^eii r^axy onweder in aantocht te zijn.
Waarschijnlijk wórden de Duitsche
Kroonprins en prins Friedrich Leopold
tor ridder-giootkruis van den Nederland-
schen Leeuw benoemd.
Het laatste nomnaer der feestelijkhe-
den heden avond, na afloop van het gala
diner bij prins Friedrich Leopold, is
eene tooneelvoorstelling in het nieuwe
paleis, in het naar alle eischen der
kunst ingerichte lieihebberij-tooneel van
het hof. De Keizer heeft het programma
opgesteld Eerst wordt een stuk in één
bedrijf gegeven, Das Buck Mob ge
naamd.
Op dit stuk volgt een klein concert
onder leiding van den kapelmeester
Weingartner. Vervolgens worden er twee
levende beelden uit de Nederlandsche
geschie enis met een aantal figuren ver
toond; eerst de intocht van Willem van
Oranje te Geertruidenberg in 1573;
daarna een tafereel uit het jaar 1644;
de Groote Keurvorst Friedrich Wil
helm met Louise Henriette als gasten
te 's Gravenhage. In deze laatste ver
tooning worden de hoofdpersonen voor
gesteld door de acteurs Arndt en Frl.
Lindner. Deze levende beelden zijn ont
worpen door een onzer eerste schilders
prof. von Heyden, en de konink.
theater regisseur Max Grube is belast
met de algemeene régie, welke heel wat
te beteekenen heeft, aangezien er ruim
tweehonderd personen bij de voorstel
lingen medewerken.
Woensdagavond te zeven uren gala
diner bij prins en prinses Friedrich
Leopold op het jachtslot „Glien cke."
Behalve de keizer en de keizerin en de
koningin regentes Emma woonden een
dertig vorstelijke personen het diner bij.
Men gelooft dat óf Dinsdagmiddag
bij het ontbijt na de parade óf in bij
zijn van een zeer kleinen familiekring
van slechts 26 personen die 'savonds
bij prins Friedrich Leopold in het slot
„Glienicke" bijeenkomt, de koningin
regentes persoonlijk het grootkruis der
orde van den Nederlandschen Leeuw
aan den duitschen kroonprins ter hand
zal stellen.
Het schijnt dat, geheel onverwachts,
omtrent de toosten bij het gala diner
op Dinsdag in het nieuwe paleis offici
eel door het telegraafbureau niets ge
meld is. Trouwens, de toosten hadden
niet de minste staatkundige beteekenis,
De keizer sprak op hoogst hartelijken
toon. Hij herinnerde aan de roemrijke
geschiedenis van het Oranjehuis en van
Nederland en aan hunne oude vriend
schap met de HohenzoUern. Hij ge
waagde ook van de buitengewoon aan-
g:name herinneringen, die hij van zijn
bezoek, in het vorige jaar aan Neder
land gebracht, heeft bewaard, en dronk
ioen, voor de jeugdige koningin en de
koningin-regentes buigende, op het
welzijn zijner hooge gasten, op het
frissche opbloeien en de krachtige ont
wikkeling van de joDgste teedere spruit
van den ouden Oranjestam.
De koningin-regentes betuigde haren
dank even hartelijk voor de zoo schit
terende en sympathieke ontvangst, welke
hare dochter en haar van de duitsch-
keizerlijke familie ten deel is gevallen.
Zij beantwoordde voorts de aan beiden
toegebrachte wenschen op gelijke wijze
voor het Huis Hohenzollern.
De keizer en de koningin-regentes
bedienden zich bij de toosten van de
duitsche taal.
Koningin Wilhelmina verscheeu Dins
dag aan tafel in een kort wit zijden
kleedje, aan den hals uitgesneden.
Zoowel Dinsdag en Woensdag wer
den bij de muziekuitvoeringen meeren-
deels oude melodiën, middel-eeuwsche
tief vertrokken, om aldaar de Koningin
van Zweden te ontmoeten.
Aan tafel werd onder anderen iets
van Richard Wagner ten gehoore ge
bracht en een oud koor-adagio„Hoch
thut Èueh aut"
Ik kan mijne raededeelingen betref
fende het bezoek der nederlandsche
koninginnen niet eindigen, zonder eenige
opmerkingen daaraan toe te voegen.
