WEDSTRIJDEN.
ting, sprak de Koningin-regentes een
paar der kinderen aan om te vragen
naar hun ouderdom, hunnen naam en
zooal meer. In het stadsweeshuis, dat
onlangs gedeeltelijk vernieuwd is en
waar HH. MM. op dezelfde wijze als
in het vorige weeshuis werden ont
vangen, door heeren voogden met den
voorzitter T. Gratama, toefden HH. MM.
den langsten tijd in de naai- en ver
stelkamer, om er zich het werk der
kinderen te laten voorleggen. Op de
binnenplaats van het gebouw houdt een
monument de gedachtenis levendig aan
Jacobus Martinus Baljé, die, zelf voed
sterling van dit weeshuis, opklom tot
Raad van Indië en in het begin dezer
eeuw bijna zijn geheele nalatenschap
aan het weeshuis vermaakte, de stichting
die in hoogst moeilyke financieele om
standigheden verkeerde, daardoor van
eenen wissen ondergang reddende.
Nog werd bezocht het merkwaardige
museum van het Friesch Genootschap
van geschied-, oudheid- en taalkunde.
Aldaar ontvangen o. a. door den be
kwamen en begaafden president-com
missaris mr. J. Dirks, vertoefden HH.
MM. een oogenblik in de kamer met
de portretten van de voorouders van
prins Willem I, zonen van Jan van
Nassau enz. Dadelijk werd mr. Dirks
door de Koningin-regentes gevraagd,
aan de jonge Koningin de betrekking
van Haar geslacht tot deze vorsten te
verklaren. Zelve had zij de attentie om
mr. Dirks, den kundigen numismaticus,
in de penningkamer het genoegen te
gunnen, Haar zelve omtrent de merk
waardigste munten in te lichten.
Nog wordt gemeld welk een eigen-
aardigen indruk de toespraak van het
lid der Staten, den heer I. van Loon Jz.
maakte bij gelegenheid van het Zaterdag
aan HH. MM. door de Provinciale
Staten van Friesland aaageboden diner.
De heer van Loon verkreeg van H. M.
verlof, om evenals hij dit in 1873 op
verzoek van koning Willem III gedaan
had, ia de Friesche taal lucht [te geven
aan de gevoelens, die hem bezielden.
De hooge gasten toesprekende met
„Ljeawe Kenninginne en able Regentes,
wees hij er o. a. op, dat mear as trije
ieuwen it Fiyske folts al finder it bistiür
stien hat fen soannen ut it Oranjehüs,
det hja altiid trou wést binne." En
doelende op de beeltenissen der drie
koningen, welke de raadzaal sieren, en
die hij allen gekend had, sprong zijn
hart op van vreugde, nu hij nog ge
tuige mocht zijn van de liefde, waarvan
het Friesche volk getuigenis gaf voor de
edele dochter van den laatsten Koning.
Zondag was opnieuw een maaltijd in het
raadhuis aangericht, thans uitgaande van
de gemeente.
Daaraan namen, behalve de gasthee-
ren, deel verschillende stedelijke ambte
naren: de ontvanger, de directeur van
publieke werken, de commissaris van
politie, verder de predikant der herv.
gemeente, ds. Drijber, de pastoor-deken,
de rabbijn, verschillende leden van de
rechterlijke macht enz.
De protest meeting, op dien avond
uitgeschreven door sociaal-democraten,
is van geenerlei beteekenis geweest, bij
gebrek aan bezoekers. Een paar voor
gangers der partij hadden op straat zoo
veel overlast van het publiek, dat de
politie, om erger te voorkomen, zich ge
noopt zag ze in bescherming te nemen,
Maandag morgen zijn de hooge gas
ten uit Leeuwarden naar Sueek vertrok
ken.
Bij de komst der Koninginnen aldaar
werden HH. MM. aan jhet station ont
vangen door burgemeester en wethou
ders en den commandant der schutterij.
De stafmuziek van Leeuwarden liet zich
hooren. Koningin Wilhelmina was ge
kleed in crème kleedje, met een blauwen
hoed.
De dochter van den burgemeester
bood een bouquet aan.
