POLITIEK OVERZICHT.^
GEMENGD NIEUWS.
Den Hoek; Etnrik en mr.
Joh. Enschedé, Haarlem J. L. Beijars,
C. L. Dake, L. A. de Flines, J. H.
Htlboer, W. B G. Molkenboer, B. Ch.
Mets, P. Snoidt van Gelder, Amster
dam Aug. Beliofante, Den Haag; F.
de Stoppelaar, Leiden en H. A. M.
Roelants, Schiedam.
Inhoud van „De Hollandsc'.ie
Lelie* van 27 Juli 1892 Hoofdartikel
Niet begrepen. Getrouwd, door
Ebba, schrijfster van „Huwelgkspoerie".1
Brieven uit Berlijn, No. 1, door
Emilia. Praatjes over muziek. Jenny
Liod, door C. Kruis. I. Roeping?
door Johanna A. Wolters. IV. Giften
voor de zieke abonnée. Vragenbus.
Correspondentie. Week kalender.
Advertentiëo.
Duitsche bladen berichten, dat
zich eon syndicaat heeft gevormd van
vermogende Oostenrijkers en Amerika
nen, om op de wereldtentoonstelling
van Chicago het passiespel van Oberam-
mergau te doen vertoonen. Kapitaal
800,000 dollars 1 De Oberammergauer
ppeLrs van vóó- twee jaar zou leu „vooi
het geheele seizoen" naar Chicago
komen.
RECHTSZAKEN-
Te halfeen, ODgeveer begon Dinsdag
in de audiëntiezaal der kantongerechten
te Amsterdam, het geding tegen den
bekenden Goolam Kader, den vreem
deling, die reeds maanden lang hier
ter stede veel van zich heeft doen
spreken.
Te 10 uur reeds waren de gangen
van het gebouw der kantongerechten
reeds verstopt door het groot aantal
nieuwsgierigen, die de zitting tracht
ten bij te wonen. Voor verreweg het
grootste gedeelte bestond die menigte
uit gebrekkigen, blinden en half blinden
die u.t hoofde van hun ongelukkigen
toestand zich in het hun onbekende
gebouw zeer onrustig bewogen
Te halfeen, toen dit publiek in de
zaal werd toegelaten, waren daar reeds
aanwezigMr. Kappeijne v. d. Capello,
plaatsvervangend kantonrechter, mr. Leu
velink Tjeenk, griffiermr. Cohen Ter
vaert, ambtenaar v. h. O. M.verder
de beklaagde Goolam Kader; de heer
Taco de Beer, als tolk en mr. Th.
Heemskerk als verdediger.
Na de eerste vragen van den rechter
verklaarde Goolam Kader, dat hij in
het bezit was van een dipioma van ge
neeskundige hulp, hem uitgereikt van
wege een hoogeschool te Shikarpur,
verder, dat men geweigerd had wat
diploma io ontvangst te nemen. Dr. J,
P. J >ozij heeft medegedeeld, dat Goolam
Kader geeneriei bewijs van bevoegdheid
tot uitoefening van geneeskundigen
dienst in Nederland kon overleggen.
De verdediger verzocht aanteekening
te houden van het feit, dat zich bij rie
stukken een vonnis in het Italiaansch
bevindt, zonder bijgevoegde vertaling,
Allereerst werden eenige getuigen
décharge gehoord, uit wier verklaringen
onder meer bleek, dat Goolam's be
handeling bestond uit bestrijken van
hei inwendig of uitwendig oog meteen
bruin-geel of wit vocht, terwijl soms
een operatie werd bewerkstelligd. Ge
woonlijk werd bij de eerste behandeling
f 20 gestort als vooruitbetaling voor een
geheele week; de tweede week werd
dan met ƒ15 betaald, terwijl voor ver
dere geregelde behandeling een afzon
derlijke overeenkomst werd getroffen,
Na afloop van het geheele getuigen
verhoor komt mr. Cohen Tervaert aan
het woord, die in naam van het Open
baar Ministerie de toepassing der zwaarst
mogelijke straf eischt, zes boeten, elk
van 500 (subs. 60 dagen gevangenis
straf elk) en een boete van f 200
(subs. 40 dagen gevangenisstraf).
