NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 9e Jaargang. Zaterdag 25 Juni 1892» 1 No. 2752. A BON NEMENTSPRIJS A DVERTEN TIËN: M NACHTWACHT, j. c. NABETRACHTIN Gr STADSNIEUWS. BINNENLAND. hhUlLLETON BI IEFIIIMM VAN S0SHB0V1. HAARLEM DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden)1,20, Franco door het geheels Rijk, per 3 maanden 1,65. Geïllustreerd Zondagsblad 3 0,30. Afzonderlijke nummers0,05. Dit blad venchjjat dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. BureauKleine HonUtraat No. 9, Haarlem. Tslefasasammer 132. van 15 regels 50 Gents; ieders regel meer 10Conti Groots letters naar plaatsnahrta. Bij Abonnement aanzienlijk rabat: Abonnementen en Advertentie» wordm aangoaoira». deer onze agsntea ea door alle beekbaadalarsa eouraatiara Direoteur-ültgSTM J C. F1III300H| BoofiaHtnUn toor Ut BuiUnlani: Compafnit GSnér.l, i, IMtóM itr.Hir, e, bjtani e,n J$X f 30*AS, S.c, /«r-fi SlÜi Pm*rk9urp Het bijvoegsel va?i het blad dat Zaterdagavond verschijntzal bevatten: Waarom Yves Kerbiniou 7iiet meer wilde schaatscnrijde7i. Binnen- en Buitenla7idsche berichten. Varia. Kleine advertentiën uit „het Blaadje? No. XX VU. Adverlentiè7i enz. Dc prachtige Plaat naar REMBRANDT, is, fraai geëncadreerd, tentoongesteld aan het Bureau dezer Courant, Kleice Houtstraat 9. In de eerste dagen der volgende week zal in de Courant een Ben worden af gedrukt, tegen afgifte waarvan en beta ling van 25 Cents deze Plaat aan het Bureau kan worden afgehaald. Hun, die deze Plaat in de fraaie lijst wenschen te ontvangen, zal die na voor uitbetaling van slechts 1,75, zoo spoedig als een zorgvuldige vervaardiging der lijsten dit toelaat, worden toegezonden. Aan hen, die per week zijn ge- abocneerdwordt medegedeeld, dat voortaan, indien zij ook het Geïllus treerd Zondagsblad ontvangen, de kos ten daarvan ook wekelijks zullen worden geïncasseerd. Voor HAARLEM'S DAGBLAD al- leen betaalt men dus evenals vroeger 10 Cents per week. Voer HAARLEM'S DAGBLAD met ZONDAGSBLAD 12l/s Ct. per week. Deze maatregel treedt den eersten Juli e.k. in werking. De Directeur-Uitgever, uit den GEMEENTERAAD- XLVI. Ditmaal valt er niet veel na te be trachten. Belangrijks viel er niet voor. Kan het van groote importantie wezen, I dat de heer Klein in Zwitserland en de heer de Cleicq in Stiermarken de haar- lemsche gemeentezaken laten voor wat ze zijn? Och neen. Hij die weet, dat de heer Thomas Figée bezig is goud uit de italiaansche rivieren te visschen, kan er alleen van zeggen, dat onze Raadsleden echte weieldburgers zijn. Moet het verbazing wekken, dat de rijksontvanger de heer Van Thiel geen succes had op zijn reclame in zijn aan slag in de plaatselijke directe belasting Volstrekt niet, want de commissie die zulke bezwaarschriften onderzoekt, laat zich de kaas niet van het brood eten en weet by alle rechtvaardigheid, de dubbeltjes wel te bewaien. Alleen mag men er zich over verbazen, dat juist de heer Van Thiel aanmerking maakte op zijn aanslag. Hij als ontvanger moest i met vreugde zijn goeie duiten naar zijn 1 collega,den gemeente-ontvanger brengen. Wel, als een ontvanger niet eens met plezier belasting betaalt, hoe pijnlijk 1 j meet dan voor een gewoon particulier die operatie niet wezen j In de vorige raadsvergadering werd er door een paar leden aanmerking op j gemaakt, dat de bouw van eeDe con- ciergewoning bij de nieuwe lagere school in de Parklaan, aanvankelijk op f 2500. geschat, thans 4000.moest kosten. Hoe kwam dat Ja, dat wisten B. en W. zoo recht niet. „Laat voortaan de architect liever te hoog, dan te laag begrooten 1" zeide een der leden. En zeker, het is onaangenaam, ook voor een Gemeenteraad, om vierduizend gulden te moeten uitgeven, als men gemeend heeft met f2500 toe te kunnen. Maar ziet, in de zitting van Woens dag kwam de oplossiüg