NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. Een blik in den afgrond. 9e Jaargang. Dinsdag 14 Juni 1892. No. 2742. ABONNEMENTSPRIJS: ADVEKTENTIËN: STADSNIEUWS. Drisdaagscli Muziekfeest ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan der HAARL. BACHmENIK BINNENLAND. FEUILLETON, HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden;1,20. Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65. Geïlluitreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummer.i 0,05» Dit blad yenchflat dagelijks, behalve op Zoo- en Feestdagea. {Bureau: Kleine Houtstraat Ne. 9, Haarlem. Telefeenamaer US, ral 15 regels 50 Cents; ieder* regel meer lOCs.S Greet# letter, naar plaats na U-s ie. Bij Akennement aanzlinlljk rahatf Aboaauaeatea >i AdTertm^oa worden aaa(eaomea deer oas* agentes en door alle boekhandelaren en eourantierii Direoteur-Ultg#y#r jr. o. FlllSBOOSf Eoofiagenien voor ktt BttittHlani: OompagtsU ShtMk it tMkiti B'rmtfire 9} Z, DASBB fr (fis-, J9ME 9. iOMMS, Snel,, Ftrf81 Ms Itxllttpg Mtsctmgdri, Haarlem, 13' Juni 1892. Naar wij vernemen, zou er bij de werklieden- en vakvereenigingen hier ter stede het voornemen bestaan, om onmiddellijk na afloop van de aanstaande kermis, zich per rekest te wénden tot den Raad, om afschaffing of beperking van de kermis te verkrijgen. De commissie onlangs benoemd uic de aandeelhouders tot het bevorderen der leening voor de staalwaterbron, heeft bereids flink succes op haar pogea. Op dit oogenblik een cijfer te noemen, gaat moeilijk daar dit natuurlijk elk oogen- blik verandert. Het zy dus voldoende te vermelden, dat er goede vooruitgang bestaat en dat bedoelde commissie zeker is, de nog te verzamelen gelden wel bijeen te zullen krijgen. Het aan vankelijk succes, thans reeds verkregen, is haar een waarborg, dat men in Haarlem nog wel enthousiast is voor eene veelbelovende onderneming. Wij meenen uit veler naam te han delen wanneer wij de vereeniging „Kunst zij ons Doel" en de tentoon stellingscommissie uit baar midden in het bizonder, brengen voor het ge- j nomen initiatief en voor de groote moeite, welke zij zich voor deze expo sitie heeft getroost. Door wijlen den heer J. A. Fiora zijn vermaakt: 1®. een legaat ad./iooo. aan de Vereeniging van dei» H. Vincentius 4 Paulo en 20. een legaat van 5000. aan het R. K. Wees- en Armenhuis St. Jacob, en door wijlen den WelEerw. heer J. T. Vregt eene som van/500. aan eerstgenoemde Vereeniging. Zaterdagavond is hier ter stede on verwachts ontslapen de beer A. F. van Kempen, sinds 4 September 1865 com missaris van politie. In dat moeilijk ambt was de heer van Kempen bij voortduring met de hem gegeven krach ten met ijver werkzaam. Het ligt voor de hand dat bij de toeneming der be volking ook de verplichtingen, welke op hem rustten, zich meer en «eer uitbreidden. De ontslapene bewees ook aan het Ned. Heiv. kerkgenootschap vele diensten in de collegiën waarin hij zitting had. Zijn personeel bij de politie was zeer aan hem gehecht en bezat in hem een humaDen chef. Zijn heen gaan zal dan ook door hen zeer worden gevoeld. De ontslapene was versierd met de ridderorde van de Zen en den Leeuw van Perziü. De begrafenis is bepaald op Woensdag a. s. voorm. half twaalf. Zondag werd de tentoonstelling van schilderijen gehouden in „Felix Favore" alhier, bezocht door 192 en heden door 78 personen. Thans is de tentoonstelling, zooaH wij reeds meldden, gesloten. Zij werd op Donderdag 19 Mei geopend en in het geheel bezocht door 2166 personen. Het concert van Zaterdag mag, wat het artistieke gedeelte, en meer bizon der de solisten betreft, uitmuntend ge slaagd heeten. De keuze dezer laatsten bleek inderdaad een hoogst gelukkige te zijn. Op de eerste plaats noem ik de vo caalsoliste, Signora Alice Barbi, K. K. Oostenr. kamerzangeres te Bologna. Haar staat een stemorgaan ten dienste van een opmerkelijk schoon, week en vol timbre en zij beschikt bovendien over eene beduidende keelvaardigheid. Deze eigenschappen in vereeniging Smet haar groot