fflosir. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 10e Jaargang. Maandag 11 Juli 1892. No. 2765. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: Dit nummer bestaat uit twee bladen. NABETRACHTING STADSNIEUWS. BINNENLAND. F En UI L. L TON EBÜENAAI VAN BQSB0RQVE. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 U Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertontién worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc.Parijs 31 bis Faubourg Montmartre. EERSTE BLAD. Bij dit Nummer der Courant wordt aan hen, die op het Geïl. Zondagsblad inteekenden, No. 28 van dat tijdschrilt toegezonden. De Directeur- Uitgever, J. C. PEEREBOOM. uit den GEMEENTERAAD- XLVII. |Of het ook noodig was, dat burgemees terskamer op het Stadhuis eens werd schoongemaakt! „Er zaten warme vogel nesten achter het behangsel!** zei de hnrgemeester in de raadsvergadering van Bljjkbaar is de kamer van onzen bur gervader een rustig oord, waar het voog- lenheir ongestoord nestjes boawen kao. 'tls een idylle! Er ligt iets wonderbaar poëtisch in dat terwijl voor het behangsel Haarlems Dagelijksch Bestunr bezig was met te beraadslagen over verhuring van grond, over suppletoire begrootingen en over.... faecaliënbelasting kwesties, onze gevederde vrienden, vogelvaders en vogel moeders daarachter hun nestje bouwden. •Je zoudt er een vers op maken! Maar met dat al kost die vernieuwing ea handvol geld. Niet dat ik er bezwaar tegen heb, om burgemeester en wethou ders een genoeglijk werklokaal te ver schaffen, maar het heeft toch een aardigen duit gekost, meer dan vierduizend gulden. Nu, daar is dan ook heelwat voor gedaan. Nieuwe stoelen op's burgemeesterskamer, meubilair voor de kamer» der wethouders, I nieuwe gordijnen in de Raadzaal en in bureaux van den ontvanger en vele andere kleinigheden, die moeielijk met name aangeduid kunnen worden. I Zou met die //andere kleinigheden" wor den bedoeld zooveel dozijn spijkers, zoo veel uren werk van Jan Jansen, zooveel el koord, zooveel krammen, zooveel uren voor Piet Pietersen en andere posten, die I men op de oncontroleerbare rekeningen van timmerlieden en behangers pleegt te vinden? Nu dan heb ik er vrede mee,1 dat die maar niet allemaal gespecificeerd sijn. Anders klinkt de uitdrukking «andere kleinigheden" terwijl een oogen- i blik}; tevoren nog gesproken is van gor-1 dyneD, die zeker wel tientallen guldens zullen kosten, wel wat komisch. Het koloniaal Museum kreeg zyn dui zend gulden subsidie, 'k Had het ronduit gezegd niet gedacht, want B. en W. gaven in overweging, om het niet te doen en ik dacht zoo //kijk, al de leden van het Dagelijks BeBtuur zijn het eens, nu zal de subsidie wel niet worden ge geven." Maar ziet tydens de discussie bleek wel anders. De heer Waller wou wel degelijk subsidie geven en de heer de Haan dacht er evenzoo over, zoodat alleen de heer Enschedé (die uit principe tegen het steunen van gemeentewege van particuliere ondernemingen is) en de heer de Kanter, (die aan geld uitgeven absoluut het land heeft) er tegen waren. Maar in het advies van B. en W. stond van een meerderheid en een minderheid Diets te lezen 1 De burgemeester gaat vandaag (Zater dag) uit de stad en komt er juist voor de kermis weer in. Zou Z. E. A. zoo'n groot liefhebber van de kermis wezeD? Ik geloof het niet, maar denk eerder, dat de heer de Kanter niet veel last had, om weer in de kermisweek voor hoofd van de politie te inngeereD, zooals ten vorigen jare - ge weet nog wel, toen de nieuwe maatregel betreffende het vroeg sluiten van de koffiehuizen op Zon dagavond werd toegepast en heel de enorme politiemacht plus de nog enormer krygsmacht gereed werden gehouden, om als er soms opstootjes mochten