Een vreeselijke ontdekking.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
CHATTERBOX.
Jean Nadot, de goedige, algemeen be
kende concierge van het groote buis in
de Rue Montmaxtre, zat in zijn loge
voor het raam en keek naar buiten. Het
was een dier akelige, gryze, mistige
dageri, die zelfs over Parys, het vroolijke,
opgewekte Parijs een waas van somber
heid werpen en het asphalt der boule
vards zóo glad en blinkend maken, dat
de wielen der rijtuigen en de hoeven
der paarden er in weerkaatst worden,
en de wandelaars bizonder oplettend moe
ten zijn, om niet op die glibberige op
pervlakte uit te glijden.
Jeau Nadot keek naar buiten, maar
hy zag volstrekt niet, wat daar omging;
hij was in gedachten verzonken,
die waren op dit oogenblik verre van
opgewekt.
Père Nadot, zooals zijn huurder hem
gewoonlijk noemden, was al sedert jaren
eigenaar van het huis, dat hij bewoonde.
Prover 9a! van geboorte, was hy reeds
vroeg naar Parijs gekomen, daar eerst
jaren lang de bediende en vertrouwde
geweest van een bekenden letterkundige,
en had zich na langdurige vlijt en
Bpaarzaamheid in staat gezien een etage
te koopen en te verhuren de zaken
waren daarna zoo goed gegaan, dat hy
nu sedert eenigen tyd eigenaar was van
een groot huis, dat altyd, tot het kleinste
zolderkamertje toe, met huurders gevuld
was.
Uit zijn vroegere betrekking had Jean
Nadot een vurige bewondering over ge
houden voor degenen, die by beoefenaars
der schoone kunsten noemdeen al
waren het ook kunstenaars van den twee
den of derden rang, er was geen mislukt
letterkundige, geen verloopen schilder
goochelaar, acrobaat, saltimbanque of
iets dergelyks, die niet bij vader Nadot,
als er by hem een kamer te huur was,
de voorkeur zou genieten boven ieder
^gewoon mensch," zelfs al zou zulk een
gewoon mensch ook in een koets met
vier paarden zyn komen aanrollen
Deze particulariteit had aan zyn huis
den bynaam verschaft van „L'Asyle des
Beaux Arts," een eeretitel waarop père
Nadot by zonder trotsch was, en die hy
aan iederen nieuwen huurder steeds on-
xniddellyk mededeelde
Hoewel hy in zyn grootheid van ziel
alle schoone kunsten beschermde, bekleed
de toch de letterkunde in zyn genegen
heid eene eerste plaats. Romans waren
zyn lust en zyn leven, liefst „des histores
d@ cap© et d'épée," moordverhalen, die
ven geschiedenissen, spookhistoriesrid
derromans en stuiversteuilletODS waren
zyn dagelyksche lectuur, die niet zonder
invloed op zyn geest was gebleven. Hy
was steeds geneigd in alles iets bizonders
te zien, en iemand die eenigszins zonder
ling handelde, of zich in eenig opzicht
bijzonder onderscheidde, zag hy onmid
dellijk of voor een verkleeden ridder, of
een dief aan Deze zwakheid was alge
meen bekend, en talloos wareD de pijlen,
die daarover op den goedigen concierge
door huurders en vrienden werden afge
schoten.
Sedert eenigen tyd had hij zyn mooiste
kamer op de eerste verdieping verhuurd
aan een jongen man, wiens bezigheden
hem onbekend waren, maar die hem door
een ander was aanbevolen, en het was
juist dit jongmensch, dat de eer genoot
op dit oogenblik père Nadot's gedachten
uitsluitend bezig te houden.
