POLITIEK OVERZICHT. kennen van respectievelijk f xooo, f 700 en f 59c. Na langdurige discussie, waarin door de atdeelingen Leiden en Haarlem het voorstel wordt bestreden, wordt het voorstel van het hoofdbestuur met 436 tegen 398 stemmen aangenomen, nadat een amendement van Leeuwarden om 1000 voor dit jaar toe te kennen was verworpen. Thans komen aan de orde de voor stellen: 10. „dat door deskundigen, ingevolge „opdracht en onder leiding van het „hoofdbestuur, zoo volledig mogelijk „onderzoeken naar den toestand en de „werking van de ziekenfondsen en van „de armverzorging hier te lande „gesteld en beoordeelende verslagen „hierover samengesteld worden. 2. „dat deze verslagen ter kennis van „de departementen worden gebracht „en voor belanghebbenden tegen ma „ligen prijs verkrijgbaar worden ge- „steld door deze algemeene vergadering •worde besloten „dat deze onderzoeken worden voort gezet, en dat tot dit doel ter beschik king van het hoofdbestuur gesteld „wordegedurende het dienstjaar „1892/93, een bedrag van ten hoogste 1500, voor ieder onderzoek. Met algemeene stemmen worden de voorstellen goedgekeurd. Het volgende voorstel van het hoofd bestuur luidt: „om op de begrooting van 1892 93 „een som van ƒ2000 uit te trekken, „ter beschikking van het hoofdbestuur, „om dit bedrag aan het schoolfonds „uit te keeren, voor zoover het hoofd- „bestuur dit noodig zal oordeelen, in „verband met Jde verdere werkzaam heden en plannen der commissie, Dit voorstel wordt aangenomen be nevens een araendement van de afdee- ling Haarlem om ƒ2000 op de begroo ting 92/93 uit te trekken onvoor waardelijk. Heden werd de vergadering voort gezet Voor enkele jaren werd door de Amsterdamsche politie opgepakt een man, die zonder middel van bestaan langs de straat zwierf. Men meende dat hij een vreemdeling was, die in de termen viel om over de grenzen gezet te worden, doch weldra bleek, dat dit niet zoo gemakkelijk zou gaan, Moest hij over de duitsche ot over de belgische grenzen gezet worden? Ter beantwoording van die vragen diende mea te weten tot welken landaard hij behoorde en dit was onbekend en is onbekend gebleven, Papieren ontbraken geheel en de klanken, die de man deed hooren, kon men nergens thuis brengen, Door de beste kenners van vreemde talen werd getracht een gesprek met hem aan te knoopen, doch de man bleef onverstaanbaar. Ook met de overzetting van het „Onze Vader" in 70 talen, hem voorgelegd, kwam men niet verder. Beduidde men hem door gebaren, dat men wenschte, dat hij zou schrij ven, dan nam hij gewillig het potlood in zijn rechterhand en krabbelde er éenige grillige streepjes en baaltjes mede op 't papier. Het eenige wat men bij al deze proefnemingen kon ontdekken, was dat de man op een horloge kon kijken en dus bekend was met de beteekenis van Romeinsche cijfers, doch verder kwam men niet met hem. Te gelijker tijd werd door bemidde ling van het ministerie van justitie zijn portret opgezonden naa? de departe menten van justitie in andere rijken vau geen enkele zijde werd een bevre digend antwoord ontvangen. En intusschen rit de man in de ge vangenis op den Schans, zijn tijd. door brengende met het verlezen van koffie- boonen «1 erwten, eten, drinken en slapen, gehoorzamend aan de met ge baren hem duidelijk gemaakte bevelen en blijkbaar berustend in zijn lot. Wat zal men met hem aanvangen? Is het een vreemdeling, die in de termen valt om over de grenzen gezet te worden? In welke richting moet dit dan gebeuren? Is het een Nederlander, die een loopje neemt met de autoriteiten en zich met ongewone volharding „van den domme" houdt Moet men hem als landlooper beschouwen Of heeft hij wellicht wat ergens op zjjn kerfstok Gedurende de drie of vier jaar, die hij in de gevan genis heeft doorgebracht, heeft men geen antwoord op die vragen kunnen vinden. Moet hij daar nu maar blij ven Of bestaan er termen om den man op vrije voeten te laten (Han4bl.) Voortaan zullen ook te Amsterdam, evenals sedert geruimen tijd te VHage, slechts twee bestellingen van brieven op Zondag plaats hebben. In Mei zijn op het Noord