komen, klaar te zijn. Ge herinnert u nog wel, lezer dien gedenkwaardigen avond, toen burgemees terskamer een observatiepost was, waar al de autoriteiten een angstig oog lieten gaan over de kermisvierende scharen Onlangs hadden B. en W. sollicitanten opgeroepen voor de betrekkingen van leeraar in verschillende vakken aan da Hoogere Burgerscaool met 5 jarigen cursus, met bepaling dat de benoemden, zoolang ze geen 28 uur aan die school les moesteD geven, aan andere gemeente scholen voor middelbaar-onderwys zou den kunnen worden geplaatst natuurlyk zonder verhooging van trakte ment. Goed, er waren sollicitanten gekomen, niet veel, maar er waren er toch. Maar ziet, caar trekken op eens de twee adspiranten, die als No. 1 op de voor drachten prijkten, hunne sollicitatie in. Ra, ra, wat is dat Dat zijn we niet te weten gekomen, maar wel weten we, dat er nu nieuwe oproepingen voor dezelfde vacatures zyn gedaan, met weglating van die uren- bepaling. Allicht vat men nu, waarom de heeren op No. 1 zich terugtrokken. Haarlem, 9 Juli 1892. Zondag den ioen Juli aanstaande zul len in het Museum van Kunstnijverheid alhier, de verzameling borduurwerken, welke op de scholen in Turkije ver vaardigd zijn enz. nog tentoongesteld blijven. Zondag is de toegang vrij. De cursus voor stijl en orneraentleer die in het Museum van Kunstnijverheid kosteloos zal gegeven worden, ten dienste van hen, die proeven van bekwaamheid wenschen af te leggen als meester en gezel, zal geopend worden Donderdag 14 Juli 's avonds 7 uur ea voortaan eiken Donderdag door den Conservator van genoemd Museum gegeven worden. Tot het bijwonen van dezen cursus hebben zich reeds 35 deelnemers uit Amsterdam, Alkmaar, Haarlem en om streken aangemeld, terwijl nog tot 14 Jsili gelegenheid bestaat zich tusschen 10 en 4 uur te doen inschrijven bij den Custos van het Museum. In eene gehouden vergadering van de vereeniging van Industrieelen en Kooplieden, betreffende bouwkunde en aanverwanten vakken, is o. m. behan deld een ontvangen schrijven van Bur gemeester en Wethouders van Haarlem dd. 13 Juni 1892 No. 41, waarbij aan genoemde vereeniging werd bericht, dat de Raad der gemeente in zijn ver gadering van 8 Juni had besloten, dat in het gedaan verzoek tot intrekking der verordening tot vergoeding van diensten door den dienst der Gemeente- reiniging bewezen, niet kon worden ge treden. Na breedvoerige bespreking van deze zaak, waarbij niet onduidelijk werd afgekeurd, de wijze waarop deze fa- caliënbelasting was uitgevoerd en werd toegepast, werd op voorstel van den heer Peltenburg met algemeene stemmen aangenomen, om op de eerstvolgende vergadering te behandelen het volgende voorstel Allen, die vermeenen om billijke redenen, hunne aanslagen in de faecaliën belasting niet te moeten betalen, kun nen zich onderling verstaan en overeen komen, dat zoo uit éeze niet betaling eventueel procedures mochten voort vloeien, de kosten hiervan gezamentlijk zullen worden gedragen en vergoed, waartoe men zich schriftelijk verbindt. Voorts werd nog de opmerking ge maakt dat ingeval de gemeente-reiniging dienst, ai deeling „taecaliea," werd ge baat met het bedrag der daarvoor op gemaakte aanslagen, gevoegd bijj dat gene, wat deze faecaliëa bij verkoop, nog aan waarde inbrengen, alsdan door de gemcemc op deze «ideeling eea winstcijfer zou worden verkregen, het geen alzoo niet weer enkel eene ^vergoe ding" zoude zijn en mogelijk wel in strijd zou wezen met de gemeentewet. Hedenmiddag te 3 uur had op het terrein bij de Kamperstraat de eerste- steen legging plaats van de Haarlemsche Ambachtsschool. De volgende oorkonde is daarvan opgemaakt In den jare achtienhonderd twee en negentig des namiddags ten 