NIEUWS EN ADVERTENTIEBLAD. 9e Jaargang. Dinsdag 24 Mei 1892. No. 2726. A BON N EMENTSPBIJS ADFERTENTIËN: STADSNIEUWS. van in „FELIX FAYQRE". BINNENLAND. FEUILLETON Een blik in den afgrond. AARLEM'S DAGBL Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door bet gebeele Bijk, per 3 maanden 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummer». 0,05. Dit blad verschflnt dsgelflk», behalve op Zon- en Feestdagen. BureauKleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoeuammer 132, Direoteur-UltBov.r ana 15 regel» 50 Cent»; iedere regel meer lOCsatfi Greete letters naar plaatsruimte: BIJ Abeanement aanzienlijk rabatj Abosnemontaa es Adv.rt.nti.» worde» aangraom.» deer ome Rgoste* sa door all. bo.kband«la»a eonrantier» FlIBISCOIi Hoofdagente* toor iet Buitenland-. Comiiagnie GMrtlt it FuilitUi liraxflrt 0, DJttB Cs, JëMW 1. JOH Mi, Snit., Ftrfl 81Ht ftsirurf Utuimartre. y Dc Dirciteur-Uitgover vestigt de aandacht op, dat het Woensdag avond verschijnend Nummer ook Vrij dag nog in handen blijft, daar op Donderdag (Hemelvaartsdag) geen Courant verschijnt. Advcrtcntiën voor het Woensdag avondnummer gelieve men zoo spoedig mogelijk in te zenden, uiterlijk Woens dagmorgen vóór elf uur. De Directeur- TJitfever. J. c. Haarlem, 23 Mei 1892 Gisteren (Zondag) is de tentoonstel ling van schilderijen in „Felix Favore" bezocht door 291 en heden door 5S be talende personen. Donderdag a. s., Hemelvaartsdag, zal van de bezoekers der tentoonstelling het tarief van den Zondag, dus 10 ets. en niet 50 ets worden geheven. Wij ontvingen het navolgende schre ven Mijnhèer de Redacteur 1 Den 12a dezer deed ik door tusschen- komst van uw dagblad, aan de gasver- bruikers die het verslag van den heer Theunissen hebben rondgezonden het verzoek hunne namen op te geven, opdat men wist met wie men te doen heeft. In uw Dagblad van 19 dezer deelde de heer P. Goedkoop Dzn. mede, dat het rapport van den heer Theunissen uitgebracht op zijn verzoek. Mijnheer de Redacteur, is dat nu een antwoord op mijn vraag Immers neen. Het is niet de bedoeling om te weten, wie aan den heer T. heeft overgebracht het verzoek om de gestelde vraagpunten te beantwoorden, maar wel wie de gasver- bruikerc zijn, op welker verzoek het rapport is uitgebracht. Dat de heer Goedkoop üiet de eenige is, blijkt uit 't opschrift van het verslag voldoende, daar staat immers op ver meld, dat 't uitgebracht is op verzoek van eenige gasverbruikers. Ik herhaal nu nog eens aan diegaa- verbruikers het verzoek, hunne namen op te geven in uw Dagblad. Onde? dankbetuiging voor de opname teeken ik Hoogachtend G. E. L. HIJMANS. Iaarlem, 20 Mei 1892. Zooals men uit een advertentie in ons vorig nummer heeft kunnen lezen, be staat iu „Felix Favore" de gelegenheid om een gouden en een zilveren eetser vies in oogenschouw te nemen, die elk in een kersepit geborgen kunnen worden. Het gouden servies bestaat uit 363 stuks en is compleet, terwijl het zilveren uit 170 stuks bestaande, niet volledig is. Wellicht had de bewerker van deze bizonderheden door het peuter werk te veel van zijne oogen gevergd, om zijn taak te voleindigen. Deze serviezen, welke door den schrijver J. J. Honigh in zijne werken over Zaansche oudheden is vermeld, moeten in de 14e eeuw te Rijnsburg zijn vervaardigd, terwijl zij het laatst in het bezit waren van de familie Honigh te Koog a/de Zaan. Om hunne merkwaardigheid, met het oog op de fijne bewerking, waarvan men eerst een denkbeeld krijgt, als men de voorwerpen door een loupe nauwkeurig beschouwt, kunnen wij een bezoek ten zeerste aanbevelen. De expositie blijft nog verscheidene dagen opengesteld, Zondag wapperden in twee buurten dezer stad de vaéerlandsche vlag ter eere van twee gouden echtparen, en welten eerste in de Lange Heeren straat voor Wouter van Ommeren, oud 72 jaren en zijne echtgenoote Hendrika Theodora van Ressen, oud 70 jaren, die Zaterdag