M SEiiOöllSlEEX. De gewoonte om van eon huis glecbts éene verdieping te bewonen, wint in Engeland nog weinig veld. Een echte Eogelschman wil een hui voor zich alleen hebben, liefst een villa waar hij zelfs den rook van zijn buurmaos schoorsteen niet kan zien. Paul Jinnygate had groote katoenspin nerijen in Lancashire en de mooiste dochter in den heelen omtrek. Denk Biet, dat hij een parvenu was neen, hij had een boek geschreven over ik weet Biet meer wat en was voor Turktown tot afgevaardigde van het parlement ge kozen. Nu weet. iedereen, dat glorie ook ver plichtingen meebrengt. Jinnygates ver plichting was, om nu in Londen te gaan wonen en da?r moest hij wel een verdie ping huren. Maar hij was een voorzichtig man en hoewei mei toen niet bang be hoefde te wezeD, om met een rechter onder hetzelfde dak te wonen, informeerde hij zeer nadrukkelijk wie er nog meer in het huis woonden. De concierge kon hem gelukkig de beste inlichtingen geven er woonden niets dan rijke kooplieden, bankiers, en zelfs een .jonge baronet. Dit alles voldeed onsen afgevaardigde zoo uitermate, dat hij dadelijk eene verdieping buurde. Een aantal leveranciers zwaaiden bunnen tooverstaf over de naakte wanden en kale vloeren en binnen een week waren Jinnygate en zijne dochter ge huisvest. De concierge had evenwel niet de ge- heele waarheid gezegd. In het huis woonde ook een jongmenscb, die geld noch titel bezat. Hg was dan ook onder zekere voorwaarden als huurder aange nomen hg mocht namelgk niet rookeo, niet laat thuis komen, geen bezoek ont vangen, geen hond, kat of kanarie hou den, niet viool of pianospelen, en was verplicht om wanneer hg na tien uur thuis kwam, in het portaal zyn schoe' Ben uit te trekken en op zijn kousen naar boven te gaan. Frank Sïacey was een goede jongen en van deftige familie, die hg echter diep bad beleedigd door te toenen dat hg eigen meeningen en denkbeelden had, iets, waaraan zich geen lid der familie voor hem ooit schuldig bad gemaakt. Men had hem eenvoudig verloochend en zoo kwam het dat hij onder de pannen woonde in het huis waar de rijke JinDygate verblyf hield. Frank leefde vroolgk, maar droog van brood en kaas en werkte al een heele poos aan z^jn uitvinding. Het was een werktuig, waarmee men stoomboo ten in volle vaart zonder gevaar op eens kon laten stoppen, een soort van Westing- house rem voor de zee alzoo. Het voor werp was nog niet klaar, maar Frank meende op het papier helder en duide lijk met cijfers te kannen aaotoonen, dat de uitvinding kant en klaar was. Toon Frank op zekeren dag de hon derde trappen beklom, die naar zyne kamer leidden, ontmoette hg onderweg een visioen van schoonheid en aan de uitvinding werd dien dag verder niet gewerkt. De aandachtige lezer zal hebben begrepeo, dat dit visioen Clara JinBygate was en dat Frank zonder te talmen, onmiddellijk op haar verliefde. Hij begon haar merkwaardig dikwijls op de trappen te ontmoeten en bad op zekeren dag de gelegenheid, haar voor een vree- selijk onheil te behoeden. De sleep van haar japon namelgk bleef aan een haakje in de trap vastzitten en zou zeker ge Bcheurd zyn, wanneer Frank niet op de vleugelen der liefde was toegesneld en 'het onheil voorkomen had. Na dit ro mantisch voorval gingen de zaken spoedig vooruit. De mooie Clara, die al dadelijk den jongen man niet ooaardig had gevon den, begon hem al gauw heel aardig te vinden en van dat moment tot liefde ie de alsiand zeer klein. Maar wat de snuggere lezer niet zal hebben gedacht, is dat Frank Stacey zeer spoedig den milliooair een bezoek bracht en hem om de hand zyner dochter vroeg. wEn wie zijt gij wel, jonge heer?" vroeg de afgevaardigde. z/Van goede familie en een uitvinder,* zei F ank trotsch. //En wat is uwe positie in de maat schappij?" vervolgde de oude heer kalm. Dat was een leelijke strikvraag. Franks positie als bewoner van een zolderka mertje was verheven