Na afloop van het geheele getuigen
verhoor komt mr. Cohen Tervaert aan
het woord, die in naam van het Open
baar Ministerie de toepassing der
zwaarst mogelijke straf eischt, zes
boeten, elk van ƒ300 (subs. 60 dagen
gevangenisstraf elk) en een boete van
f 200 (subs. 40 dagen gevangenisstraf).
Daarna komt het woord aan den
verdediger.
Mr. Heemskerk zegt met diepe ver
ontwaardiging het requisitoir te hebben
aangehoord. Hij begrijpt, dat het O.
M. in casu een straf moest eischen,
maar is van oordeel, dat dit met de
uiterste matiging had behooren te ge
schieden.
Hij is van meening dat men hier in
de verste verte niet aan kwakzalverij
heeft te denken. De medici hebben
zich niet met een grondig onderzoek
ingelatennoch uit den aard der be
handeling, noch uit de behandeling zelve
zijn andere dan gunstige uitkomsten
verkregen. PI. wil dus alleen wegens
de onbevoegdheid in Nederland volgens
de bestaeinde wetten een zoo licht naoge
lijke boete toegepast zien.
Uitspraak Donderdagmorgen a. s,
10 UUI.
Naar men verneemt, heeft de
officier van justitie te Rotterdam afstand
gedaan van het aanvankelijk door hem
ingesteld hooger beroep tegen het vonnis
der rechtbank aldaar, waarbij de bur
gemeester van Brielle werd vrijgespro
ken van de hem ten laste gelegde
opzettelijke wederrechtelijke vrijheids
berooving.
In de zitting der rechtbank te
Leeuwarden, op 25 Juli, bestemd tot
deelneming aan strafzaken en gepresi
deerd door den heer jmr. A. Wic'ners
Hoeth, is P. K. B., oud 45 jaren, koe
melker, geboren te Tjerkwerd en wo
nende te Rauwerd, schuldig verklaad
aan opzettelijke beleediging. de Koningin
aangedaan, en veroordeeld tot 3 maan
den gevangenisstraf, omdat hij den I5n
Juni 1.1. in de derde klasse wachtkamer
van het spoorwegstation aldaar uit
ontevredenheid dac er zooveel geld
besteed werd voor de ontvangst der
Koninginnen, gezegd heeft: „het was
beter als de Koningin kwam dat ze
dood viel, de Koningin is een land-
opvreter, ze moesten haar doodschie
ten."
KOLONIËN-
{Port. Corresp. N. R. Ct.)
CURASAO, S Juli.
Aan eene zaak, die hier veel sensatie
gemaakt heeft en maanden lang het
onderwerp der gesprekken was, is een
einde gekomen.
Den 20 Januari verspreidde zich het
gerucht, dat er des voormiddags tusschen
10 en 11 uur ten kantore van den waar-
nemenden luit.-kwartiermeester J. v. d.
L. S., in het fort „Amsterdam** alhier,
ruim ƒ7500 gestolen was.
Er werd verteld, dat terwijl de luit.-
kwartierra. eenige oogenblikken zijn
kantoor verlaten en de deuren gesloten
had, de achterdeur van het kantoor en
eene ijzeren kist, waarin zich de ont
vreemde som bevond, opengebroken
waren.
Genoemde luitenant-kwartiermeester
gaf op, dat hij gemeld bedrag 's mor
gens uit zijne woning naar zijn kantoor
gebracht en daar in de ijzeren kist ge
borgen had, om het in den loop van
dien dag aan den luitenant H. af te
dragen, die met de waarneming der
betrekking van luitenant-kwartiermees
ter werd belast gedurende de afwezig
heid van luitenant J. v. d. L. S., daar
deze met den gouverneur als diens ad
judant op reis zou gaan.
De gestolene som had, volgens opgave
vau luitenant J. v. d. L. S., uit Cu-
rafaosche bankbiljetten bestaan.
Dadelijk na de aangifte van dien
diefstal werden door de politie alle rao
gelijke maatregelen genomen om den
dief op het spoor te komen, doch zonder
eenig gevolg. Alle schepen, die de ha-
veil verlieten, werden nauwkeurig onder
zocht en zelfs werd den visschers ge-
durende een paar dagen verboden, zich
met hunne kano's in zee te begeven,
«venIn?nr - gelegenheid te
geven tot ontsnapping. Maar alles ver-
geefsche moeite.