hunne echtvereeniging herdachten en te® tweede op de Kam® pervest en op den Kampersingel voor den heer Maarten van Zanten, oud 76 jaar en mejuffrouw Johanna Maria MooneD, oud 73 jaren, die op 25 dezer een halve eeuw door het huwelijk hopen verbonden te zijn. De beide bruidspa ren mogen zich nog in eene goede ge zondheid verheugen. In een buitengewoon politieblad wordt bericht, dat in den nacht van 20 op 21 Mei jl. uit de gevangenis te Winschoten is ontvlucht Wilhelm Schroeder, oud 29 jaren, arbeider, geboren en wonende te Siddeburen, gemeente Slochteren, lang en smal, bleek gelaat, donkerblauwe ©ogen, zeer denker, bijna zwart haar en baard, veroordeeld tot 9 jaren ge vangenisstraf wegens diefstal onder ver zwarende omstandigheden. Hij was in gevangeniskleding, blootshoofds en op kousen. Hij is zeer gevaarlijk. De offi cier van justitie te Winschoten verzoekt aanhouding en bericht. Tegen de bierhuishoudster M. wo nende Ruysdaelstraat is andermaal proces-verbaal opgemaakt ter zake het verkoopen van sterken drank in het klein, zonder daarvoor de vereischte vergunning te bezitten. gehouden door Kunst Zij Ons Doel Wanneer ik zoo eens het tegenwoor dig gebruik naga om onze groote schilders bij hun 70ste geboortedag hulde te brengen, dan is het zeker een eigen aardig idee geweest van het genootschap om omgekeerd zijn zeventigjarigen leef tijd te herdenken met onze meest be kende artisten bij hem te gast te noodigen. Dat deze expositie een ge beurtenis is voor Haarlem zoowel als voor het genootschap, staat bij mij vast en ook dat dit voornamelijk, zoo niet geheel, te danken is aan het jonge trissche bloed dat der vereeniging is toegevoegd Onder dat jong en frisch versta ik nu juist niet een zekeren leeftijdik ben onder de werkende leden en ten minste wel eentje, die je nu maar zoo dadelijk niet een jonge kerel zal noemen, maar wiens gespierde gestalte je maar behoeft aan te zien, om te weten, dat die de kop er maar zoo gauw niet bij zal laten hangen Ware dit niet het geval geweest, dan had het, geloof ik, wel eens kunnen gebeuren, dat de vereeniging haar 70 jarigen leeftijd gevierd ha l met haar.... ©verlijden. JVu evenwel heeft het ge nootschap getoond, door het organisee ren van een tentoonstelling, die de jaarlijksche Aiti exposities verre overtreft, krachtig vooruit te willen en nu is het ook te hopen, dat de Haarlemmers dit streven zullen apprecieeren. Dat dit reeds eenigermate het geval is, heb ik ondervonden op den dag der opening: toen werden mij toch van verschillende kanten met 'n wèl willenden ernst vra gen gedaan over schilderijen, die uit den aard der zaak, door het weinige goede wat hier tot dusver is te zien geweest, door het groote publiek eerst langzamerhand zullen begrepen worden. Eén ding is nog maar te hopen, na melijk, dat onze Haarlemmers door het aankoopen van eenige schilderijen ook de welwillendheid der schilders op prijs zullen stellen om hunne werken hier eenigen tijd ter expositie af te staan. Nu ik ga spreken over eenige dezer ingezonden schilderijen, wil ik eerst even zeggen, dat ik de haarlemsche inzenders, waarvan ik er wel enkelen had willen missen, niet zal bespreken. Als ik zoo de zaal eens rondwandel is mijn totaal indruk een uitmuntende expositie, betrekkelijk weinig middel matigs. Van Jaap Maris een land schap, mooi gevoeld in zijn fijn parelende grijsheid, hoewel niet een van zijn beste werken. Van Willem Maris een heerlijk geval met eenden, sterk wit op lichtend tegen het groen, met een schit tering van doorvallend licht uit den wegdeinenden achtergrond. Van H. W. Mesdag een fijngevoelde zonsondergang, waartegen zijn ander werk het geheel aflegt. Blommers is nog niet geheel weer den ouwe, ofschoon zijn „Vischverkoo- ping" toch de mooie kwaliteiten laat doorschemeren van een man, die het wel weet. Kijk maar eens hoe lekker nattig of dat strandje doet. Van Josef Israels een subliem schil derijtje. Wat een heerlijke vleeschtoontjes in dat vrouwenkopje en wat doet dat uitkijkje bij het raam goed, buiten. Mevrouw Mesdag—van Routen's „Avond" doet mij aan de oude fransche school denken. Breitner zond twee geweldige din gen, even grootsch van opvatting als van uitvoering. Wat een actie bijvoor beeld in zijn „In de Sneeuw", wat doet dat geed een echt vuile, vieze, smoeze lige winterdag. En dan in zijn „Regen en Wind", dat mooie weglynen van die huizenrij, dat scharrelen van die meiden in den hen <?