genoeg, maarzeker niet de sfeer welke Jinnygate zijne doch ter zou laten binnengaan. Wat de uitvindingen betreft, daaraan hechtte de oude heer alleen waarde, wanneer ze tienduizend gulden per jaar opbrachten. Ea dat deden ze niet, wel? Nu, dan speet het den vader wel, maar zijne toestemming zou hij niet geven. Hij vertrouwde, dat meneer Stacey geen verdere moeite zou doeD, zoo niet dan zou Clara onmiddellijk naar Lancashire worden teruggezonden. De minnaar ging na deze kalme ex plicatie neerslachtiger heen, dan hg ge weest zou zgn als men hem met scheld woorden en schoppen had ontvangen. Maar geluk en Cupido is een machtige firma en het mag wel vermeld worden, dat den dag na dit gesprek de schoor steen van Jinnygate's huiskamer geweldig begon te rooken. De heer Jinnygate raakte uit zgn humeur en zond om den besten architect uit Londen. Welke ezel heeft deze stookplaats gebouwd vroeg deze groote man, toen hg kwam. Men noemde hem den tweeden groo- ten architect uit Londen. H0 die," zei de eerste, ydie zou ik geen kaartenhuis willen laten bouwen. Ik zal dat hier wel in een ommezientje in orde brengen." Maar hij knutselde er eene maand aan en toen rookte de schoorsteen nog even hard als tevoren, De milliooair liet du den besten schoorsteenveger van Londen komen. *Wat weten architecten van roo kende schoorsteenen riep deze. //Ik zal u een Thomas-rookverdry ver geven." Maar de Thomas rookverdry ver baatte niets. Die van Smith zou beter wezen, of die van Brown of van Johnson. Maar geen van die kunstige uitvindingen be antwoordde aan het doei en Jinnygate'i huiskamer stond voortdurend vol rook. Toen de milliooair op zekeren dag het huis binnentrad, hield de concierge hem staande. z/Neem mg niet kwalyk meneer/ zei hij, //maar de jonge man boven, Mr. Stacey, zegt dat hg uw schoorsteen wel weer in orde kan brengen. Ik denk ook, dat het wei gaan zal, want hg heeft mijn vrouw heel aardig van kiespyi genezen." „Ik zal hem opzoeken," zeide de afge vaardigde, liep dadelijk de trappen op en klopte by Frank aan. Deze zat hard te werken en ontving hem zeer beleefd. «De concierge zegt mg, dat u mgn schoorsteen kunt in orde breDgen," zei hg, «Ik geloof, dat het heel eenvoudig is, zei Frank. tfKom dan mee en kijk er eens naar," hernam Jinnygate kortaf en een oogen- blik later stond Frank met een plech tig gezicht in den schoorsteen te kyken." „Ja mynheer," zei hij daarna, ffik kao dit in minder dan een halfuur in orde brengen. Alleen wil ik in de kamer op gesloten worden en blijft de manier, waarop ik ^erk, geheim." //Natuurlijk," zei de millionair, ver baasd over Franks zelfvertrouwen. De jonge man werd dus opgesloten, plakte zelfs nog een postzegel over het sleutel gat en keek naar den schoorsteen niet om. Hij kaapte doodbedaard een portret uit een album, schreef een brief dien bij tusschen wol eu katoen in een werk mandje verborg en opende toen de deur. „Ik ben klaar," zei hij en ging regelrecht naar zijn kamer terug. Do schoorsteen was geheel en al beter z/Oade kost," zei haar vader. z/Eu Frank woonde zoo hoog..." z/Dat weet ik. Ga voort." tfHet was... maar... een... een stap van zijn kamer naar het dak," stamelde het arme vrouwtje, terwijl Stscey, die bar baar, haar lachend aaokeek. //En omdat k wist, dat u... dat u zoo'n hekel had aan rookende schoorsteenen, zei ik aaD Frank, dat hij een pan op den pyp van onzen schoorsteen leggen moest." //Zeer ki- derlijk," zei Jinnygate, nu beginnende te bogrypen Ga voort." z/Hij sprong van plezier toen ik bet hem voorstelde." z/Ik werd om gepraat," zei Frank plechiig. ,/Wat ee.i jokken," riep Clara; //hg gat den concierge een gulden, papa op en rookte volstrekt niet meer. Jinnygate dat die u zeggen zou dat hy den schoor- was verheugd, maar was ontstemd toen steen in orde kon brengen." Frank geen belooning voor zijn werk wou aannemen //Onder buren," zei bij, //is dit