K„Ti?£i-el.nde te,.weten komen of de
bankbiljetten, die werden opgegeven
gestolen te ztjo, in omlqop waren ge
bracht, richtte de procureur-generaal
eene oproeping tot alle bewoners van
Curapto, om hot Curaciorche bankpa
pier, dat ztj m hun bezit hadden, ter
pelen"8'""6 'ïn finaacien te doen
Aan die oproeping gaf iedereen ge
hoor, om later mogelijk moeielijkherieo
te voorkoraeo als men ongestempeld
baokpapier uitgaf.
Er werlen een paar vaartuigen naar
de eilanden Bonnreeu Arubagezouden,
met last aan de gezaghebbers dier ei
landen om alle ddir aanwezige Cu-
rapaosche bankbilje ten in te wisselen en
naar Curagao op te zenden.
Zo lioeiiile wtrin een paar -lagen
ongeveer al het in omloop zijde Cura-
qaosche bankpapier van een bizonderen
stempel voorzien.
Spoedig lekte er uit, dat aan het be
drag, hetwelk door de bank alhier in
dertijd aan papieren geld in omloop
gebracht was, slechts zoo 4 f3oo out
brak, die men niet ter administratie had
doen stempelen.
Ue natuurlijke gevolgtrekking daa uit
was dus, dat de ontvreemde som reeds
onder het publiek was uitgegeven, en daar
door de administratie van financiën de na
men van allen, dia bankbiljetten ter stem
peling hadden aangeboden, waren opge
rekend, werd aan den rechter van instruc-
tie bij het hol van justitie alhier opgedra
gen een onde: zoek in te stellen, hoe ieder
in het bezit van zijn bankpapier was
gekomen. En het resultaat van dat
onderzoek was, zooals verteld werd, dat
blijkbaar iedereen de bankbiljetten die
men ter administratie van financiën van
een bmonderen s erapel had doen voor-
zien, reeds eenigen tijd voor den dag,
waarop bovengemelde diefstal zou ge-
pleegd zyn, onder zijne beiusting had.
De herkomst der bedoelde bankbiljetten
wist iedere belanghebbende voldoende
te staven en er was geene reden om
de verklaringen daaromtrent in twijfel
te trekken.
Hoe verder de instructie in deze zaak
vorderde, hoe twijfelachtiger het scheen,
ot er den ao Januari wel /7coog;sto
leu was.
Men zeide o. a. dat een paar des
kundigen, die benoemd waren om te
onderzoeken op welke wijze de ijzeren
kist opengebroken was, geen spoor van
braak daarvan konden ontdekken, maar
het slot daarvan in volkomen goeden
staat bevonden haddeu.
Wat hiervan ook zij, nadat de uitvoe
rige instructie in deze zaak door den
rechter-commissaris gesloten was, werden
er twee officieren-commissarissen be
noemd, die belast werden met een
gerechtelijk onderzoek in zake den i«
luit. der inf./. v. d. L. S., beschaldigd
van verduistering van gelden, welke hij-
als waarnemend kwartiermeester uit de
korpskas in handen had.
Tot waarnemend auditeur militair ten
deze werd mr. Nuijens, lid van het hof
van justitie, benoemd. De officieren-
commissarissen hebben alle personen,
die voor den rechter-commissaris, belast
mer de instructie van strafzaken bij het
hof van justitie, verklaringen hadden
afgelegd, als getuigen onder eede ge
hoord. 6
Nadat door den krijgsraad, bestaande
uit den overste en zes officieren van
het alhier gestationneerde oorlogss-hip
De Ruiter, nog een nader verhoor van
eenogen der getuigen had plaats gehad,
IS de zaak geëindigd met de vrijspraak
van den beschuldigden luitenant-kwar-
tiermeester.
