^eii r^axy onweder in aantocht te zijn. Waarschijnlijk wórden de Duitsche Kroonprins en prins Friedrich Leopold tor ridder-giootkruis van den Nederland- schen Leeuw benoemd. Het laatste nomnaer der feestelijkhe- den heden avond, na afloop van het gala diner bij prins Friedrich Leopold, is eene tooneelvoorstelling in het nieuwe paleis, in het naar alle eischen der kunst ingerichte lieihebberij-tooneel van het hof. De Keizer heeft het programma opgesteld Eerst wordt een stuk in één bedrijf gegeven, Das Buck Mob ge naamd. Op dit stuk volgt een klein concert onder leiding van den kapelmeester Weingartner. Vervolgens worden er twee levende beelden uit de Nederlandsche geschie enis met een aantal figuren ver toond; eerst de intocht van Willem van Oranje te Geertruidenberg in 1573; daarna een tafereel uit het jaar 1644; de Groote Keurvorst Friedrich Wil helm met Louise Henriette als gasten te 's Gravenhage. In deze laatste ver tooning worden de hoofdpersonen voor gesteld door de acteurs Arndt en Frl. Lindner. Deze levende beelden zijn ont worpen door een onzer eerste schilders prof. von Heyden, en de konink. theater regisseur Max Grube is belast met de algemeene régie, welke heel wat te beteekenen heeft, aangezien er ruim tweehonderd personen bij de voorstel lingen medewerken. Woensdagavond te zeven uren gala diner bij prins en prinses Friedrich Leopold op het jachtslot „Glien cke." Behalve de keizer en de keizerin en de koningin regentes Emma woonden een dertig vorstelijke personen het diner bij. Men gelooft dat óf Dinsdagmiddag bij het ontbijt na de parade óf in bij zijn van een zeer kleinen familiekring van slechts 26 personen die 'savonds bij prins Friedrich Leopold in het slot „Glienicke" bijeenkomt, de koningin regentes persoonlijk het grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw aan den duitschen kroonprins ter hand zal stellen. Het schijnt dat, geheel onverwachts, omtrent de toosten bij het gala diner op Dinsdag in het nieuwe paleis offici eel door het telegraafbureau niets ge meld is. Trouwens, de toosten hadden niet de minste staatkundige beteekenis, De keizer sprak op hoogst hartelijken toon. Hij herinnerde aan de roemrijke geschiedenis van het Oranjehuis en van Nederland en aan hunne oude vriend schap met de HohenzoUern. Hij ge waagde ook van de buitengewoon aan- g:name herinneringen, die hij van zijn bezoek, in het vorige jaar aan Neder land gebracht, heeft bewaard, en dronk ioen, voor de jeugdige koningin en de koningin-regentes buigende, op het welzijn zijner hooge gasten, op het frissche opbloeien en de krachtige ont wikkeling van de joDgste teedere spruit van den ouden Oranjestam. De koningin-regentes betuigde haren dank even hartelijk voor de zoo schit terende en sympathieke ontvangst, welke hare dochter en haar van de duitsch- keizerlijke familie ten deel is gevallen. Zij beantwoordde voorts de aan beiden toegebrachte wenschen op gelijke wijze voor het Huis Hohenzollern. De keizer en de koningin-regentes bedienden zich bij de toosten van de duitsche taal. Koningin Wilhelmina verscheeu Dins dag aan tafel in een kort wit zijden kleedje, aan den hals uitgesneden. Zoowel Dinsdag en Woensdag wer den bij de muziekuitvoeringen meeren- deels oude melodiën, middel-eeuwsche tief vertrokken, om aldaar de Koningin van Zweden te ontmoeten. Aan tafel werd onder anderen iets van Richard Wagner ten gehoore ge bracht en een oud koor-adagio„Hoch thut Èueh aut" Ik kan mijne raededeelingen betref fende het bezoek der nederlandsche koninginnen niet eindigen, zonder eenige opmerkingen daaraan toe te voegen. Misschien heeft menige hollandsche lezer zich verwonderd, dat ook aan de nederlandsche Majesteiten, de