NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 9e Jaargang:. Vrijdag 17 Juni 1892# No. 2745. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: KleiBB MïSFtenii „Het Blaadje" STADSNIEUWS. Arrondissements-Rechtbank. BINNENLAND. h~hr.UIL.L_fc: f O Nj 01 IIIIIIMI YM BQSE9R0VI. HAARLEM S DAGBLAD Voor Haarlem per 8 maanden;f 1,20 France door Fe» gekeele Bijk, per 3 maanden 1,65. Geïlluatreerd Zondagiblad 3 0,30. Afzonderlijke nummer». 0,05, Dit blad Terscbijot dagelïk», bekal.e op Zon- m Feestdag»». IBoreaoKleree KoiMrut No. 9, Hasriom. TelefoawaauMr 132, van 1—5 rafel» 50 Cent»; ledera refel meer lOCeatc, Gra%4» letter* naar plaatsrnimtei Bij Abennmeat asnslealljk rsbatj Ateaaaweatea ea AdrarteutBte worta aaageaoaeea door ooi» ageatea »a doer ails boskkeadekroa «s coHraatStrs. Bir eoteur-Uitg»v#r I O. FBBBSBOOM» Eoofdajenttx «oor Ut BuitmUmi: Conpaf*lt Stnérok dl f«ilki*t £tr*«flrt Sj L. BJSiS £r<, J6E 3 JOBBi Stioi. ïwrft Slist ftaUnrf Ondergeteekende brengt beleefdelijk in herinnering, dat kleine Adv.rtentien bestemd tot plaatsing in en in de speciale rubriek in het Zater dagavondnummer van HAARLEM's DAGBLAD, 5 Cts. per regel te zamen, uiterlijk tot Vrijdagmorgen 12 uur aan het Bureau kunnen worden iageiererd. T. C. PEEREBOOM. Haarlem, 16 J*mi 1892. Naar wij vernemen heeft de anti revolutionaire kiesvereniging „Neder land en Oranie" in hare vergadering van Dinsdag j.l. een «etie van afkeu ring aar genomen over de h©udi»g van den heer H, van den Berg, lid va* den gemeenteraad van Haarlem, weg®BS zijne houdiag bij het debat ©ver het afschaffen der kermis i* da laat»! ge houden raadsvergadering. Door hem weid gestemd voor het voorstel va* 3. en W. om ep de ingekome* adresien tot afschaffing van de kernei» afwijsessd te beschikkenwelke hsuding geheel in stiijd is iset het deor de **ti-libe- ralenvastgestelde gcmecBteraadsprogram, waarmee de heer van de* Berg instem ming had betuigd. Woensdagavond had in de groote zaal van „Weten en Werke*" eene feestelijke bijeenkomst plaats va* de leden der Coöperatieve Boawvereenigiag „Ons Tehuis", ter eere va» h#t legge* van dan gedenkstee» y@ar den bouw van de 74 woniftgea, welke voor reke»i*g van bovengenoemde Vereniging asm de Pieter Kiesstraat werden gebouwd. De plechtigheid zelve heeft Zaterdag jh plaats gehad. Door dea voorzitter van da Ver- eeniging, den heer A. va* der Volde, werd de talrijke bijeenkomst geopend. Hij begon met voor t§ lesa* een schre ven van den heer A. de Clereq, «ea der commissarissen van „Ou Tehuis", waarin deze meldde, tot ziju leedwazen niet persoonlijk aauweaig te kuanes zijn, en de beste weasche* uitsprak voor de.u bloei der Vsraenigiag. De voorzitter drukte in zfu toespraak de hoop uit, dat de ledes va» de bouw- verceniging zich in hu* toekomstig huis tehuis zullen gevoelen, en eindigde met den wensch dat er dien avexd met ge noegen z©u worden feestgevierd. Door den heer Londe», aannemer der woningen, werd nog ia een kort woord herdaekt zij*e erkentelijkheid voor het vertrouwen, dat in hen» was gesteld, daar asiea hemjjdQ* bouw der woningen had wille* toevertrouwen. De avond werd nog afgewisseld d©ar eeaige mo©ie nummers op de pias®, en door veordr&chtoa, terwijl ook voor den iaweadiges mensch goed werd gezorgd. De stemming was zeer prettig ea opge wekt, en deze goede toon bleef tot het einde toe bewaard. Johaaaes Leuven, Theodorus Nies- ken ea Johaaues Tui*ma» te Heem stede hebben in de* acht va* den g®stea April opzettelijk en moedwillig aangegrepen, geslage* e* getrapt He le** Maria Moliter, huisvrouw van den koopman Dirk Castricum aldaar. Bo- veadiaa hebben Leuvea ea Tuinkan Castricuï» gegrepe* e* geslage», Nies- kea is hem met een stoei te lijf gegaan, Tui»paan heeft bovendie» de dienstbode va» Castricum gewelddadig aaagegr&pen e* Leuve» heeft in de woning, waar dit alles voorviel, ee* glasruit stmk geslages. Wat was de zaak Het drietal, dat iate