vau het geval aan den dag. De aanvankelijke begroo ting was van B, en W., niet van den architect. De burgemeester zelf kwam er ruiterlijk mee voor den dag. Dat was flink en het doet mij ook daarom ple zier, omdat de discussie over dit punt in den Raad voor onzen architect na tuurlijk pijnlijk moet zijn geweest. Dat de Voorzitter hem op deze royale ma nier heelt schoongewasschen van het verwijteen onjuiste begrooting te hebben opgemaakt, is prijzenswaardig. Dit verwijt behoeft nu zeker B. en W. niet te treffen, daar dezen geen des kundigen zijn. Alleen mag men vragen, of het niet goed zou zijn, ook derge-| lijke voorloepige begrootingen te doen opmaken of althans te laten 1 azien door den architect. Met bijkans algerneene stemmen ver klaarde de Raad, niet aan de Noord- Zuidhollandsche Stoomtram te willen toestaan, rails te leggen rondom de fontein in deu Hout en een wachtlokaal te maken voor de ongelukkige passa giers, die daar in weer en wind op de treinen moeten wachten, wanneer zij geen lust hebben in de nabijliggende koffiehuizen verteringen t2 maken. Toch is de Raad niet tegen de stoom tram. Integendeel, men gevoelt dat men er niet meer buiten kan en zeker zou de Raad, het is gebleken, ziju goed keuring hechten aan een plan, dat de tram meer geschikt maakte voor de ingezetenen onzer stad. Het is ze;ker, dat de stoomtram zelf er wel bij zou varen, wanneer zij de reizigers verder in Haar lem kon breDgen en menig Haarlemmer iu het voorjaar eu in den zomer er eerder aan denken zou, eens een uit stapje met de tram te maken, wanneer deze niet zoover van de stad verwijderd was. Hier geldtuit het eog uit het hart. De heer Beijnes gaf uitzicht, dat eerst daags de directie van de stoomtram met nieuwe voorstelleu in dien geest bij den Raad zal komen. Hoe die plannen zullen zijn, welke richting men dan de tram wil geven het j zal alles later blijken. Gemakkelijk j is het zeker niet, om tot eene voor beide partijeu bevredigende oplossing te komen, maar waar beiden in principe hetzelfde willen, daar zal men zeker tot overeenstemming geraken. De Raad wil de belangen der tram bevorderen, doch buiteD den Hout; de tramdirectie acht voor hare belangen den Hout niet on misbaar welnu, laat men in een ge meenschappelijk qn vriendschappelijk overleg een voor allen gunstigen toestand in het leven roepen. Een oogenblik trachtte de heer Beijnes het wachtlokaal er nog door te krijgen. Dan, het mocht niet lukken. De heer 't Hooft achtte in dit seizoen een wacht lokaal niet noodig. Helaas, in dit seizoenTerwijl ik schrijf, doen zomersche rukwinden regen kletteren tegen de ruiten en staan zomerech-gekleede passagiers met zomersche rillingen op de stoomtram te wachten in denzomerschen Hout. De volontairs-sergeanten van het ie studiejaar der militaire school alhier worden van 15 Juli tot 15 Sept. e. k. gedetacheerd bij het 5e reg. inf. te Amersfoort en het 6e reg. inf. te Breda, om gedurende dien tijd den practischen dienst als onderofficier in de compagnie te leeren. De generaal-majoor, inspec teur van het militair onderwijs, heeft üe noodige wenken gegeven om in dien tijd cene oordeelkundige opleiding te verkrijgen. Bij het 5e regiment te Amersfoort komen de volontairs-sergeanten: A. A. den Hoed, H. Bierman, H. L M. van Gerth, C. H. Wijckhuyse, W. J. van Hattem, H. Klebach, K. W. de Beek, C. Visser en M. L. de Boer; bij het 6e regiment te Breda komenA. M. van Gen deren, F. G. Riesz, A. H. L. Stam, J. G. Lutz, H. H.Timmermans, G. J. D. Bauduin, S- J. B. Maier, A. M. C. Seeuwen, J. E. L. Haenecour en L. G. de Mooij. De volontairs van het oudste jaar blijven alhier, om zich voor het officiers-examen voor te bereiden. Haarlem, 24 Juni 1892. Bij deu 3"Ieii Nationalen Schietwed strijd te Hoorn gehouden, werd bij den korpswedstrijd in het individueel