beide dames, adder met militaire manifestaties hulde is gebracht. Maar 's lands wijs, 's lands eer. In het militaire Pruisen wordt de luister der manifestatiën be schouwd als de maatstaf van de attentie van het hof by vorstelijke bezoeken. Dit staat vast bij alle personen, die hier met de gebruiken aan het hof bekend zijn. Aan de nederlandsche koninginnen heeft men de hoogste eer bewijzen ten deel doen vallen, welke het berlijnsche hof slechts aan de meest bevriende en machtigste vorsten schenkt. Ik hoorde in de laatste dagen van hooge beambten aan het hof herhaal delijk verklaren, dat hoogere eerbe wijzen dan die de nederlandsche vorst innen ten deel gevallen zijn, niet denkbaar zijn. Ongetwijfeld moet het keizerspaar door de hartelijke en schit terende ontvangst, die het ten vorigen jare in Nederland gevonden heeft bij de bevolking en het hof, bizonder ge troffen zijn geweest, en als warme kindervrienden zijn beiden met het aan minnig lieve kind, dat koningin Wil helmina heet, machtig ingenomen. Ten eenenmale dwaas is het, aan die bezoeken staatkundige bedoelingen toe te schrijven. Zij beteekenen alleen weder- aanknooping en kweeking van vriend schappelijke betrekkingen tusschen vors telijke farniliëa, die tot dusver min of meer van elkander vervreemd waren. In zoover kunnen de wederaijdsche bezoeken eenige staatkundige beteekenis hebben, maar ook slechts in zooverre dat het voor elke vredelievende regee ring aangenaam is, als het hoofd des staats met dat van een naburig land op vriendschappelijken voet staan. Dinsdagmiddag bleef te Bleiswijk de tuinman H. in 'tVeen plotseling onder zijn arbeid dood, ten gevolge van een zonnesteek. Men meldt uit Aalst (Bom- melerwaard) Dinsdagnamiddag tegen 3 uur ont lastte zich boven dit dorp een kort maar hevig onweder, dat vergezeld ging met hagelslag. Gedurende bijna 10 minuten vielen hagelsteenen, waaronder vele ter grootte van duiveneieren, die, behalve door hunne eigene zwaarte, door een hevigen storm voortgedreven, eene ont zaggelijke verwoesting aanrichtten. Tal van glasruiten zijn verbrijzeld, loot ea bladeren zijn van de boomen gerukt en zeer groote schade is aan het fruit en al de boven den grond staande vruchten veroorzaakt. Paardenboonen, rogge en wat verder hoog boven den grond stond, is totaal verloren. Uit Heerlen wordt vm 51 Mei gemeld: Sedert vijf dagen heerschte hier eene buitengewone hitte. Hedenochtend om 12 ure ontlastte zich een onweder boven deze gemeente, komende uit het oosten, hetgeen om 1 uur voorbijtrok. Om 3 ure daagde een tweede onweer uit 1 MenmefdtviitRokanje: Bedroeg de aftapping van den regen meter verleden jaar in Mei éx ra. M, in de afgeloopen maand bedroeg dit slechts 8.2 m. M. of 820 hectoliters per H. A. Veelal bleef de wind N. of N. O. De barometer stond 5 dagen onder o tot 3'verder boven o tot r 4^ de thermometer varieerde van 38°. tot 7g®. Fahr. 's ochtends 8 ure. Volgens den te Stavenisse vanwege het K. N. M. instituut te Utrecht ge plaatsten regenmeter viel er in Mei 15 m. M. regen (in 6 aftappingen), tegen 83.5 m. M. in dezelfde maand van het vorige jaar. De hoogste barometerstand in Mei was 768, de laagste 750 m. M. Volgens den regenmeter der Rijke- landbouwschool te Wageningen, be draagt de gevallen regen over de maand Mei 29 m. M. tegeu 64^ m. M. over dezelfde maand van het vorig jaar. Volgens de \anwege het koninkl. Ned. meteorologisch instituut te Meppel gedane waarnemingen is aldaar in de nu afgeloopen Meimaand 40.7 m. M. regen gevallenhet meest is afgetapt op den 3ea dier maand (5,2 m. M. Sedert den 24-"» was het weder steeds zwoel, overigens koel, behalve op den 6en f toen het bij sneeuw, hagel en vorst koud