/rc-vangenden wind. Van Kever een goed buitending in de zonjammer dat de toon van de schilderij ietwat onfrisch is. Bauer laat een bende ruiters, in een oostersch geval, met een schittering van kleurrijk zonlicht, voor ons voorbij trekken. Van Bastert „O. m. een goede avond," mooi, diep van toon. Van Ka?nerling Onnes een knap „Vruchtstuk". Jammer dat zijn mooie schilderij „de Smart" door de groote diepte van kleur en toon, zoo moeielijk in gewone expositiezalen te verlichten is. Van Verster „Bloemen" met een verbazende sterkte van kleur. Hoewel in zijn „Stilleven" veel moois is, kan ik dat schilderij, vooral als compositie, geen erg sympathiek ding vinden. Kareen zond een serieus knap ding met zijn „Oude Huizen in Amsterdam". Een heerlijk schilderijtje en verbazend van streng volhouden en mooie uitvoe righeid. Wijlen van Rappard's „Boekhouder" en „Oude Vrouwenhuis" behooren tot de mooiste schilderijen der expositie. Wat een heerlijke blondheid zijn boek- houdertje en wat een diepte van toon in zijn „Oude Vrouwenhuis". Het laatste doet sterk aan de eude Hollanders denken. Jac. van Looy's „Wonderkastje", dat ik ook op de amsterdamsehe expositie zag, is hier minder goed te zien dan daar. Van Teorop „de Theems". Een grootsch werk. Wat een herrie, wat een rommel op dat geel, troebele water der rivier. Geheel de stroom is één woelige drukte. Men voelt de nabijheid eener reuzenstad in alles. Toor op's „Donkere Wolken" waarin met grooten weemoed de ellende der wereld is weergegeven, is zeker een van de groote attracties der tentoon stelling. Van Thorn Prikker een mooi ding in eenigszins byzanthynschen stijl „de Kruisafneming" voorstellend, ik stel me zoo voor welk een effect zooïets als kerkversiering zou maken. Verder merkte ik nog op een fijn grauw Decemberlandschap van Poggeti- beek, een mooi blond schilderij van de Boekeen mooie A. \Nouhuyseen goede Weissenbruchwaarin mij evenwel de groote strakheid van de lucht erg hindert, „de Avond" van Wenekebachy een landschap van de Zwarteen goede Richard Bisschopde decoratieve „Pro cessie" van Bosch en anderen. Roelofs en Gabriel waren niet goed vertegen woordigd. Hun werk deed mij zoo aan gelegenheidsstukken denken. E. K. De herstemming voor een lid van den raad der gemeente Bennebroek, is door Ged. Staten vernietigd, wijl die was uitgeschreven over 4 personen, die respectievelijk 23, 9, 8 en 6 stemmen hadden verkregen. Eene nieuwe her stemming is besloten tusschen hen die 23 en 9 stemmen op zich hadden ver- eenigd, zijnde de heeren S. Roozen en G. Nieuwenhuis. De verbouwing der openbare lagere schelen te Roelofarendsveen en Rijp WeteriDg is gegund aan de firma Verbij en Kolijn te Woubrugge, respectievelijk voor ƒ3778 en 3879.50. Ook de openbare school te Houtrijk en Polanen zal niet worden vernieuwd, doch door bijbouw worden vergroot. A Is bestuurslid van den droogge- m aakten Veender- en Lijkerpolder onder Alkemade, is gekozen de heer H. Straat hof Azn., aldaar; als hoofd-in geland van de Sloter Bin nen- en Middelveldsche gecombineerde polders, de heer P. van Hulzen. De gewone audiëntie van den minister van Justitie zal op 34, en die van den minister van Oorlog op 26 dezer niet plaats hebben. 