eene kleinigheid." De millionair drong er niet verder op aan, maar het beviel hem niet dat h\j aan den jongen man verplichtingen had. Zeg papa," zei Clara, //kan u die bootrem van hem niet eens probeeren Op een van uw booten zou dat best gaan." z/Wat weet jy van bootrem?" bromde haar vader. w Hebt u niet gezegd, dat meueer Stacey zoo iets uitgevonden heeft vroeg Clara aif. De millionair antwoordde niet, maar het denkbeeld schoot toch wortel bij hem. Op zekeren dag beklom hy nogmaals de hoaderde trappen, die naar Frank's ver blyf voerden en was inderdaad getroffen door wat Frank hem liet zien. Hy ging de berekening na, zond Frank Daar een machinefabriek om een model te maken na tamelijk wat tobbens, kon het instrument geprobeerd worden en bleek volkomen aan het doel te beantwoorden. In weinige weken bad Frank van alle kanten bestellingen gekregen en toen een van de groote bladen een artikeltje behelsde over den uitvinder Frank Stacey, werd hy door s-yoe familie met open armen iogehaald. Jinnygate had eeo lang gesprek met hem en vond, dat er in het hoofd van zyn rookverdry ver veel goede denkbeelden waren verscholen. z/Dat is voldoende," zei de oude heer, half boos en toch halt lachend. wIk begrijp de rest. Toen Frank in de kamer was geweest, nam hy de pan weg. Ik moet zeggen, jelui bent een lief paar I" Maar daarop begon hij te lachen en wyzende op den allerjongsten Stacey, die hapte op zijn bijtring, zei hij wWat zal dat kereltje een genie worden." Twee jaar later zat Frank met zyn vrouw Clara Jinny ate, en zya schoon vader in zgn keurig gemeubileerd huis. Het kleinste vao de aanwezigen was heel klein en zat op het tapyt met een bytring te spelen. z/Frank," zei de oude heer Jinnygate, z/je verdient veel geld met je uitvindin gen, maar je moet er niet stil by zitten. Is er geen geld te maken uit je uitvinding om rookende schoorsteenen te verbe teren wIk vrees van niet," zeide Frank ernstig. //Waarom niet vroeg zyn schoonvader. z/De knapste lui in Londen konden in dertijd mgn schoorsteen niet beter maken en jy deedt het in een halfuur?" //Vraag het maar aan Clara," zei Frank. De lieve mevrouw Stacey bloosde ge weldig. //Je bent een akelige man," zei ze. „Wat hebt jy daarmee uit te staan vroeg haar vader verbaasd. Ze sloeg liefkozend de armen om zyn hals. //Zult u er niet boos om worden Want want." wHet helpt toch niet meer," vulde Fraok aan. ,Wat beteekent dat allemaal ?a vroeg de oude heer verbaasd. z/Ik hield zooveel van Frank..." IIWIimiMIt HALLETJE. Sen Zaterdagaïondpraatje. CXXXIII. Er staat een groots schutting op het stuk gronds bij de Kamperstraat, dat de nieuwe ambachtsschool zal dragen. Het is er dan eindelijk toe gekomen. Einde lijk, zeg ik, want het was al lang noo- dig, dat er een inrichting kwam, waar de jongeDS die een ambacht willeu be oefenen, dat ambacht ook konden leeren. Sommige mensehen zeggen wel, dal de werkplaats de eenige leerschool voor den joDgen is, maar dau bedoelen ze de ideaal-werkplaats waar de patroon het oog houdt op wat de jongen doet, waar de beste knechts hem een handje helpen als dat hg dat noodig heeft. Maar zoo ging het den jongen in de tegenwoordige werkplaatsen niet. Er wordt wel eeDS van kinderen in sommi ge huisteziDnen gezegd, dat ze //groot getuimeld" zijn, en den joDgen op de werkplaats ging het niet beter. Hg moest maar zien, dat hij er kwam, hoe deed er niet too. De baas keek niet naar hem om, waarom zou hij ook? als de jongen een beetje wist, giDg hij naar een ande ren patroon. De knechts lieten hem wat boodschapjes doen en gaven hem een duw, als hij hun voor de voeten liep. En nu kan een handige joDgen door afkijken wel wat leereD, maar de finesses van zijn vak leert hg zonder leiding zoo gemakkelyk niet en daardoor begon het met sukkelen en eindigde met sukkelen, Er kwam een kruk van een knecht of een kruk von een baas van. Zonden nu die