was, evenals op den ien t yen en i8«n Mei, waarop het vriezend weder zich ook gelden liet. De wind was vrij variabel, doch de lucht op vier dagen na (6, 17, 20 en 21) hoogst kalm. In den omtrek van Heeren veen zijn Zaterdagmorgen drie personen tengevolge van de bovenmatige hitte bezweken. Te Mildam bezweek de 73- jarige arbeider IJ. B. Te Tjalleberd zonk zekere K. ineen. Hij werd naar huis gebracht en stierf aldaar na verloop \an eenige uren, en in Oldeouwer over leed insgelijks een veldarbeider tenge volge van de warmte. De Sporttentooaslelling te Schellingen. Ongeveer anderhalf jaar geleden vat ten eenige Nederlanders die bekende namen dragen, het plan op om te Scheve ningen, onze drukste en meest geliefde badplaats een internationale tentoonstel ling te houden van alles, wat op het gebied van sport, visschery en paarden- cultuur merkwaardig heeten mocht. Onze Koningin Regentes aanvaardde het patronaat ov.r de expositie en de Regeeriug maakte het verkrijgen van buitenlandsche inzendingen gemakkelij ker, door een Commissaris-generaal bij de tentoonstelling te benoemen. Woensdag 1 Juni werd zooals wij per telegraaf in ons vorig nummer reeds meldden, deze tentoonstelling door Ge neraal Ve.spyck, als gemachtigde der Koningin, geoperd in tegenwoordigheid van een uitgezocht gezelschap uit def tige haagsehe kringen. De tentoonstellingsgebouwen zijn vlak tegenover het Kurhaus te Scheveningen opgericht op een terrein van circa 3% hectare, dat de gemeente 's Graven hage gratis aan de ondernemers afstond. Behalve deze terreinen zijn er nog kleinere die er aan grenzen en waar tijdelijke kleine tentoonstellingen op sportgebied en daarbij behoorende wed strijden worden gehouden Het front van de gebouwen is o. i. het j uitstekend gelukt. De twee rijzige torens westen op tegen den oostwind in, het-aan weerszijden maken een majestueu- geen in hevigheid het eerste overtrof i sen indruk. Links ziet men een kloek en langen tijd aanhield. 1 geschilderde voorstelling van de jacht, Naar men verneemt, is te Kerkrade rechts een van visscherij, aan beide een man Dinsdagnamiddag door de zijden een vaartuig in natura, terwijl f bliksem gedood en is de bliksem in j een hert in levensgrootte voor de in stukken voor trompet gespeeld voorts j twee huizen ingeslagen zonder brand te j gang is geplaatst. werden de Finlandsche ruitermarsch uit j veroorzaken. j Is men de ingang binnengetreden, den dertigjarigen oorlog en „Frtihlings Dinsdagnamiddag is eeni dan aanschouwt men in de vestibule liedern" van Mendelssohn en Grund 17-jarige knecht te Vreeland, bij het smaakvol gearrangeerde tropheefin van Dinsdag bij de taptoe uitgevoerd. j baden in het Merwedekanaal te Nichte- j wapens en vischtuig. Een aantal con- Heden (Donderdag) morgen zijnvecht, verdronken. Zijn lijk werd eenige trölems, in sierlijke rood en blauwe de Koninginnen ten 10 ure naar Hon 1 oogenblikken later opgehaald. uniform gekleed, draagt zorg dat nie- ixiand doorglippe. Is men de tourni quets gepasseerd, dan ontwaart men, zich nogeeos naar de ingang keerende, boven de deur de woorden „leve Ko ningin Wilhelmina". Aan weerszoden in de vestibule zqn de initialen onzer koninginnen E. en W. aangebracht naast de bovengenoemde iropheeön. De hoofdzaal heeft een kolossale hoogte. Zelfs in het middaguur, toen de zon er op scheen met volle kracht, heersen te er een aangename, frissche temperatuur. Voor vele van de tentoon gestelde voorwerpen was die hoogte onmisbaar, met name voor de geheel getuigde zeil- en ijsschuitjes. De tentoonstelling zal duren van Juni tot en met September. Zij is verdeeld in dertien afdei lingen Rensport, jacht en schietsport, wielersport, watersport, athletiek, omvattende