Misschien heeft menige hollandsche
lezer zich verwonderd, dat ook aan de
nederlandsche Majesteiten, de beide
dames, adder met militaire manifestaties
hulde is gebracht. Maar 's lands wijs,
's lands eer. In het militaire Pruisen
wordt de luister der manifestatiën be
schouwd als de maatstaf van de attentie
van het hof by vorstelijke bezoeken.
Dit staat vast bij alle personen, die
hier met de gebruiken aan het hof
bekend zijn. Aan de nederlandsche
koninginnen heeft men de hoogste eer
bewijzen ten deel doen vallen, welke
het berlijnsche hof slechts aan de meest
bevriende en machtigste vorsten schenkt.
Ik hoorde in de laatste dagen van
hooge beambten aan het hof herhaal
delijk verklaren, dat hoogere eerbe
wijzen dan die de nederlandsche vorst
innen ten deel gevallen zijn, niet
denkbaar zijn. Ongetwijfeld moet het
keizerspaar door de hartelijke en schit
terende ontvangst, die het ten vorigen
jare in Nederland gevonden heeft bij
de bevolking en het hof, bizonder ge
troffen zijn geweest, en als warme
kindervrienden zijn beiden met het aan
minnig lieve kind, dat koningin Wil
helmina heet, machtig ingenomen.
Ten eenenmale dwaas is het, aan die
bezoeken staatkundige bedoelingen toe
te schrijven. Zij beteekenen alleen weder-
aanknooping en kweeking van vriend
schappelijke betrekkingen tusschen vors
telijke farniliëa, die tot dusver min of
meer van elkander vervreemd waren.
In zoover kunnen de wederaijdsche
bezoeken eenige staatkundige beteekenis
hebben, maar ook slechts in zooverre
dat het voor elke vredelievende regee
ring aangenaam is, als het hoofd des
staats met dat van een naburig land
op vriendschappelijken voet staan.
Dinsdagmiddag bleef te
Bleiswijk de tuinman H. in 'tVeen
plotseling onder zijn arbeid dood, ten
gevolge van een zonnesteek.
Men meldt uit Aalst (Bom-
melerwaard)
Dinsdagnamiddag tegen 3 uur ont
lastte zich boven dit dorp een kort maar
hevig onweder, dat vergezeld ging met
hagelslag. Gedurende bijna 10 minuten
vielen hagelsteenen, waaronder vele ter
grootte van duiveneieren, die, behalve
door hunne eigene zwaarte, door een
hevigen storm voortgedreven, eene ont
zaggelijke verwoesting aanrichtten. Tal
van glasruiten zijn verbrijzeld, loot ea
bladeren zijn van de boomen gerukt en
zeer groote schade is aan het fruit en
al de boven den grond staande vruchten
veroorzaakt. Paardenboonen, rogge en
wat verder hoog boven den grond stond,
is totaal verloren.
Uit Heerlen wordt vm 51
Mei gemeld:
Sedert vijf dagen heerschte hier eene
buitengewone hitte. Hedenochtend om
12 ure ontlastte zich een onweder boven
deze gemeente, komende uit het oosten,
hetgeen om 1 uur voorbijtrok. Om 3 ure
daagde een tweede onweer uit 1
MenmefdtviitRokanje:
Bedroeg de aftapping van den regen
meter verleden jaar in Mei éx ra. M,
in de afgeloopen maand bedroeg dit
slechts 8.2 m. M. of 820 hectoliters per
H. A. Veelal bleef de wind N. of N. O.
De barometer stond 5 dagen onder o
tot 3'verder boven o tot r 4^
de thermometer varieerde van 38°. tot
7g®. Fahr. 's ochtends 8 ure.
Volgens den te Stavenisse vanwege
het K. N. M. instituut te Utrecht ge
plaatsten regenmeter viel er in Mei 15
m. M. regen (in 6 aftappingen), tegen
83.5 m. M. in dezelfde maand van het
vorige jaar. De hoogste barometerstand
in Mei was 768, de laagste 750 m. M.
Volgens den regenmeter der Rijke-
landbouwschool te Wageningen, be
draagt de gevallen regen over de maand
Mei 29 m. M. tegeu 64^ m. M. over
dezelfde maand van het vorig jaar.
Volgens de \anwege het koninkl.
Ned. meteorologisch instituut te Meppel
gedane waarnemingen is aldaar in de
nu afgeloopen Meimaand 40.7 m. M.
regen gevallenhet meest is afgetapt
op den 3ea dier maand (5,2 m. M.
