INGEZONDEN. FÜLITIEK OVERZICHT. In eene Zondag te Amster dam gehouden vergadering van het algemeen bestuur van den Algeraeenen Nederlandschen Wielrijdersbond werd o. a. besloten, de verplichting tot het aanschaften van het insigne te behouden, de bondsraces dit jaar te houden op de arnhemsche wielerbaan, alsmede een tweekamp met de Catfordclub op die baan te houden. Tot hoofdconsul werd benoemd de heer D. Fockerna te Arnhem. Tegen twee sociaal -demo- craten te Amsterdam is proces-verbaal opgemaakt, wegens het verspreiden van voor H, M. de Regentes beleedigende biljetten. Vrijdagmiddag half zes werden op den Dam voor het Paleis twee i8« jarige meisjes gearresteerd en naar het bureau St. Pietershal gebracht, waar tegen haar om dezelfde reden proces verbaal werd opgemaakt. Het verspreide strooibiljet was een in den vorm van een proclamatie aan de amsterdamsche burgerij gericht stuk onderteekend „Namens de gecombi neerde vakvereenigingen", waarin H. M. woorden in den mond gelegd wor den, die vermoedelijk aanleiding tot rechtsvervolging zullen geven. Ook Zaterdagmorgen waren op ver schillende plaatsen dergelijke biljetten aangeplakt, die door de politie werden afgescheurdop sommige plaatsen had men er de openingen der brievenbussen mede overplakt. In dat biljet worden de arbeiders en arbeidsters opgewekt zich te vereenigen, „opdat door gezamenlijk optreden een einde wordt gemaakt aan al deze mis toestanden tot verkrijging van een menschwaardig bestaan voor allen". Onder die „mistoestanden" wordt verstaan „dat de koninginnen ten koste van allen een weelderig leven leiden, feesten ten hove worden gehoudeB, ter wijl duizenden arbeiders met al kun zwoegen niet genoeg verdienen om in de behoeften van zich en hun gezin te voorzien". Te Bussum zijn twee pasge boren kinderen, een tweeling, door kolendamp gestikt. De overige huisgenoo- ten, die mede bedweld waren, zijn behouden gebleven. Door den horlogemaker W Mol, te Lisse, is by de politie aldaar aangifte gedaan dat zich bij hem heeft vervoegd een als werkman gekleed per soon van ongeveer twintigjarigen leeftyd voorgevende genaamd te zijn J. Van 't Hof en woonachtig te Lisserbroek, gemeente Haarlemmermeer. Door dezen persoon werd ten verkoop aangeboden een nieuw zilveren remontoir horloge voor de som van tien gulden. Na over en weerpraten liet hij het horloge ach ter voor vijf gulden, zeggende dat hij het te Amsterdam had gekocht voor 9.50, doch dat hij thans gebrek aan geld had en het daarom weer moest verkoopen. Waarschijnlijk is dit horloge afkom stig van een in het begin der vorige week, ten nadeele van den horlogema ker J. Van Kalmthout, te Hoofddorp, plaats gehad hebbenden diefstal. Een onderzoek is ingesteld. Op het go e d e r e n t e r r e i n van de staatspoor te 's-Hage, is ter be zichtiging gesteld het monument, dat te Soerabaya zal worden opgericht ter eere van de nagedachtenis van Gunther von Bultzingslöwen, den vrij willigen ver pleger van gewonde en zieke krijgslie den op het oorlogsveld in Indië. Het gedenkteeken is geheel uit grijs- kleurig graniet, later gepolijst, gehouwen in de steenhouwerswerkplaats van den heer A. van Roon, marbrier aldaar, en bestaat uit een breed vierkant voetstuk, geornamenteerd aan de bovenhoeken, waarop ziek eene zuil of obelisk verheft. Op de voorzijde van deze zuil prijkt in gegoten metaal het borstbeeld in medaillon van den „eersten flankeur van het indische leger", de eerenaam aan Von Bultzingslöwen gegeven, en in de achterzijde is het kruis van de Militaire