muzikaal en dramatisch ta lent moesten dan ook wel het audito rium als aan hare lippen doen hangen. In Gltick's aria „Divinités du Styx" ontwikkelde zij een buitengewone dra matische kracht i hare sonore borst- tonen verrichtten hier wonderen. Ook de drie italiaansche composities werden mêeslepend schoon gezongen; vooral die van Caldara. Uit het lichte, fijne, veeleischende werkje van Jomelli bleek wat de zangeres ook in dit genre ver mag. Als ik critiek wilde uitoefenen zou het zijn op de wat al te smeltende voordracht van Lassen's „Ein Traum" welk lied zij op aanhoudend verlangen van het geestdriftige publiek als toe- giitje schonk. Een bekend spreekwoord weerhoudt mij echter hiervan. Uitbundig succès verwierf ook de 'violiste: mej. Gabriele Wichowetz uit Berlijn. Deze kunstenares had als hoofd nummer gekozen een mij onbekend concert van Brahms. De indruk van al te heftign agitatie, dien de eerste auditie van dit werk op mij maakte, belette mij niet allen eerbied te koesteren voor de enorme virtuosi teit en het warm muzikaal gevoel der speelster. Zonder te willen beweren dat alles zoo onberispelijk klonk als maar wenschelijk is, raag men toch zeggen dat voor deze violiste geen moeilijk heden meer bestaan. Meer nog dan bij Brahms had zij in Spohr's Adagio ge legenheid met haar heerlijken toon te woekeren en door hare zielvolle voor dracht te boeien. Komende tot de verrichtingen van het orkest (uit het Amsïerdamsche Con certgebouw) moet ik op de eerste plaats gewag maken van de keurige begelei ding der solonummers. Nimmer heb ik voor het dirigeertalent van den heer Kes grooter bewondering gevoeld dan wanneer ik hem zijn persoonlijke op vatting zag ondergeschikt maken aan die van een ander. Van de verdubbelde inspanning die het begeleiden van vreemde solisten aan den orkestdirigent kost, bemerkt men bij hem niets. Alles sluit alsof men reeds langen tijd had samengewerkt en nooit valt er iets te bespeuren van dat al te angstvallig naar de oogen zien, waardoor het muzikaal leven in de begeleidende partij zoo menigmaal wordt verstikt. Van de orkestnummers staat voor mij de Balletmuziek uit „Rosamunde" van Schubert bovenaan. Grootendeels schrijf ik dit toe aan de afwezigheid van trom petten en bazuinen, want ik mag niet verzwijgen dat deze machtige instru mentengroep in de overige nummers wel eens stof tot ergernis gaf. Bizonder de trompettonen drongen zich niet zel den en wel het meest in de eerste satz der symphonie van Beethoven meer dan genoegzaam was op den voorgrond, wat zooals vanzelf spreekt aan den totaalklank niet ten goede kwam. Daar dit evenwel ook bij andere goede or kesten, o. a. bij dat van Lamoureux viel waar te nemen, zal de oorzaak ervan wel niet zoozeer moeten worden gezocht in gebrek aan smaak bij den orkestdirecteur of in de onbescheiden heid der bespelers van genoemde in strumenten, als wel in de gebruikelijke plaatsing der verschillende instrumenten groepen waardoor juist die instrumenten welke uit hun aard de grootste schalkracht ontwikkelen in de onmiddellijke nabij heid komen van de sterk iésonneerende nismuur. Behoudens deze opmerking was de uitvoering der verschillende nummers zooals wij van het orkest van Kes ge woon zijn in hooge mate accuraat en artistiek. Op het kunstenaarsconcert, tot de bijwoning waarvan ik bij allen goeden wil niet in de gelegenheid was, trad behalve de reeds besproken solisten nog op de heer Emil Sauer, pianist te Dresden. Het spijt mij inderdaad dezen virtuoos niet te hebben gehoord. De mededeelingen die mij gewerden om- tient zijn verbazende techniek en de genialiteit van zijn spel doen mij in hem een waardig leerling ondeistelien van zijn groote leermeesters Rubenstem en Liszt. Hij oogstte stormachtihen bijval en de toejuiching van een publiek dat gewoon is zijn eischen hoog te stellen kandunkt mij als veilige maatstaf dienen voor zijn capaciteit. En zoo is het driedaagsch muziekfeest weer geworden tot eene schoone blad zijde in het geschiedboek der