juist heidsschot op 225 meter door het detachement van het bataljon der dd. schutterij te Haariem, den ion prijs, een verguld zilveren medaille met diploma behaald, met 25 treffers en 137 punten. Dit detachement bestond uit den adju dant-onderofficier H. A. Balabrega, de sergeant-majoors M. Kokkeikoren en A. F. J. C. Gosler, de sergeant C. L. Batcns, en deu fourier H. J. Th. Orth. In de Woensdag te Leeuwarden ge houden algerneene vergadering van de Vereeniging van gasfabrikanten ia Ne- deiland, is tot voorzitter voor 1893 gekozen, de tegenwoordige vice- voorzitter, de heer W. I. Brender 4 Brandis, directeur van de gasfabriek alhier. Op de wolmarkt te Haarlemmermeer, van 23 Juni, waren aangevoerd en ver kocht 97 vachten, wegende 385 kilo 4 ƒ0,70 het kilo. Een jongetje van G. van Raams te Haarlemmermeer, oud 3 jaar, is al spelende in eene sloot achter de woniDg geraakt en daaruit eenige oogenblikken later levenloos opgehaald. Volgens te Tilburg loo- pende geruchten zou bij H. M. de Koningin-Regentes het plan bestaan, nog in den loop van dit jaar met H.M. de Koningin aan deze stad een bezoek te brengen, ten einde het monument te bezichtigen, dat aldaar is opgericht ter herinnering aan de plaats, waarin 1849 Willem II overleden is. Woensdagnacht is op 7 o j a- rigen ouderdom overleden de heer mr. W. F. G. L. Francois, tot nog weinige' maanden geleden voorzitter van het gerechtshof te 's Hage. Dezer dagen is melding gemaakt van een perzischen oogarts, Goolam Kader, die zich thans te Am sterdam bevindt om blinden te genezen. De hidépendance meldt omtrent dezen persoon „De beruchte oculist Goolam Kader is op dit oogenblik te Amsterdam en heeft er naar het schijnt een ver bazend succes. Tot zoolang als het duurt I" Uit Brussel werd medegedeeld, dat Goolam Kader aldaar alles behalve aangename herinneringen heeft achter gelaten, en van daar verdwenen is op eene wijze, die niet kan strekken tot verhooging van zijn yoem. De beide zoons van schip- per Jonker, die bij Marken verdronk, waren op het voordek werkzaam, toen eensklaps hulpgeroep gehoord werd. Beiden snelden naar achterenéen maakte de boot los, en de andere sprong er iü zonder zijn broeder af te wachten. Op eene scheepslengte afstand zag hij zijuen vader met de golven worstelen. Met alle kracht roeide hij er heen en had spoedig den halven af stand afgelegd, toen zijne riem in stuk ken brak en hij, evenals zijn b.oeder, machteloos moest aanzien dat hun vader voor hunne oogen verdronk. Woensdagavond is in den Tivoli-Schouwburg te Rotterdam eene voorstelling gegeven, waarbij voor het eerst gebruik werd gemaakt van gde electrisehe verlichting. Hoewel Jde proe ven daarmee steeds verscheidenegraalen goed waren geslaagd, voldeed bij deze gelegenheid het licht niet. De toestellen weigerden hun dienst, hetgeen aan onvoorziene (oorzaken was te wijten, ook wellicht grootcndeels aan de plas regens, die Woensdagmorgen zijn ge vallen. Later op den avond voldeed het licht beter. Sedert eenige dagen heerscht te Utrecht aan het station van den voormaligen Rijnspoorweg des morgens tussehen half negen en half tien eene eigenaardige drukte. Om het hek tegen over het „Hotel la Station" vei zamelen zich, dikwijls reeds voor 8 uur, eene massa kakelende vrouwen, die zich al kijvend verdringen omhei dichtst tegen het hek te staan. Te ongeveer half negen stoomt de trein van Breda het station binnen, en nu neemt plotseling ihet gekijf en gediang zoodanig toe, dat hier en daar zelfs een licht gilletje uit de troep opstijgt, die inmiddels door een groot aantal mannen en jongens is versterkt. Eindelijk, daar komen de opkoopers aandragen met de platte manden vol Breda'sche aardbeien, en nu worden honderd armen tegelijk door de traliën 91 HOOFDSTUK VIII. Uw neet is een vroolijke jongen," zeide Harry Lewis