NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. 10e Jaargang. Dinsdag 19 Juli 189*2. No. 2772. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENT IËN: STADSNIEUWS. Zanprs in Brussel. BINNENLAND. r— EUILLETON DE ZWARTE KOFFER. HAARLEM'S DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37 J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters nq§r plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOI. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicity. Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, SuccParijs 31 bis Faubourg Montmartre. Haarlem, 18 Juli 1892. Heden herdenkt de heer P. Piepen- brink, kapitein adjudant bij de dienst doende schutterij te dezer stede den r waarop hij vóór dertig jaren door M. den Koning tot die betrekking werd benoemd. (Van onzen specialen Correspondent (Brussel, Zaterdagavond). Bij gelegenheid van het 25-jarig be staan van de brusselsche Mannenzang- vereeniging „l'Orphéon", onder directie van den heer Edouard Bauwens, heeft deze liedertafel een groet internationaal Concours voor Mannenzangvereenigin- :ii uitgeschreven. Beide onze groote haarlewsche man nenkoren, „Zang an Vriendschap" en .Crescendo", hadden zich aaDgegord, im den kamp te wagen. Beide hadden ïich aangegeven in de afdeeling prima vista en in de afdeeling waarin een verplicht- en een vrij koor ten gehoore oesten worden gebracht. Was het wonder, dat een lid onzer :eóactie zich naar Brussel heeft begeven, om zoo het zijn mocht, bij te wonen de triumfen dier beide vereenigingen On se haarlemsche mannenkoren zyn als sazmgiweven met de haarlemsche bur- ;e:ij, omdat ze daaruit voortspruiten. Jeüe hebben ze aanspraak op onze belangstelling en op onze waardeering. Zaterdag den xólen vertrokken de meeste ledensommige met hunne lames. Ook wij vertrokken dien dag jeveer te eén uur. Na de lange en 'ermoeiende reis van meer dan vijf lur, kwamen we, weliswaar later dan be; spoorboekje aanwees, te Brussel aan, maar wat nood Wanneer onze arlemsche zangers maar niet achteraan tomen op het concours 1 Te Esschen de gewone, vervelende formaliteit van de aangifte van in Belgie jelastbare bagage. „Niets aan te geven vrasgt de douanier kortaf. „Ei, zeg eens, monsieur le douanier, is Zang contra bande Niet Eq Vriendschap ook niet dan hebben wij niets aan te ven. Laat ons gerust doorgaan." Eindelijk dan in Brussel, de haren fen de handen vol stof, moeilijkheden et het logies, een lastige kellner, oeh de menschen hebben het óok druk. licdeiijk kunnen we wat eten, gelukkig, ant onze magen vinden het hoog Welnu, tijd. Wat nu te doenEr is nog geen werk aan den winkel. „Zang en Vriend schap" zingt Zondagmorgen te tien uur pas in de prima vista afdeeling, Zon dagmiddag in het verplichte en het vrije koor. Crescendo zingt Maandag pas. Op dit oogenblik kunnen we ons derhalve al leen met Brussel en hare genoegens bezighouden. Komaan, laat ons naar de kermis gaan Ter kermis Wel zeker, de kermis is in vollen gang. Op den boulevard du Midi, een straat zoo breed als in heel Amsterdam geen te vinden is, is door de zorgen van het stadsbestuur een kermis opgericht. Nauwelijks is de avond gevallen, of een optocht van fakkel- en lampiondragende mannen, voorafgegaan door eenige trompetters en een chassinet waarop staat„Ker- messe de Bruxelles", verkonden het u. Wanneer we uit ons hótel er ons heen begeven, ontmoeten we onderweg een anderen stoet, bestaande uit twee lief hebbers-muziekkorpsen, ook al verge zeld door fakkel- en lampionlicht, die om beurten een vroolijken marsch uit voeren en de drukke straten der stad doorwandelen. Alles reclameGoed, maar een reclame, die zoowel oog als oor (want de lui blazen lang niet slecht) aangenaam aandoet. Brussel is een drukke stad, een fraaie stad, een wereldstad. Ziet het aan den prachtigen boulevard, die door de ge heele stad loopende, de beide stations, de Gare du Nord en de Gare du Midi. met elkander