3 ure, hebben Bestuurderen der Vereeniging de Ambachtsschool te Haarlem de eerste-steen-legging van dat gebouw verricht. De bouw van dit werk is aanbesteed den ,30. April 1892 en aangenomen door A. F. Captein, voor de som van 38,90e gulden. Subsidie van het Rijk, Provincie en Gemeente, alsmede giften van particu lieren en instellingen hebben deze stich ting mogelijk gemaakt. De vele wederwaardigheden van ver schillenden aard, waarmede het Bestuur gedurende ruim een en een half jaar ta kampen heeft gehad, hebben ertoe geleid, dat de stichting van dit gebouw onzer vereeniging waarvan de statuten reeds 13 Juli 1891 bij koninkl. besluit zijn goedgekeurd niet reeds vroeger aangevangen is kunnen worden. Thans is het bestuur in de mogelyk- heid het naar de plannen van hunnen medebestuurder, den architect Jacques Leyh, die de hoofdleiding van den bouw belangeloos op zich heeft genomen, te doen optrekken. De voorz. de heer P. Kleiweg Dyse- rinck spreekt een gepast woord tot het Bestuur, den architect, den opzichter, den aannemer en de werklieden en uit den wensch, dat in dit gebouw sluime rende talenten in menig jongeling krachtig tot hun ontwikkeling zullen mogen komen en dat de vereeniging de ambachtsschool te Haarlem iets en, zoo mogelijk, veel zal bijdragen tot den bloei en de welvaart van hetambachts- wezen en van den ambachtsstand. Hierna wordt de eerste steen door den Voorzitter ea vervolgens door de ter plaatse aanwezige Bestuurders gelegd. En is hiervan opgemaakt en getee- kend deze akte, welke in een looden bus gesloten, ter herinnering in het midden van den noordelijken - gevel, ter hoogte van de nbovenkant van het trasraam, is ingemetseld. Gedaan te Haarlem den 9den Juli 1892. Deze oorkonde was sierlijk vervaar digd door den heer C. D. Antonisse en werd geteekend door Bestuurders der Ambachtsschool, den opzichter en den aannemer. Door wijlen den heer J. A. Fiora, is aan de R.-K. parochiekerk van den H. Antonius alhier, vermaakt een legaat van ƒ4000 vrij van successierechten. Het bouwen eener nieuwe school met onderwijzerswoning in de afdeeling Hout rijk en Polanen is na inschrijving ge gund aan de heeren Giebels en Servel- len alhier voor f 15938. Laagste inschrij ver was de heer J. van den Boogaard alhier voor ƒ15138, (zie ons nummer van 8 dezer.) Hoe eene taal «verloopen" kan blijkt uit een bericht, dat in het laatst ontvangen nommer van de te Chicago verschijnende Nederlander is te lezen. Daarin wordt medegedeeld „Dr. Henry Martin Scudder, die aan geklaagd is zijn schoonmoeder mrs. Mary Dernton vermoord te hebben, heeft zich onttrokken aan de aardige gerechtigheid. Hij stierf Maandag inde County-gevangenis, zoo men beweert aan vergiftiging door morphine. Eenige weinige uren vroeger had hij nog ge praat en geschertst met den man, die de deur achter hem sloot. {Z. Cl) Door de justitie te Amster dam is een onderzoek geopend naar aanleiding van de Zondag door den socialist Man in „Constantia" gebezigde woorden „mislukte propaganda-tocht der Koninginnen." Woensdag avond istus- schen Zalk en Kampen een onbekend passagier van de nachtboot gevallen; onmiddelijk werd achteruitgestoomd, maar men mocht er niet in slagen hem terug te vinden. Door van-een zolder te v al len bekwam zekere D., te Helden, zulke ernstige inwendige kneuzingen, dat hij kort na den val aan de gevolgen over leed. Maandag nacht waren de gebroeders B. en H. ten Yergert, te Enschedé, bezig met het ledigen van beerputten; met dit werk san den gang, wilde H. ten V. met een stalen vork een deksel van een put verwijderen, doch raakte bij ongeluk met de vork zijn broeder in de rechterhand, waardoor een lichte wond ontstond. Dr. A. Kos ters te Enschedé werd