vroeger bij Castricum een borrel had gekoekt, wou er »©g een en het was sluitingstijd, zoodat Castricum hen weigerde te ontvangen. T©ea sloeg Leuvea een glasruit en eea stuk hout uit de deur, «ie drie gingen naar binnen en hielden huis als bovea gemeld is. De drie beklaagde» oatkenoen wel, Maar de getuigenverklaringen laten aan hun schuld weinig twijfel ©ver en ar. Joh. P. van Outeres, subs. ©ff. vaa just., requireert dan ook huane veroor- deeliug tot gevaageuisstraf van 2 maan den elk en vrijspraak voor Niesken voer het slaan aaet den stoel. Maar ziet, daarmede is de zaak nog *og uiet afgeloope*. Ook Castricum is ge®» chevalier sans peur ai reproche. Niet alleaa heeft hij Leuven eea mes steek gegeven zoodat deze bloedde, maar ook heeft hij ziek vergrepen, doordat hij borreltjes heeft getapt en verkocht, ter wijl hij de vereischte vergunning niet bezat. Voor laatstgenoemd feit eischt de off. v. just, veroordeeliftg tot een boete van /asubsidiair 6 dage* hechte- aisstraf en vrijspraak voor de tea laste gelegde mishandeling, als kebbeade hij tsr zelfverdediging gehandeld. Nu komt de huisvrouw vaa Castri cum in het bankje der beklaagden, omdat zij een stoker, Willem va* Wir- dum vijfmaal geslagen heeft. Vrouw Castricum namelijk werd boos, omdat van Wirdum, sprekende over het boven vermelde conflict, Leuven gelijk gaf. De eisch is geldboete van f 5.-— subs. 5 dagen hechtenis. Deze beklaagde verlaat onder tranen en druk pratende en mopperende tegen de twee getuigen, de rechtszaal. Jacob Seoyveld, 48 jaar oud, staat terecht wegens diefstal van een vaatje zeep ten nadeele van den grossier H. S. H. van Peit te Zaandam, wien hij destijds (in November) werkzaam was. De waarde bedraagt zeven gulden. Door de poiitie werd het vaatje ten huize van den tapper Meijer in beslag genomen aan wien beklaagde het ver kocht had. De eisch is gevangenisstraf voer den tijd van 2 maanden. De subst. off. van just, betreurt het dat Meije? niet in rechten kan worden vervolgd, daar toch deze weten, althans begrijpen kon dat de zeep niet eerlijk was verkregen. Ia alle deze zaken is de uitspraak op heden over 8 dagen bepaald. Hedenmorgen omstreeks 9^ uur is een onbestuurde en met een paard bespan ne» chais, toebehorende aan jhr. van Merlen, woonachtig ©ader Heemstede, van af diens buitenverblijf op hol ge gaan en alhier door de Groote Hout straat rsssende, een boodschappenwagen stuk en een steesen paal op de hoek vaa dio straat en de Gedempte Oude Gracht geheel afgereden. Bij genoemde gracht is het paard gevallen en gegre pen. De chais is stukgeslagen. Persoon lijke ongelukken zijn niet voorgevallen. Het paard is tijdelijk in de manége van den heer van den Berg gestald.. Ia den laten avond van Woensdag heeft bij eene vechtpartij tusschen twee personen, aan de Brouwersvaart alhier, zekere G. zijn tegenpartij eene belang rijke verwonding aan den linkerarm toe gebracht. Wegens den lagen waterstand inden Haarleaamermeerpolder is de vorige week bij de stoomgemalen „Leeghwater" en „Crusqius" respectievelijk 17 en 21 uur water ingelaten. Nabij Aalsmeer is een arbeider, werk zaam aan den aldaar op te werpen sla« perdijk. onder een met steenen beladen kar gevallen, die onverhoeds kantelde. Ia- en uitwendig zwaar gekwetst werd hij in eene nabij zijnde woaiüg ge dragen. De minister van Koloniën heeft alsnog het afdeelisgs-verslag der Eerste Kamer omtrent de Billiton. Over eenkomst beantwoord. Al zou hij, in gewone omstaadigheden, voorstander zijn geweest van Staats-exploitatie, zoo meent hij ook, dat het contract van 1892, dat, bij verwerping dezer overeen komst, weder door de Billiton-maatschap pij zou worden ingeroepen, aan eene vrije keuze omtrent de voordeeligste wijze van exploitatie een ernstig bezwaar in den weg legt. Wel verre van te mee- nen, dat de Staat voor een proces niet mag terugdeinzen, meent hij, dat de Re- geering nauwkeurig alle kansen moet1 