Een vreeselijke ontdekking. BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. CHATTERBOX. Jean Nadot, de goedige, algemeen be kende concierge van het groote buis in de Rue Montmaxtre, zat in zijn loge voor het raam en keek naar buiten. Het was een dier akelige, gryze, mistige dageri, die zelfs over Parys, het vroolijke, opgewekte Parijs een waas van somber heid werpen en het asphalt der boule vards zóo glad en blinkend maken, dat de wielen der rijtuigen en de hoeven der paarden er in weerkaatst worden, en de wandelaars bizonder oplettend moe ten zijn, om niet op die glibberige op pervlakte uit te glijden. Jeau Nadot keek naar buiten, maar hy zag volstrekt niet, wat daar omging; hij was in gedachten verzonken, die waren op dit oogenblik verre van opgewekt. Père Nadot, zooals zijn huurder hem gewoonlijk noemden, was al sedert jaren eigenaar van het huis, dat hij bewoonde. Prover 9a! van geboorte, was hy reeds vroeg naar Parijs gekomen, daar eerst jaren lang de bediende en vertrouwde geweest van een bekenden letterkundige, en had zich na langdurige vlijt en Bpaarzaamheid in staat gezien een etage te koopen en te verhuren de zaken waren daarna zoo goed gegaan, dat hy nu sedert eenigen tyd eigenaar was van een groot huis, dat altyd, tot het kleinste zolderkamertje toe, met huurders gevuld was. Uit zijn vroegere betrekking had Jean Nadot een vurige bewondering over ge houden voor degenen, die by beoefenaars der schoone kunsten noemdeen al waren het ook kunstenaars van den twee den of derden rang, er was geen mislukt letterkundige, geen verloopen schilder goochelaar, acrobaat, saltimbanque of iets dergelyks, die niet bij vader Nadot, als er by hem een kamer te huur was, de voorkeur zou genieten boven ieder ^gewoon mensch," zelfs al zou zulk een gewoon mensch ook in een koets met vier paarden zyn komen aanrollen Deze particulariteit had aan zyn huis den bynaam verschaft van „L'Asyle des Beaux Arts," een eeretitel waarop père Nadot by zonder trotsch was, en die hy aan iederen nieuwen huurder steeds on- xniddellyk mededeelde Hoewel hy in zyn grootheid van ziel alle schoone kunsten beschermde, bekleed de toch de letterkunde in zyn genegen heid eene eerste plaats. Romans waren zyn lust en zyn leven, liefst „des histores d@ cap© et d'épée," moordverhalen, die ven geschiedenissen, spookhistoriesrid derromans en stuiversteuilletODS waren zyn dagelyksche lectuur, die niet zonder invloed op zyn geest was gebleven. Hy was steeds geneigd in alles iets bizonders te zien, en iemand die eenigszins zonder ling handelde, of zich in eenig opzicht bijzonder onderscheidde, zag hy onmid dellijk of voor een verkleeden ridder, of een dief aan Deze zwakheid was alge meen bekend, en talloos wareD de pijlen, die daarover op den goedigen concierge door huurders en vrienden werden afge schoten. Sedert eenigen tyd had hij zyn mooiste kamer op de eerste verdieping verhuurd aan een jongen man, wiens bezigheden hem onbekend waren, maar die hem door een ander was aanbevolen, en het was juist dit jongmensch, dat de eer genoot op dit oogenblik père Nadot's gedachten uitsluitend bezig te houden. Gedurende de eerste twee maanden had Jean Nadot niets bizonders aan zyn nieuwen huurder bemerkt; hij ging gere geld uit en kwam op tyd weder thuis, werkte tot een uur of twaalf in den nacht, maar verder ook niethy nam zijn maaltijden op vaste uren; kortom, was in een woord een joDgmensch, waar niets op te zeggen viel, en stellig zou hij ook nooit de portiersloge voorbijgaan, zonder dat zyn opgewekte stem hem een vroolijk, „Bonjour, père Nadot," toeriep, wat den goedhartigen concierge altyd ver kwikkend in de ooren klonk. •B Sedert eenigen tyd was dat alles ver anderd, o De toekomstige celebriteit op eenig gebied Léon Harvilie heette hij was een geheel ander mensch geworden: hy liep in gedachten verzonken, met