jongens als ze een ge- egelden cursus bezoeken op een ambachts- U S X X L X l). Uit Madrid wordt gemeld, dat onze landgenooten, de heer Kreps en zijn dochter, cok hier in Haarlem wel bekend, daar laoger dan een maand werkzaam zyn geweest en dat telkens volle zalen bewezen hoezeer het publiek hun werkzaamheden op prys stelle. Hun succes is volkomen geweest, want al dadelyk na de eerste voorstelling was meD volkomen overtuigd, dat er geen sprake was van bedriogery, maar dat al hun proeven gebaseerd zijn op eeu gave die zij door stadie al meer en meer ont wikkelen, namelijk een buitengewoon scherp geheugen. Geblinddoekt zal he jonge {meisje op het tooneel zonder aar zelen alle voorwerpen opnoemen, die men haar valer in de zaal en in de log» laat zieo, zelfs de nummers van dag bladen, horloges enz., en aardig was bet te hooren hoe ze dit in het Spaansch deed, alleen dan een Fransch woord ge bruikende als 't spaaBSche haar niet dadelyk te binnen schoot. Evenals te Barceloaa heeft de heer Kreps ook hier een bezoek gehad van iemand, die wilde wetea wanneer hg in bezit zou komen van een lang ge- wenschte erfenis. De heer Kreps heeft geantwoord, dat het niemand gegeven was in de toekomst te lezeD. Vrgdagmorgenreed de groote verhuiswagen der 4rma De G. en Co. do veeladiog onder Oegstgeest af in de richting van den Stationsweg, toen de koetsier op dien weg eene vrouw ge waar werd, komende van den kant van het station. Daar zy reeds het hek, dat de vee ladiog vap. den weg sch-iidt, was ge naderd, schreeuwde de koetsier vaD den wagen zoo hard hy kon om haar waarschuwen, doch de vrouw scheen dat niet te hooren, waarschijnlijk doordien zy wegens het gure weder een doek om het hoofd gewikkeld had of wel door dat zy doof is geweest. Het gevolg was, dat, hoewel de koeteier zooveel mogelijk inhield, de boom van den wagen de vrouw omverwierp en een der voorwielen over haar liohaam ging. Hoewel getuigen van het ongeval verklaren dat zg geea teeken vaa leven meer gaf, heeft men haar toch zeker- school, heertjes worden en theoretici zonder praktische kennis Ik zie het niet in. Een finke directeur en tactvolle leeraren zullen er toch wel voor zorgeD, dat dit niet gebeurt. Kom laten we eens nagaan, hoeveel vakken er wel te leeren zouden zgn zonder stelselmatige opleiding, zonder geleidelgke vorming Geen een, behalve dat van pakjesdrager en schoenpoetser. Voor de overige is onderricht noodig, hetzij uit de boekeD, hetzij alleen io de praktijk, ook wel uit allebei. En daarom heb ik met zooveel plezier naar die schutting gekeken, die om het terrein stond. Een knappe werkman is een goed loon waard en als hg dat verdient, zal hij zich pleïzierig gevoelen, zyn eigen waarde inzien en daardoor tevreden wezen. En och, we kannen in deze dagen wezenlijk wel eens wat tevreden menschen gebruiken. t Is anders eigenaardig om op te merkeD, hoe we terugkeeren tot de oude 3. Nog altijd mag een weakmaD, die van toeten noch blazen weet, zich //Meester Smid", Mr. Timmerman, Mr. Schilder, noemen, en dat zal ook wel altyd zoo blijveD, want den dwang van de gilden zullen we seker nooit terug kregen. Maar toen de gilden in hun bloeityd waren, mocht een gezel zich niet als meeste" vestigen, voordat hg zgn proefstuk had afgelegd. Dat examen was lang niet gemakkelyk en daardoor ook werden de krukken niet allemaal en do luien werden wat ijveriger. 