Sedert den 24-"» was het weder steeds
zwoel, overigens koel, behalve op den
6en f toen het bij sneeuw, hagel en vorst
koud was, evenals op den ien t yen en
i8«n Mei, waarop het vriezend weder
zich ook gelden liet. De wind was vrij
variabel, doch de lucht op vier dagen
na (6, 17, 20 en 21) hoogst kalm.
In den omtrek van Heeren
veen zijn Zaterdagmorgen drie personen
tengevolge van de bovenmatige hitte
bezweken. Te Mildam bezweek de 73-
jarige arbeider IJ. B. Te Tjalleberd
zonk zekere K. ineen. Hij werd naar
huis gebracht en stierf aldaar na verloop
\an eenige uren, en in Oldeouwer over
leed insgelijks een veldarbeider tenge
volge van de warmte.
De Sporttentooaslelling te Schellingen.
Ongeveer anderhalf jaar geleden vat
ten eenige Nederlanders die bekende
namen dragen, het plan op om te Scheve
ningen, onze drukste en meest geliefde
badplaats een internationale tentoonstel
ling te houden van alles, wat op het
gebied van sport, visschery en paarden-
cultuur merkwaardig heeten mocht.
Onze Koningin Regentes aanvaardde
het patronaat ov.r de expositie en de
Regeeriug maakte het verkrijgen van
buitenlandsche inzendingen gemakkelij
ker, door een Commissaris-generaal bij
de tentoonstelling te benoemen.
Woensdag 1 Juni werd zooals wij per
telegraaf in ons vorig nummer reeds
meldden, deze tentoonstelling door Ge
neraal Ve.spyck, als gemachtigde der
Koningin, geoperd in tegenwoordigheid
van een uitgezocht gezelschap uit def
tige haagsehe kringen.
De tentoonstellingsgebouwen zijn vlak
tegenover het Kurhaus te Scheveningen
opgericht op een terrein van circa
3% hectare, dat de gemeente 's Graven
hage gratis aan de ondernemers afstond.
Behalve deze terreinen zijn er nog
kleinere die er aan grenzen en waar
tijdelijke kleine tentoonstellingen op
sportgebied en daarbij behoorende wed
strijden worden gehouden
Het front van de gebouwen is o. i.
het j uitstekend gelukt. De twee rijzige torens
westen op tegen den oostwind in, het-aan weerszijden maken een majestueu-
geen in hevigheid het eerste overtrof i sen indruk. Links ziet men een kloek
en langen tijd aanhield. 1 geschilderde voorstelling van de jacht,
Naar men verneemt, is te Kerkrade rechts een van visscherij, aan beide
een man Dinsdagnamiddag door de zijden een vaartuig in natura, terwijl
f bliksem gedood en is de bliksem in j een hert in levensgrootte voor de in
stukken voor trompet gespeeld voorts j twee huizen ingeslagen zonder brand te j gang is geplaatst.
werden de Finlandsche ruitermarsch uit j veroorzaken. j Is men de ingang binnengetreden,
den dertigjarigen oorlog en „Frtihlings Dinsdagnamiddag is eeni dan aanschouwt men in de vestibule
liedern" van Mendelssohn en Grund 17-jarige knecht te Vreeland, bij het smaakvol gearrangeerde tropheefin van
Dinsdag bij de taptoe uitgevoerd. j baden in het Merwedekanaal te Nichte- j wapens en vischtuig. Een aantal con-
Heden (Donderdag) morgen zijnvecht, verdronken. Zijn lijk werd eenige trölems, in sierlijke rood en blauwe
de Koninginnen ten 10 ure naar Hon 1 oogenblikken later opgehaald. uniform gekleed, draagt zorg dat nie-
ixiand doorglippe. Is men de tourni
quets gepasseerd, dan ontwaart men,
zich nogeeos naar de ingang keerende,
boven de deur de woorden „leve Ko
ningin Wilhelmina". Aan weerszoden
in de vestibule zqn de initialen onzer
koninginnen E. en W. aangebracht
naast de bovengenoemde iropheeön.
De hoofdzaal heeft een kolossale
hoogte. Zelfs in het middaguur, toen de
zon er op scheen met volle kracht,
heersen te er een aangename, frissche
temperatuur. Voor vele van de tentoon
gestelde voorwerpen was die hoogte
onmisbaar, met name voor de geheel
getuigde zeil- en ijsschuitjes.