Onder fraai weer had de tocht door
Sneek plaats. Het was compleet een
vreugdetocht. Politie en huzaren waren
niet in staat het publiek op een eer
biedigen afstand te houden. Geen oogen
blik heeftwellicht vroolijker lach om
de mond der kleine Vorstin gespeeld
als bij de groote eerepoort, aan den
iugang der stad opgericht. Het sober
versierde, van sparregroen vervaardigd
gevaarte werd gestoffeerd door de leden
der damesgymnastiekvereeniging „Thu-
snelda", die in haar aardige pakjes in
een bevallige houding in het groen van
den grooten boog rustten, allen met
groote bogen sparregroen in de hand.
Bovenop de hooge poort stond een py-
ramide van gymnasten, gekroond door
gymnast, die een groot bord met
het woord „welkom" omhoog hield.
Aan den voet der poort voerden de
andere leden eenige staafoefeningen uit,
terwijl bezijden deze fraaie groep de
banierdragers van „Greate Pear", „Gym-
nastiekschool Uitspanning door Inspan
ning" en de banierdraagster van „Thu
snelda" stonden.,
De hoogsteigenaardige hulde behaagde
onze kleine Vorstin bizonder, en vroolijk
dankte zij allen.
Ook een door de vischvrouwen op
gerichte eerepoort was door een tiental
harer, in lichte japonnen met groote
oraDjestrikken en linten, bezet.
De Koninginnen reden terstond naar
het stadhuis, dat smaakvol versierd is.
In de raadszaal werden de Vorstinnen
door den burgemeester toegesproken,
Hij heette HH. MM. welkom
verklaarde dat Sneek het zich tot eene
hooge eer rekende de vorstelijke gasten
thans in het midden der burgerij te
zien, en dat allen jubelden en juichten
op dezen schoonen dag. Bij de aanspraak
tot de Koningin eindigde spreker met
een keurig vers en de woorden Oranje
en Nederland onder Gods zegen
krachtig en vrij.
Na afloop van deze plechtigheid ver
scheen het Koninginnetje opjhet balkon,
waarop natuurlijk uit duizend monden
op de Marktstraat donderende hoera's
volgden.
Bij de afvaart naar het Sneekerraeer
stonden er misschien wel twintigduizend
personen aan weerszijden „van de gracht
geschaard, en al die monden zwegen
met het roepen van Oranje boven niet
eer, dan toen de gasten het Zommerrak
binnenstoomden. Uit alles blijkt dat
men in Friesland in hart en nieren nog
Oranje-gezind is.
Geen oogenblik werd de orde ver
stoord.
Na de schitterende ontvangst en den
rijtoer doer de rijkversierde stad, be
gaven Hare Majesteiten zich aan boord
van de stoomboot Industriewelwillend
afgestaan door den heer P. Smit jr. te
Rotterdam, naar het Sneekermeer dat,
ondanks het buiige weder, een aller-
levendigst aanzien had. Honderden
vaartuigen van allerhande slag, en stoom-
booten rijk bevlagd en met sparregroen
en bloemguirlandes versierd, lagen bij
den toegang tot het meer in rijen ge
schaard de koninklijke stoomboot op te
wachten en defileerden later, toen de
Industrie aan een der pollen vastge-
meerd was, voor de Koninginnen. Daar
waren booten met schoolkinderen en
met verpleegden uit het weeshuis te
Sneek die liederen zongenandere
vaartuigen hadden een muziekkorps aan
boord dat het Wilhelmus speelde enz.
Weer en wind trotseerende bleven de
Koninginnen aldoor op het dek en be
antwoordden onvermoeid de haar ge
brachte ovaties. Het weer was in den
aanvang niet gunstig genoeg om, gelijk
het voornemen der Koninginnen was,
met den boeier van den minister van
als volgt.
Vracht en beurtschepen,
eerste prijs Vrouw Anna, Zwart, Gorre-
dijk; tweede prijs Neptunus, Wisman,
Makkinga; derde prijs De HoopDe
Jong, Noordwolde.
Boeiers, eerste prijs Wouda uit
Sneek, met Bevertweede prijs Stand
fries van jhr. Eisinga, Leeuwarden;
derde prijs Friesland van Reitsma,
Sneek.