Gedurende de eerste twee maanden
had Jean Nadot niets bizonders aan zyn
nieuwen huurder bemerkt; hij ging gere
geld uit en kwam op tyd weder thuis,
werkte tot een uur of twaalf in den
nacht, maar verder ook niethy nam zijn
maaltijden op vaste uren; kortom, was
in een woord een joDgmensch, waar
niets op te zeggen viel, en stellig zou
hij ook nooit de portiersloge voorbijgaan,
zonder dat zyn opgewekte stem hem een
vroolijk, „Bonjour, père Nadot," toeriep,
wat den goedhartigen concierge altyd ver
kwikkend in de ooren klonk.
•B Sedert eenigen tyd was dat alles ver
anderd, o De toekomstige celebriteit op
eenig gebied Léon Harvilie heette hij
was een geheel ander mensch geworden:
hy liep in gedachten verzonken, met
gefronsd voorhoofd, de handen in de
zakken, en het hoofd gebogen, hy at geen
hap meer, en vloog soms in het holle
van den nacht zonder] jas of hoed nog
de straat op, hij kwam op de meest
ongeregelde tijden naar huis en als hij
binnenkwam, keek hij niet meer zooals
vroeger met zyn heldere oogen vroolijk
rond, maar Bloop naar zijn kamer, zijn
vuisten ballende en voortdurend allerlei
onverstaanbare woorden mompelend,
Vader Nadot had dat een tydlang
stilzwijgend gade geslagen en gehoopt,
dat het wel weder zou veranderen; maar
in plaats daarvan werd het kwaad steeds
erger. Jean Nadot martelde zich af met
allerlei vreemde veronderstellingen en
eindelyk voelde hij zich gedwongen, de
gangen van zijn huurder stipt na te
gaan, zonder nog aan zichzelf de vreese-
lyke gedachten te durven bekennen, die
in zijn brein opkwamen
Twee dagen geleden had hy het oogen
blik afgewacht dat Léon Herville weder
op zijn tegenwoordige sombere manier
de deur was uitgeslopen, toen ging hij
met vrees en beven do trap op naar
Léon's kamer en draaide de deur open.
Wat zou hij daar ontdekken Op den
drempel bleef hy angstig staan en zag
rond. Er was niet veel bizonders te zien
aan de eenvoudig gemeubelde, armoedige
kamer, midden op tafel stond een groote
inktkoker, waarbij verscheidene
schreven pennen en met inkt bezoedelde
pennenhouders, en de tafel lag bezaaid
st papieren.
Jean Nadot bekeek al die verfrommelde
bladen een voor een. Zy waren bedekt
met letters en cijfers in een onleesbaar
schrift.Wat kon dat beteekenen
Met koorts achtige gejaagdheid zocht
vader Nadot verder; hij rukte laden en
kasten opeü, maar vond niets verdachte.
Eindelijk viel zijn oog op eeu volgepropte
papiermand, die onder den schrijftafel
stond. Hij schudde de mand op den grond
leeg en raapte voorzichtig de stukjes papier
op en keek ze zorgvuldig na...
Ha, dat was franscb, dat kon by ten
minete begrijpen maar wat stond daar
op het eerste stukje dat hij opende
/Vloekwaardige, wees op uw hoe
de Mijn hemel, wat beduidde
dat? Ea eeu tweede... //Raymond gij
zult mijn wraak ondervi.En daar
eeen derde en vierde met//Sterf, ellen
del..." en hier eindelijk een grooter half
uitgewischt stuk, waarop met bevende,
haastige letters was geschreven
//Hedennacht zult gij sterven door mijn
hand.
De armen vielen hem slap langs het
lichaam... Het was toch het schrift van
Léon 1 Maar dat was onmogelyk Léon
zyn vroeger zoo vroolyk, opgeruimde
Léon zou een... een... hy durfde het woord
nauwelijks uitspreken,... een moordenaar
zyn i
Maar wie was die Raymond, op wien
wilde Léon zich wreken Zeker iemand,
dien hy vroeger had gekend, want sedert
het halfjaar, dat hy by Jean Nadot die
kamer bewoonde, had hij geen enkel
bezoek ontvangen, maar tochja eens
op een dag had hy een vry langdurig ge
sprek gehad met een heer, die tegen
het vallen van den avond by hem was
gekomen; en juist... nu herinnerde Jean
Nadot het zich plotseling duidelyk...