zeekanaal geschutdoor de Noordzee sluizen te IJmuiden Naar zee: 326 schepen (waaronder 116 st. sch.), inhoudende 398.915 M'. Uit zee: 369 schepen (125 st. sck.), inhoudende 408.658 M1 Totaal 695 schepen, inhoudende 807.573 Ms, tegen 942.237 M* in 1891. Door de Oranjesluizen te Schelling woude 0.902 schepen, tegen 11.320 in 1891. Dinsdagavond waren drie artilleristen, benevens eene jonge vrouw, in een roeibootje aan het spelevaren op het Galgewater nabij Leiden, toen door het onvoorzichtig schommelen liet ranke bootje omsloeg en daarbij het 4tal te water geraakte. De vrouw werd door toegeschoten hulp gered, terwijl een der artilleristen zich door zwemmen reddej doch de beide anderen verdronken. Hun ne lijken werden kort daarna opgehaald en zijn naar het. militaire hospitaal over gebracht, N abjj het Malieveld te 's-Hage wilde een armoedig gekieede vrouw zich Woensdagochtend onder de stoomtram werpen. Men verhiaderde haar tijdig in dit voornemen. Het bleek, dat zij Dinsdag een poging tot ver drinking had beproefd, die ook verijdeld was. Oorzaak: huiselijke ©neenigheid, Bij gelegenheid van h bezoek aan Utrecht door HH. MM, de Koninginnen op den roden dezer zal doer de vestingartillerie op het for! Blauwkapel het gebruikel^k saluut wor den gegeven, door het lossen namelijk van 101 kanonscheten. Naar de laatste mededeelingen in de vergaderingen van het Centra*) Comité voor de viering van nationale feestdagen laat het zich aanzien, dat de optocht naar wensch slagen zal. dank zij ook de medewerking van den minister van Oorlog, die, op advies van den com mandant der bereden artillerie, niet al leen verlof gaf, dat het muziekkorps der artillerie aan den optocht deelneemt, maar ook toestond dat paarden en raau schappen werden beschikbaar gesteld. Zoowel rij- als trekpaarden zjjn daar onder begrepen Behalve het muziekkorps der artillerie zal dat van de schutterij uit 's Bosch, dat van de jagers uit Den Haag, en zoo mogeljjk ook dat van de infanterie uit Amsterdam in den stoet optreden, ter wijl de groep van de brandweer ver- voorgesteld. Voorts zullen in den stoet vier wagens voorkomen, die, naar de toebereidselen te oordeelen, alle ver wachtingen zullen overtreffen. De optocht strekt o. a. tot aanbieding van een adres, met het huldeblijk, dat vanwege de burgerij door het Centraal Comité zal worden aangeboden. met de vraag, of men ook eenige uit- j gezeld wordt van het muziekkorps der komst omtrent den geheirnziunigen man wist, of zijn signalement ook overeen kwam met dat van eenig misdadiger, naar wien tevergeefs gezocht werd, doch infanterie uit Amersfoort. Het geheel zal luisterrijk en karak teristiek zijn. Op eene enkele uitzonde ring na worden alle ontworpen groepen Alle straten te Utrecht weergalmen reeds van het daarbij alle feestelijkheden gebruikelijke geschreeuw Nieuwe wegwijzers Wegwijzers worden er verkocht op wit en oranje papier, wegwijzers die den menseh den juisten weg zullen wijzen, maar wegwijzers oek, die den edelsten christen, bezield met dc beste bedoe lingen, zullen voeren op een dwaalspoor. En elke wegwijzer, de goede en de slechte, kost twee centen 1 Dat ware eerst beter aanstaanden Vrijdagmorgen als de officieele reiswij zers verschf nen Nu wordt het publiek nog maar verschalkt als het nieuwsgierig genoeg is om nu reeds te willen zien of H.H. MM. voorbij komen. Intusschen geeft dat geroep langs den weg reeds eene levendigheid aan de stad die door het bouwen hier en daar der eerepoor ten en den aanleg der versieringen zeer verhoogd wordt. Wel is de deelneming der burgerij aan de versiering der stad nu ver van algemeea en geschiedt deze behalve op die plaatsen (bijv. den om trek vaa het stadhuis) waar de Ko ninginnen bepaald passeeren, alleen van gemeentewege, maar toch belooft de ontvangst der vorstinnen daftc werkelijkheid zeer grootsch te zullen zijn. De eerebogen aan de grens der gemeente en in de Maliebaan, de ver lichting der fraaie lanen dezer laatste, de entrées aan de stad enz., en vooral het paviljoen, waarin HH MM. de plechtigheid der eerste-steenlegging