verbindt. In Amsterdam lijkt alleen het Damrak er eenigszins op en zou het Rokin er op kunnen gelijken, wanneer men de gracht maar eens verkoos te dempen. Nu voelen wij Nederlanders, maar al te duidelijk dat wij in dit opzicht bij onze zuide lijke naburen ten achter zijn, Eu niet in dit opzicht alleen Wat is er in Haarlem al sinds jaar en dag niet uitgevaren tegen het straatrumoer en de bandeloosheid, die de kermis medebracht. Elieve, waar vindt gij hier rumoer en bandeloosheid Duizenden menschen zijn op de been, veel meer wellicht dan ooit op eene haarlemsche kermis by elkander waren, maar men hoort er niet lolleD, niet gilleD, niet hi ha, hi-ha schreeuwen, de menschen anauseeren zich op kalmer manier. Door de zorgen van het gemeente bestuur is het geheele terrein van de „kermesse" giorno verlicht. Talrijke slingers van ballons en lampions, in velerlei kleuren en vormen zijn over den breeden boulevard gespannen en maken vooral ook omdat de straat oploopt, den indruk van een too versprookje. Aan den eenen kant zyn de kramen, tenten en carousels naast elkander ge schaard en vaak electrisch, dikwijls ook door slingers en kransen van gas, schit terend verlicht. De carousels, hoe ver schillend zijn ze van de eenvoudige, ruwe inrichtingen die wij in Holland plegen te zien In een zee van licht, schitterend en fonkelend, vertoonen ze het nieuwste wat er op carouselgebied uit te denken ware. Midden in de kermis komen we weer de muziekkorpsen, met hunne fakkel begeleiding tegen en op de Grande Place (Groote Markt) geeft de feestvie rende vereeniging „l'Orphéon de Bru»el- les" eene volksuitvoeiing. Het is er niet zeer druk, denkelijk door de ker mis en uit den aard der zaak is over de krachten der vereeniging, in de open lucht, geen oordeel te vellen. We gaan niet te laat naar kooi, de kelen onzêr hollandsche zangers moeten helder en ruim wezen, als morgen om de prijzen moet wordeu gekampt. Tot morgen dus, Brussel 1 (Zondagmorgen). Het regent, regent, regent. De straten zijn glad en glibberig, zoodat zelfs de makke paarden van de vuilniskarren, die hier waarlijk ook op Zondag nog rond rijden, ter nauwernood kunnen blijven staan. Te tien uur is er in de zaal „La Grande Harmonie", Rue de la Made leine, concours prima vista. „Zang en Vriendschap" treedt er op in concur rentie met „St. Cécile", Gesselies; „la jeune Garde", de Dour en „l'LTnion orphéonique" van Lille (Rijssel). De verslaggevers der pers worden er, o groote zeldzaamheid toegelaten. De jury bestaat uit drie leden en een „sup- pléant", te weten de heerenle Biun, Renard Camaêre, Wattel en Maes. Onze lezers weten reeds door ons bulletin van Zondag, dat „Zang en Vriendschap" niet dat succès heeft be haald, dat wij de vereeniging zoo gaarne hadden toegewenscht. De eerste prijs werd toegewezen aan „l'Union orphéoni que". met 72 punten, de tweede aan „St. Cécile" de Gosselies met 65, ter wijl aan „Zang en Vriendschap" met 63 punten eene eervolle vermelding werd toegekend. „La jeune Garde" ontviDg niets. Moewei het onze gewoonte niet is, op de uitspraak eener jury te reageeren, moeten wij toch ditmaal eenige opmer kingen over de gevallen beslissing maken. Zonder twijfel heeft de vereeni- i ging uit Rijssel zeer fraai gezongen, maar de directeur talmde toen de leden de partijen reeds in handen hadden, ongeoorloofd lang om een soort van koorrepetitie sotto voce met hen te maken. St. Cécile deed niet veel beter, deze vereeniging nam het tempo zeer lang-" zaam. Dit moet gezegd worden, dat de heer Robert de eenige was, die toen de zangers hunne partij hadden, zonder verder onnoodig verwijl het teeken tot beginnen gaf. De optocht had, inplaats van te halftwaalf, te halfeen plaats. Het kolos sale Beursplein was zwart van menschen. Voorop gingen politieagenten, dan de muziek van de infanterie, daarna infanteristen en eindelijk de lange stoet van zangers, tweemaal onderbroken door kleinere