sedert dien dag was die zonderlinge
somberheid by Léon begonnen... Geen
twyfel meer, die vreemde was Raymond
geweest, hy had Léon zeker kwaad ge
daan, deze zon nu op wraak, schreef
hem dreigbrieven en zou dien Raymond
nog dooden ook 1
Maar als die papiertjes hem nu eens
tot de ontdekking vau dat geheim had
den geleid, dan was het immers zijn plicht
Léon te doen gevangen nemen 1 O, dat
kon hy niet, neen, daartoe had hy Léon
te liefNog één enkel bewys, nog één
aanduiding zou hy afwachten, en dan
pas kon hij zyn besluit nemen
Zoo had hy by zichzelven uitstel ge
zocht, en de voorzienigheid scheen met
hem te willen zyn. Sinds deze twee
laatste dagen, de dagen na zyn ontdek
king, had Léon zyn kamer niet verlaten
en Jean Nadot haalde reeds ruimer adem,
toen op den middag waarvan wy spreken
Léon plotseling naar beneden kwam loo-
pen, zijn hoed van den standaard nam
en op een verstrooide manier naar zyn
jas zocht.
Gaat a uit, mijnheer Herville
vroeg de portier met bevende stem.
Léon schrikte op. Ja. ik ga.... ik moet
ik kom dadelyk terug, stamelde hij.
KTadot zeide niets, maar toen Léon
den hoek der straat had omgeslagen,
stond ook hij op en ging hem na. Door
allerlei straten volgde hij hem onver
moeid totdat hy eindelyk, tot zijn niet
geringe ontsteltenis, Léon zag binnengaan
in een magazijn van... vuurwapenen I
Als van den bliksem getroffen, stond
vader Nadot daar, wel vijf minuten lang,
totdat hy zijn' bezinning terug kreeg en
met wankelende schreden weder naar
huis keerde. Zoo zat hy dan nu in zijn
ten prooi aan de vreeselijkste ge
dachten, om de terugkomst van Léon af
te wachten.
Daar kwam hy aan, de oogen naar
den grond gericht, links noch rechts om
ziende. Hy beraamt zyn bloeddorstig
plan, dacht Nadot.
Nu was het oogenblik daar om zich
het laatste doorslaande bewys te ver
schaffen. Zachtkens en stil sloop hij
Léon na toen deze, in gedachten verdiept,
naar zijn kamer ging. De deur sloot niet
zeer goed en Jean Nadot duwde haar
op een kier open en keek naar binnen.
van een medemeusch! En hedenavond,
dienzelfden avond nog zou de vreeselijke
daad voltrokken worden
Maar dat zou hij weten te beletteD,
hy Jean NadotWat het hem ook moge
kosten, de politie zou kennis krygen
van het gebeurde en van zijn duistere
vermoedens. Hij stond vastberaden op,
nam zijn hoed, trok zijn jas aan en ging
de straat op.
Het was dien avond, even tien uur.
Léon had 's middags met smaak zijn
diuer genoten en zat nu op zijn kamer,
waarschijnlijk het oogenblik afwachtènde,
dat de nacht donker genoeg zou zijn om
zijn zwarte misdaad te volbrengenBe
neden in de loge liep Nadot op en neer
als een wild dier in een kooi, door hevige
ODrust en allerlei tegenstrijdige gedach
ten gekweld. Eindelijk werd er zachtjes
behoedzaam aau de bel getrokken.
Père Nadot deod onmiddellijk open
voor hem stond een ryzige mannenge-
stalte, geheel in het zwart gekleed, met
de driekleurige sjerp om het middgl.
Achter hem blonken in het twijfelachtige
licht esner straatlantaarn de sabels, de
geweren en helmen van twee zwaar ge
wapende gendarmes.
Is hij thuis vroeg de man met de
sjerp op fluisterenden toon.
