NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
10e Jaargang.
Zaterdag 9 Juli 1892.
No. 27<U
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIE N:
STADSNIEUWS.
Provinciale Staten.
BINNENLAND..
f— E LJ 111ET OM
IRFilIMl TAM RQSmOVX.
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37£.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONES, Succ.Parijs 31 fris Faubourg Montmartre.
Het bijvoegsel van het blad dat
Zaterdagavond verschijntzal bevatten
Huis te Huur. Binnen- en Bui-
Unlandsche berichten. Varia.
Kleine advertentiën uit „het Blaadje
jYo. XX VU. Advertentiën enz.
Haarlem, 8 Juli 1892.
Wij maken onze lezers opmerkzaam,
dat 1 Juli het postverdrag van
Weenen in werking is getreden en
daardoor sinds dien datum het port
voor brieven, briefkaarten, gedrukte
stukken enz, voor alle landen en
koloniën, die tot de „Algemeene Post-
vereeniging" behooren is gelijkgesteld,
namelijk brieven 12^ ct. (Belgie 10 ct.)
briefkaarten 5 ct., drukwerken 2JÓ ct.
per 50 gram (Belgie afzonderlijk tarief).
Op enkele koloniën en nederzettingen
na behoort thans de geheele wereld tot
de „Algemeene Postvereeniging". Trans
vaal (de Zuid-Afrikaansche Republiek)
en Natal traden, blijkens eene mede-
deeling in de Staatscourant, dezer dagen
mede toe.
Zitting van Vrijdag half elf.
Goedgekeurd wordt de rekening over
1891. sluitende met een voordeelig
saldo van 23,404,76, verder de ont
werpbegroting voor 1893, voor zoover
het rijksbestuur betreft, k 77.965, de
begrooting der enkel provinciale ont
vangsten en uitgaven over 1893 a
f 286 644,26 en een voorstel tot heffing
van 4 opcenteD inplaats van 3.
Goedgekeurd wordt thans de begroo-
ig voor Meerenberg ©ver 1891 en de
suppletoire begrooting óver 1892.
Aan de orde is eene veordracht van
Ged. Staten tot tijdelijke vrijstelling van
het gesticht Meerenberg van betaling
van rente en aflossing voor eene door
de provincie ten zijnen behoeve aange
gane geldleeaing, voor 5 jaar.
Door de commissie van rapporteurs
was voorgesteld, die ontheffing voor 2
jaar te doen geschieden, welke wijziging
Ged. Staten overnamen.
Na eene zeer uitvoerige discussie,
waaraan de heeren van Lennep, Heems
kerk, Ferf, Waller, Moutkaan, Henny,
Hovy, Westerwoudt en van Hamel
deelnamen, werd in stemming gebracht
een amendement van den heer Heems
kerk, om de administratie van het ge
sticht Meerenberg te ontlasten etc.
Hierover staakten de stemmen. In de
vergadering van dezen namiddag zou
dus opnieuw daarover worden gestemd.
Toegestaan worden daarop de navol
gende subsidiën teekenschool Quelliuus
ƒ2000, idem Concordia inter Nos ƒ400,
Koloniaal Museum Haarlem ƒ1000,
Zeevaartk. School ƒ800.vereeniging
voor de paardenfokkerij ƒ5000.
stoombootdienst TerschellingHarlingen
4000.
Eenparig werd aan mevrouw Wed.
Mr. H. Jacobi een pensioen van
ƒ1200.per jaar toegekend en daarop
met 38 tegen 18 stemmen aan het op
te richten Veiligheidsmuseum te Am
sterdam een subsidie van ƒ1500.
toegestaan voor den tijd van 3 jaar.
Ged. Staten hadden zich tegen deze
zaak verklaard.
In de namiddagzitting werd het
amendement van den heer Heemskerk
met éene stem meerderheid goedgekeurd
en daarna met groote meerderheid het
aldus geamendeerde voorstel van Gedcp.
Staten.
Te 2 uur werd de vergadering ge
sloten.
Gedurende de afgeloopen maand zgn
door de politie alhier 43 personen ver
volgd, wegens dronkenschap op straat.
Io de maand Juni van het vorig jaar
was dit getal 54, dus 11 meer.
Een arbeider, werkzaam aan de in
undatie te Haarlemmermeer, heeft het
ongeluk gehad, met de hand in aanra
king te komen met de machine eener in
werking zijnde locomabile, waardoor een
duim verbrijzeld werd, die geamputeerd
moet worden.