muziekkorpsen. Jammer was het, dat door den regen de meeste feestgangers hunne banieren thuis gelaten hadden of althans de hoes er over droegen. Ach ja, de regen bederft veel. De roeiwedstrijd die gehouden wordt, is er natuurlijk ook niet mee gediend, maar wat zal men er aan doen? Men moet dragen wat men niet veranderen kan. Dezen middag te 3 uur was het con cours in het The&tre Flamand, pardon ik bedoel in den vlaamschen schouw burg. Daar had „Zang en Vriendschap" te kampen met drie vereenigingen, „Kunst en Broederschap," uit Amsterdam onder leiding van den heer Tierie. De of- ficieele gids noemde hun getal sterkte 90. De beide andere mededin gers waren „Cecilia" uit Amsterdam, on der directie van den heer N. H. An- driessen, onzen stadgenoot, die met 37 zaDgers den strijd aandorst, en Onder linge Oefening van Amsterdam, directeur de heer Presburg, met een korps van 84 zangers. De schouwburg, die gelegen is in de Rue de Laeken, was flink bezet. Te 3 uur was dit concours aangevangen en ongeveer kwartier voor vijven traden de haarlemsche zangers op. Het publiek juichte al de vereenigingen uit Neder land zeer toe. Ook van dit nummer is de uitslag aan onze lezers, wat betreft „Zang en Vriendschap", bekend. Onze haarlemsche Vereeniging verwierf met algemeene (zeven) stemmen den 2den prijs, terwijl de eerste werd gegeven aan „Onderlinge Oefening" en de derde aan „Cecilia", beide te Amsterdam. Een tweede 3e prijs werd door „Kunst en Broeder schap" geweigerd. Naar wij vernemen zijn van de bi- zondere school van den heer G. Fort - Igens alhier, voor de examens Hoogere Burgerschool, welke de vorige week zijn gehouden, zes van de negen leerlin gen geslaagd. Naar men ons mededeelt, heeft de verloting plaats gevonden van de voor werpen, welke in „Felix Favore" zijn tentoongesteld. Aldaar ligt ook de lijst van deze verloting ter inzage, zoodat belanghebbenden worden verzocht, zich daar ten spoedigste le gaan vergewissen, of hun lot met een prijs is uitgekomen. De prijzen kunnen worden afgehaald. B. H. Frensen, militair-wachter aan het kruitmagazijn te Spaarnwoude hoopt 28 Juli a. b. den dag te herdenken, waarop hij voor 50 jaar in militairen dienst trad. De Koningin en de Ko ningin-Regentes zijn uitgenoodigd ge worden om den feestoptocht (het Landjuweel) te Antwerpen bij te wonen. Men hoopt er, dat de Vorstinnen de uitnoodiging zullen aannemen. Z. K. H. de groothertog van Saksen en zijne dochter de prinses Van Mecklenburg, met gevolg, worden 15 Aug. te Scheveniogen verwacht en zullen, evenals ten vorigen jare, afstappen aan het Hotel Kurhaus. De gewone audiëntie van den minister van Justitie, zal op Dinsdag 19 Juli a. 8. niet plaats hebben. Zaterdag is benoemd tot directeur der Billiton-Maatschappij in Nederland de gepensioneerde kolonel van het indische leger, Vankappen. Woensdag middag is het stoffelijk overschot onzer ongelukkige voormalige stadgenooten, aldus meldt het Ubl.y mevrouw Biumund en haar zoon, den heer Van Ouwerkerk de Vrier Brumund, op het kerkhof Lasallar, boven Lausanne, ter aarde besteld. De plechtige lijkdienst werd bijge woond door een groot aantal leden der j Hollandsche kolonie te Lausanne, eene deputatie der Stoombootmaatschappij en nog vele inwoners der stad. Trei- I fend was het oogenblik toen de leeraar Beauty in zijne aandoenlijke lijkrede de overeenkomst tusschen Nederland en I Zwitserland in herinnering bracht, zoo welsprekend door prof. Van Hamel 1 ontwikkeld in zijne algemeen bewon- derde rede tijdens de feesten der Lau- saansche burgerschool nu twee jaren ge- j leden. De koetsier der familie Brumund be- i stuurde den eersten lijkwagen. Op het graf is in zijn moedertaal door eender Hollanders een laatst vaarwel gezegd aan de ongelukkige landgenooten. HOOFDSTUK IV. In ieder geval lag deze gevolgtrekking voor de hand, dat raiss Sirapkinson wist, wie de vermoorde was en de kamenier niet. „En o, beste miss," Wad de