31) HOOFDSTUK XII. „Dan zult gij het moeten inzien," zeide Esden met schokkende stem. „Wat ik gedaan heb, deed ik voor een doel, en niets wat gij doet gij zult mij goed begrijpen zal mij daarvan in het minst doen afwijken." Gale scheen plotseling om zijn hoed te denken, dien hij van fijn hoofd op de tafel zette. „Neem my niet kwalijk, mijnheer," zeide hy met een kleine beweging van_zijn revolver. „Ik heb deze juweelen weggenomen," zeide Esden, zichzelf tot kalmte dwingende, „omdat ik geld neodig had, en omdat ik foeende, dat ik ze zonder gevaar zou kunnen wegnemen. Ik wist, dat er eene belooning zou worden uitgeloofd, en ik wist ook, dat men mij de onderhandelingen zou opdragen. Ik vatte het plan op om het geld terug te betalen, en ik Ben nog van dit plan. Wanneer er nu kwestie bestaat, of ik voor de waarheid al uitkomen door een eerlijke bekentenis, of dat ik met u een misdadig komplot zou sluiten, dan is mijn besluit reeds genomen. Wanneer de juweelen mij niet binnen een uur worden terugge bracht, dan neem ik een rijtuig, rijd naar Wootton Hill en beken daar alles, en voordat ik dat doe, sein ik aan de politie, dat de juweelen in uw bezit zijn." Terwijl Esden sprak, had Gale zich langzaam in een stoel neergevleid, en op het oogenblik, dat hij zijn wanhopig besluit mededeelde, liet ook de advokaat zich in een stoel neer vallen. Zonder hem op zijn ontboezeming te antwoorden, liet de eer- lyke handelsman zijn onderzoekend oog vallen op het briefje, dat op de tafel lag, geheel binnen zijn bereik. Hij begon het langzaam te lezen alsof hy den inhoud niet kende, draaide het vervolgens tot een balletje ineen, stak het in zijn mond en be gon het tusschen zijne tanden fijn te malen als een herkauwend dier. „Het zal het beste zijn," zeide hij, toen hij het papier tot brei had vermalen, „om niets te vertellen. Ziet gij, mijnheer Esden," vervolgde hij, langzamerhand het papier doorslikkende, en ge- dachtenloos met zijn revolver spelende, „dat zou, wanneer gij het mij niet kwalijk neemt als ik u dit zeg, volstrekt geen ver standige handelwijze zijn. Ik zou niet gaarne van mijn meer voordeeligen toestand gebruik willen makeD, vooral niet tegenover een heer, wien ik zooveel verschuldigd ben. Als ik het zoo maar eens ronduit zeggen zal, mynheer hij slikte nu het laatste stukje papier door er kan geen strijd worden gewisseld tus schen een gewapend man en een ongewapende, want de partyen zijn niet gelijk. Ik wil niets liever zeggen dan wat beleefd en eerbiedig is, maar wanneer gij uw voornemen gaat uitvoeren mijnheer Esden, wat zal mij dan beletten om Joseph Prickettte Scotland Yard op te zoeken en tot hem te zeggen Joseph, ik ben het eindelijk moe, om telkens ondervraagd en van de mis daad verdacht te worden. Mijnheer Wyncott Esden was de man, wien ik het breekijzer heb gegeven. Mijnheer Wyncott Esden is hedennamiddag bij my geweest en heeft nog wel in uwe tegen woordigheid met mij onderhandeld, hedenavond is hij bovendien met de juweelen bij mij gekomen en heeft mij verzocht ze voor hen te verkoopen. Ik kan echter werkelijk die verdenking niet langer op mij laten rusten, hier zijn de juweelen en ik ga de jonge dame opzoeken, om door haar goed te worden beloond. Nu, mijnheer Esden, war ter wereld zou my kunnen beletten, om dat te doen „Gij kunt doen, wat gij wilt," zeide Esden wanhopig. „Wan- neer de juweelen binnen een uur niet in mijn bezit zijn, dan telegrafeer ik aan Priekett en begeef ik mij naar Wootton Hili om daar de waarheid te bekennen. Ik geef u een minuut den tijd om een besluit te nemen." Na deze woorden stond hij op, trad naar een der vensters en legde zijn band op den grendel. Gale volgde hem, ging tusschen Esden en het venster staan en duwde hem zonder veel kompli- menten van zijn plaats. „Neem mij niet kwalijk, mijnheer Esden," zeide hij opeigen- aardig haastigen maar beslisten toon, „als ik u was, zou ik dat niet doen." „Ik wilde slechts een luchtje scheppen, dwaasantwoordde Esden toornig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1