Vader Nadot kon niet spreken, hij
knikt6 slechts.
Welaan dan, hernam de onbekende,
laat ons gaan.
Jean Nadot keerde zich met een zwa-
reu zucht om en ging de gang door, de
trap op naar Leon's kamer, op den voet
gevolgd door den zwarten man en de
twee gendarmes,
Bij Léon's deur aangekomen, trad vader
Nadot terug, de onbekende legde zyn
hand aan den knop en riep uit
In naam der wet, doe open
Een seconde later vloog de deur open
i Léon stond voor hem. Ik zal u
met genoegen open doen, mijnheer, ant
woordde hij lachend, zelfs zonder dat
daarbij alle wetsartikelen behceft aan
te roepen.
De zwarte man trad met een barsch
w laat de kamer in. Geen ongepaste
scherts op een oogenblik als dit mijn
heer, antwoordde hy scherp. Ik ben
inspecteur van politie en gekomen om
u te arresteeren.
My arresteeren? riep Léon uit.
Waarom Wat heb ik gedaan
Gij zijt beschuldigd van een poging
tot moord, die wy gelukkig nog bytyds
konden very delen gy zijt myn gevan
gene l Gendarmes doet uw plicht
De gendarmes kwamen ieder aan een
kant van Léon staan, gereed om hem
bij de minste beweging te binden.
By den hemel, mynheer, dat gaat
te ver, riep Léon woedend. -= Wie
durft mij beschuldigen en waarvan
Men beschuldigt u van een moord
aanslag op een zekeren heer Raymond
hedenavond zou uw snoode daad vol
trokken worden, maar gelukkig komen
wy nog bijtyds.
Op een zekeren heer Raymond?
En wie beschuldigt my daarvan? viel
Léon hem driftig in de rede.
Vader Nadot kromp ineen Vergeef
mij, monsieur Léon, stamelde hij, ik
deed het, maar ik kon, ik mocht immers
niet anders.
Op Léons gelaat ^vertoonden zich de
sporen van een vroolijken glimlach.
Ik beD dus een moordenaar En
uw bewijzen? wendde hij zich weder tot
den prefect.
Ziehier, antwoordde deze. De brave
man, die daar staat en die zoo trouw
zyn plicht aan de maatschappij heeft
vervuld, was Bedert geruimen tijd reeds
getroffen door uw zonderlinge houding,
uw© somberheid en woeste bewegingen.
Eindelijk gevoelde hy zich verplicht uwe
gangen na te gaan en onderzocht awe
kamer. Daar vond hij allerlei verdachte
papieren, sommigen met onleesbaar cijfer
schrift bedekt, anderen vol bedreigingen
aan een onbekende, Raymond geheeten,
Hij kwam tot de overtuiging, dat die
moorddadige bedreigingen in verband
stonden met een persoon die u eenigen
tijd geleden een bezoek bracht. Maar daar
hy een medemensch niet op zulke losse
gronden wilde verdacht maken, ging hy
u heden achterna en zag u, voer de in
specteur met luider stem voort, in de stad
een vuurwapen koopen, hij zag u dat
van alle kanten onderzoeken en eindelijk
uitroepen; Raymond, hedenavond zal
uw laatste ure slaanGij ziet
mijnheer, de volledigste bewijzen zyn in
I onze handen; gy zult wel niet langer uw
inspecteur, ik ben geen bedrieger, noch
een moordenaar, noch een doortrapte
booswicht, maar niets anders dan de
beklagenswaardige vertaler van een der
ingewikkeldste russisehe moord-romans,
die ooit geschreven zijn.
Hier moest hij even ophouden, daar
de tranen h9m over de wangen liepen.
Hij greep een boek, dat op een zijtafeltje
lag en wierp het den inspecteur toe.
Ziehier, mijnheer de misdaden-
ontdekker Dit is hot oorspronkelijk rus
sisehe verbaal. Ah, ik verzeker u, het
is geen gemakkelijke taak, iemand uit
het russisch in vloeiend fransch te ver
moorden, en het is waarlijk niet
te verwonderen, dat ik afgetrokken en
verstrooid war tengevolge van de vele
moeilijkheden bij mijn werk.