Gelukkig zijn de werklieden der inun
datie te Haarlemmermeer tegen invali
diteit verzekerd.
De heer Ooms van de am-
sterdamsche roeivereeniging „Neptunus",
heeft na verleden jaar op de Seine het
kampioenschap van Frankrijk te hebben
veroverd, thans de beste roeiers van
Engeland op den Theems verslagen.
Hij had zes mededingers, waarender
ook een Franschman G. Mac Henry
die te Parijs voor nommer een doorgaat.
Er weid geroeid in afdeelingen van twee,
terwijl de winnaars daarna tegen elkander
hadden op te treden. De heer Ooms
zegevierde in elke afdeeling en bleef
ook in den beslissenden laatsten kamp
overwinnaar.
Twee vrienden te Amster
dam zouden dezer dagen een reisje
ondernemen naar Weenen. Alles was
klaar, het couponboekje voor de reis
gekocht, de noodige afspraken gemaakt,
en welgemoed lieten de twee vrienden
zich naar het centraalstation karren, om
de reis te aanvaarden. Op het perron
wachtte echter een der vrienden, den
jongsten, een kleine verrassing. Hij werd
opgewacht door een troepje vrouwen,
die met van woede glinsterende ©ogen
en dreigende gebaren hem te gemoet
kwamen.
„Zoo, wou meneer ervan door, met
de noorderzon? Neen, maar dat gaat
zoo niet. Eerst betalen, hartje, en dan
kan je vertrekken, al wou je ook naar
Oostinje. Ik krijg nog zeven en twintig
gulden vijftig cent van je, knappe me
neer/1
Aldus werd hij aangesproken door
de eerste juffrouw, zijn hospita, die de
opene hand uitgestrekt hem voor den
neus hield;
„En ik," aldus sprak zijn wasch-
vrouw, „krijg nou al veertien weken
waschgeld van je. Wou je met mijn
bloedige geld ervan door, om het daar
in Amerika op te maken, en denk je
nou, dat ik dat maar voor zoeten koek
zal opeten Neen, ventje, mijn centen
moet ik hebben."
„Ik ook," liet een derde zich hooren,
„je hebt van mijn man nou al zes paar
halve zolen en achterlappen versleten,
maar nou zal je niet langer op mijn
man zijn leer loopen, vóór je betaalt.
Ais je niet gauw me die acht en een
halven gulden betaait, trek ik je de
laarzen van je voeten. Versta je, lee-
iijke afzetter 1"
„Maar lieve menschen," begon onze
reiziger, „ik ga niet naar Amerika. Ik
ga maar alleen naar Weenen voor een
pleizierreisje, anders niet. Over veertien
dagen, drie weken ben ik terug, en dan
krijg je je geld. 't Is meer dan schande,
me om die paar centen hier lastig te
komen vallen. Je moest je schamen,
me zoo'n gek figuur tc laten slaan te
genover mijn vriend."
,,'n Paar centen Reisje naar Weenen.
Jawel, meneer gaat voor onze duiten
op reis. Dat zal niet gebeuren. Eerst
betalen, of we laten je niet los. Hier
met je porteraonnaie
De reiziger was verplicht zijn ver
schillende huishoudelijke schulden af te
doen, waardoor aijn reisgeld aanmerke
lijk was verminderd.
Intusschen was de trein met den
anderen reiziger, een meer geposeerd
man, die het land had aan dergelijke
standjes en daarom zijn vriend maar in
den steek had gelaten, reeds tien mi
nuten geleden vertrokken, zoodat de
geplunderde schuldenaar hem voor het
nakijken had.
Mistroostig begaf hij zich naar de
wachtkamer, zat daar een poosje, scheen
na te denken en verwijderde zich daarna
snel. Wij zagen hem de stad weer in
gaan. Het zou ons niets verwonderen,
als hij zijn rondreisbiljet met schade
was gaan verkoopen aan het eene ot
andere touristen bureau.
D; oudere reiziger zal per slot van
rekening misschien blijde zijn, dat hij
zijn vriendje kwyt is. Dat het zoo'n
lichtzinnige klant was, had hij misschien
niet geweten.
Aldus luidt een verhaal van de Echo.
Als het niet zoo gebeurd is, dan
bevat toch het verhaal toch een koste-
lijken wenk voor velen, die meedoen
aan de algemeene gewoonte om op reis
te gaan ten koste van anderen.
Te Amsterdam heerschte
in den laatsten tijd onder de schilders
gezellen eene beweging voor loonsver-
hoogiüg van 13 op 20 cent per uur.