't Gaat toch soms zoo raar in de wereld toe. Sommige vakken maken in den loop der tijden een totaal tegenoverge- stelden weg als andere vakken. Da*r heb je nu de doctoren. Vroeger was een barbier tegelijk geneesmeester en niemand hoeft te vragen of er ook soms raar heidshalve onmiddellijk naar het zieken- te Leiden overgebracht, alwaar de ge neeskundige slechts den "dood kon con- stateeren. De koetsier is geheel onschuldig aan het zoo treurig ongeval. Het lijk der vr.uw, wier naam enz. onbekend is, bevindt zich in het ziekenhuis. De ongelukkige is van p. m. 50 jarigen leeftyd en gekleed geweest jak en rok, zwarte kousen, lage schoenen en witte muts, alles van een armoedig uiterlijk. Terwijl de fabrieksarbei der Ulderiks 's nachts in de papierfa* briek van den hoer H. Mulder, te Oude- Fekela, zat te slapen, hebben andere arbeiders een lap met petroleum onder hem gelegd en in brand gestoken, zoo dat zijne kleeren in brand geraakten en hem het haar op het hoofd geschroeid i?. Tegen de vermoedelijke daders ie proces-verbaal opgemaakt. Uit Tietjerk schrijft men aan de N. R. Cr. De visehotter lueta vulgarisvroeger vrij talrijk in dezo lage, waterryke stre ken voorkomende, begint te verdwijnen. Men heeft te ij verig jacht op hem gemaakt en daa-door de instandtiouiing der soort zeer belemmerd. Uitgeroe-d is by echter nog niet. In verband met zijne levenswijze zal men hem in moerassen en rietvelden moeten zoeken, daar is zgn gewoin verblijf. Doorgaans ontwijkt hij de labyheid van den menscb, en slechts zelden kan men hem onbespied waar nemen. Zijne natuur is kwaadaardig, vo>ral dan, wanneer by jonge» heeft, voor wie hij de uiterste zorg draagt. Een merk waardig geval kwam mij daarvan ter oore, dat ik hier kortelijk wil mede- deelen. J. Simonides, te Hardogarijp, bevond zich in het laatst der vorige week met zyn bootje in de nabijheid van boven genoemd dorp tusschen poelen er; plassen, toen plotseling een dof, onheilspellend geluid zijn oor trof. Naderby komende, ontdekte bij eenen ouden otter, die zyn nest drie jongen beschermde, en niet: van zins was voor den onwelkoaaen be zoeker te wyken. Simonides keerde daarop naar het dorp terug, en nu vergezeld van zijnen knecht, ging hg opnieuw den otter opzoekeD. Zij kwamen nog juist tgdig genoeg om te zien, dat het dier een zgner jongen in den bek uit het nest naar eene veilige schuilplaats ^droeg. Van deze gelegenheid werd gebruik gemaakt om de beide overgebleven exemplaren te bemachtigen, waarna men zich ijlings verwijderde. Tehuis gekomen, bracht Simonides de beide kleine vertegenwoordigers van het slacht lutra bij eene zogende kat met één jong. Daar er voorbeelden bekend zyD, dat zogende katten zelfs jonge ratten en muizen verzorgden,twyfelde by er niet aan of de jonge otters zouden in genade worden aaogenomen. Eu inderdaad kat strekte hare zorgen ook tot de vreemdelingen uit en koesterde en ver pleegde ze op eene voorbeeldige wijze. Het slot van deze vreemde historie luidt echter minder bevredigend; //pakk» is het evenwel in hooge ma.'e. De lezer bordeele. Men bespeurde alras, dat de kat niet by machte was den jeugdigen waterbewoners het noodige voedsel verstrekken. Simonides spoot daarom met een werktuigje van tijd tot tijd een weinig melk in den breeden bek der kleine monsters. Te vergeefs echter: na anderhal- ven dag gaf een der twee den strijd om het bestaan op, en het was duidelijk te met de menschen werd omgesprongen die in hunne handen vielen. Toen zijn langzamerhand proeven van bekwaam heid geëischt en tegenwoordig wordt geen sterveling dokter, of hij moet er minstens vyfjaar voor gestudeerd hebben, zonder nu nog van Gymnasium of Hoo- gere Burgerschool te spreken. Ei wie van onze tegenwoordige artsen kan van zoo'n barbier uit de achtiende eeuw als collega spreken, zonder te lachen Ik weet wel, dat niet al de tegenwoordige doctoren genieën zijB, maar door het onderzoek dat de Staat instelt naar hun kennis, weet het publiek toch, dat elke dokter een zekere mate van kennis bezit. Terwgl dus de Staat gezorgd heeft voor vertrouwbare geneesheeren, zijn er door het gemis van alle onderzoek naar hnnne bekwaamheid, een hoop onbekwame werklieden op de maatschappij losge laten, die niet instaat zijn om behoorlijk hun brood te verdienen, het publiek miserabel werk leveren en hun vak in diskrediet brengen; 't zal een heele poos duren eer wij die weer