De tentoonstelling zal duren van Juni
tot en met September. Zij is verdeeld
in dertien afdei lingen Rensport, jacht
en schietsport, wielersport, watersport,
athletiek, omvattende gymnastiek, scher
men, hardloopen en boksen, spelen,
vischvangst, schaatsenrijden, reis- en
kampementvoorwerpen, voorwerpen tot
sport behoorende, schoone kunsten en
retrospectieve afdeeling, tijdelijke expo
sities en speciale concoursen, Alpen
bestijging.
Deze groepen zijn in 104 klassen
verdeeld.
Dit is alles ondergebracht in het
hoofdlokaal en eenige zijzalen. Bij het
binnentreden van het gebouw ontwaart
men allereerst de afdeeling visscherij.
Hier zijn Scheveningen en Vlaardingen
ruimschoots vertegenwoordigd. Men ziet
er tal van modellen van visschersvaar-
tuigen, sommige in natura op V7, Vu»
Vis. of mo van de natuurlijke grootte,
benevens teekeningen. Een dier model
len is voorgesteld op een nagemaakte
zee en ingezonden door de firma IJzer-
macs Co. te Vlaardingen.
Tot in de kleinste bizonderheden zijn
op die modellen de vischbooten nage
volgd. Op die van de heeren IJzer-
raans Co. ziet men o. a. een vijftal
mannen bezig de mast op te zetten.
Men gevoelt, dat men hier te doen
heeft met een echt nederlandsche tak van
nijverheid. Een rijke voorraad netten,
piramides van touw, prijken naast
vitrines met allerlei vischsoorten kabel
jauw, schelvisch, stokvisch, ansjovis en
vooral en bovenal onze vaderlandsche
haring.
Sommige opschriften op de exposities
zijn even naït als welgemeend. Zoo
leest men op een der vischinzendingen
de enthousiaste uitdrukking „kabeljauw,
de nuttigste viecó der wereld." Op eene
collectie Zuiderzee-ansjovis is door eene
kunstvaardige hand een schilderij ver
vaardigd, waarboven staat„Droogma
king der Zuiderzee." Een visscher balt
in wanhoop de vuist, terwijl zijn vrouw
kind door bedroefde gezichten te
kennen geven hoe zij over de dem-
pingsplannen treuren. Hoe groot moet
bij zulk een droefheid van den ansjo-
visvisscher, de wanhoop wel wezen van
den ansjovis zelf, die door de droog
making reddeloos tot den ondergang
zou zijn gedoemd?
Elders aanschouwt men eene expositie
van schol, bokking, spekbokking, schar,
boling en mootscholvischvaatjes en
manden, allerlei vischtouwvischlijnen,
kuiltouw, lange en korte sp enkels etc.
De eigenaardige teerlucht ontbreekt ook
hier niet. Het beroemde Krommeuieer
zeildoek wordt ingezonden door de
firma D. van Leyden Zoon, die
specialiteit van ons vaderland, welke
tot dusverre door het buitenland nog
niet is geëvenaard.
Het spreekt vanzelf, dat bij een eerste
vluchlig bezoek aan de tentoonstelling
onmogelijk een volledig overzicht daar
van kan worden gegeven. Wij stellen
ons dan ook voor, binnenkort op dit
verslag een vervolg te leveren, maar
willen hier nog bijvoegen, dat ons land
ook met nog een andere vaderlandsche
specialiteit een uitstekend figuur maakt.
Het zijn de ijsschuitjes, die in volle
grootte en geheel getuigd, een «lajes
tueusen indruk maken. Daarnaast rekt
men den hals in het opzien tot een
zelfrichtende reddingsboot, welke door
den voorzitter van de Zuidhollandsche
Maatschappij tot redding van schip
breukelingen aan die Maatschappij is
cadeau gedaan.
Toen door Generaal Verspijck namens
H. M. de Koningin-Regentes de ten
toonstelling voor geopend was verklaard,
blies de muziek van het regiment gre
nadiers en jagers het Wilhelmus. Daarop
begaf zich Zijne Excellentie, begeleid
door eenige leden van het uitvoerend
Comité, in de zaal om de tentoonstel
ling te bezichtigen, fn een der zijzalen
deed zich, toen de Generaal daar ver
scheen, een gezelschap muzikanten uit
Berlijn hooren, waarvan de eigenaardig
heid was, dat zij allen op jachthoorns
bliezen, een bizonderheid welke voor
eene sporttenteonstelling zeker zeer
passend mocht heeten. Verderop werd
Z. E. met de muziek van de grenadiers
en jagers weer begroet.