Jachten en booten, eerste prijs
Argo en HeidaLeeuwarden; tweede
prijs JSijord van Boitjes, Grouw;* derde
prys Wilhelmina van Hoogterp, Warga.
Booten met sprietzeil, eerste
prijs Gysbert Japiks van Mulder, Lang
weer tweede prijs Friso van Semplo-
nius, Boornezwaag; derde prijs Jonge
Otto van Van der Hoop, te Terhorne.
De Koninginnen voeren vervolgens
naar de oude schouw, de aanlegplaats,
die weer kwistig was versierd, gelijk
elke plek ia Friesland waarlangs men
kon vermoeden dat de weg der Ko
ninginnen voeren zou. Hier stapte de
vorstelijke stoet in de gereed staande
hof rij tuigen en ging het terug naar
Leeuwarden. Op den weg naar en van
Saeek zag men van alle dorpstoreas tot
in het verste verschiet de driekleur
wapperen, ten teeken dat heel Friesland
deel neemt in de heugelijke gebeurtenis
van het Koninginnen-bezoek, een be
zoek dat tengevolge der groote sym-
phatie, welke de Koninginnen wisten te
veroveren, van ver-strekkende beteeke
nis is. Geen mensch heeft onze lieve
Koningin gezien zonder haar lief te
krijgen. Ik heb ze opgevangen uit den
mond van heftige politieke tegenstanders,
de woorden„wie zou in staat zijn om
zoo'n aanminnig meisje ooit kwaad te
willen doenZij had slechts te ver
schijnen om de harten te veroveren.
Geen overtuigder Orangisten dan men
in Friesland vindt!
De zeilwedstrijden, die Zaterdag van
wege Hollandia op het Braassemermeer
gehouden en door het meest gewenschte
weder begunstigd werden, hadden den
volgenden uitslag: Voor 1 en 2 geen
deelnemers. III scherpe en centerboards-
vaartuigen van 4 tot 6 wedstrijdtonnen,
prijs de groote gouden medaille der ver-
eeniging; premie de groote verguld zilv.
med.; drie deelnemers Hollandiavan
H. Veder, te Rotterdam, Sappho, van
J. I. la Verge, te Rotterdam, en Vum-
Yumvan jhr. W. Six, te Amsterdam.
Hollandia geeft aan Yum Yum 35 sec.
aan Sappho 53 sec. voor. Prijs Yum-
Yumpremie Hollandia.
IV. Dito vaartuigen tot 4 wedstrijd-
tonnen; prijs verg. zilv. med., premie
zilv. med,; drie deelaemers Giiana van
N. N. geeft aan Koningin Emma van
C. Hooykaas te Rotterdam 6 min. 4
sec., aan Ottolinevan Lemmerzaal te
Koog 2 m. 23 sec. voor. Prijs: Gitana.
premie Koningin Emma
V. Jachten, Boeiers, Botters boven S
tonnen, prijs: een standaardvlag van
Hollandia, aangeboden door eenige da
mes, premie: gr. verg. zilv. med. 3 deel
nemers: Maria van A. F. Hendrichs,
te Amsterdam, geeft aan Elisabeth van
P. Altink, Amsterdam 10 sec. en aan
Noordster van J. van Nievervoort te
Dubbeldam 22 sec. voor: prijs Elisabeth,
premie Maria.
VI. Dezelfde vaartuigen van 5 lot 8
tonnen. Prijs groote gouden med. der
vereeniging; premie id. verg. zilv.; 2
deelnemers Sperwer van C. Jurjens en
staat Van Eysinga een zeiltochtje op Hora van W. Heij broek, beiden Am-
het meer te doen. Alleen werd de fraaie sterdam. Prijs Spenver, premie Hora.
VII. Dezelfde vaartuigen uitsluitend
bemand door h.h. liefhebbers, met éen
voor den mast; dezelfde prijzen.
Sperwerpremie Hora.
IX. Tjotters van 2 tot 3 tonnen de
zelfde prijzen, vier deelnemers.- Aleita,
van A. Parmentier ;Jr., Leiderdorp, An
na Mariavan H. Hopman, Jo Jo
van Henri Sijthoff, beiden Leiden, en
Bevervan B. Wafelbakker. Zaandam.