overwegen, alvorens tot het voeren van een proces te besluiten. De minister constateert, dat de over eenkomst van Maart 1892, ©ok ten aan zien van het in te fereDgen kapitaal, hetzelfde bedoelde als de overeenkomst van Mei 1891. Ten einde echter zeker heid te erlangen, dat aan de Reg. niets, voor zooveel haar aandeel betreft, zal ontgaan van de winst, is bepaald, dat aan de aandeelhouders geen dividend zal worden betaald, of ook aan de Re geering zal gelijktijdig haar evenredig aandeel uitgekeerd moeten worden; ver. der dat de Billiton-mpij. na afieop der concessie binaen zekeren tijd zal liqui deeren en dat de Reg. ook daarbij weder haar aandeel erlangen zal, nl. in alles wat boven het ingebrachte kapitaal zal aanwezig zijn. Na het eindige* der overeenkomst heeft de Staat ongetwijfeld de bevoegd heid zich onmiddellijk in het bezit van mijnen en treine* te stellen ea kan hij tijdig de noodige contracten met mijn werkers aangaan. Voor tegenwerking in de praktijk bshoeft men dus niet be ducht te zijn. Ten slotte verklaart de rainister er geen bezwaar in te zien, dat bij de dis cussie van de ambtshalve uitgebrachte adviezen gebruik worde gemaakt. Bij den voorzitter van het Centraal Comité te Utrecht, is het vol gend hoogst aangenaam schreven ont vangen Utrecht13 Juni 1892. Aan het Ce7itraal Comité voor de vie ring van Nationale feestdagen, ie Utrecht Het is mij een voerresht u te mogen mededeelen, dat mij namens H. M. de Koningin-regentes bij schrijven van 12 dezer de taak is ©vergodragen, uw Co mité den bizonderen dank over te brengen van HH. MM. de Koningin en Koningin-regentes, voor al hetgeen door hetzelve is verricht om het ver blijf van HH. MM. in deze gemeente op te luisteren en te veraangenamen. HH. MM. stellen op het hoogen prys, dat uw Comité zooveel moeiten en zor gen heeft willen aanvaarden, om Hoogst- dezelven eene luisterrijke ontvangst in deze gemeente voor te bereiden en te verzekeren, en waardeeren het in het bizonder, dat bij alle feestelijkheden een aangename geest heeft mogen heer- sehen en de beste orde is in acht ge nomen. Mij kwijtende van deze gedane op dracht, is het mij tevens eene behoefte, u mijnen dank te mogen toebrengen voor de medewerking, die ik bij de regeling van de ontvangst van HH. MM. in deze gemeente ook van u heb mogen ondervinden. De burgemeester der gemeente Utrecht, B. REIGER. In het kiesdistrict Sluis is gekozen tot lid der Proy. Staten de heer De Bats (liberaal) met 824 stem men, tegen 335 op den heer Hennnequin (anti-rev.). Het aantal uitgebrachte stemmen was 1217. In het laatst der vorige week is te Amsterdam overleden de gépensionueerde kapitein van het in- dische leger J. H. Huijer, een figuur van beteekenis in de indiscne krijgs geschiedenis. Bij de eerste atjehsche expeditie was kapt. Huijer commandant van de 4o comp. van het 9c bat. inf. Het was voornamelijk bij de tweede verovering van de greete Missigit, den 14™ April 1873, dat de dappere kapitein zich bi- zender onderscheidde. Verscheidene malen reeds waren de stormladders beklommen, zonder dat het mocht gelukken de honderden At- jehers, die achter den muur waren op gehoopt, te verdrijven. Hoewel in de indische oorlogen de bajonet steeds de groote rol speelt, kon de achterlader hier, op de muren van de Missigit, uit muntende diensten bewijzen. De bevel voerende majoor Cavaljé liet dus vragen om eene compagnie achterladers. Toen de „lange Muijer", zooals hij in de wandeling steeds werd genoemd, dit hoorde, had hij reeds dadelijk zijn bat.