gefronsd voorhoofd, de handen in de zakken, en het hoofd gebogen, hy at geen hap meer, en vloog soms in het holle van den nacht zonder] jas of hoed nog de straat op, hij kwam op de meest ongeregelde tijden naar huis en als hij binnenkwam, keek hij niet meer zooals vroeger met zyn heldere oogen vroolijk rond, maar Bloop naar zijn kamer, zijn vuisten ballende en voortdurend allerlei onverstaanbare woorden mompelend, Vader Nadot had dat een tydlang stilzwijgend gade geslagen en gehoopt, dat het wel weder zou veranderen; maar in plaats daarvan werd het kwaad steeds erger. Jean Nadot martelde zich af met allerlei vreemde veronderstellingen en eindelyk voelde hij zich gedwongen, de gangen van zijn huurder stipt na te gaan, zonder nog aan zichzelf de vreese- lyke gedachten te durven bekennen, die in zijn brein opkwamen Twee dagen geleden had hy het oogen blik afgewacht dat Léon Herville weder op zijn tegenwoordige sombere manier de deur was uitgeslopen, toen ging hij met vrees en beven do trap op naar Léon's kamer en draaide de deur open. Wat zou hij daar ontdekken Op den drempel bleef hy angstig staan en zag rond. Er was niet veel bizonders te zien aan de eenvoudig gemeubelde, armoedige kamer, midden op tafel stond een groote inktkoker, waarbij verscheidene schreven pennen en met inkt bezoedelde pennenhouders, en de tafel lag bezaaid st papieren. Jean Nadot bekeek al die verfrommelde bladen een voor een. Zy waren bedekt met letters en cijfers in een onleesbaar schrift.Wat kon dat beteekenen Met koorts achtige gejaagdheid zocht vader Nadot verder; hij rukte laden en kasten opeü, maar vond niets verdachte. Eindelijk viel zijn oog op eeu volgepropte papiermand, die onder den schrijftafel stond. Hij schudde de mand op den grond leeg en raapte voorzichtig de stukjes papier op en keek ze zorgvuldig na... Ha, dat was franscb, dat kon by ten minete begrijpen maar wat stond daar op het eerste stukje dat hij opende /Vloekwaardige, wees op uw hoe de Mijn hemel, wat beduidde dat? Ea eeu tweede... //Raymond gij zult mijn wraak ondervi.En daar eeen derde en vierde met//Sterf, ellen del..." en hier eindelijk een grooter half uitgewischt stuk, waarop met bevende, haastige letters was geschreven //Hedennacht zult gij sterven door mijn hand. De armen vielen hem slap langs het lichaam... Het was toch het schrift van Léon 1 Maar dat was onmogelyk Léon zyn vroeger zoo vroolyk, opgeruimde Léon zou een... een... hy durfde het woord nauwelijks uitspreken,... een moordenaar zyn i Maar wie was die Raymond, op wien wilde Léon zich wreken Zeker iemand, dien hy vroeger had gekend, want sedert het halfjaar, dat hy by Jean Nadot die kamer bewoonde, had hij geen enkel bezoek ontvangen, maar tochja eens op een dag had hy een vry langdurig ge sprek gehad met een heer, die tegen het vallen van den avond by hem was gekomen; en juist... nu herinnerde Jean Nadot het zich plotseling duidelyk... sedert dien dag was die zonderlinge somberheid by Léon begonnen... Geen twyfel meer, die vreemde was Raymond geweest, hy had Léon zeker kwaad ge daan, deze zon nu op wraak, schreef hem dreigbrieven en zou dien Raymond nog dooden ook 1 Maar als die papiertjes hem nu eens tot de ontdekking vau dat geheim had den geleid, dan was het immers zijn plicht Léon te doen gevangen nemen 1 O, dat kon hy niet, neen, daartoe had hy Léon te liefNog één enkel bewys, nog één aanduiding zou hy afwachten, en dan pas kon hij zyn besluit nemen Zoo had hy by zichzelven uitstel ge zocht, en de voorzienigheid scheen met hem te willen zyn. Sinds deze twee laatste dagen, de dagen na zyn ontdek king, had Léon zyn kamer niet verlaten en Jean Nadot haalde reeds ruimer adem, toen op den middag waarvan wy spreken Léon plotseling naar beneden kwam loo- pen, zijn hoed van den standaard nam en op een verstrooide manier naar zyn jas zocht. Gaat