Korte, afgebroken zinnetjes, die ik had
ontcijferd, schreef ik dan telkens op
kleine stukjes papier die onschuldige
papiertjes, die in onzen goeden vader
Nadot's verhitte verbeelding als bowij-
mijner snoode plannen, moesten
geldenEn de geheimzinnige bezoeker
van zes weken geleden was niemand,
dan do persoon, die my deze vertaling
kwam opdragen O, man van het recht,
hoe kondet gy u zoodanig laten beet
nemen.
De inspecteur beet zich de lippen aan
bloed onder zijn spotternij. Plots ling
verhelderden zich zijn trekken, hy
snelde naar een kastje, dat open stond
en hield triomfantelijk de revolver in de
hoogte.
En deze revolver mijnheer
Gy ziet, gy zijt nog niet vrij hier
heb ik het overtuigende bewijs uwer
schuld
Léon barstte opnieuw in lachen uit.
Bij den hemel, mynheer dat is
al te gek Hoorde held van mijne
roman Raymond moest toch ge
dood worden, en hoe zou ik dat kunnen
volbrengen, ik die nog nooit een vuur
wapen in handen had gehad 1 In den
russischen tekst wordt Raymond met een
revolver doodgeschoten en nu moest ik
toch eenigszins van zulk een wapen op
de hoogte zyn! Ik kocht dus hedenmid
dag een mooie revolver nog wel een
zesloops repeteer revolver, mynheer de in
specteur Hoeveel papieren Rassen zou ik
daarmede wel niet naar de andere wereld
kunnen zenden, ha, ha, ha 1 Toen ik na
een langdurig onderzoek zoo'tschynt
begluurd door vader Nadot had ont
dekt hoe men zulk een wapen gebruikt,
kon ik weder gerust aan 't werk gaan
de moeielykheid was verdwenen en ik
riep uitZiezoo, Raymond, nu is uw
laatste ure geslagen I En zie mijnheer de
prefect, eindigde Léon, een nog vochtig,
dicht beschreven blad papier grijpende,
op het oogenblik, dat u mij kwam arres-
teeren, lag de arme Raymond juist ziel
togend, badende in zyn bloed voor mijn
oogen op den grond nitgestrektNu,
het is een afgrijselijk gezicht, maar
Op dat zelfde oogenblik voelde Léon
een zwaar lichaam tegen zich aanleunen
twee handen vatten de zyne en de door
tranen verstikte stem van père Nadot
bad smeekend:
Vergeving, mijnheer Léon, myn
beste mynheer Léon 1 Ik wist niet wat
ik deed, myn verstand was beneveld
Ach, vergiffenis, ik zal my eelvon toch
nooit kunnen vergeven
Léon lachte, richtte eenige vriende
lijke woorden tot hen en klopte hem
vroolyk op den schouder. Zij zagen beide
dc kamer rond; de inspecteur en de gen
darmes waren stil weggeslopen en het ge
luid hunner kletterende sabels weerklonk
op de trap. Léon snelde de kamer uit
en keek hen eenige oogenblikken na over
de trapleuning.
Zij zijn weg, zeide hij, ik ben
goddank weder vryAh, vader Nadot,
gij kunt er u op beroemen, my een
onaangenaam half uurtje bezorgd te
hebben, maar zeg my nu toch eens,
hoe kon zulk een onzinnige gedachte in
uw brein opkomen
Ach, zwijg, bid ik u, mynheer
Léon, kermde vader Nadot; het is alles
alleen de schuld van die akelige boeken.
Dit eene kan ik u beloven tot boete
zal ik van mijn leven zelfs niet meer
naar den omslag van een moord-roman
kijken{Bat. Nmhl.)
massa geschaard die do vorstinnen luide
toejuichte.