- j commandant, den majoor Knpote, toe- geroepen „Majoor, de compagnie staat al aangetreden en is gereed cm af te I marcheeren De compagnie kreeg dan ook order om zich onder de bevelen j van majoor Cavaljé te stellen. Bij dezen aangekomen, kreeg Huijer last om de stormladders te beklimmen en van bo- jven een snelvuur op de Atjehers binnen !de enceinte te openen. Eene eerste poging mislukte, want de soldaten gleden door de overhaasting 21 HOOFDSTUK II. Onze held ontmoette de jonge dame in de ontvangkamer, al waar zij op hem wachtte. Zij was een lieve verschijning met heldere ©ogen, blozende wangen en gekleed in wit met blauw. „O, Dick," riep zij uit, „is het werkelijk waar? Is die goede oude man dood?" „Het is maar al te waar, lieveling," antwoordde Dick. „Hij is zittende in zijn stoel gestorven." „Wat is dat vreeselijk, zoo geheel alleen," zeide Lucy, terwijl er tranen in haar o®gen opwelden; „ik zou niet gaarne zoo willen sterven. Het komt mij zoo vreeselijk voor, om in de laatste oogenblikken geen vriend of bloedverwant bij zich te hebben." „Dat is het ook, lieveling," antwoordde hij, en streek haar met zijn hand over het haar, terwijl zqn hoofd «teer vervuld was met het denkbeeld, wat hij zou verliezen wa**eer hij het geld van zijn oom niet kreeg, dan met de godaehte wat zij* oom had ge mist door zijn plotselingen en eenzamen dood. „Ik hen nieuws gierig 01a te weten of oom nog een testament heeft nagelaten," zeide Dick diep peinzend. „O, Dick I" riep Lucy uit, „hoe kunt gij Gver een testament en dergelijke dingen spreken, terwijl uw oom nog maar pas dood is Wacht tot de begrafenis voorbij is, dan is het nog vroeg genoeg." „Ja maar, lieveling, hij was bezig een testament te maken toen hij stierf." „Een testament te maken? Hebt gij het gezien? Wordt uw naam er in genoemd? Wie krijgt dat verrukkelijk mooie Rosegrove „Wat zijt gij toch een model van consequentie!" zeide haar verloofde. „Gij verwijt het mij, dat ik op dit oogenblik van een testament spreek, en nu begint gij er al naar te vragen." „Ja, ik kon het niet helpen. Ik zou het ook zoo gaarne willen weten." „Ik zelf ©ok, lieveling; en daarom ben ik zoo nieuwsgierig om te weten ef er een testament is. Hetgeen hij bezig was te maken, werpt geen licht over de zaak. Hij had slechts geschreven: „In den naam van God Amen. Ik, Christopher Honeyman," toen de d©od zijn hand deed verstijven en de pea aan zijne vingers ontviel." „O, Dick, hoe vreeselijkzeide Lucy, ea sloeg hare handen voor hare oogen, alsof zij het vizioea vaa den doode zittende ia zij* armstoel daardoor wilde doen verdwijnen. „Ik hoop maar, dat de zaak goed afloopt," zeide Dick niet zonder bezorgdheid in zq* toe*. „Wat good afloopt?" vroeg Lucy. „Ja, lieveling, oom heeft mij altijd doen verstaan, dat ik zijn erfgenaam was. Het spreekt natuurlijk van zelf, dat ik daarom niet naar zijn dood verlangde." „Natuurlijk niet, zulk een monster zoudt gij niet kunnen zijn," riep Lucy verontwaardigd uit, reeds bij het denkbeeld, dat de mogelijkheid daaraan by hem was opgekomen. „Nu hij evenwel dood is, en niets meer met zijn geld kan doen, kunt gij natuurlijk wel begrqpen, dat ik gaarne zekerheid wilde hebben, of het aan mij zal toebehooren." „Wie zou het anders kunnen krijgen vroeg Lucy. „Er zijn ooms en tantes, nichten en neven, kortom velen, die van meening zijn, dat hunne rechten geljjk staan met de mijne." „Maar als uw oom niet van plan was geweest om u zijne be zittingen na te laten, dan zou hij u niet behandeld hebben als hij u heeft gedaan, en aan mijn vader hebben verteld, dat hij het meest van u hield." „Ik geloof wel, dat hij het ook meende te doen, maar ver onderstel eens, dat hij het niet heeft gedaan, wat dan „Wel, dat zou schandelijk zijn, en...." „Ja, maar gij wat zoudt gij dan?" „Dick," zeide het lieftallige meisje, terwijl het natuurlijk rood vaa hare wangen nog verhoogd werd door den gloed harer woorden, »Dick, wanneer uw oom u niets heeft nagelaten, dan zult gij mij nog hebben om u gelukkig te maken." Deze verklariög werd door onzen jongen vriend met innerlijke voldoeaiag aangehoord, maar toen hij dien avond huiswaarts keerde, »a ee* buitengewoon teeder afscheid van Lucy, kwam de gedachte onwillekeurig bij hem op, dat haar vader de zaak

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1