kamenier gezegd, terwijl zij in tranen uitbarstte, „gij weet, dat ik de zuivere waarheid vertel; Waarom laat u mijnheer Harvey niet ontbieden Daarna was de commissaris wat strenger geworden in zyn spreken, en miss Simpkinson nog meer terughoudend. Miss Simpkinson had echter bekend, dat dê koffer van haar was. En de sieutel was, naar zij zeide, ©ok van haar. Men had een handdoek in den koffer gevonden. Was die hand doek van haar „Neen." Wist zij, ot meende zij te weten, van wien die anders kon zijn Dat kon zij niet zeggen. Hij was ge kerkt met de letters „E. R.," wist zij ook misschien niet wat die letters zouden kunnen beteekenen? Zij weigerde te ant woorden. Het linnengoed vtn het lyk was met dezelfde letters gemerkt 4 zoodat het zeer waarschijnlijk was, dat de doek haar had toebe hoord. Kende miss Simpkinson de vermoorde? Ik ontstelde toen ik dit punt in het proces-verbaal had be reikt, en toch had ik eigenlijk niets anders kunnen verwachten. Mijn verbazing steeg echter toen ik de twee volgende re gels las. //Wilde zij dan den naam noemen „Neen." Het was verder onmogelijk geweest nog iets uit haar te krij gen. Bedreigingen en overredingen bleken alle vruchteloos te zyn. De commissaris had in wanhoop het voorloopig verhoor gestaakt en de engelsche jongedame was naar het Dépót gezonden onder beschuldiging van moord op eene onbekende. De commissaris had zijn oordeel in deze zaak gevestigd- Tegen de wettelijke gebruiken van de justitie op het vasteland heb ik slechts eene bedenking, maar het is eene zaer ernstige. Naar het mij toeschijnt is iemand van de een of andere misdaad beschuldigd, daar veel te machteloos. Wanneer hij eenmaal in hechtenis is genomen, wordt hij onmiddellijk beschuldigd, en van dat oogenblik hebbes de rechters maar éen doel om hem zoo in het nauw te brengen, dat hij zijn misdaad bekent. Ik heb dikwijls bekwame vreemdelingen Dubert was een hunner dit feit ten volle hooren beamen en betreuren. Bij deze gelegenheid was Léon Dubert het met zijn neef eens, dat miss Simpkiaso» verdacht moest worden. Men moest opspo ren in hoeverre zij medeplichtigen had, of dat zijzelf een mede plichtige was, want en hierin waren zij het volkomen eens, zjj moest sterk bij de misdaad zijn betrokken. Ik stemde ten volle met hen in. Zij somden alle verzwarende feiten op, en de con clusie daaruit was verre van gunstig voor haar. Van het begin af wist zij welken afschuwelyken inhoud de" koffer bevatte, die om de een of andere reden door haar uit Engeland werd ver voerd. Waarom had zij daarmee gereisd Waarschijnlijk om het lijk op de een of andere plek te brengen, waar het kon begra ven of achtergelaten worden, zonder dat men vrees behoefde te koesteren, dat het zou worden herkend. Zij had waarschijnlijk op het toeval gerekend, met het oog op het groote aantal kof fers, haar overredigskracht, het touw om den koffer, den verlo ren sleutel aaan al die dingen te zamen; daardoor had zij gehoopt veilig met haar last weg te komen, en slechts door een samenloop van voor haar noodlottige omstandigheden, gevoegd bij de onbeleefde stijfhoofdigheid van de douane-beambten, was haar plan mislukt. Tot zooverre was het den Franschen evenals mij duidelijk. Bovendien viel er niet aan te twijfelen, dat zij van den moord wist en den naam van het slachtoffer kende. Zij had getracht Dubert te misleiden, wat betreft haar verblijf te Southend. Zij bad toegestemd, dat de koffer, waarin het lijk was gevonden, haar toebehoorde haar kamenier had het bovendien beves tigd, en zij had geweigerd om eenige aanwijzing te geven betref fende den handdoek, die er ook in was gevonden. De kamenier was intusschen ook ondervraagd omtrent den doek en uit haar getuigenis was stellig gebleken, dat hij niet behoorde en niet kon behooren bij het linnengoed van mevronw Simpkinson. Myn eerste gevoelen was geweest, dat de initialen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1