Een comité uit de drie bestaande
schildcrsgezellen-vereenigingen had zich
gevormd en was met een aantal pa
troons in overleg getreden, van wie
velen de billijkheid van den eisch toe
stemden, en er wel gevolg aan zouden
willen geven wanneer alle patroons het
deden. In eene vergadering van dit
comité, met een tiental patroons, was
zelfs een besluit genomen dat, te be
ginnen met 9 dezer, de patroons 20
cent per uur zouden uitbetalen en nu
had dit comité Donderdagavond eene
vergadering in „Geelvink" uitgeschreven
met het doel een besluit te nemen
voortaan niet beneden 20 cent per uur
te v/erken.
Doch men wilde de huid verkoopen
voor nog de beer was gevangen. Men
had buiten de patroons-vereeniging
gerekend, die Woensdagavond verga
derde en besloot voorloopig het loon
niet te verhoogen, maar dit te doen
met 1 Januari 1893. Van dit besluit
werd Donderdagavond mededeeling ge
daan aan de 300 k 400 personen ter
vergadering aanwezig. Aan het adres
der patroons, die aanvankelijk voor
loonsverhooging zich verklaard, maar
thans mede dit besluit onderteekend
hadden, werden vele alles behalve lie
felijke woordjes gericht, waarna einde-
lijke de vraag gesteld werd, wat in de
gegeven omstandigheden te doen
Een paar personen spoorden tot
werkstaking aan. De leden van het
comité maanden tot voorzichtigheid
aan. Een werkstaking, die vooraf niet
deugdelijk georganiseerd was, kon niet
anders dan tot nadeel voor den gezel
uitloopen. Het bestuur raadde aan eene
groote gezellen-vereemging te stichten om
tegen 1 Januari krachtig te kunnen
optreden, als de patroons dan hun ge
geven woord niet gestand deden. De
contributie zou Gp 3 ct. per week ge
steld en eens per maand een blaadje
uitgegeven worden, waarin de belangen
der leden zouden worden besproken.
De opmerking dat dan de bestaande
drie vereenigingen zich ook in deze
nieuwe vereeniging moesten oplossen,
werd in diervrege beantwoord, dat
daartoe reeds pogingen worden gedaan,
doch dat al mislukten die ook, men
wel lid der nieuwe en levens van een
der bestaande vereenigingen kon zijn.
Na verder kort debat werd in be
ginsel tot de oprichting eener nieuwe
vereeniging besloten.
Te Kudelstaart, nabij Aals-
meer, is gelijk wij reeds meldden
door de a beiders aan den inunda-
tiedijk een belangrijke vondst gedaan,
bestaande uit 112 goudstukken van
verschillende grGotte, sommige van een
rijksdaalder, het meerendeel van een
gulden, enkele van een tienstuiverstuk.
Alle zyn aan beide kanten gestempeld
en de meeste hebben aan de eene zijde
een Grieksch kruis en aan de keerzijde
verschillende figuren een bisschop met
rayter en staf, een schip met zeilen en
roeiers, of wel een geharnasten ridder,
een wapen of afbeelding van een verst
of vorstin. De randschriften zjjn moei
lijk te ontcijferen. Op sommige staat:
„ICarolus. Dei. Gracia. Francorum.
Rex./' op eenige andere „Benedictus."
Daar bijna alle van de Bourbonsche
leliën voorzien zijn, is het waarschijn
lijk dat het fransche munten zijn uit
den tijd van Karei IX, het laatste
gedeelte der 16e eeuw. De juiste waarde
valt nog niet op te geven.
Er is weer een prachtig
staaltje van „Holland op zijn smalst,"
een heerlijke proeve van het vandalisme
der Hollandsche „zindelijkheid" aan den
dag gekomen.
Men heeft nl, ontdekt, dat het „oude
hof," het tegenwoordig paleis in 't
Noordeinde te 's Gravenhage, zware
geelkoperen voordeuren heeft, schitte
rend mooi, maar dat de vaderen, die
een geel wit tintje veel knapper vonden
staan dan dat koper, dat maar gepoetst
moest worden, er verf op hebben
gesmeerd, waarop daarna de eene laag
over de andere is gekomen.
Het koper is nu weer van de verf
ontdaan en de deuren maken een vor
stelijk vertoon.
Naar gemeld wordt, zit er onder de
verf verder nog hardsteen en andere
natuurlijke steen, wat nu mede eerlang
weer aan 't daglicht zal worden gebracht.
{Haagsehe Crt.
Donderdagmiddag te half
drie uur is in de feestzaal van de Sport-
HOOFDSTUK XI».