Haar- lemsche Bachvereeniging waarin nog menig belangrijk feit moge worden opgeteekend. PHILIP LOOTS. De hevige onweersbui van Vrijdag avond ging in Vogelenzang en Benne- broek gepaard met een zware hagelbui in de tuinen is daardoor veel schade aangericht terwijl tal van glasruiten in broeikassen enz. zijn gebarsten. Gaf het ongunstig weder in de naaand April en de eerste helft van Mei den land bouwer en veehouder alle reden om bezorgd den toekorast te gemoet te zien, het prachtige zomerweer van de laatste weken heeft op akkers en velden wonderen verricht er» den ach terstand bijna geheel doen verdwijnen. Op enkele uitzonderingen 11a is de stand der bouw- en weilanden in IJ- en Haarlemmermeerpolders thans zeer gunstig te noemen. Door den raad der gemeente Aalsmeer is besloten een som van f250.te storten in het waarborgfonds der aldaar te houden tentoonstelling van land- en tuinbouwvoortbrengselen en pro ducten. Thans is definitief bepaald dat de tentoonstelling zal gehouden worden op 13, 14 en 15 Juli a.s. Eindelijk is men te Aalsmeer begon nen met het afzetten der aardbeziën. De eerste schuit is te Amsterdam gearriveerd. Wel is dat niet vroeg, maar wanneer men den langdurigen winter en 't schrale voorjaar rekent, waardoor de planten zeer achterlijk waren, kun nen de afzenders tevreden wezen. Men verwacht eene groote opbrengst toch niet zoo groot als in vroegere jaren, om reden men zich te Aalsmeer meer op bloemen gaat toeleggen, waardoor de aardbezién wel wat op zijde worden gesteld. bezig waren in het water de Liede fuiken te lichten. Beroepen bij de chr. Ger. Gem. te Halfweg G. W. H. Esselink te Slie- drecht. De politie van Halfweg heeft in den nacht van Zaterdag op Zondag op heeterdaad onder Haarkmmeriiede be trapt twee jongelieden uit Haarlem die Het gevolg van H.H. M.M. de Koningin en Koningin-Regentes, bij HD. aanstaand bezoek aan Friesland en Groningen, zal bestaan uit de vol gende heeren en dameBmr. M. W. baron du Tour van Bellinchave, opper- ceremoniemeester A. baron Bentinck, eerste stalmeesterH. W. J. E. baron Taets van Amerongen, dienstdoend kamerheerJ. E. N. baron Sirtema van Grovestins, adjudant; J. G. baron van Sytzama, ordonnans-officier jhr. mr. J. F. Alewiju, directeur van het kabinet der Koningin en jhr. S. M. S. de Ranitz, particulier secretaris van K. M. de Ko ningin-weduwe Regentes; barones Van Hardenbioek van 's Heeraartsberg en Berg-Ambachtgeboren gravin van Limburg-Stirum, grootmeesteres jonk- vrouwe E. G. baronesse Van Ittersum, eerste hofdame van H. M. de Konin gin-weduwe Regentes; jonkvrouwe F. L. H. van de Poll, superintendante der opvoeding van H. M. de Koningin en miss Saxton, goevernante van H. M. de Koningin. Voor het bezoek van Groningen zal de heer Du Tour van Bellinchave wor den vervangen door den heer mr. R. J. graat Schimmelpenninck van Nijen- huis, opperkamerheer van H. M. de Koningin-weduwe Regentes. Voorts komt nog een talrijk bedienden- personeel, gedeeltelijk ook voor den dienst bij de koninklijke rijtuigen en paarden, welke naar de plaatsen van het bezoek zullen worden overgebracht. De heer W. K. M. Vrolik, lid van de Tweede Kamer, heeft eeuige bedenkingen, die hij had willen opperen tegen het op 20 Mei door de Kamer goedgekeurde Billiton-contract, doch tot het ontwikkelen waarvan hem toen geen gelegenheid gelaten werd, uiteen- j gezet in eene „Onuitgesproken Rede." i De bedenkingen van den heer Vrolik betreffen het in contract overeengeko- j mene omtrent de exploitatie over het i eerste jaa en de bepaling aangaande j de likwidatie. De Billiton-maatschappij heeft, volgens hem, in dit contract twee nieuwe voorrechten verkregen i®. het buiten de gemeenschap met den Staat houden van al het tin m de tin-erts, reeds gedolven op 1 Mei 1892, maar nog niet verkocht; 20. hel bij likwidatie, uitsluitend voor hare aandeelhouders reserveeren van eene som, gelijk aan de waarde waarop nu hare bezittingen, J desgevorderd door experts, geschat zullen worden. De schrijver becijfert, dat