Aan het paleis werden de hooge be
zoeksters in de vestibule door de aan
wezige heeren der hofhouding en hof
dames ontvangen, waarna zij onmiddellijk
op het balkon verschenen en de groote
menigte nieuwsgierigen, die vreugde
kreten aanhieven, minzaam toewuifden.
De muziek der infanterie speelde va-
derlandeche liederen. De dienst aan het
Paleis wordt door eene eerowackt der
ia fan ter ie waargenomen.
Dien namiddag te 6.30 was er klein
diner in de Mozeszaai van 26 couverts.
Genoodigden waren de commissaris der
Koningin mr. Schorer, de burgemeester
de wethouders, de commandant der ma
rine en enkele ledeu der gewone hof
houding.
De Koninginnen bleven geruimen tijd
achter de ramen de jubelende schare
toewuiven. Er werd voel gevlagd.
Iets, van de gewoonte afwijkend, by
den intocht was, dat Daast het open
rijtuig der vorstinnen reed de ordon*'
nance-officier baron Van Tuijl van
Sereoskerken.
Het „Wilhelmus" werd door de muziek
ook volgens de oude zettiDg gespeeld.
Sand de plek waar onze
KoninginneD gedurende eene maand zul
len vertoeven, is een klein lucht-kurort
in het Bühlertbal ten Zuiden van Baden,
Om hare hoogte en ligging is deze plaats
vooral des zomers zeer "ezocht en goede
wegen geven ruimschoots de gelegenheid
tot wandelingen of ry toeren in den schoo-
nen omtrek.
De minister vanoorlogheeft
bepaald, dat de commandeerende officie
ren der korpsen en inrichtingen van het
leger bevoegd zijn, de toestemming tot
het aangaan van een huwelijk, namens
den minister van oorlog, schriftelijk te
verleenen aan iederen, tot het korps ouder
hun bevel of de inrichting onder hun
beheer behoorenden militieplichtige, die
zich niet in werkelijken dienst be
vindt.
In het schriftelijk bewijs van die toe°
stemming moet er uitdrukkelijk aan her
innerd worden, dat de verlofganger door
zyn huwelyk in geen geval wordt ont
heven van het volbrengen der verplich
tingen, welke hy krachtens de militiewet
heeft te vervullen, zoodat hij deswege
ook niet zal worden vrijgesteld van dec
werkelyken dienBt, waartoe hy voor her
halingsoefeningen of uit anderen hoofde
mocht worden opgeroepen.
Het verzoek van denlenluit.
der inf. van het O.-I. leger G. Nypels
om de fransehe expeditie in Dahomey
te mogen medemaken, i8 door de be
trokken ministers van koloniën en oorlog
gunstig beoordeeld, zoodat d© tusschen»
komst van den minister van buitenland-
sche zaken is ingeroepen om het aan de
fransehe regeering over te brengen en
het te ondersteunen.
Donderdag was het telep-
honisch verkeer tusschen Rotterdam en
Amsterdam gedurende beurstyd geheel
gestremd. Het bleek bij onderzoek, dat
door baldadige handen eenige guttapercha-
draden waren afgebroken en het huisje,
van wege de Ned. Bell-telephoon-maat-
schappy geplaatst op het exercitieveld in
Crooswijk, op ergerlijke wijze was ge
havend. De daders bleven onopgemerkt.
Door een buiten 1 andsche
maatschappij men zegt die van de
groote Parijsche magazijnen Le Printemps
zijn in de Amstelstraat te Arasterdam
en de daaraan grenzende Paardenstraat
een aantal perceelen aangekocht, waaron
der de Salon des Variétésmet het doel
er een groot magazijn op te richten.
Men beweert, dat voor bedoeld blok
huizen de som van 6^ a 7 ton is be*
taald.
Door de maréchaussée is
proces-verbaal opgemaakt tegen eene
vrouw te Donkerbroek (Fr.), die be
schuldigd wordt, geen poging tot redding
te hebben aangewend, ofschoon zy wist
dat haar echtgenoot in
verkeerde. Deze overleed.