Over een de* grootste aantrekkelijk
heden van de tentoonstelling hebben
wij nog Diet gesproken. Het is de tuin,
die circa 8000 M. in oppervlakte, om
ringd is door eene sierlijke galerij,
waarin winkels, restauraties, koffie- en
bierhuizen zijn ingericht. Men vindt er
zelfs een Doolhof, waarin op dit oogen-
b'iik nog niemand verdwalen kan om
dat hij nog niet klaar is en zelfs een
afzonderlijk lokaal voor bet gebruik van
het nieuwe artikel Kneipps-Malzkoffie.
De geheele galerij is electrisch verlicht.
De tuin is, hoewel hij ui» den aard der
zaak weinig schaduw aanbiedt, met
groen en bloemen zeer behaaglijk ge
maakt, terwijl de ontelbare vlaggen op
het tentoonstellingsgebouw den aange-
namea indruk nog verhoogea. Vergissen
wij ods niet zeer, dan zal blijken dat
de inrichting van den tuin, en de galerij
een zeer gelukkige greep van de o»t-
werpers der expositie is geweest.
De geheele catalogus bestaat ui: 854
nummers, een respectabe* aantal wan
neer men bedenkt hoeveel inzendingen
van zeer groote afmeting (die slechts
een nummer hebben) daaronder worden
aangetroffen. Uit Haailem zijn verschil
lende inzenders aanwezig. Men vindt
de Douglas desinfectiemiddelen van den
heer D. H. Blok; een coupé trxis
q :arts raylord van de firma Gebr.
Kimman veevoeder van den heer C.
Doncker wielsportliteratuur, benevens
bekers, insignes en medailles van den
secretaiis van den Ned. Wielrijdersbend,
den heer J. C. Bun kens, biljarts van de
firma J. van Rood Zoen, parketvloer
en plafonds van den heer Th. F. Bier
horst, Creolïn Pearson, waarvan de heer
Jan Smits CJzo. agent is, bokalen vuur
wapenen, bogen en andere gedeelten
van oude wapenrustingen een sjees en
slede met harnachement, vijf antieke
schilderijen en twee kanonnen uit de
17de eeuw van Mr. A. J. Enschedé,
antieke wapenen van Mr. Henri En
schedé en de Gobelin uit 's burgemees-
Ierskamer. Van Jhr. W. P. Teding van
Berkhout, secretaris van de Broeder
schap van St. Hubert een roemer in
geciseleerd zilver, en van den heer J.
W. R. Arnold, ter opluistering, een
klewang.
De catalogus is door het zeer groote
aantal advertentión dat erin voorkomt,
tamelijk lijvig en niet zeer gemakkelijk
na te slaan, omdat vele annonces tus
schen den tekst zijn geplaatst. Boven
dien is de prijs ervan, een gulden, wel
wat hoog, maar wellicht kon een en
ander moeilijk anders geschieden, met
het oog op de zeer groote kosten aan
eene expositie noodwendig verbonden.
Voorzeker zal de tentoonstelling dezen
zomer door zeer velen worden bezocht.
Ze is dan -ook een bezoek volkomen
waardig en de duizenden, die in de
zonnige zomerdagen naar den Haag en
Scheveningen stroomen (zonder nu nog
van de Hagenaars en van de badgasten
zagen haar steeds argwanend aaD, en hadden haar zelfs in den
eersten tijd, dat zij hulp noodig had, met onwil opgepast. Het
was niet onnatuurlijk, dat eenige onwetende dienstboden haar
onmacht ora te spreken slechts beschouwden als een onbe
schaamde list om niet te worden ondervraagd. In hunne oogen
was evenals in de oogen van meer ontwikkelden hevige ontroe
ring bewijs van schuld. Een bekwame beoefenaarster van het sleu
telgat kwam echter met het nieuws aan, dat de juweelen zoo
goed als weer gevonden waren, zoodat de publieke opinie om
trent GraiDger beter werd, en de verdenking begon te ver
zwakken.