tot D'ck, dien hij op zekeren avond ontmoette aan huis van een zijner vrienden. „Welken neet bedoelt gij vroeg Dick, „Carter of Perkins „Geen van beiden," zeide Harry. „Ik bedoel Mark, de eige naar van Rosegrove. Hij kan zuipen, dat is zeker waar." „Waar hebt gij hem ontmoet?" vroeg Dick. „Ik zag hem Donderdagavond ia de „Cross Keys" en de hoe veelheid drank, die dat jonge mensch kan verzwelgen, is ver bazend. Hij hield een kellner voortdurend aan het werk. Een glas was niets voor hem. Het zou maar het beste zijn geweest wanneer zij uit den kelder een pijp hadden gelegd naar zijn mond en hem dan voor iedere minuut, dat hij daaraan bleef zuigen, een zeker bedrag lieten betalen. Men zou met evenveel succes een bodemloozen put kunnen vullen. Telkens rinkelde hij met z\jn glas om nog meer te hebben, en dat geleek wel wat op het slaan van een kiok, die maar steeds doorslaat." „Was hij alleen?" vroeg Dick, die er altijd op uit was om een schakel te voegen aan de nog zoo losse keten, die hij tot een geheel trachtte te brengen. „Alleen en toch niet alleen," zooals het lied zegt. „Uw neef...." „Houd toch op," riep Dick verbitterd uit. „Ophouden, waarmee?" vroeg Harry zeer verwonderd over Dick's plotselinge drift. „Ik beantwoord slechts uw vraag. Wat scheelt er toch aan?" „Die dronken vent, die op Rosegrove woont, is mijn neef niet, dus wees zoo goed hem dien titel niet te geven." „O, dat is mij hetzelfde; blijf kalm mijn vriend. Welnu, de jonge Honeyman...." „Zwijg!" riep Dick uit met fonkelende oogen. „Hij is de jonge Honeyman niet." „Maar wat drommels, wie is hij dan?" vroeh Harry met een glimlach. „Ik denk toch wel, dat gij hem zult toestaan een naam te dragen." „Hij is Maik Kidd, de zoon van juffrouw Kidd, de huishoudster van mijn overleden oom." „Nu, dat is mij ook goed, beste jongen I" antwoordde Lewis op vroolijken toon. „Welnu, Mark Kidd Dick knikte toe stemmend was alleen, dat wil zeggen, dat niemand hem ver gezelde, maar hy weet zeer spoedig kennissen te maken. Hij bindt allen, die zich aan hem willen binden, met een gouden keten aan zich vast. Zelfs ik...." „Neen, Harry, gij zijt toch niet zoo dom geweest." „Dat zou ik geweest zijn, als ik het niet had gedaan," zeide Lewis. „Wanneer een jongmensch met veel geld op zak telkens een rondje betaalt, dan wil ik daarvan ook deel uitmaken, mijn jongen. Dat is een principe van mij, Dick, dat ik van plan ben mijn leven lang in praktyk te brengen. Laat ik nu eens verder vertellen. Dicht bij de „Cross Keys" bevindt zich een stalhou derij en Kidd haalde met de koetsiers een aardige grap uit." „Die lage kerel," mompelde Dick met een minachten den trek om zijne lippen. „Dat is maar de wijze van opvatting," riep Harry vroolijk uit. „Hij riep de heeren een voor een binnen en bood hen allen staande op hunne voeten een glas whisky aan, wanneer ze eerst op hun hoofd staande een glas bier leegdronken." „En deden zij het?" vroeg Dick. „Zij trachtten het tenminste te doen. Goede hemel, dat was een gezicht om al die verweerde mannen in hunne overjassen met hunne voeten tegen den wand te zien staan het bier trachtende bergopwaarts te doen loopen. Ik moest mijn buik vasthouden van het lachen, toen een van die lui, een zwaarlijvige vent zijn evenwicht verloor en omtuimelde met zijne voeten op de tafel, die vol glazen stond." „Wat een dolzinnige gek I" riep Dick verachtelijk uit. „Gij moet zoo hard niet oordeelen over zulk een armen koet sier. Voor hem is een glas bier een glas bier, het doet er niet toe op welke wijze hy dat opdrinkt," xeide Lewis. „O, daarmee bedoel ik den koetsier niet. Ik sprak van dien Mark Kidd," antwoordde Dick. „Welnu het einde was, dat uw dierbare pardon dat Mark twee rijtuigen bestelde, waarvan de een een cab wag

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1