gymnastiek, scher men, hardloopen en boksen, spelen, vischvangst, schaatsenrijden, reis- en kampementvoorwerpen, voorwerpen tot sport behoorende, schoone kunsten en retrospectieve afdeeling, tijdelijke expo sities en speciale concoursen, Alpen bestijging. Deze groepen zijn in 104 klassen verdeeld. Dit is alles ondergebracht in het hoofdlokaal en eenige zijzalen. Bij het binnentreden van het gebouw ontwaart men allereerst de afdeeling visscherij. Hier zijn Scheveningen en Vlaardingen ruimschoots vertegenwoordigd. Men ziet er tal van modellen van visschersvaar- tuigen, sommige in natura op V7, Vu» Vis. of mo van de natuurlijke grootte, benevens teekeningen. Een dier model len is voorgesteld op een nagemaakte zee en ingezonden door de firma IJzer- macs Co. te Vlaardingen. Tot in de kleinste bizonderheden zijn op die modellen de vischbooten nage volgd. Op die van de heeren IJzer- raans Co. ziet men o. a. een vijftal mannen bezig de mast op te zetten. Men gevoelt, dat men hier te doen heeft met een echt nederlandsche tak van nijverheid. Een rijke voorraad netten, piramides van touw, prijken naast vitrines met allerlei vischsoorten kabel jauw, schelvisch, stokvisch, ansjovis en vooral en bovenal onze vaderlandsche haring. Sommige opschriften op de exposities zijn even naït als welgemeend. Zoo leest men op een der vischinzendingen de enthousiaste uitdrukking „kabeljauw, de nuttigste viecó der wereld." Op eene collectie Zuiderzee-ansjovis is door eene kunstvaardige hand een schilderij ver vaardigd, waarboven staat„Droogma king der Zuiderzee." Een visscher balt in wanhoop de vuist, terwijl zijn vrouw kind door bedroefde gezichten te kennen geven hoe zij over de dem- pingsplannen treuren. Hoe groot moet bij zulk een droefheid van den ansjo- visvisscher, de wanhoop wel wezen van den ansjovis zelf, die door de droog making reddeloos tot den ondergang zou zijn gedoemd? Elders aanschouwt men eene expositie van schol, bokking, spekbokking, schar, boling en mootscholvischvaatjes en manden, allerlei vischtouwvischlijnen, kuiltouw, lange en korte sp enkels etc. De eigenaardige teerlucht ontbreekt ook hier niet. Het beroemde Krommeuieer zeildoek wordt ingezonden door de firma D. van Leyden Zoon, die specialiteit van ons vaderland, welke tot dusverre door het buitenland nog niet is geëvenaard. Het spreekt vanzelf, dat bij een eerste vluchlig bezoek aan de tentoonstelling onmogelijk een volledig overzicht daar van kan worden gegeven. Wij stellen ons dan ook voor, binnenkort op dit verslag een vervolg te leveren, maar willen hier nog bijvoegen, dat ons land ook met nog een andere vaderlandsche specialiteit een uitstekend figuur maakt. Het zijn de ijsschuitjes, die in volle grootte en geheel getuigd, een «lajes tueusen indruk maken. Daarnaast rekt men den hals in het opzien tot een zelfrichtende reddingsboot, welke door den voorzitter van de Zuidhollandsche Maatschappij tot redding van schip breukelingen aan die Maatschappij is cadeau gedaan. Toen door Generaal Verspijck namens H. M. de Koningin-Regentes de ten toonstelling voor geopend was verklaard, blies de muziek van het regiment gre nadiers en jagers het Wilhelmus. Daarop begaf zich Zijne Excellentie, begeleid door eenige leden van het uitvoerend Comité, in de zaal om de tentoonstel ling te bezichtigen, fn een der zijzalen deed zich, toen de Generaal daar ver scheen, een gezelschap muzikanten uit Berlijn hooren, waarvan de eigenaardig heid was, dat zij allen op jachthoorns bliezen, een bizonderheid welke voor eene sporttenteonstelling zeker zeer passend mocht heeten. Verderop werd Z. E. met de muziek van de grenadiers en jagers weer begroet. Over een