Het meisje zelf gevoelde de verandering wel, maar zjj kon
haar geen verlichting brengen. De last, dien zij had te dragen,
werd eerst lichter, toen zij tot de ontdekking kwam, dat de
dienstboden haar niet meer bewaakten. Daar zij sterk en gezond
en flink van karakter was, was zij reeds genoegzaam hersteld
van den physieken schok tengevolge van haar val om binnen
acht en veertig uur hare dagelijksche bezigheden weer te kunnen
hervatten. Hare meesteres had echter een aanbod in dien geest
vriendelijk maar krachtig teruggewezen. Grainger verstond blijk
baar duidelijk alles wat in haar tegenwoordigheid werd gespro
ken, maar haar onmacht om te antwoorden was voor haar een
bron van grievend leed, en hare pogingen om te spreken ein
digden meestal in een luid snikken. Het karakter van haar ziekte
scheen deze vlagen van droefheid te moeten verklaren bij iemand
met zulk een levendigen geest, hoewel Eiphinstone ze niet
begreep en dit ziekte-verloop met belangstelling volgde.
Eenige minuten na Prickettfs vertrek zat zij in de dienstboden
kamer. De beoefenaarster van het sleutelgat vertelde aan hare
belangstellende vriendinnen, zonder zich de moeite te geven
te vermelden op welke wijze zij dit te weten was gekomen, dat
mijnheer Wyncott Esden briefwisseling voerde met den dief, dat
Priekett een cheque had ontvangen van duizend pond, om hem
die te overhandigen, en de gestolen juweelen spoedig terugge
bracht zouden worden. Toen zij dit hoorde wrong Grainger de
handen, stond op en verliet het vertrek met roode oogen en
bleek gelaat. Zij begaf zich naar haar slaapkamer en knielde daar
neer als een beeld der wanhoop met hare beide armen over het
kastje leunende, dat hare geringe bezittingen bevatte, en begon luid
te schreien, terwijl haar gansche gestalte schokte ten bewijze van
haar innerlijk lijden. Toen deze uiting van wanhoop was be
daard, stond zij laDgzaam op, wiesch hare oogen met koud water
uit en staarde naar buiten over het vreedzame landschap, dat
daar voor haar lag uitgestrekt. Zoo bleef zij geruimen tijd staan,
totdat door een nieuwe vlaag van droefheid bevangen zij hare han
den wrong en kreunde.
„Genadige hemel, wat moet ik doen? Wat kan ik doen?"
Had zij gesproken? Had zij hare gedachten weer kunnen uit
drukken? Zij stond verbijsterd en ontsteld, en het was haar
alsof haar eigen stem, duidelijk en klaar, nog in hare ooren
weerklonk. Zij zocht haar zomermanteltje van zwarten zijde,
wierp het haastig over hare schouders, strikte de linten van haar
hoed yast met vingers, die zoo beefden, dat zij ze nauwelijks
kon besturen, trok hare handschoenen aan, vergewiste zich, dat
zij haar beursje bij zich droeg, en na dit alles met koortsachtige
haast te hebben verricht, sloop zy met gedwongen kalmte de
deur uit en ging langzaam naar beneden. Zij verliet het huis
wandelende langs het grasveld en de rhododendrons, en ging
door de opening in de heg, waar Priekett op zijn onderzoekings
tocht bij maanlicht had vertoefd.
Zij brandde van ongeduld, en wanneer zij niet zoo bevreesd
ware geweest om gezien en staande te worden gehouden, dan
had zij ondanks haar zwakte zoo snel mogelijk geloopen, alsof
haar leven er van afhing.
Het landschap lag vredig voor haar; de zware boomen sla
pende in het heete zonlicht in hun eigen schaduw. De wereld
scheen zoo stil, zoo groot en eenzaam, dat een viees haar beving
evenals in de laatste nachten. Het was alsof zij jaren lang een
gevangene was geweest, en zij gevoelde zich zoo eenzaam en zoo
geheel ontwend aan hare vrijheid.
Plotseling bereikte een schaterlach uit kinderkelen hareooreni
en aan den kant van den weg verschenen een half dozijn dorps
kinderen met elkaar spelende. Een stevige, ernstige knaap van
vier jaar ongeveer, stapte blootshoofds te midden van deze jui
chende schaar, plechtig en langzaam als een oud man. De ande
ren huppelden voort en Grainger liet zich op een knie neerval-
bn, zonder zich aan het stof te storen, en strekte hare armen
uit naar het kind,met een hartstochtelijk verlangen in haar blik.
Wordt vervolg d\)