Nu weer is het niet waar dat Spanje
eene lcgerafdeeling zou vormen die naar
Marokko zou trekken. Mogelijk is het
echter, dat de spaansche Regeering het
minder gewenscht vindt dat de wapening
ai ruchtbaar wordt en daarom het
bericht tegenspreekt. De wegen der di
plomatie zijn zoo onontraadselbaar
Intusschen zal de staat van beleg te
Barcelona morgen (Donderdag) worden
opgeheven. De raiaisterraad beraadslaagt
over het tarief van invoer voor het
eiland Cuba.
Portugal, het ongelukkige land dat
zoo met zijn geld in de war zit (dat wil
zeggen met het geld dat het niet heeft)
wordt nu ook nog door een andere
ramp getroffen De graanoogst is slecht
uitgevallen en groote kwantiteiten zullen
er nog moeter» worden ingevoerd, om
aan de behoefte te voldoen.
Wanneer er nu al geld te kort is en
dea landbouw gaat het slecht, wie
moeten dan de belastingen betalen
elk a die sc'wu.u zouden moeten del
gen P
De ministerieele crisis in Zweden is
opgelost op de wijze, door ons aan
geduid in het vorig nummer. De mi
nisters blijven voorloopig aan en de
kwestie der consulaten blijft hangende.
Men is vau de noodzakelijkheid dezer
oplossing (die eigenlijk, geene oplossing
is) zoodanig overtuigd, dat de Kamer
er zich eenparig mee heeft vereenigd,
en ook de Koning er zijne goedkeuring
aan heeft gehecht. Misschien is nu de
consulatenkwestie wel geheel van de
baan.
Uit den thans bekenden woordelijken
inhoud van de uitvoerige rede die prins
Bismarck by de betooging te Kissingen
gehouden heelt, blijkt dat zijne woor
den meer gematigd waren dan volgens
de samengedrongen telegrammen het
geval scheen te zijn. Dit wordt door
de Post aangetooud in een entrefilet
dat de aandacht trekt. Dit blad hecht
er vooral aan dat Bismarck met nadruk
het samengaan van de gematigde bur
gerlijke partijea anbeval, tot het vox-
men eener vaste regeeringsgeziade
meerderheid. D=ze belangrijke uiting
vau Bismarck zeiven getuigt niet van
onverzoenlijke oppositie, maar geeft
veeleer aan den scherpen woordenstrijd
die in de laatste weken gevoerd is, eene
vei zoenende wending.
Naar men verneemt zijn niet alleen
vele groote Duitsche iadustrieelen, maar
ook verscheidene Bondsregeeringen niet
gezind met het plan eener wereldten
toonstelling te Berlijn mede te gaan
De eindbeslissing daarover wordt spoe
dig na 's Keizers terugkomst tegemoet
gezien.
Het belgische blad Le Patriotc be
vat eene interview met den heer Storms,
van wien de plannen tot bestrijding der
slavernij in Midden-Afrika uit zijn ge
gaan. Deze gelooft dat degenen, die deze
plannen uitgevoerd hebben, geen schuld
hebben, en schrijft het verzet der Ara
bieren toe aan hunnen tegenstand tegen
de Belgische expeditie onder kapitein
Van de Kerckhove in Ouellé en Bo-
mou. De bestrijders van den slavenkan
del bevinden zich op drie maanden rei-
zens van de streek waar de jongste
troebelen plaats hebben gehad e» heb
ben met de beweging volstrekt niets te
maken.
De Indépendance bevat eene interview
met den markies De Beauchamps, die
Zaterdag uit Afrika ia Europa terug
is gekeerd. Hij schrijft de verantwoor
delijkheid voor de te Nyangwé voorge
vallen gebeurtenissen toe aan misslagen,
die door de missiën tot bestrijding van
den slavenhandel te Tanganyika begaan
zijn.
Verscheidene bladen melden dat graaf
zijn ontslag als zoodauig genomen heeft.
Kapitein Van Gèlede bekende
afrikaansche ontdekkingsreiziger, heett
over den opstand oer Arabieren te
Nyangwé verklaard, dat naar zijn oor
deel geen verband bestond tussche
dezen opstand en de joDgste ge
beurtenissen te Katanga. Hij schrijft
dien opstand toe aan de strenge maat
regelen der DuitsChers in Oost Afrika
en ook aan het te veel als militairen
optreden van de anti slavernij vereeni-
gingen. Van Gèle keurt het gedrag van
de leiders der anti slavernij expedition af.