a uit, mijnheer Herville vroeg de portier met bevende stem. Léon schrikte op. Ja. ik ga.... ik moet ik kom dadelyk terug, stamelde hij. KTadot zeide niets, maar toen Léon den hoek der straat had omgeslagen, stond ook hij op en ging hem na. Door allerlei straten volgde hij hem onver moeid totdat hy eindelyk, tot zijn niet geringe ontsteltenis, Léon zag binnengaan in een magazijn van... vuurwapenen I Als van den bliksem getroffen, stond vader Nadot daar, wel vijf minuten lang, totdat hy zijn' bezinning terug kreeg en met wankelende schreden weder naar huis keerde. Zoo zat hy dan nu in zijn ten prooi aan de vreeselijkste ge dachten, om de terugkomst van Léon af te wachten. Daar kwam hy aan, de oogen naar den grond gericht, links noch rechts om ziende. Hy beraamt zyn bloeddorstig plan, dacht Nadot. Nu was het oogenblik daar om zich het laatste doorslaande bewys te ver schaffen. Zachtkens en stil sloop hij Léon na toen deze, in gedachten verdiept, naar zijn kamer ging. De deur sloot niet zeer goed en Jean Nadot duwde haar op een kier open en keek naar binnen. van een medemeusch! En hedenavond, dienzelfden avond nog zou de vreeselijke daad voltrokken worden Maar dat zou hij weten te beletteD, hy Jean NadotWat het hem ook moge kosten, de politie zou kennis krygen van het gebeurde en van zijn duistere vermoedens. Hij stond vastberaden op, nam zijn hoed, trok zijn jas aan en ging de straat op. Het was dien avond, even tien uur. Léon had 's middags met smaak zijn diuer genoten en zat nu op zijn kamer, waarschijnlijk het oogenblik afwachtènde, dat de nacht donker genoeg zou zijn om zijn zwarte misdaad te volbrengenBe neden in de loge liep Nadot op en neer als een wild dier in een kooi, door hevige ODrust en allerlei tegenstrijdige gedach ten gekweld. Eindelijk werd er zachtjes behoedzaam aau de bel getrokken. Père Nadot deod onmiddellijk open voor hem stond een ryzige mannenge- stalte, geheel in het zwart gekleed, met de driekleurige sjerp om het middgl. Achter hem blonken in het twijfelachtige licht esner straatlantaarn de sabels, de geweren en helmen van twee zwaar ge wapende gendarmes. Is hij thuis vroeg de man met de sjerp op fluisterenden toon. Vader Nadot kon niet spreken, hij knikt6 slechts. Welaan dan, hernam de onbekende, laat ons gaan. Jean Nadot keerde zich met een zwa- reu zucht om en ging de gang door, de trap op naar Leon's kamer, op den voet gevolgd door den zwarten man en de twee gendarmes, Bij Léon's deur aangekomen, trad vader Nadot terug, de onbekende legde zyn hand aan den knop en riep uit In naam der wet, doe open Een seconde later vloog de deur open i Léon stond voor hem. Ik zal u met genoegen open doen, mijnheer, ant woordde hij lachend, zelfs zonder dat daarbij alle wetsartikelen behceft aan te roepen. De zwarte man trad met een barsch w laat de kamer in. Geen ongepaste scherts op een oogenblik als dit mijn heer, antwoordde hy scherp. Ik ben inspecteur van politie en gekomen om u te arresteeren. My arresteeren? riep Léon uit. Waarom Wat heb ik gedaan Gij zijt beschuldigd van een poging tot moord, die wy gelukkig nog bytyds konden very delen gy zijt myn gevan gene l Gendarmes doet uw plicht De gendarmes kwamen ieder aan een kant van Léon staan, gereed om hem bij de minste beweging te binden. By den hemel, mynheer, dat gaat te ver, riep Léon woedend. -= Wie durft mij beschuldigen en waarvan Men beschuldigt u van een moord aanslag op een zekeren heer Raymond hedenavond zou uw snoode daad vol trokken worden, maar gelukkig komen wy nog bijtyds. Op een zekeren heer Raymond? En wie beschuldigt my daarvan? viel Léon hem driftig in de rede. Vader Nadot kromp ineen Vergeef mij, monsieur Léon, stamelde hij, ik deed het, maar ik kon, ik mocht immers niet anders. Op Léons gelaat ^vertoonden zich de sporen van een vroolijken glimlach. Ik beD dus een moordenaar