Willemsorde gebeiteld, den wakkeren burger-soldaat toegekend we gens zijne diensten in den oorlog aan iet indische leger bewezen. Op het voetstuk geeft een afgietsel brons eene voorstelling van 's mans zelfopofferende toewijding aan den ge kwetsten krijgsman. Von Bultzingslöwen ziet men op dit relief neergezeten bij een op het strijdveld zwaar gewond achtergebleven soldaat, wien hij, terwijl hij den gekwetste met de eene hand omhoog houdt, met de andere lafenis en hulp biedt. Deze afbeelding geeft eene treffende episode uit het leven en werken van den gedelegeerde van het „Roode Kruis" te aanschouwen. Daarboven staat in gulden letters een voudig zijn naam: „G. von Bultzings löwen", gebeiteld. Op de achterzijde van het voetstuk staat te lezen„Hulde van leger en burgerij". De walviseh, welke thans te Scheveningen in aanbouw is, heeft eene lengte van 40 meter of 2% maal de lengte van het exemplaar, dat thans te Rotterdam te zien is. Het hoogste punt van den rug be vindt zich 10JÓ M. van den grond. In den bek kunnen gemakkelijk 100 personen zich bewegen en in het overige gedeelte van het dier 300 personen op comfortabele wijze eene plaats vinden. Zoowel het inwendige van den wal viseh als het omringende terrein, tot tuin ingericht, zullen electriseh verlicht worden. Naast den walviseh is een belvédère gebouwd, vanwaar men een schoon zeegezicht te genieten heeft. Sequah had in de Vrijdag avond-séance te Gouda medegedeeld wat er in Den Haag al zoo iVoor de kinderen was gedaan, en ook Gouda's milddadigen wilden voor die der resi dentie niet onderdoen. Bij het maal van Zaterdagmiddag, bestaande uit soep, aardappelen met snijboonen en worst, en rijst met krenten, werd aan het des sert limonade gepresenteerd. Verder ontvingen de kinderen sinaasappelen, krentenbroodjes, prentenboekjes en pis taches. waaruit bonte papieren mutsen te voorschijn werden gebracht, die de vroolijke stemming niet weinig ver hoogden. Als blijk van erkentelijkheid voor de reeds meermalen genoten goede gaven, hadden de kinderen te voren mevr. Davenport een bouquet aangeboden, welke attentie deze beloonde door d<* kleinen met een geschenk in geld te verrassen. Iu de avond-séance, die goed bezocht was, bedankte Sequah voor hetgeen den kinderen was geschonken, deelde de ontvangst van een brief eener dankbare haagsche patiënte mede, welk epistel vergezeld was van eenen haarlok, en hoe hem was verzocht Zondag naar de residentie te komen ten einde de gravin Van Bijlandt in te wrijven. Stond Da venport er op, dan zou deze dame ook op de tribune komen, maar aangezien het eene oude dame gold, wenschte hij van zijne gewoonte af te wijken en mevrouw in hare woning te behandelen. Maandag 2 Mei laatste séance, waarna Sequah naar Leeuwarden vertrekt. Aan het verslag der ten toonstelling van oude en hedendaagsche kunstnijverheid te Dordrecht, voorko mende in het Bouwkundig Weekblad van 23 April 1892 ontleenen wij het volgende, betreffende de kunstnijver heidsscholen van Amsterdam en Haar- lem „Van de Amsterdamsche Rijksschool voor kunstnijverheid is de inzending kunst naaldwerk zeer belangrijk en in hooge mate bezienswaardig. De proeven van schilder- en beeldhouwwerk, langs de wanden smaakvol ingesteld zijn in 't algemeen uitstekend en met zorg be werkt. Enkele stukken overschrijden ons inziens de grens van kunstnijverheid en kunnen gerust als gewrochten van hoo- gere kunst aangemerkt worden. Met genot hebben we ook de portefeuilles met 't studiewerk der leerlingen door bladerd en daarin