Het voorstel van Charles
Laurent in den paryschen gemeenteraad
om aan Lheraur, den koifiehuisknecht,
door wiens toedeen de anarchist Rava-
chol in handen van het gerecht is
gekomen, eene gouden medaille met het
wapen der stad en 2000 fr. ter bekro
ning toe te kennen, is in de zitting vae
Woensdag slechts ten deele goedgekeurd.
Eene medaille zal Lheraut krygen, maar
de belooniog in geld blijft achterwege.
De socialistische leden van den Raad
hebben bij het indienen van Laurent's
voorstel wel hoog opgegeven van de
verontwaardiging, die zij gevoelden voor
du misdaden der anarchisten, maar zy
verklaarden nu medelij ion te hebben
met de zwakken, die zich zo> licht be
vreesd maken. En een der leden Vail-
lant bracht in het midden, dat men
zulke duistere zaken, als er in den laats-
ten tyd voorgevallen zijn niet zoo opper
vlakkig moet beoordeelen, als men de rol
niet kent die de politie er iu gespeeld
heeft.
Molthe-herintieringen. Uit
het laatste deel van het Moltke-werkj
dezer dagen verschenen, blijken aardige
staaltjes van zyu grooten eenvoud.
krant gezegd heeft dat het zoo komen
zou. Er zijn in de toekomst nog veel
andere diDgen, die er de moordenaars toe
kunnen brengen, zichzelve te verradeD,
maar die wil ik hier nu niet beschrijven,
omdat ze hen tot waarschuwing zouden
kunnen strekken.
Ik zei daareven, dat de moordenaars
dit vermoedelijk wel zullen lezen, zooals
gewoonlijk een misdadiger met een zekere
gretigheid alles leest wat over zyn wan
daad wordt geschreven. Ik zou dit tot
de moordenaars willen zeggen
z/Tot dusverre heeft het zoekend oog
van de justitie a niet kunnen ontdekken.
Toch zal uw gruwelyk misdryf niet
ongestraft blijven. Ik reken er op, dat
ik u nog wel eens zien zal, al is het
vandaag niet of morgeo; u zien zal in
de bank van de beklaagden tegenover de
mannen die u zullen richten
't Geheim van een weet God alleeD,
't Geheim van twee wordt licht ge
meen
Juist, het geheim van twee wordt
licht algemeen. Laat het niet vandaag we
zen, vroeger of later zal de waarheid aan
het licht komen. Ik ben het daarom vol
strekt niet eens met diegenen, die al ver
zekerd zijn van de straffeloosheid der
misdadigers. Geduld maar
Van justitie op politie is geen groote
sprong. Als ik W6er jong was en een
vak moest kiezen dan ging ik stellig by
de politie. Een dankbaar vak is dat. Ziet
een agent van politie een dronken kerel
op straat, die lawaai en ruzie maakt,
dan helpt de burgerij hem een handje,
om den vrind naar het bureau te brengen,
wanneer de agent hem alleen niet aan kan.
En eerbied dat men heeft voor den
politieman 1 Men schat hem op de waarde
van drie gewone menschen want men
geeft hem negentien kameraden, om des
naohts de heele stad te bewaken. Daar
uit blijkt toch duidelijk, dat men hem
houdt voor iemand, die op drie plaateen
tegelijk kan wezen, wat toch heel vleiend
voor hem is. Een ander mensch toch telt
maar voor éen.
Daar had je nu de vroegere nacht
wakers. Toen de stad nog lang zoo groot
niet was als tegenwoordig, toen waren
er 23 nachtwakers. Als men nagaat, dat
sedert dien tyd de stad zoowat twee
maal zoo groot geworden is, dan kan
men berekenen dat er nu 46 nachtwa
kers zouden moeten zyn. Maar de nacht
wakers zyn afgeschaft en de bewaking
van de stad bij nacht is nu in handen
van 20 agenten. Alzoo staat een agent
gelyk met 23/io nachtwaker. Als dat nu
niet vleiend is voor een agent van poli
tie, dan weet ik het niet meer.
Dit is een staaltje van den eerbied en
de liefde en de achting en de toegene-
heid, die gekoesterd worden voor een
agent van politie. Als dat nu al zoo is,
voor een agent, hoe moet dat dan wel
niet wezen voor een adjunct-inspecteur
en hoe vooral wel niet voor een inspec
teur Nu, onder ons gezegd, de liefde,
achting enzoovoorts (zie boven) die men
voor deze ambtenaren koestert, is kolos-
saal-piramidaal. Niets minder, geen tittel
geen jota minder dan kolossaal-pira
midaal.
Om dat te bewijzen aan menschen
die het soms nog niet willen gelooven (je
hebt van die hardleerschen) zal ik een
beschryving geven van de zaal, waarin
zy verblyven in het politiepaleis in de
Zylstraat.
Wanneer men na door een agent te
zyn aangediend, mag binnentreden, dan
kan men twee stappen doen voor men
stuit tegen de sierlijke schryftafel, waar
aan de dienstdoende inspecteur zit te
werken. Die schryftafel moet van een
zeldzaam kostbare houtsoort wezen, geen
teak en geen eiken en geen mahonie;
maar iets anders, tusschen vlierhout en
esschenhout in. Enfia, zeer zeldzaam.
Staat men nu voor die tafel, dan ont
waart men met genoegen, dat de in
specteur die er achter zit, onmogelijk
met zijn stoel achterover kan vallen,
aangezien die vlak tegen den maur staat.
Alweer een bewijs, met we ke angstval
lige teederheid er voor de heeron onder
en boven-inspecteurs wordt gezorgd.
Kijkt men naar links in de zaal,
dan ziet men daar gewoonlyk nog
twee andere inspecteurs en een paar
adjuncten. De kamer is bestemd voor
alle negen, vier inspecteurs en vyf
adjuncten, maar natuurlijk is altijd een
gedeelte buiten dienst, of afwezig. Maar
let nu weer op de groote zorg die aan
deze heeren wordt besleed. De mensch
zellig vau aard, aldus heeft men
gedacht; wat kunnen we dan beter doen,
daD de heeren allen bij elkander te plaat
sen in een niet al te groot bestek Wil
de een den aoder kameraadschappelijk de
hand drukken, by behoeft er niet eens
voor op te staan.
Wat de traktementen van de inspec
teurs betreft, deze zyn aldus gesteld, dat
zy geen gevaar loopen zich te bezon
digen aan het kwaad dat gulzigheid heet,
noch aan den plaag van de ydalheid,
terwyl zy door deze wijze beschikking
metpen eens en voor altyd gevrywaard
zyn voor het gevaar, dat een misdadiger
het op hnn leven toelegt om hen te
kunnen bestelen. Alweer is hierin de
liefderijke zorg die voor hen wordt ge*
dragen, te loven.
Alzoo, ik herhaal het, moest ik op
nieuw een beroepskeus doen, ik werd
politieman in Haarlem, en ik roep dan
ook elk en een iegelyk met luider
stemme toe:
Word inspecteur, adjunct-inspecteur of
agent van politie in Haarlem
FIDELIO.