En uw bewijzen? wendde hij zich weder tot den prefect. Ziehier, antwoordde deze. De brave man, die daar staat en die zoo trouw zyn plicht aan de maatschappij heeft vervuld, was Bedert geruimen tijd reeds getroffen door uw zonderlinge houding, uw© somberheid en woeste bewegingen. Eindelijk gevoelde hy zich verplicht uwe gangen na te gaan en onderzocht awe kamer. Daar vond hij allerlei verdachte papieren, sommigen met onleesbaar cijfer schrift bedekt, anderen vol bedreigingen aan een onbekende, Raymond geheeten, Hij kwam tot de overtuiging, dat die moorddadige bedreigingen in verband stonden met een persoon die u eenigen tijd geleden een bezoek bracht. Maar daar hy een medemensch niet op zulke losse gronden wilde verdacht maken, ging hy u heden achterna en zag u, voer de in specteur met luider stem voort, in de stad een vuurwapen koopen, hij zag u dat van alle kanten onderzoeken en eindelijk uitroepen; Raymond, hedenavond zal uw laatste ure slaanGij ziet mijnheer, de volledigste bewijzen zyn in I onze handen; gy zult wel niet langer uw inspecteur, ik ben geen bedrieger, noch een moordenaar, noch een doortrapte booswicht, maar niets anders dan de beklagenswaardige vertaler van een der ingewikkeldste russisehe moord-romans, die ooit geschreven zijn. Hier moest hij even ophouden, daar de tranen h9m over de wangen liepen. Hij greep een boek, dat op een zijtafeltje lag en wierp het den inspecteur toe. Ziehier, mijnheer de misdaden- ontdekker Dit is hot oorspronkelijk rus sisehe verbaal. Ah, ik verzeker u, het is geen gemakkelijke taak, iemand uit het russisch in vloeiend fransch te ver moorden, en het is waarlijk niet te verwonderen, dat ik afgetrokken en verstrooid war tengevolge van de vele moeilijkheden bij mijn werk. Korte, afgebroken zinnetjes, die ik had ontcijferd, schreef ik dan telkens op kleine stukjes papier die onschuldige papiertjes, die in onzen goeden vader Nadot's verhitte verbeelding als bowij- mijner snoode plannen, moesten geldenEn de geheimzinnige bezoeker van zes weken geleden was niemand, dan do persoon, die my deze vertaling kwam opdragen O, man van het recht, hoe kondet gy u zoodanig laten beet nemen. De inspecteur beet zich de lippen aan bloed onder zijn spotternij. Plots ling verhelderden zich zijn trekken, hy snelde naar een kastje, dat open stond en hield triomfantelijk de revolver in de hoogte. En deze revolver mijnheer Gy ziet, gy zijt nog niet vrij hier heb ik het overtuigende bewijs uwer schuld Léon barstte opnieuw in lachen uit. Bij den hemel, mynheer dat is al te gek Hoorde held van mijne roman Raymond moest toch ge dood worden, en hoe zou ik dat kunnen volbrengen, ik die nog nooit een vuur wapen in handen had gehad 1 In den russischen tekst wordt Raymond met een revolver doodgeschoten en nu moest ik toch eenigszins van zulk een wapen op de hoogte zyn! Ik kocht dus hedenmid dag een mooie revolver nog wel een zesloops repeteer revolver, mynheer de in specteur Hoeveel papieren Rassen zou ik daarmede wel niet naar de andere wereld kunnen zenden, ha, ha, ha 1 Toen ik na een langdurig onderzoek zoo'tschynt begluurd door vader Nadot had ont dekt hoe men zulk een wapen gebruikt, kon ik weder gerust aan 't werk gaan de moeielykheid was verdwenen en ik riep uitZiezoo, Raymond, nu is uw laatste ure geslagen I En zie mijnheer de prefect, eindigde Léon, een nog vochtig, dicht beschreven blad papier grijpende, op het oogenblik, dat u mij kwam arres- teeren, lag de arme Raymond juist ziel togend, badende in zyn bloed voor mijn oogen op den grond nitgestrektNu, het is een afgrijselijk gezicht, maar Op dat zelfde oogenblik voelde Léon een zwaar lichaam tegen zich aanleunen twee handen vatten de zyne en de door tranen verstikte stem van père Nadot bad smeekend: Vergeving, mijnheer Léon, myn beste mynheer Léon 1 Ik wist niet wat ik deed, myn verstand