Prijs: Aletta, premie Bever
X. Dezelfde vaartuigen uitsluitend be
mand door heeren liefhebbers. Prijs
kunstvoorwerp, premie zilv. aaed. De
zelfde deelnemers. Prijs Aletta, premie
Jo Jo.
XI. Tjotters tot 2 tonnen Prijs: gr.
verg. zilv. med. Zes deelnemers, prijs
Vlinder van W. Heij broek, Amsterdam;
premie, Marie van J. A. Weber, N.-
Amstel.
XII. Platbodem vaartuigen, prijs:
kunstvoorwerp, premie een surprise. Zes
deelnemers prijs Fortuna premie Zwa
luw II, beide uit Roelofarendsveen.
Voorts werd nog een prijskamp ge
houden buiten het programma tusschen
de kotters Dau?itless van den heer Van
Vloten, Zwerver van J„ Kol en Girojla
van Blauw, alle van Amsterdam. De
prijs, een groote gouden medaille, werd
behaald door de Zwerver. Een premie
was niet uitgeloofd.
Bij den eersten wedstrijd bleek dat
de Hollandia een verkeerde boei ge
nomen had, waardoor de schipper be
weerde dat hem de prijs was ontgaan.
Jhr. Six wilde nu niet den prijs erlan
gen. Na eenig overleg echter werd over
gezeild en zeilde Yum Yum glansrijk
ais prijswinner vooraan.
Over het scherpe vaartuig Gitanadat
nieuw gebouwd slechts enkele weken
gereed is, was maar een roep van schoon
heid en dat het een vlugge zeiler was
bleek zeer spoedig. Het sierlijke scheepje
liet zijn partners verre achter zich.
Het was een aangename, opgewekte
dag.
Op de Scheveningsche Wielerbaan
werden Zondag de tweede wedstrijden
van dit jaar gehouden. Evenals den
eersten keer werden tusschen de wieier-
races wedloopen gehouden.
Niettegenstaande het weder zich in
de laatste dagen allesbehalve gunstig
liet aanzien, en zelfs nog Zaterdag en
den vorigen nacht het wielerfeest
dreigde te mislukken door de zware
regenbuien, welke de baan week maak
ten, klaarde het weder tegen den middag
op en toen het uur van aanvang déar
was, bescheen zelfs een vriendelyk koes
terend zonnetje het sportterrein,en bracht
niet weinig bij ook dit wielerfeest tot
een der best geslaagde te kunnen re
kenen.
Toch was vooral in den beginne de
tribune zoowel als het terrein rond de
baan slecht bezet. Als naar gewoonte
werden dej wedstrijden opgeluisterd door
muziek, ditmaal van het 2e regiment
veld-artillerie.
Hoewel verschillende races als inter
nationaal stonden vermeld, was er geen
enkel buitenlander, die zich op de baan
vertoonde, zoodat genoemde races in
„nationale herschapen werden.
Bizondere vermelding verdient het zeer
fraaie „Eagle Sport Chocolate Shield",
hetwelk de heer De Waardt Zondag
ten tweeden male won. Nog éénmaal,
en 't is in zijn bezit.
heen te gaan, daar hij niet schreef om
te worden uitgelachen. Een aantal hun-
ne.r en..°°k eenige critici voldeden on
middellijk aan dezen wensch.
Ter vervanging van de heeren
Timmner en Mossel, die hun ontslag
hadden genomen, heeft het bestuur van
het Concertgebouw voor het aanstaand
seizoen eene verbintenis aangegaan met
den heer Leopold Kramer uit Praag,
als concertmeester, en is voor de tweede
plaats in onderhandeling getreden met
een welbekend Nederlandsch kunstenaar
RECHTSZAKEN.
De arrondissements-rechtbank te
's Bosch deed Zaterdagmiddag uitspraak
in het hooger beroep van den officier
van justitie bij de kantongerechten al
daar in zake samenscholing tijdens de
bekende onlusten op 21 Augustus 1891.
De rechtbank verklaarde alle beklaag
den schuldig aan het overtreden van
een algemeen voorschrift van politie m
buitengewone omstandigheden door den
buigemeester uitgevaardigd en afgekon
digd, en veroordeelde allen tot eene
geldboete van 1, te vervangen bij
niet betaling door éen dag hechtenis en
in de kosten van het geding.
boeier tot groot genoegen van de Ko
ningin door de hooge gasten bezichtigd.