Va-- Eetevelde, secretaris van den
Cougostaat, schrijlt den opstand toe aan
de daden van handelsexpé iitiëc, welke
zich in de streek Nyamagoué Vestigen
en de belangen der Arabieren hebben
benadeeld. De opstand valt trouwens
samen met de aankomst te Nyamagoué
van de expeditie van Hodisler. De
secretaris der handelsvereeaigingea be
weert echter, dat de handelsexpcdiiiën
de belangen der Arabieren niet bena-
n cn geeuszi..s tot een opstand
aanleiding geven. Hij werpt evenals
Van Gèle, de verantwoordelijkheid voor
de onlusten op de anti-slavernij expe
ditiëo, in 't bizonder op die van Jouuert,
De Jacques en Van Kerkhoven.
In het proces tegen de
anarchisten te Luik. heett de jury uit
spraak gedaan. Haar antwoord op de
vtuchillende vragen luidde aldus: op
de vraag of er complot is geweest, ja,
bij eenvoudige meerderheidop de
vraag, oi er vereeniging is geweest tot
het stelen van ontplofbare stoffen, ja,
bij eenvoudige meerderheidop de
vraag of er rereenigiog is geweest tot
het verwoesten van bezittiage.-j, ja; op
de vraag aangaande de dietstaileu ea
het vervoer van dynamiet en andere
stoffeD, jaop de vraag van het be
staan van heliog, jaop die betreffende
de poging ora het kruithuis bij Ombret
in <4e lucht te doen springen, ja; op
die betreffende de ontploffingen en de
verwoesting van het eigendom, ja.
De jury is Dinsdag te kwartier voor
tienen in de zaal der beraadslagingen
gegaan en heeft om twee uur uitspraak
gedaan.
Bijna bij alle vraagpunten vei meed
de jury de subsidiaire kwestie waardoor
verzaentende omstandigheden worden
toegestaan.
Hare verklaringen werden onder diepe
stilte ontvangen.
Te half vijf werd het vonnis
uitgesproken, luidende voor de onder
scheidene beschuldigden als volgt
Moineau 25 jaren dwangarbeid en
20 jaren onder politie-toezichiWolfs
en Beaujean 20 jaren dwangarbeid;
Guilraont 3 jaren gevangenis en 26 lr.
boete; Naniot vrijgesprokenMatheyssen
en Marcotty 15 jaren dwangarbeid;
Beduin vrijgesproken; H. Lacroix 15
jaren uwangarbeidBerre, Charles en
Jacques vrijgesproken Nossent 15 jaren
dwangarb id; Heusy e Schlebach vrij
gesproken; Hansen 10 jaar gevangenis.
In het paleis van justitie en daarbuiten
bevond zich eene ste:ke politiemacht.
De advocaat Crick heeft vijf punten
opgesomd, op grond waarvan cassatie
plaats kan hebben. De advocaat Servais
drong, uit naam van alle verdedigers,
op goedertierenheid tégenover de ver
oordeelden aan.
Naar D es 11 iel meldt, is
Maandagnacht een hevige aardschud
ding waargenomen te Sallan bij Lon den
Men schrijft dezen schok toe aan grond,
schuivingen ten gevolge van uitgravin
gen in een steenkolenmijn.
De gebouwen van Edison's
John d'Oultreraont, grootmaarsehalk van j electriciteitswerken te New-York zijn
het Hof, die deel uitmaakte van de com- afgebrand. Honderden personen zijn
missie voor den handel in Opper-Kongo, I hierdoor zonder werk.
Philip Haivey. Hij was een naaste bloedverwant van Austin
Harvey en waarschijnlijk de moordenaar van miss Raynell.
Ik bedacht, dat ik reden genoeg had om tevreden te zijn
over de vorderingen, die ik sedert eergisteren had gemaakt. De
misdaad was waarschijnlijk Zondagnacht bedreven. Des Maan
dagsavonds had ik er voor het eerst iets van vernomen. Het
was nu Woensdagmorgen. Geen acht en veertig uur waren er dus
nog verloopen sinds ik er nog Diets van wist. Nu kende ik den
naam van het slachtoffer, de plaats waar de moord was geschied,
verscheidene omstandigheid, die iu onmiddellijke betrekking tot
de daad stonden, en zelfs den naam en de tijdelijke woonplaats van
den vermoedelijken moordenaar.