was beneveld Ach, vergiffenis, ik zal my eelvon toch nooit kunnen vergeven Léon lachte, richtte eenige vriende lijke woorden tot hen en klopte hem vroolyk op den schouder. Zij zagen beide dc kamer rond; de inspecteur en de gen darmes waren stil weggeslopen en het ge luid hunner kletterende sabels weerklonk op de trap. Léon snelde de kamer uit en keek hen eenige oogenblikken na over de trapleuning. Zij zijn weg, zeide hij, ik ben goddank weder vryAh, vader Nadot, gij kunt er u op beroemen, my een onaangenaam half uurtje bezorgd te hebben, maar zeg my nu toch eens, hoe kon zulk een onzinnige gedachte in uw brein opkomen Ach, zwijg, bid ik u, mynheer Léon, kermde vader Nadot; het is alles alleen de schuld van die akelige boeken. Dit eene kan ik u beloven tot boete zal ik van mijn leven zelfs niet meer naar den omslag van een moord-roman kijken{Bat. Nmhl.) massa geschaard die do vorstinnen luide toejuichte. Aan het paleis werden de hooge be zoeksters in de vestibule door de aan wezige heeren der hofhouding en hof dames ontvangen, waarna zij onmiddellijk op het balkon verschenen en de groote menigte nieuwsgierigen, die vreugde kreten aanhieven, minzaam toewuifden. De muziek der infanterie speelde va- derlandeche liederen. De dienst aan het Paleis wordt door eene eerowackt der ia fan ter ie waargenomen. Dien namiddag te 6.30 was er klein diner in de Mozeszaai van 26 couverts. Genoodigden waren de commissaris der Koningin mr. Schorer, de burgemeester de wethouders, de commandant der ma rine en enkele ledeu der gewone hof houding. De Koninginnen bleven geruimen tijd achter de ramen de jubelende schare toewuiven. Er werd voel gevlagd. Iets, van de gewoonte afwijkend, by den intocht was, dat Daast het open rijtuig der vorstinnen reed de ordon*' nance-officier baron Van Tuijl van Sereoskerken. Het „Wilhelmus" werd door de muziek ook volgens de oude zettiDg gespeeld. Sand de plek waar onze KoninginneD gedurende eene maand zul len vertoeven, is een klein lucht-kurort in het Bühlertbal ten Zuiden van Baden, Om hare hoogte en ligging is deze plaats vooral des zomers zeer "ezocht en goede wegen geven ruimschoots de gelegenheid tot wandelingen of ry toeren in den schoo- nen omtrek. De minister vanoorlogheeft bepaald, dat de commandeerende officie ren der korpsen en inrichtingen van het leger bevoegd zijn, de toestemming tot het aangaan van een huwelijk, namens den minister van oorlog, schriftelijk te verleenen aan iederen, tot het korps ouder hun bevel of de inrichting onder hun beheer behoorenden militieplichtige, die zich niet in werkelijken dienst be vindt. In het schriftelijk bewijs van die toe° stemming moet er uitdrukkelijk aan her innerd worden, dat de verlofganger door zyn huwelyk in geen geval wordt ont heven van het volbrengen der verplich tingen, welke hy krachtens de militiewet heeft te vervullen, zoodat hij deswege ook niet zal worden vrijgesteld van dec werkelyken dienBt, waartoe hy voor her halingsoefeningen of uit anderen hoofde mocht worden opgeroepen. Het verzoek van denlenluit. der inf. van het O.-I. leger G. Nypels om de fransehe expeditie in Dahomey te mogen medemaken, i8 door de be trokken ministers van koloniën en oorlog gunstig beoordeeld, zoodat d© tusschen» komst van den minister van buitenland- sche zaken is ingeroepen om het aan de fransehe regeering over te brengen en het te ondersteunen. Donderdag was het telep- honisch verkeer tusschen Rotterdam en Amsterdam gedurende beurstyd geheel gestremd. Het bleek bij onderzoek, dat door baldadige handen eenige guttapercha- draden waren afgebroken en het huisje, van wege de Ned. Bell-telephoon-maat- schappy geplaatst op het exercitieveld in Crooswijk, op ergerlijke wijze was ge havend. De daders bleven onopgemerkt. Door een buiten 1 andsche maatschappij men zegt die van de groote Parijsche magazijnen Le