hoogst talentvol werk aangetroffen. Den rechter couloir verlatende, komt men op de frontloge, welker wand ter volle hoogte met teeken-, schilder-, beeldhouw- en graveerwerk der Haar- lerasche Kunstnijverheidsschool behan gen is. Dat cachet van hoogere kunst, dat enkele stukken der Amsterdamsche School bezaten, vindt men bij geen der Haarlerasche, doch daarentegen gaf deze inrichting blijk van een breedere en veelzijdiger opvatting, van eene nauwere aanraking met de industriecle werkplaats en door haar ruimere in zending graphisch werk, ook een meer volledig overzicht van haar werken en streven. Gelukkig is de vrees, welke voor het uitbreken van eene werksta king onder de veenarbeiders in de Valther- en Exloërmonde bestond, niet verwezenlijkt. De verhouding tusschen patroon en werklieden is echter nog van dien aard, dat, naar men mededeelt, eerstgenoemden het noodig oordeeiem, in deze week eene vergadering te be leggen, ten einde een vast werkloon vast te stellen. Te Beitel-Sirapelveld heeft Zaterdag een hevige brand gewoed, waarbij drie huizen, bewoond door den winkelier Bisschoff en de landbouwers Jansséa en Franssen, door de vlammen zijn vernield geworden. Zeven koeien, eene geit en een varken kwamen daarbij om. Alles was verzekerd. Te Maast richt zijn op ver schillende plaatsen roode biljetten aan geplakt gevonden, waarin de werklieden worden aangespoord tot het houden eener manifestatie op 1 Mei tea gunste van een werkdag van 8 uur en van een loon van 8 stuivers per uur.De politie heeft deze biljetten verwijderd. keloosheid er toe gekomen is zich met ander werk bezig te houden dan tot zijn vak behoorde. Voorts wijzende op het geringe nadeel dat is toegebracht door de snelle ontdekking, beval pleiter zijnen cliënt, ook in het belang van diens groot gezin, in de welwillendheid van de rechters aan. Uitspraak over 8 dagen. VISSCHERIJ. Scheveningen, 24 April. Nog een 4-tal schuiten markten gisteren avond hare visch, besommingen makend van f 25 tot 40; de prijzen der visch bleven in een doen. Een partijtje Zui- derzeegarnalen bracht 4 tot 5 per ben op. Slechts éene schuit vertrok gisteren naar zee, de andere bleven op den wal staan. Egmond aan Zee, 24 April. In de vorige week hebben de schuiten ruim duizend gulden besomd. De prijzen der kabeljauw bedroegen van 40 tot 80, tongen 70 tot ioo, sehelvisch 30 en schol 40 cent per stuk. Groote braad f 2 3, kleine dito1.25 ft 2 per mand. den sikkel de voorkeur te geven, name lijk de fabricage daarvan. Nadat de braziliaansche legatie te Brussel had tegengesproken, dat de staten San Paulo en Rio Grande zich hadden afgescheiden, doet de gezant van Brazilië te Londen dat nog eens dunnetjes over. Weliswaar zijn er on- lusten geweest, maar die zijn geheel verdwenen en de regeering heeft aan de bedrijvers amnestie verleend. Ernstige lieden zegt de gezant, verklaren eene scheuring in het rijk voor onmogelijk: het bewind berust op vaste grondsla gen en de nationale schuld goed gere geld, geeft geen reden tot bezorgdheid. Voor den inhoud dezer rubriek sielt de Redaciie ziek niet aansprakelijk^) RECHTSZAKEN- Vóór eenigen tijd werd melding ge maakt van de inhechtenisneming van den loodgieter W. v. Rijn, te 's-Hage, die verdacht werd valsehe kwartjes te hebben vervaardigd en uitgegeven. Maandag had die man zich voor de arrondissementsrechtbank te 's-Hage te verantwoorden. Hij erkende gelijk ook reeds door het muntcollege te Utrecht was geconstateerd dat de kwartguldens waren vervaardigd van zoogenaamd soldeer (een