een 47) HOOFDSTUK XVII. Hij bloedde uit een klein wondje aan het gelaat, dat geheel toevallig was aangebracht en hield een revolver in zijn hand. „Dat is uw werkriep hij uit, zich woest en met een gelaat waarop de wanhoop was uitgedrukt, tot Prickett wendende. „Ja, mijnheer," zeide de detective kalm. „Dat is mijn werk. Ik heb het kruit uit de patronen laten verwijderen. Het kan u nu geen kwaad doen." Wyncott stelde een wanhopige poging in het werk om zich los te maken, maar Prickett hield hem met bewonderenswaar dige vlugheid met zijn beenen tegen, en wanneer Arnold hem niet met kracht had vastgegrepen, zou hy voorover zijn gevallen. Nu bezeerde hij slechts zijn arm, en de hevige pijn scheen hem tot kalmte te brengen. „Ga nu als 't u blieft zitten, mijnheer," zeide Prickett en drukte hem op de sofa. „Wanneer gij u nu nog beweegt, dan zal ik wel een middel vinden om u tot kalmte te brengen. Op mijn woord, nu schaam ik mij over u. Bezit gij zoo weinig wilskracht. Ik heb u altijd als een welopgevoed man beschouwd! Hebt gij geen eerbied meer voor uzelf en voor uw naam Hebt gij dan in het geheel geen medelijden met uwe vrienden Het is aller treurigst. Zoo iets noem ik verachtelijk. Wanneer deze mijnheer u nog het een of ander zeggen wil, dan moet hij dat weten, maar ik wil zulk een onmannelijk schouwspel niet langer gade slaan." Hij wierp Arnold een vluchtigen, veelbeteekenenden blik toe, en zeide tot hem op fluisterenden toon „Ik zal zijn scheermes gaan zoeken. Hij is tot alles in staat." Hij trad de slaapkamer van Wyncott weer binnen, en na het gas te hebben aangestoken, vond hij het mes en stak het bij zich. Hij strekte zijn onderzoek nog verder uit, maar daar hij niets vond, dat gevaarlijk was in zijne oogen, keerde hij naar de zit kamer terug. Arnold zat naast zijn neef, en hield een van zijne gevoellooze handen in de zijne geklemd. Prickett knikte hem goedkeurend toe. „Op deze wijze zal hij vrij wat meer uitrichten, dan op de manier van zooeven," zeide hij by zichzelf. „Heeren," voegde hij er overluid bij. „Ik begeef mij een poosje naar de andere kamer om eens naar buiten te staren," Arnold wierp hem een blik toe, maar Esden deed alsof hij niets hoorde. De detective knipoogde en knikte aanmoedigend, en verwijderde zich daarna, terwijl hij de deur achter zich sloot. „Neem dat geld nu aan, Wyncott," zeide Arnold, toen er een oogenblik van stilte had geheerseht. „Getroost u die vernedering ter wille van hen, die gij beleedigd hebt, en over wie gij schande hebt gebracht. Ga van hier en gebruik zooveel mogelyk de ta lenten, die God u heeft geven. Tracht met het verleden te bre ken, en wanneer de tijd is gekomen, dat gij dezen last van uwe schouders kunt werpen, dan zal men het met vreugde en trots van u willen terug ontvangen. Maar neem het nu aan, en laat dit het eerste bewijs van uw berouw zijn. Gij kunt ons het ons aangedane leed niet vergoeden door dieper te zinken gij moet u staande houden." Arnold voelde een krampachtigen greep van de hand, die hij in de zijne hield geklemd, en beantwoordde dat door ze stevig te drukken, Hij had nog veel meer willen spreken, en wanneer het een jonger of minder ontwikkeld persoon had gegolden, dan zou hij zijne gevoelens hebben uitgedrukt in woorden, die hy krachtens zijn ambt kon spreken, maar al was hij als predikant nog zoo welsprekend, zijn kieschheid gebood hem om te zwijgen. „Zult gij dan van hier gaan?" vroeg hij eindelijk na een langdurig stilzwijgen. „En zult gij het beproeven Een hand druk was het eenige antwoord op beide vragen. „En zult gij doen wat vrij verlangen?" Er kwam nu geen antwoord, zoodat de vraag moest worden herhaald, waarop ze op dezelfde wijze werd beantwoord. „Geeft gij daarop uw eerewoord?" „Ja," zeide Wyncott met nauwelijks verstaanbare stem. „Ik zal u nooit weerzien. Vaarwel." „Vaarwel, Wyncott. God steuae, God zegene tal" Aldus namen zij afscheid, waarna Arnold zich naar het slaap.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1