Printemps zijn in de Amstelstraat te Arasterdam en de daaraan grenzende Paardenstraat een aantal perceelen aangekocht, waaron der de Salon des Variétésmet het doel er een groot magazijn op te richten. Men beweert, dat voor bedoeld blok huizen de som van 6^ a 7 ton is be* taald. Door de maréchaussée is proces-verbaal opgemaakt tegen eene vrouw te Donkerbroek (Fr.), die be schuldigd wordt, geen poging tot redding te hebben aangewend, ofschoon zy wist dat haar echtgenoot in verkeerde. Deze overleed. Léon stond in gebukte houding bij de onschuld willen volhouden en hebt niets tafelhij hield een papier in de eene hand en in de andere blonk de loop van een revolver. Dan weer keek hij in het papier en dan weder onderzocht hij de revolver, die niet geladen was. Eindelijk scheen hem het raadsel opgelost, want hy richtte zich op, strekte den arm uit en trok den haan over. Het gaf een droge, heldere, korte tik en Léon liet het wapen weder zakken, uitroe pende Eindelijk weet ik hetEn nu, Raymond, k nous deuxHeden avond zal ik niet rusten, voordat ik u gedood heb Meer dood dan levend van ontsteltenis bereikte Jean Nadot weder zijn loge en viel daar op een stoel nederGeen twijfel was meer mogelykLéoD, die goede beste Léon, stond naar het leven meer te doen, dan mij te De rede van den commissaris werd op de ongeloofelykate wyze afgebroken. Léon, die gedurende zyn woorden al teekenen eener ongewone vroolijkheid had vertoond, trad achteruit, viel in een stoel neder en barstte los in zulk een geweldigen schterlacb, dat de ruiten er haast van rinkelden. Mijnheer, riep de inspecteur woe dend; uw gedrag is ten hoogste onge past Sta op en ga mede De gendarmes wilden Léon ruw aan grijpen en met geweld medesleuren. Léon sprong op en liep op den inspec teur toe Een oogenblikriep hij uitmet een enkel woord kan ik u het raadsel oplossen.Weet dan, mijnheer de De Koninginnen zyn onder kanongebulder op het gewone eeresaluut Vry dagnamiddag te 2.20 te Amsterdam aangekomen, op het perron verwelkomd door de heeren mrs. Van der Vliet en Westerwoudt, commissarissen der hol- landsche spoorwegmaatschappij en Van Hasselt, administrateur. Bouquetten wer den aangeboden aan de regentes door Lucie van Ittersum, aan de Koningin door Jacob Röell. In de koninklijke wachtkamer, ryk gestoffeerd en met bloemen fraai getooid, wachtte de burgemeester in ambtsge waad de hooge bezoeksters op, en werd de Koningin, die in een wit kleed met groene bloemen gekleed was, de winter mantel aangedaaD, waarna de Vorstinnen in het bekende roode gelarytuig met vier paarden plaats namen en door den bur gemeester en bereden politie naar het paleis begeleid werden. De hofstoet volgde in> 5 rijtuigen. Langs het Damrak het stationsplein was geheel afgezet -=» was eene dichte Rechtszaken. In de Donderdag gehouden zitting der arrondissements-rechtbank te Breda, ka mer van strafzaken, werd o. a. behan deld de zaak tegen T uit Berkel be- schuldigd van moord, althans mishande ling den dood tengevolge gehad hebbende gepleegd te Enschot. Tien jaren gevangenisstraf werd tegen hem geëischt. Naar men verneemt heeft de officier van justitie te Zutfen hooger beroep aangeteekend van het onlangs uitgesproken vonnis, waarbij de recht bank aldaar de ex-dienstbode der dames B. te Deventer, wegeDS diefstal veroor deeld© tot drie maanden gevangenisstraf doch vrijsprak van do haar ten laste gelegde brandstichting by die dames. De koffiehuishouder Véry, te wiens huize Ravachol gepakt is en die in de eerste dagen na dit voorval grof geld verdiend beeft, laat nu, zooals wij reeds meldden, bittere klachten lioorcn en komt met een curieus verzoek tot de regeeriug. Hij heeft zijne stoute schoenen aangetrokken en zich naar het ministerie van binneolandsche zaken be geven, waar de secretaris-generaal, by

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 6