mengsel van lood en tin) en bekendi de muntstukjes gemaakt en in omloop gebracht te heb ben bij verschillende tappers en winke liers. Een poosje giag dit goed, totdat het ontdekt werd, en beklaagde in hechtenis werd genomen. Een groot aantal getuigen, meest alle personen die het geld op eene of andere manier ontvangen hadden, werden gehoord, zoomede de rechercheur van politie die bij de arrestatie van bekl. tegenwoordig was geweest, en in zijne werkplaats verschillende voorwerpen in beslag had genomen, waarmede de muntstukjes gemaakt werden. Bij het politieverhoor had bekl. opgegeven, dat hij het kunstje waarmede hij in een oogenblik een rijksdaalder bij elkaar had en dat nog gauwer ging met electriseh licht, al meermalen had uitgevoerd; voor den rechter-commissaris en ook Maandag, verklaarde hij slechts éénmaal valsch geld vervaardigd te hebben. Het O. M., er op wijzende dat in den loop van de maanden Maart en April jl. een massa valsehe kwartjes in de residentie 'm omloop zijn gebracht, vor derde 2 jaar gevangenisstraf. De toegevoegde verdediger, mr. S. K. d. M. van Lier, wees op het gunstig verleden van beklaagde als werkman die, volgens diens verklaring, doorwer- In Italië is men blijkbaar voor den eersten Mei meer bevreesd, dan in Duitschland. Terwijl de minister van binneniandsehe zaken in Italië alle ver gaderingen en optochten op dien dag verboden heeft, wordt in Berlijn een uitvoerig programma voor de feestelijk heden opgemaakt en zal de politie die niet beletten. Het is onze meening altijd geweest, dat men zich voor die betoogin gen geheel onnoodig ongerust maakt en watuit Berlijn wordt gemeld, bevestigt die opinie volkomen. Op het programma dat de volkspartij in Berlijn opmaakt, komt natuurlijk als hoofdpunt eene betooging voor den werkdag van acht uur voor. Hier en daar zijn lokalen gehuurd, waar des morgens te acht uur reeds toespraken, zang- en muziekuitvoeringen zullen worden ge houden. Bekend is het, dat het sociaal - demoeratische Orgaan, de „Vörwarts", een half millioen exemplaren van een feestnummer zal verspreiden, terwijl het niet zal ontbreken aan de gewone bro chures, vlugschriften, portretten etc. De burgerij, zegt de correspondent, zal er eeaveud:g een plezierigen dag van maken. Te Hamburg, Lubeck en Dttssel- dorf zullen eveneens optochten worden gehouden, maar in Saksen is elke bij eenkomst in de open lucht en iedere optocht verboden. Juist in dit konink rijk wonen de meeste sociaal-demo craten. Dat de ingezetenen van regeerings wege worden gewaarschuwd tegen een oplichter, zal zeker niet vaalt voorko men De Reichs-Anzetgerde duitsehe Staatscourant, waarschuwt tegen Maleelm Khan, voormalig gezant van Perzië te Londen, die ten eigen voordeele de gunning van eene loterijleening zoekt te verkoopen, hoewel die door de per- zische regeering ingetrokken is. Waarom de man niet achter de tralies gezet wordt, is niet duidelijk. In den laatsten tijd liepen te Berlijn i geruchten over de te verwachten aftre ding van den minister van oorlog. Deze geruchten zijn evenals zoovele andere, ongegrond. De minister van oorlog in Roemenië heeft aan het parlement een krediet gevraagd van 25 millioen voor nieuwe bewapening en voor het bouwen van kazernes. Als er in deu tegen- woordigen tijd iemand kans heeft om rijk te worden is het wel de fabrikant van geweren en kanonnen. Zeker is het, dat zij er beter aan toe zijn, dan de boeren in Rusland. Uit St. Petersburg wordt gemeld, dat de oogst zich althans in zuidwestelijk Rusland zeer slecht laat