De wedstrijd was te ongeveer 4 uur
afgeloopen. De prijzen werden behaald
Ingeschreven dezelfde schepen. Prijs
Letteren en Seasti
In het parijsche Thé£tre Moderne
had de eerste opvoering plaats van een
„symbolistisch treurspel" in driebedrij
ven en in „vrije verzen" door Edouard
Dujardin, getiteld „Chevalier du Passé."
Bij zekere episode in het eerste bedrijf
van dit treurspel moesten ettelijke toe
schouwers het uitschateren van het
lachen. Na afloop van dit bedrijf ging
het gordijn weer op en de schrijver
verscheen, de lachers verzoekende liever
KOLONIËN-
BATAVIA, 20 Mei.
Aan het verslag der voornaamste ge
beurtenissen in het goevernement Atjeh
en Onderhoorigheden, loopende van 26
April tot en met 8 Mei 1892, wordt
het volgende ontleend:
Groot-Atjeh. Onze posten wer
den gedurende dezen verslagtijd slechts
een enkele maal beschoten.
De laatste week kenmerkte zich door
diefstallen bij eeoige Europeanen ge
pleegd; de daders werden spoedig ont
dekt en het gestolene teruggevonden.
Den a8sten April werd door het
lossen van saluutschoten uit onze ver
sterkingen het aanbreken van het
Inlandsch nieuwjaar („hari raija") aan
gekondigd, terwijl op 2 Mei ten huize
van den goeverneur de bij die gelegen
heid gebruikelijke officieele receptie van
atjehsche hoofden plaats had, welke
hoofden volgens gewoonte met geschenk
goederen werden begiftigd.
In den leop van den verslagtijd be
gaf zieh de goeverneur wegens dienst
aangelegenheden per Condor naar Edu
Onderhoorigheden. Noord
kust. Onze post te Segli werd weinig
beschoten.
De gevall en van buikziekte met
doodelijken afbop ia het Pedirsche
waren nog menigvuldig.
Oostkust. De politieke toestand
te Edi bleef gnnstig.
Sedert vier jaren is thans voor het
eerst de „poeasa" maand zonder eenige
rustverstoring voorbijgegaan, en zulks
niettegenstaande de aan de militairen
verleende vergunning om buiten de ver
sterking zich te bewegen niet, zooals
in vorige jaren, is ingetrokken.
Een groot deel van het peper-product
is nog niet geoogst kunnen worden,
tengevolge van de omstandigheid, dat
de meeste lieden van Groot-Atjeh en
de Noordkust, die gewoonlijk naar de
Oostkust zich begeven om bij den pluk
behulpzaam te wezen, dit jaar niet ge
komen zijn.
Omtrent de Westkust valt geen
nieuws te melden.
Het weder was afwisselend en ken
merkte zich door zware winden.
De gezondheidstoestand was over het
algemeen iets ongunstiger. Het gemid
deld ziektecijfer per dag bedroeg 24.6
tegen 21.8, en dat der berri-berri 12
tegen n gedurende den vorigen ver
slagtijd.
Het stertecijfer is lager.
om, en een voortbrengel van zijn vernuftig brein. Zonderlinge
tafereelen vertoonden zich op de ruiten van geschilderd glas en
nog zonderlinger opschriften droegen de grafzerken hier en daar
in de kerk om de deugden te verkondigen van mannen en vrou
wen, die moesten zijn gestorven om gewaardeerd te worden, en
die zich uiterst verbaasd zouden hebben wanneer het hun ver
oorloofd ware geweest hunne eigen grafschriften te lezen.
„Met St. Michiel negen en veertig jaar, mijnheer," zeide de
koster in antwoord op de vraag van Dick, hoe lang hij reeds
zijne dubbele betrekking van koster en voorzanger had bekleed.
„Dat is bijna een menschenleven lang," zeide Dick. „In die
jaren zult gij al heel wat veranderingen hebben bijgewoond?"
„Ja, zoolang ik in die bank heb gestaan," hij wees naar de
plaats, die hij gedurende de godsdienstoefening innam, „heb ik
er velen zien komen en gaan."