Léon stond in gebukte houding bij de onschuld willen volhouden en hebt niets
tafelhij hield een papier in de eene
hand en in de andere blonk de loop van
een revolver. Dan weer keek hij in het
papier en dan weder onderzocht hij de
revolver, die niet geladen was. Eindelijk
scheen hem het raadsel opgelost, want
hy richtte zich op, strekte den arm uit
en trok den haan over. Het gaf
een droge, heldere, korte tik en Léon
liet het wapen weder zakken, uitroe
pende Eindelijk weet ik hetEn
nu, Raymond, k nous deuxHeden
avond zal ik niet rusten, voordat ik u
gedood heb
Meer dood dan levend van ontsteltenis
bereikte Jean Nadot weder zijn loge en
viel daar op een stoel nederGeen
twijfel was meer mogelykLéoD, die
goede beste Léon, stond naar het leven
meer te doen, dan mij te
De rede van den commissaris werd
op de ongeloofelykate wyze afgebroken.
Léon, die gedurende zyn woorden al
teekenen eener ongewone vroolijkheid
had vertoond, trad achteruit, viel in een
stoel neder en barstte los in zulk een
geweldigen schterlacb, dat de ruiten er
haast van rinkelden.
Mijnheer, riep de inspecteur woe
dend; uw gedrag is ten hoogste onge
past Sta op en ga mede
De gendarmes wilden Léon ruw aan
grijpen en met geweld medesleuren.
Léon sprong op en liep op den inspec
teur toe
Een oogenblikriep hij uitmet
een enkel woord kan ik u het raadsel
oplossen.Weet dan, mijnheer de
De Koninginnen zyn onder
kanongebulder op het gewone eeresaluut
Vry dagnamiddag te 2.20 te Amsterdam
aangekomen, op het perron verwelkomd
door de heeren mrs. Van der Vliet en
Westerwoudt, commissarissen der hol-
landsche spoorwegmaatschappij en Van
Hasselt, administrateur. Bouquetten wer
den aangeboden aan de regentes door
Lucie van Ittersum, aan de Koningin
door Jacob Röell.
In de koninklijke wachtkamer, ryk
gestoffeerd en met bloemen fraai getooid,
wachtte de burgemeester in ambtsge
waad de hooge bezoeksters op, en werd
de Koningin, die in een wit kleed met
groene bloemen gekleed was, de winter
mantel aangedaaD, waarna de Vorstinnen
in het bekende roode gelarytuig met vier
paarden plaats namen en door den bur
gemeester en bereden politie naar het
paleis begeleid werden. De hofstoet
volgde in> 5 rijtuigen.
Langs het Damrak het stationsplein
was geheel afgezet -=» was eene dichte
Rechtszaken.
In de Donderdag gehouden zitting der
arrondissements-rechtbank te Breda, ka
mer van strafzaken, werd o. a. behan
deld de zaak tegen T uit Berkel be-
schuldigd van moord, althans mishande
ling den dood tengevolge gehad hebbende
gepleegd te Enschot.
Tien jaren gevangenisstraf werd tegen
hem geëischt.
Naar men verneemt heeft de
officier van justitie te Zutfen hooger
beroep aangeteekend van het onlangs
uitgesproken vonnis, waarbij de recht
bank aldaar de ex-dienstbode der dames
B. te Deventer, wegeDS diefstal veroor
deeld© tot drie maanden gevangenisstraf
doch vrijsprak van do haar ten laste
gelegde brandstichting by die dames.
De koffiehuishouder Véry,
te wiens huize Ravachol gepakt is en
die in de eerste dagen na dit voorval
grof geld verdiend beeft, laat nu, zooals
wij reeds meldden, bittere klachten
lioorcn en komt met een curieus verzoek
tot de regeeriug. Hij heeft zijne stoute
schoenen aangetrokken en zich naar het
ministerie van binneolandsche zaken be
geven, waar de secretaris-generaal, by