aanzien, tengevolge van de sinds lang heerschende koude en het gebrek aan regen. Zoo ziet men, dat wie een vak moet kiezen, beter doet met hetlzwaard dan Mijnheer de Redacteur Ik heb met genoegen de debatten gevolgd door de heeren Krol, Janssen van Raay en een Haarlemsch Ingezeten, gevoerd over de al of niet wenschelijk- heid van de oprichting eener Onder linge Brandwaarborg-maatschappij uit sluitend voor de gemeente Haarlem; ik raag wel zoo'n praatje over en wéér, want het geeft altijd iets te leeren en houdt het leven er iu. Het is mijne bedoeling niet in deze partij te kiezen, want ik acht het on derwerp genoeg besproken, in mijne levenservaring heb ik echter meermalen de opmerking gemaakt, dat hij die veel schrijven of praten wil, wel eens de kluts kwijt raakt en waarlyk, Mynheer de Redacteur, ik meen den heer Janssen van Raay daarop te moeten attrapeeren. Als ik goed gelezen heb en ik heb een en ander nogmaals gelezen, dan liep de kwestie over, zooals ik zooeven zeide, de wenschelijkheid van de op richting eener Onderlinge brandassuran- tie Maatschappij uitsluitend ,voor de inwoners van de gemeente Haarlem en wellicht hare omstreken en nu kan ik mij niet begrijpen, dat de heer Janssen van Raay als argument voor de wen- gchelykheid en het voordeelige daarvan aanhaalt de dividenden van Maatschap pijen als: De Verzekering-secieteit „de Arastel" De Noord-Hollandsche Brandverze kering Maatschappij. De Nederlandsche Assurantie Com- pagiie te Amsterdam. De Brandwaarborg Maatschappij van Brouwer Ancher 1790. De Haarlemsche Brandverzekering Maatschappij. De Nederlandsche Brand-waarborg Maatschappij op vaste premie te Tiel. De Zutphensche Assurantie Maat schappij tegen brandschade „de Neder landen," De Noord- en Zuid-Hollandsche Zeeuwsche Maatschappij en de Brand waarborg Maatschappij in den Bosch; verkeerder greep had de heer Janssen van Raay toch nooit kunnen doen, immers de Brasd-Maatschappij te Amsterdam van 1790 (niet Brand-waarborg Maat schappij) heeft volstrekt geen agentuur in Haarlem evenmin de Noord- en Zuii-Hollandsche Zeeuw sche Zee Brandverz. Maats, die boven dien hare grootste recette uit de Zee verzekering trekt, terwijl de Nederlandsche Assurantie Com pagnie van 1791 eerst sedert eenige maanden daar ter plaatse werkt evenals de Noord-Hollandsche Brand verzekering Maatschappij verzekerden te Haarlem slechts bij uitzondering in hare registers aantreftalleen de Zutphensche Maatschappij is sedert een reeks van jaren door een agent te Haarlem vertegenwoordigd. De laatste winst- verliesrekening dezer maatschappij geeft intusschen een treffend bewijs voor de door den heer Krol uitgesproken stelling, dat andere en zich naar de poort spoedde. Daar bleef zij vol verwachting op den uitkijk staan, met haar strooien hoed in de eene en een raket in de andere hand. Er woei een zachte koelte op het heuveltje en haar mooi haar fladderde in den wind. Esden was haar gevolgd en voegde zich weldra bij haar. „Zij ziet er niet onaardig uit," dacht hij bij zichzelf, „en zij heeft aangename manieren. Ik denk, dat zij een aardig fortuin heeft; nu, juffrouw Pharr, ik zal mijn best doen, daar kunt gij van verzekerd zijn." De jonge dame was vol verwachting van hetgeen er komen zou. Toen de kruier met de handkar in de oprijlaan verscheen, ging zij naast hem loopen en nam al spoedig de kleine pakjes van den wagen, waarmee zij het huis insnelde. Esden moest lachen over haar geestdrift. „Drommels," dacht hij, „zij is werkelijk allerliefst. Verleden jaar was zij