de* grootste aantrekkelijk heden van de tentoonstelling hebben wij nog Diet gesproken. Het is de tuin, die circa 8000 M. in oppervlakte, om ringd is door eene sierlijke galerij, waarin winkels, restauraties, koffie- en bierhuizen zijn ingericht. Men vindt er zelfs een Doolhof, waarin op dit oogen- b'iik nog niemand verdwalen kan om dat hij nog niet klaar is en zelfs een afzonderlijk lokaal voor bet gebruik van het nieuwe artikel Kneipps-Malzkoffie. De geheele galerij is electrisch verlicht. De tuin is, hoewel hij ui» den aard der zaak weinig schaduw aanbiedt, met groen en bloemen zeer behaaglijk ge maakt, terwijl de ontelbare vlaggen op het tentoonstellingsgebouw den aange- namea indruk nog verhoogea. Vergissen wij ods niet zeer, dan zal blijken dat de inrichting van den tuin, en de galerij een zeer gelukkige greep van de o»t- werpers der expositie is geweest. De geheele catalogus bestaat ui: 854 nummers, een respectabe* aantal wan neer men bedenkt hoeveel inzendingen van zeer groote afmeting (die slechts een nummer hebben) daaronder worden aangetroffen. Uit Haailem zijn verschil lende inzenders aanwezig. Men vindt de Douglas desinfectiemiddelen van den heer D. H. Blok; een coupé trxis q :arts raylord van de firma Gebr. Kimman veevoeder van den heer C. Doncker wielsportliteratuur, benevens bekers, insignes en medailles van den secretaiis van den Ned. Wielrijdersbend, den heer J. C. Bun kens, biljarts van de firma J. van Rood Zoen, parketvloer en plafonds van den heer Th. F. Bier horst, Creolïn Pearson, waarvan de heer Jan Smits CJzo. agent is, bokalen vuur wapenen, bogen en andere gedeelten van oude wapenrustingen een sjees en slede met harnachement, vijf antieke schilderijen en twee kanonnen uit de 17de eeuw van Mr. A. J. Enschedé, antieke wapenen van Mr. Henri En schedé en de Gobelin uit 's burgemees- Ierskamer. Van Jhr. W. P. Teding van Berkhout, secretaris van de Broeder schap van St. Hubert een roemer in geciseleerd zilver, en van den heer J. W. R. Arnold, ter opluistering, een klewang. De catalogus is door het zeer groote aantal advertentión dat erin voorkomt, tamelijk lijvig en niet zeer gemakkelijk na te slaan, omdat vele annonces tus schen den tekst zijn geplaatst. Boven dien is de prijs ervan, een gulden, wel wat hoog, maar wellicht kon een en ander moeilijk anders geschieden, met het oog op de zeer groote kosten aan eene expositie noodwendig verbonden. Voorzeker zal de tentoonstelling dezen zomer door zeer velen worden bezocht. Ze is dan -ook een bezoek volkomen waardig en de duizenden, die in de zonnige zomerdagen naar den Haag en Scheveningen stroomen (zonder nu nog van de Hagenaars en van de badgasten zagen haar steeds argwanend aaD, en hadden haar zelfs in den eersten tijd, dat zij hulp noodig had, met onwil opgepast. Het was niet onnatuurlijk, dat eenige onwetende dienstboden haar onmacht ora te spreken slechts beschouwden als een onbe schaamde list om niet te worden ondervraagd. In hunne oogen was evenals in de oogen van meer ontwikkelden hevige ontroe ring bewijs van schuld. Een bekwame beoefenaarster van het sleu telgat kwam echter met het nieuws aan, dat de juweelen zoo goed als weer gevonden waren, zoodat de publieke opinie om trent GraiDger beter werd, en de verdenking begon te ver zwakken. Het meisje zelf gevoelde de verandering wel, maar zjj kon haar geen verlichting brengen. De last, dien zij had te dragen, werd eerst lichter, toen zij tot de ontdekking kwam, dat de dienstboden haar niet meer bewaakten. Daar zij sterk en gezond en flink van karakter was, was zij reeds genoegzaam hersteld van den physieken schok tengevolge van haar val om binnen acht en veertig uur hare dagelijksche