en het zingen der cantate zullen bijwonen, getuigen van de onbekrompen wijze, waarop het dagelijksch bestuur den plicht der gastvrijheid jegens de Koninginuen opneemt. Ia wijk C worden door de bewoners een drietal eerebogen opgericht, terwijl de bewoners van de Bemuurde Weerd de steenen brug zullen versieren en illumineeren, en de fiima M. T. Smul ders eene der bij haar in aanleg zijnde voor Rusland bestemde baggermolens met vlaggen en lampions zal decoreeren. Ten gevolge van het eenigszins ver vroegd vertrek van HH. MM. (dat reeds te 8 uur 30 min. zal plaats vinden) zal de verlichting vau den domtoren, als het doel zullende missen, achterwege blijven en in stede daarvan de Malie baan des avonds nog met bengaalsch vuur worden verlicht, ofschoon daar reeds 18,000 lampions tusschen de boo- men zullen zijn opgehangen. De steenlegging en het diner zullen vermoedelijk ook door den minister van binnenlandsche zaken, den heer Tak van Poortvliet, en den secretaris-gene raal, mr. Dijckmeester, worden bijge woond. De gevangenis te Winscho ten is naar aanleiding van de ont vluchting van Wilhelm Schröder op genomen door een bouwkundige uit Den Haag. Onder meer zullen de bijna twee meter lange gasbuizen worden verwij derd, terwijl voor het hoofdraam in^ de vestibule, buiten het bestaande, nog een tweede [rasterwerk zal worden aange bracht. Onder H 0 0 r a s t e r z w a a g en Jubbega-Schurega *s Zondag 11. door een 3:5—jarigen knaap een heidebrand ge sticht, die zich over eene belangrijke uitgestrektheid verbreidde. De brand sloeg over naar de veenderijen van den heer Bikkema, waar de groote hoeveel heid turf, die te veld stond vernield werd. Tegen den baldadigen knaap is proces-verbaal opgemaakt. Op den 2n Pinksterdag is het dorp Maren in eene sloot ver dronken gevonden zekere van Kr., die den vorigen avond waarschijnlijk te veel gebruik van jenever gemaakt had. De stand der wintergranen is over 't algemeen bisouder gunstig in Limburg. Voor de zomergewassea was daarentegen de malsche en rijkelijke regen der vorige week zeer gewenscht, o. a. voor de laatst gezaaide haver, de graslanden]en, de mangelwortels en de klaver. Deze staat veelal niet te best, de koude voorjaarsdagen schijnen haar gehinderd te hebben. Men heeft ook goede verwachtingen van deooftboomee, voor Zuid-Liraburg is dit eene allerbelangrijkste factor, zoo wisselvallig nochtans, dat men er niet te vroeg vast op mag rekenen. RECHTSZAKEN. Voor het kantongerecht te Oud- Beierland werd Woensdag de navol gende zaak behandeld. In een herfst van 1890 overleed aldaar de heer mr. A. van Weel, notaris aldaar. Tot taxateurs over diens on roerende goederen werden drie der voor naamste ingezetenen uit de Hoeksche Waard benoemd, terwijl de candidaat- notaris van wijlen den heer Van Weel de taxateurs voor het administratieve werk ter zijde stond. Aan de taxateurs werd l/4 van de getaxeerde waarde, zijnde ƒp49•I81^, als vergoeding uit gekeerd hiervan vorderde de caadidaat- notaris ƒ6o als vergoeding voor het gedane werk en verschotten. Dc taxa teurs weigerden iets aan den candidaat- notaris uit te keeren, op grond dat zij hem niet in het werk hadden gesteld, maar dat hij zich vrijwillig daarvoor had aangeboden. Vandaar een proces. Door eischer werd getuigenbewijs aangeboden om zijn recht op de vorde ring te staven, terwijl door gedaagden tot niet-ontvankelijk verklaring van dien eisch werd geconcludeerd, met veroor deeling van eischer in de kosten, op grond dat eischer zich vrijwillig had aangeboden en dus niet door gedaagden was aangesteld en hij, toen hij het administratieve werk van de schatters verrichtte, nog loontrekkend bediende van de erven Vau Weel was. Voor eischer werd gepleit door den heer B. den Boer te Oud-Beierland, en voor gedaagden door den heer rar. K. G. van Schouwen te Rotterdam. Over 8 dagen zal de kantonrechter in deze zaak uitspraak doen. VISSCHERIJ- Scheveningen, 8 Juni. Slechts 2 schuiten (Katwijkers) waren dezen ochtend aan, die voor de hand vol visch 40 ƒ45 besomden; dat de visch hoog in prijs was, begrijpt zich tongen