hierover geraad pleegd en achtte het Donderdag middag noodig een vinger van de rechterhand te amputeeren, doch dit scheenreeds te laat te zijn, want Woensdag nacht is i de ongelukkige onder hevige pijnen be- zweken. I {Over. Ct 22- HOOFDSTUK XX. Zij verwijderde de doode bladeren van de planten en had hare handen vol verdorde bladeren toen Mark zich op een knie voor haar liet neervallen, haar hand greep en zeide„wilt gy de mijne zijn?" Dit alles was zoo grappig en zoo geheel anders als zij het zich had voorgesteld, dat de jonge dame in een hartelijk lachen uitbarstte, terwijl Mark zich langzaam uit zijne nederige houding aan haar voet verhief, met een eigenaardig rond plekje op zijne knie, en een hand vol verdorde bladeren. Hij wist niet, wat hij nu verder zou doen. Hij had de onaangename gewaarwording van als een dwaas te hebben gehandeld. Alvorens te kunnen besluiten hoe verder te handelen hielp Lucy hem uit de verle genheid. „O, mijnheer Honeyman, wat rijt gij toch een grapp;ge man," aeide zij. „Gij moet echter met zulke ernstige zaken niet spotten gij weet dat ik u wegeni schending van trouwbelofte zou kunnen laten vervolgen." „Ik ik spot niet," zeide hij, „ik heb het mijn leven lang nooit zoo ernstig bedoeld." „Dat vind ik nog erger," was het antwoord. „Gij zijt dus een Mormoon, een ware Blauwbaard." Mark keek verbijsterd voor zichwat kon zij bedoelen „Ik begrijp u niet," zeide hij. „Ik ben niet gehuwd; ik zou het wel gaarne willen, maar dan „ZwijgI" zeide zij. „Zijt gij dan Bessy Boosey vergeten?" De pijl trof goed doel. Hij was dan ook niet op goed geluk afgeschoten. Als door den bliksem getroffen stond hij daar met verbijsterd gelaat. Een vloek werd gemompeld, eene flikkering in de oogen en een van woede gloeiend gelaat. Daarna ging een koude rilling van vrees hem over den rug. Als Lucy dat wist, dan wist zy nog wel meer. Toen hij opkeek was zij weg. Zij had gebruik gemaakt van zijne verwarring om te ontvluchten, zeer verblijd dat het noemên van dien naam zulk eene uitwerking had. Als zij haar mond hield, dan wist zij dat Mark niet aan hare ouders zou durven vertellen, wat er gebeurd was. Hij was ontsteld, ja geheel ver plet. Na deze gebeurtenis zou hij wellicht nog blaffen, maar niet durv n bijten. Kort na zijn gesprek met Lucy nam Mark afscheid en reed naar huis in een verre van benijdenswaardige stemming. Daar hij zijne moeder niet durfde spreken over het nieuwe gevaar, dat hem aangrijnsde, terwijl hij op geen andere wijze luehtkon geven aan zijn toorn, vrees en wanhoop, zocht kij zyn heil in den drank en werd totaal dronken naar bed gebracht. HOOFDSTUK XXI. Vadermoeder en zoon. Wij hebben gezien hoe goed verzorgd Mark zijn vader en Tom had achter gelaten. Hij betaalde een maand huishuur, kocht een goeden voorraad levensmiddelen, en gaf zijn vader boven dien nog twee pond. In het einde van de week was alles reeds weg behalve de vrije kamers. Het voedsel was opgegeten en het geld verdronken. Des Vrijdags zeide Guy tot Tom: „Morgen is het Zaterdag, wanneer wij dan niet wat geld zien te krijgen, wat moeten wij dan Zondag doen Tom zeide dat hij het niet wist. Wanneer de nood begon te dringen, dan kon hij met fluiten nog wel wat verdienen. „Ja, maar dat is toch niet genoeg; wij moeten weer wat van Mark hebben. „Weet je ook waar hij woont?" „Ik geloof het wel. Een jongen, die hem kent was van daag in de „Man in the Moon" toen ik daar kwam en deze heeft he t mij verteld." „Ia het ver hier van daan? vroeg Guy.", „Ik denk zoo van ODgeveer dertig mijl," antwoordde Tom. „Beleen wat kleeren en laten wij hem dan van avond gaan opzoeken," riep de oude man haastig uit. {Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1