„Zijt gij ook tegenwoordig bij doop- en huwelijksplechtigheden en
bij begrafenissen?" vroeg Dick.
„Of ik er bij tegenwoordig ben, mijnheer Dat zou ik denken.
Zij kunnen niet zonder mij. De predikant kan de plechtigheid
wel leiden, maar ik moet er steeds bij tegenwoordig zijn. Het is
nu negen en veertig jaar geleden, dat ik voor de eerste maal in
deze kerk een paar heb helpen trouwen, en sedert heb ik ge
holpen alle verbintenissen hier tot stand te doen komen."
„Nu ik er over nadenk, geloof ik, dat een mijner bloedver
wanten in deze kerk is gehuwd het was een oom, een broe
der van mijn vader."
„Dan heb ik daarbij geholpen. Hoe heette hij ook weer, mijn
heer?" vroeg de oude man.
„Honeyman Christopher Honey man."
„Hon-ey-man Cbris-to-pher Hon-ey-man," herhaalde de
oude man, langzaam ie deren lettergreep uitsprekende. „Kan dat
zoo ongeveer een dertig jaar geleden zijn?" vervolgde hij.
„Zoo ongeveer," zeide Dick, wiens hart bijna stilstond, nu hij
zoo spoedig in zijn vress versterkt werd.
„Dertig jaar geleden. Laat eens zien, dat zou in '40 zijn ge
weest. Ga mee dezen weg, mijnheer," zeide de oude man en
begaf zich naar de kerkekamer, „wij zullen het eens in het
register nazien."
Dick volgde den koster door een deur naast den kansel. In
een der hoeken van de kerkekamer bevond zich een klein kastje
in den muur. De koster sloot de deur open, en haalde een dik,
stevig ingebonden, maar reeds zichtbaar versleten boek te voor
schijn, dat geel was geworden van ouderdom.
„Kijk eens na in het jaar 1837," zeide Dick.
„Drie en dertig jaar geleden," zeide de oude man.
Langzaam sloeg hij de bladen om. Brandende van nieuwsgie
righeid keek Dick over zijne schouders. Herhaaldelijk hield de
oude man een oogenblik op om den een of anderen onduidelijk
geschreven naam te ontcijferen, om daarna zijn onderzoek voort
te zetten.
„Ha, daar is het," zeide hij eindelijk; „23 Juni 1837 Chris
topher Honeyman, vrijgezel, met Susan Kidd, weduwe."
„Weduweriep Dick uit; „gehuwd met eene weduwe 1"
„Natuurlijk, het staat staat daar nog al duidelijk ook. Wist gij
niet, dat zij weduwe was
„Neen," zeide Dick, „en buiten dat ben ik eerst zeer kort
geledén te weten gekomen, dat hij getrouwd was."
„Nu gij er over spreekt," zeide de oude man, „herinner
mij, dat het een zeer zonderlinge huwelijksplechtigheid was. Het
was nog in den tijd van den ouden predikant, die aanstaande
Pinksteren al twintig jaar dood is, en ook zeide, dat het de
zonderlingste gebeurtenis was, waarvan hij ©oit had gehoord."
„Vertel my dat dan eens," zeide Dick haastig, „zulke oude
geschiedenissen zijn altijd belangrijk."
Zeer verheerlijkt zulk een gretig oor te vinden was de koster
niet weinig verheugd te kunnen vertellen, wat hij er van wist
mede te deelen.
„Gij moet weten, mynheer, dat uw oom en die juffrouw Kidd
niet in dit kerspel woonden, zoodat wij hen niet kenden. Juf
frouw Kidd heeft eenigen tqd gewoond in dat witte huisje naast
de smederij in Four Lane Ends. Daardoor verkreeg zij het recht
om hier te mogen huwen, en zoodra zij hier lang genoeg ge*
woond had, hebben wij er dan ook direct werk van moeten
maken. „Zij is blijkbaar hier gekomen om te huwen," zeide de
predikant, toen hij de mededeeling ontving. En op den dag ua
de derde aanvraag werden de toebereidselen gemaakt voor de
plechtigheid. Ik zag uw oom toen voor de eerste keer."
Wordt vervolgd)