deden 20 35 c. kl., 60 75 c., gr. bunschol kl. 20 30 c. droogschol ƒ6 i ƒ7, hanen f 3 3.50. Van Engeland arriveerden in ver koop 50 manden visch (schol), die voor f 14 en f\ 5 werden verkocht; de boo ten hadden 2 en 3 mand garnalen, waarvoor ƒ2.50 werd besteed Nog een 5tal schuiten arriveerden mede met be sommingen van rond f 40. De prijzen der visch bleven tengevolge van den geringea aanvoer steeds hoog. De bulgaarsche minister Stambouloff is zooals men weet en heeft kunnen opmerken, geen man die voor ee., kleintje vervaard, is. Hij is voornemens de beklaagden van den moord op den gewezen minister van financiën voor den krijgsraad te brengen. Nu is een klein land er altijd slecht aan toe. Tal van groote lui bemoeien zich met wat het doet en laat en voor- namelijk Bulgarije kan niets doen zonder alle kanten bij de ooren te worden ge trokken. Ook in dit geval hebben vele diplomaten aan den minister te verstaan gegeven, dat een bloedbad (lees eene terechtstelling) door den krijgsraad voorbereid en bevolen, in geheel Europa een pijnleken indruk maken zou. De vraag of het niet gewenscht is dat lage moordenaars hun loon krijgen schijnt daarbij wel wat op deD achter grond te raken. Een land met welks zaken zich even eens iedereen bemoeit is Egypte. Vooral Engeland speelt daar vadertje, of liever stiefradertje, want heel vriendelijk is zijn gezag daar niet. Nu weer heeft de engelsche gezant heftige woorden ge wisseld met den grootvizier over de manieren waarop deze Engelands aan< matiging tracht in te toornen. Denkelijk zit de jonge Khedive hier achter, die zooals reeds vroeger is gebleken, de inmenging van Engeland in Egypte's aangelegenheden met leede oogen aanziet. In Pest is met grooten geestdrift feest gevierd. l)e keizer, den primaat van Honga rije op zijne toespraak antwoordende, zeide dat hij God bidt te gedoogen dat de kroon van St. Stephanus op krachtige wjjze het in stand houden van den vrede moge verzekerenmaar dat, zoo het noodig mocht zijn, het zwaard van het duizend jaren oude va derland de vijand zou verslaan. Tot den voorzitter vau dea Magna- tentafel richtte de keizer, in antwoord op hetgeen deze gezegd had, de vol gende woorden De ontwikkeling van den hongaarschen staat heelt de macht der geheele monarchie doen toenemen, Den burgemeester van Pest wenschte de keizer geluk met de heugelijke uit komsten, die, dank zij hem, sedert 8 Juni 1867 (den dag waarop de keizer als koning van Hongarije gekroond werd) verkregen zijn. De keizer gaf, in antwoord op een adres van het Huis van Afgevaardigden, zijn dank te kennen voor de enthou- siastische betuigingen van loyauteit. Hij herinnerde aan de groote patriotten, die sedert 25 jaren zijne getrouwe raads lieden waren. Het is een heerlijke troost voor hem te kunnen constatoeren, dat de geest die hen bezielde nog altijd blijft voortleven. Aan den graaf Szapary antwoordende, zeide de keizer dat hij in de geestdrift der bevolking een bewijs zag van de diepe gevoelens van de liefde der natie voor de kroon van St. Stephanus en voor het keizerlijke huis. De Czaar van Rusland is Woens dagmorgen te tien uur in Kopenhagen teruggekeerd. Keizer Wilhelm kwam Woensdagavond te elf uur in Kiel terug. Aangaande het samenzijn der keizers te Kiel zegt het Journal de Si. Petera bourg, dat alle voorstanders van den vrede in Europa in de ontmoeting der twee vorsten een nieuw onderpand zullen zien voor het handhaven, voor de bevestiging van den vreedzamen toestand, welke zeer duidelijk is ie aller belang. Minister Goschen heef tl ia eene toe spraak in Kent verklaard, dat biunen kort de kiezers over het beleid van het ministerie bun oordeel zullen hebben uit te spreken. Den hertog van York zal door Ko ning Humbert van Italië, naar men meent te weten, de orde van de Aanon- ciado worden verleend. In Lissabon heeftt men uit vrees voor onlusten, groote maatregelen van voor zorg genomen; tot dusver bleef alles nog gelegenheid voor had gehad, zou ik de duizend pond anoniem hebben teruggezonden. Ik wilde Gale de helft van de belooning betalen om hem tot