Het was nu mijne overtuiging, dat miss Simkinson niet eerder
kennis droeg van de misdaad dan toen de koffer, dien zij ten
onrecnte voor den hare hield, aan het station werd geopend. Op
dat oogenblik moest zij oogenblikkelijk hebben beseft, dat de
koffer de hare niet was of met den hare was verwisseld. Welke
aanwijzing zij bezat om haar dadelijk te doen weten, wie de
ware schuldige was, kon ik niet uitvinden. Zij had blijkbaar juist
geoordeeld, en haar eerste aandrang was geweest om een lid van
de familie van haar verloofde waarschijnlijk zijn broeder
te redden.
Een meisje dus met een krachtig zenuwgestel. Ik moet echter
bekennen, dat ik den voorkeur geef aan het gillen en in zwijm
vallen van de moeder. Die kwam mij meer natuurlijk voor.
De vraag, die nu op den voorgrond verscheen, wachtende op eene
oplossing, was natuurlijk deze:
„Hoe en wanneer was de misdaad verricht?"
Deze vraag moest in Engeland worden beantwoord. Zoo mo
gelijk moest Philip Harvey ze beantwoorden.
Ik telegrafeerde naar mijne chefs, en maakte de noodige toe
bereidselen om dien avond Parijs te verlaten. De onneozelste
leerling in mijn vak kon toezicht houden over de twee kinderen
in het Grand Hotel. Ik was van plan om mij eerst naar Londen
te begeven, om mijne chefs op te zoeken, en mij zekerheid te
verschaffen omtrent den koffer, en om dan naar Dover te gaan,
en daar mijn onderzoek voort te zetten. Hiervan was Philip
Harvey nu het middelpunt geworden. Ik moest hem opsporen
en meer omtrent hem te weten te komen. Dien man moest ik
hebben gevonden alvorens zijn broeder den tjjd en de gelegen
heid had gehad om hem tot de vlucht aan te sporen. Goede
hemel! had hij dat nu niet reeds kunnen doen?
Ik begaf mij op weg naar Engeland. Nooit had de trein zoo
langzaam gereden nooit had de zeeboot met zooveel tegen
wind en ik met zeeziekte te kampen gehad.
HOOFDSTUK XI.
B\j den koffermaker.
Zoodra ik Londen had bereikt en mijne chefs had gesproken,
zette ik mijn onderzoek in zake den moord voort. De ontdek
king aan het Qare du Nord had, zooals ik reeds had gezegd,
Maandagavond plaats. Dinsdagmorgen verliet ik Parijs, terwijl
een ander met de mchtboot van Woensdag mijne plaats zou
gaan innemen.
Alvorens te vertrekken ontving ik van Austin Harvey het
volgende briefje. Hg zond het mij met de posts
„Mijnheer. Ik was van morgen buiten mijzelf en ge
droeg mij als een krankzinnige. Ik kan mijne handelwijze
alleen verklaren en er u vergiffenis voor vragen in verband
met den vreeselijken toestand, waarin ik zoo onverwachts
ben geplaatst. Gij zult dit wel in aanmerking willen nemen.
Ondanks mgne ruwheid moet ik u verzoeken uw onderzoek
voort te zetten. Alles is beter dan die vreesclijke onzeker
heid. Tot nader order blijf ik in het Hotel de la Paix.
Uw enz.
AUSTIN HARVEY."
Arme man I Was het mogelijk om vrijmoediger en eervoller
verontschuldigingen aan ie bieden Ik kon hem inderdaad de
mij aangedane beleedigiog gemakkelijk vergeven, want als mijne
vermoedens juist wartn, dan was zijn toestand inderdaad verre
van aangenaam.
Vrijdagmorgen begaf ik m^ in de vroegte, voordat er bezoe
kers zouden komen, naar de heeren Browne Elder, koffer-
makers enz., 1x7 Cheapside.
Wordt vervolgd^