kwyt zyn, maar de oprichting van ambachtsscholen is al een groote stap in de goede richting en in den Haag heeft zich nu eene Commissie gevormd, die aan leerlingen een diploma zal uitreiken na een goed doorstaan exameD. Dat is nog wel geen staatsexamen, maar 't ia toch al weer wat. Als die examencommissie goed in elkaar zit, zullen de menschen vertrou: wen in het diploma gaan stellen en zal het bezit daarvan voor den patroon een recommandatie wezen. De cursus hoefbeslag, die hierin Haarlem gegeven wordt door den luitenant-paardenarts Rynenberg, bewijst dat een diploma van particuliere zijde wel degelijk kracht kan uitoefenen. Hedenmorgen ontving ik een exem plaar thuis van het rapport van den heer J. S. Theunis'en, ingenieur by het ge meentelijk gasbureau te Amsterdam, over onze haarlem8che gaskwestie. Dat vind ik heel aardig van dien mgn heer, dat hg zoomaar op uitnoodigini_ van eenige gasverbruikers ons Haarlem mers gelukkig maakt met een zoo uit voerig rapport't is geen kleinigheid, 36 bladzijden druksJe zoudt wel by jezelf denken //Waarom dat aan een amsterdamschen deskundige gevraagd, was er in Haarlem geen een te vindes maar je kant ook niet alles verlangen en moet al blij wezen, dat meneer Theu nissen je daar nu zes en dertig bladzij don vol inlichtingen geeft, zoo maar zonder dat je er zelf om gevraagd hebt. Denk reis aan, zoo maar heelemaal gratis zoo'n lang adviesis 't niet dol goedkoop 1 Als je by een advokaat komt hy zegt je moet zus doen of zoo deen, dan {ben je al éen gulden tachtig kwijt. En wat staat or nou iu dat rapport Daar staat zooveel in, als dat je de con cessie van de Gesfabriek maar verlengen moet, wat ze DoemeG nog meer verlen gen. Verleogen tot 1918, liefst tot 1923. Er zyn aan meneer Tbeunissen vragen gedaangoed geformuleerde vragen, concrete vragen, categorische vragen, tien stuks wel en de antwoorden daarop komen hierop neer, dat je de concessie maar gauw moet verlengen. Onder die vragen is de guitigste deze, of de fabriek het in de macht heeft om bij verlaging van den gasprijs degasre- kening rog grooter te maken dan die bij hoogeren gasprys was. ffOch wel neen," zegt de heer Tbeunissen, 7/dat zyn alle maal bakerpraatjes, lieve menschen. Als je maar zorgt by* de concessie-gunning, dat de lichtkracht goed is, dan heb je geen nood van gasverspiliing door sterken I druk, verhitting, bijvoeging van lucht I etc. En als je gasrekening dan tóch niet I lager wordt by verlaging van den prijs, I wolnou dan ben je een domoor, want I dau sluit je de hoofdkraan niet goed, en I je gebruikt geen regulateur-zus en geen regalateur-zoo. Maar aan de fabriek kao 't niet liggen." Nu hoor jelai het, gasverbruikers. I 't ligt alleen aan jullie zelfWat heb jelui toch altyd te keer gegaan tegen c arme //Imperial," die zulke schatten vail I geld heette te verdienen Dat is nooit zoo erg geweestDe kostende prijs, zegge I de kostende prys is vier en een halve cent per stère. Kijk, dat is nou's een verrassing. Tot I dusver dacht je, dat zoo'n gasfabriek hoopen geld verdiende. Niks niet waar hoor, de menschen moeten eerst 4^ cent per stère ontvangen, voor ze aan zichzelve toekomen. Ze hadden dus maar een delyke winst en verbeeld je, wat zullen I ze een schijntje geld verdienen als de I gasprijs volgens de nienwe aanbiedingen wordt gebracht op cent, waarvan dan de gemeente nog cent krijgt. Dan ver dient de gasfabriek dus maar l1^ cent per stère. Maar, bij de gee>t van Sir Mozee I Montefiore, die als een der hoofdmannen van de Imperial millionair werd, (lat gaat toch zoo nietVan zoo'n winstje koopen die arme gasmensehen geen droog brood en straks worden ze nog armlastig. Ik zou haast zeggen, dat we uit medely* den met die arme Gasfabriek hare aan* biedingen niet moeten aannemen ze is te goed voor ons, er schiet voor haar zelve niets over. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 6