stilzwijgen te nopen, ofschoon ik een jaar lang als een kluizenaar had moeten leven om de duizend pond in mijn bezit te krijgen. Hij was daarmee niet tevreden, maar ik ben niet van plan," voegde Wyncott er somber bij, „om door een schavuit als hij is, tot misdaden te worden gedwongen." „De heer, aan wien gij uw schuld hebt terugbetaald was zeker in moeielijke, financieele omstandigheden zeide Prickett. „Het zou zijn ondergang zijn geweest, wanneer hij dat geld niet had gekregen," antwoordde Esden. „Hij heeft een zieke vrouw en zes kinderen, en is, denk ik, de zwakste dwaas, die op deze aarde rondloopt." „Ja, mijnheer," zeide Prickett, „dat alles zal ik hun voor oogen houden, en het zal mijn schuld niet zijn, wanneer zij uw toestand niet duidelijk inzien." Er werd verder niet veel tusschen hen besproken. Zij begaven zich te zamen naar Charing Cross, en namen bij het station afscheid. HOOFDSTUK XVII. Langzamerhand was de schemering gevallen, en Prickett zat alleen in een coujpé van den trein, en was in gepeins verdiept, hetwelk even schemerachtig was als het licht daarbuiten. Het zal wel niet gezegd behoeven te worden, dat hij niet bizonder voor aandoeningen vatbaar was. Ondanks zijn beroep had hij evenwel eeD vriendelijke inborst, en hij had langen tijd bewondering voor Wyncott Esden gekoesterd. Er was in het menschelijk vernuft niets, dat meer belangstelling aaa Prickett inboezemde, dan de scherpzinnigheid, die de jonge advocaat aan den dag legde. Hij had eerbied voor het vernuft van Esden, voor zijn vlug bevattingsvermogen, scherp doorzicht en overredingskracht. Reeds drie jaar lang had hij, natuurlijk zonder den gepasten eerbied uit het oog te verliezen, want hij was een Tory in zijn hart, een vaderlijke genegenheid voor Esden gevoeld. Reeds sedert hunne eerste kennismaking hadden zij met elkander gewerkt en een vriendschap gesloten, zooals dit tusschen inspecteur Prickett en den man, die in maatschappelijke positie zoo ver boven hem stond, kon plaatsvinden. Het was een troostrijke gedachte voor hem, dat hij nu bij dit bezoek niet zulk een droeve tijding kwam brengen als bij zijn vorige reis naar Wootton Hill. Zijn ervaring van verscheidene jaren had hem geleerd om onverschillig te zijn voor het leed van anderen, en had zijn medelijden voor ongelukkige kennissen tot stilzwijgen gebracht, maar in deze zaak was hij niet alleen ambtshalve maar ook persoonlijk betrokken; vandaar dat hij er zulk een belangstelling voor koesterde. Hij was aan het kleine station een bekende persoonlijkheid geworden, en de zaak, die zijn aanwezigheid in Wootton Hill noodzakelijk maakte, was bekend alsof de omroeper het overal had rondgebazuind. De stationschef was nederbuigend vriendelijk. Prickett was uiterst beleefd tegenover hem, maar bleef steeds in een ondoor dringbare geheimzinnigheid gehuld. Zonder veel moeite wist hij zich nu ook weer voor de vragen van den stationschef te be hoeden en begaf zich oogenblikkelijk naar het huis. Elphinstone en Arnold hadden een particulier onderhoud met elkaar, en het gelukte Prickett hen te bereiken, zonder dat de dames iets van zijne komst hadden vernomen. Voor dat oogenhlik was dit ongetwijfeld een gelukkig toeval, maar het gevolg was, dat toen Janet een minuut of vijf later van zijn komst in kennis werd gesteld, zij zich oogenblikkelijk naar de studeerkamer van den dokter begaf, zeer nieuwsgierig om iets naders omtrent de zaak te vernemen. Zoowel aan Arnold als aan den dokter had het veel moeite ge kost om gedurende het middagmaal in hunne houding niets te doen blijken, dat nieuwsgierigheid of argwaan zou verwekken* Zij spanden al hunne krachten in, maar hunne pogingen misluk ken. Door de nieuwsgierigheid van drie opgewonden vrouwen in het nauw gebracht, was de dokter verplicht om den sluier van geheimzinnigheid nog een weinig meer op te ÜGhten, maar hij weigerde beslist om nog verder te gaan, en bepaalde zich tot de raededeeling, dat de juweelen teruggegeven zouden worden, wanneer de belooning werd betaald. Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2