Zij begaven zich naar eene restauratie dicht in de buurt, waar
Mark in eene aparte kamer een middagmaal liet ontbieden.
Zoodra zij daar ongestoord alleen waren, bracht hij de gewich
tige zaak op het tapijt.
Oogenschijnlijk uit belangstelling voor Tom, maar werkelijk
met het oog op zijn vader, zeide Mark:
„Je hadt niet gedacht, Tom, mij hier vandaag te zien
„Neen, ik moet eerlijk bekennen van niet. Ik dacht, dat je
iet land uitwaart."
„Nu ik ben nu juist niet naar Australië geweest, maar toch
«en eind hier vandaan. Ik ben koetsier bij een kranigen heer.
zekeren dag, toen ik hem in een cab ergens heen reed,
maakte ik een gunstigen indruk op hem. Hij had haast en be
loofde mij een extra fooi wanneer hij zijn trein nog kon halen.
Het gelukte mij en ik kreeg de fooi. Een paar dagen later
maakte hij weer dezelfde reii en vroeg aan de mannen „Waar
is die koetsier, die zoo mooi hard kan ryden Allen begrepen
dat ik het moest zijn. Hg vroeg mij toen of ik hem naar zijn
woonplaats wilde vergezellen en zijn koetsier worden. Hij is on
getwijfeld een kranige heer."
„Zou je hem niet naar den duivel kunnen rijden, wanneer je
dronken bent?" zeide Gay Kidd, die Marks verhaal voor waar
heid opnam.
„Dat denk ik niet, oude," was het eerbiedig antwoord van
Mark. „En waar zullen we jou nu heenbreDgeD, vader vroeg
hij. „Ik moet spoedig weer naar mgne betrekking terug."
„Kan ik niet met je meegaan Ik ben nog al handig in de
stallen. De oude man zou wel gaarne zulk werk willen doen."
„Neer», neen, dat zou alles bederven. Hoor eens, Tom," zeide
Mark, in een oogenschijnlijk vertrouwelijke opwelling, „hij is in
de gevangenis geweest, en zoo juist ontslagen...."
„Mark, houd je...." viel de oude man hem in de rede.
„Zwijg, vader. Ik wil aan Tom vragen of het goed zon zijn
om jou met mij te laten gaan. Tom is oprecht en weet, dat
een möDsch er niets minder om is, al heeft hij gevangen ge
zeten."
„Dat is waar, oude jongen," zeide Tom. „De beste menschen
komen wel eens in de gevangenis. Ga maar met mij mee, oude
vriend, en laat Mark zgn gang gaan. Zulke deftige menschen
houden er niet van, dat hunne ondergeschikten familieleden
meenemen."
„Dat is het," zeide Mark. „Ga met Tom mee, dan zal ik wel geld
weten te vinden voor uw onderhoud."
„Hoeveel?" vroeg de oude man.
„Tien shillings per weck, eu misschien nog wat meer als ik
het kan oversparen. Mijn heer en meester is een ware gentleman.
Hij heeft geld genoeg."
„Tien shillings is niet veel, Mark. Kan ik het geld van de
oude vrouw niet krijgen
„Wees nu niet ondankbaar, oude, wees niet ondankbaar. Zij
heeft u immers al geld genoeg gegeven. Laat haar nu maar met
rust," antwoordde Mark.
„Kan ik het krijgen wanneer zij het wil geven drong
hij aan.
„Ja! oude bloedzuiger, je was waard, dat ze je ophingen,"
was het antwoord.
Mark vertelde nu aan Tom, dat de man van zijne vrouw
sprak, die in betrekking was, en de gewoonte had om geld te
zenden, op voorwaarde, dat men haar niet lastig viel.
„Waar is zij nu, Mark vroeg de oude man,
„Wel vervl,...riep Mark uit, en sprong van zijn stoel op,
„heb je weer mooie plannenWanneer je een poging doet om
haar te vinden, dan sla ik je waarachtig de hersens in."
Als een groote lafaard begon de oude man te jammeren, dat
hij er niets mee bedoelde hij zou niet tot haar gaan wanneer
Mark zeide, dat het niet mocht, ook al wist hij waar zij was.
„Denk daar dan ook om," zeide Mark met nadruk, „want
als je haar opzoekt, dan is je laatste uur hier op aarde ge?
slagen."
Tom kwam nu tusschenbeiden, en beweerde, dat hier een kleia
misverstand plaats greep.
„Het is beter om maar weer wat te drinken, en alle kwade gedach-