bezigheden weer te kunnen hervatten. Hare meesteres had echter een aanbod in dien geest vriendelijk maar krachtig teruggewezen. Grainger verstond blijk baar duidelijk alles wat in haar tegenwoordigheid werd gespro ken, maar haar onmacht om te antwoorden was voor haar een bron van grievend leed, en hare pogingen om te spreken ein digden meestal in een luid snikken. Het karakter van haar ziekte scheen deze vlagen van droefheid te moeten verklaren bij iemand met zulk een levendigen geest, hoewel Eiphinstone ze niet begreep en dit ziekte-verloop met belangstelling volgde. Eenige minuten na Prickettfs vertrek zat zij in de dienstboden kamer. De beoefenaarster van het sleutelgat vertelde aan hare belangstellende vriendinnen, zonder zich de moeite te geven te vermelden op welke wijze zij dit te weten was gekomen, dat mijnheer Wyncott Esden briefwisseling voerde met den dief, dat Priekett een cheque had ontvangen van duizend pond, om hem die te overhandigen, en de gestolen juweelen spoedig terugge bracht zouden worden. Toen zij dit hoorde wrong Grainger de handen, stond op en verliet het vertrek met roode oogen en bleek gelaat. Zij begaf zich naar haar slaapkamer en knielde daar neer als een beeld der wanhoop met hare beide armen over het kastje leunende, dat hare geringe bezittingen bevatte, en begon luid te schreien, terwijl haar gansche gestalte schokte ten bewijze van haar innerlijk lijden. Toen deze uiting van wanhoop was be daard, stond zij laDgzaam op, wiesch hare oogen met koud water uit en staarde naar buiten over het vreedzame landschap, dat daar voor haar lag uitgestrekt. Zoo bleef zij geruimen tijd staan, totdat door een nieuwe vlaag van droefheid bevangen zij hare han den wrong en kreunde. „Genadige hemel, wat moet ik doen? Wat kan ik doen?" Had zij gesproken? Had zij hare gedachten weer kunnen uit drukken? Zij stond verbijsterd en ontsteld, en het was haar alsof haar eigen stem, duidelijk en klaar, nog in hare ooren weerklonk. Zij zocht haar zomermanteltje van zwarten zijde, wierp het haastig over hare schouders, strikte de linten van haar hoed yast met vingers, die zoo beefden, dat zij ze nauwelijks kon besturen, trok hare handschoenen aan, vergewiste zich, dat zij haar beursje bij zich droeg, en na dit alles met koortsachtige haast te hebben verricht, sloop zy met gedwongen kalmte de deur uit en ging langzaam naar beneden. Zij verliet het huis wandelende langs het grasveld en de rhododendrons, en ging door de opening in de heg, waar Priekett op zijn onderzoekings tocht bij maanlicht had vertoefd. Zij brandde van ongeduld, en wanneer zij niet zoo bevreesd ware geweest om gezien en staande te worden gehouden, dan had zij ondanks haar zwakte zoo snel mogelijk geloopen, alsof haar leven er van afhing. Het landschap lag vredig voor haar; de zware boomen sla pende in het heete zonlicht in hun eigen schaduw. De wereld scheen zoo stil, zoo groot en eenzaam, dat een viees haar beving evenals in de laatste nachten. Het was alsof zij jaren lang een gevangene was geweest, en zij gevoelde zich zoo eenzaam en zoo geheel ontwend aan hare vrijheid. Plotseling bereikte een schaterlach uit kinderkelen hareooreni en aan den kant van den weg verschenen een half dozijn dorps kinderen met elkaar spelende. Een stevige, ernstige knaap van vier jaar ongeveer, stapte blootshoofds te midden van deze jui chende schaar, plechtig en langzaam als een oud man. De ande ren huppelden voort en Grainger liet zich op een knie neerval- bn, zonder zich aan het stof te storen, en strekte hare armen uit naar het kind,met een hartstochtelijk verlangen in haar blik. Wordt vervolg d\)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2