niet half zoo bekoorlijk." Hij vergat, dat het inkomen van de jonge dame het vorige jaar ook heel wat minder aanzienlijk was dan op 't oogenblik. Toen had hij niet zooveel reden gehad om haar te bewonderen. Binnen vijf minuten heerschte er de grootste wanorde in de eetzaal. Juffrouw Pharr was altijd een bedorven kindje geweest, had altijd een opgewonden natuur gehad en was steeds gewend haar eigen zin te doen. Nu, met vijftienduizend pond per jaar deed zij dit meer dan ooit. Alle stoelen werden bedekt met voorwerpen, die de eenvoudige kamer nooit had aanschouwd. Alles werd prachtig bevonden en er ging zulk een koor van be wondering op, als men van een troep toeristen zou verwachten, die het paleis van Aladin bekeken. Spoedig evenwel klonk de eetbel; de dienstboden werden nu in den haast geroepen om alles weg te brengen en het vertrek weer bewoonbaar te maken. De oude dame bleef nog achter, toen allen, behalve Esden, naar boven waren gegaan om zich voor het middagmaal te klee- den. Zij was dik en kortademig en liep eenigszins moeilijk, zoo dat zij haar vertrekken op de eerste verdieping had. „Ik zal je naast juffrouw Pharr plaatsen," zeide zij op vertrou- welijken toon. „Nu, weet gij wat ik van de zaak denk? Haar geld niet eens medegerekend, is zij een bekoorlijk meisje, die eene betere vrouw voor u zou zijn, dan gij verdiendet." „Ik zeide Esden, „wel, ik ben de gehoorzaamste uwer neven." „Gij zijt knap en hebt een goed uiterlijk," antwoordde de oude dame, „maar ik vrees, dat gij, evenals wijlen uw vader, slechter zijt, dan gij moest zijn. Ga je nu maar spoedig kleeden." „Waarde tante, ik moet bekennen, dat ik mijn middagmaal al genuttigd heb. Door drukke bezigheden was ik verhinderd koffie te drinken, doch op 't laatst kreeg ik zoo'n honger, dat ik het werkelijk niet kon uithouden. Miju bagage is nog niet van het station gebraeht, zoo dat ik mij niet kan kleeden." „Gij moet toch maar aan tafel komen en ons door uwe op gewekte gesprekken onderhouden. O ja, ik vergat nog je te zeggen, dat gij uwe oude kamer niet kunt betrekken, omdat juffrouw Pharr die gebruikt. Ik hoop, dat gij u met de blauwe kamer aan den anderen kant van de gang zalt willen verge noegen," Esden vergezelde zijne tante tot aan de deur van haar kamer en ging toen zeer opgeruimd naar boven. J. P. en zijne zaken waren zoo geheel vergeten,, alsof de man niet bestond. De advo- kaat gevoelde, dat hij een gunstigen indruk op de erfgename had gemaakt. Hij besloot nu zich een gedragslijn voor te schrijven; hij zou zich minstens gedurende een week vriendelijk en vroolijk voor doen, daarna wilde hij zich een weinig op den achtergrond hou den, -ich vervolgens verlegen toonen als zij in de kamer ver scheen, of toevallige ontmoetingen bewerken en zich spoedig ver wijderen als men ze te zamen liet. De oude tante zou hij door dit gedrag voor zich innemen en hij zou niet dralen haar tot zijne vertrouwde te maken. Als zijn hart werkelijk door haar getroffen was, dan zou hij zijne schaamte bekennen over het denkbeeld om een meisje om haar geld te huwen. Onze advokaat wreef aich de handen van genoegen bij deze gedachte. Het zou een aardige komedievertooning zijn als hy zijne tante zou doenont* stellen door zijn voorstel om het veld te ruimen, en het zou allervermakelijkst zijn als deze hem overreedde om te blijven. Mocht het geluk hem de rijke erfgename in de armen voeren, dan zou hij een echtgenoot worden, waarop zijne vrouw trotsch zou z^n. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2