NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD. DE ZWARTE KOFFER. 10c Jaarsranor. Vrijdag 29 Juli 1892. No. 2781 ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIEN: „IS et ISlaaclje" STADSNIEUWS. DE INWIJDING van het Gesticht van de Broeders van FEUILLETON F" HAARLE Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk,'per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37^. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM. Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSucc., Pa)-ijs 31 bis Faubourg Montmartre. Ondergeteekende brengt beleefdelijk in herinnering, dat kleine Advertentiën lestemd tot plaatsing in en in de speciale rubriek in het Zater- iegavandnummer van HAARLHM's BAOBLAD, 5 Cts. per regel tezamen, iterlijk tot Vrijdagmorgen ia uur aan iet Bureau kunnen worden ingeleverd. T. C. PEEREBOOM. Haarlem, 28 Juli 1892. Bij de Gemeenteraadsvergadering van Woensdag j.l. is geen noemenswaardige discussie gevoerd en zal daarom geen afzonderlijk Raadsverslag aan de abon- nés worden toegezonden. De volgende stukken zijn nog bij den Raad iDge- ;omen Begrooting van het Burgerlijk Arm- lestuur en die van de schutterij voor 1893 ontvangen en gesteld in handen der Comm. van Financiën. Ingekomen Voordracht van Burg. en Weth. tot rerkrijging eener andere grensscheiding tusschen Haarlem en Heemstede. Rekest van J. W. Jenny Weijerman en anderen om ontheffing van de be taling van vergoeding door den dienst der Gem. Reinig, bewezen. Rekest van den architect J. Wolbers namens den heer J. H. Krelage met )lan tot bebouwing van gronden aan den Kleinen Houtweg enz. Bericht van H. J. Noij houdende, dat hij zijne sollicitatie naar de betrek- ring van hootd der 2e opleidingsschool intrekt. Mededeeling ontvangen van den se cretaris de Coöperatieve Bouwvereeni- „Ons te huis", dat hij het namens die vereeniging ingediend verzoek om aan de nieuwe straat ten oosten van den Zijlweg den naam te geven van „Van der Veldenstraat" als niet gedaan Pensent te beschouwen. Benoeming door den Commissaris der KonÏDgiu van den adj. inspecteur van iolitie E. F. van der Lugt tot buiten gewoon gem. veldwachter. Indiening rekeniDg Gem. 1891. Bedank brief stads apotheker. -Het stedelijk museum van schilde - tijen en oudheden op het raadhuis al hier, werd heden, onder geleide van den heer Jacques Leyb, gemeente- architect bezocht, door de leerlingen van de afd. 's Hage der maatschappij t®t bevordering der bouwkunst. Ook werden door hen het Stadhuis en verdere merkwaardigheden bezichtigd. Woensdag is de heer J. A. J. Paulen alhier, te 's Hage geslaagd voor de lager acte ÉDgelscb. Woensdagavond te half negen had in de bovenzaal van Café Montagne in de Groote Houtstraat eene eigen aardige feestviering plaats. Nadat de d.d. schutterij met muziek was uitgetrokken en hare oefeningen had gemaakt, vereenigde zich het korps officieren en het kader in genoemd lokaal, onder presidium van den majoor- kommandant Mr. W. Jager Gerlings, om het 3ojarig iubileum te vieren van den kapitein P. Piepenbrink, als lid der Haarlemsche schutterij. Een strijkkwartet van het Stedelijk Muziekkorps luisterde de bijeenkomst op. Natuurlijk ving men aan met het Wien Neerlandsch Bloed en het Wil helmus, dat door al de aanwezigen staande werd aangehoord. De komman dant wijdde daarna een geestdriftvollen dronk aan onze Koninginnen. Daarna vatte Mr. Jager Gerlings we der het woord, om den jubilaris kapi tein Piepenbrink te gedenken. Spreker wees er op, hoe deze schutter ij-officier steeds in al die jaren, dat hij bij en voor de schutterij werkzaam is, met ijver en toewijding zijne plichten heeft vervuld, zoodat dan ook kapitein Pie penbrink voor hem kommandant in de 17 jaar, dat hij bij de schutterij als officier is geplaatst, zijn gewaardeerde leermees ter is geweest. Namens het korps officieren bood spreker den jubilaris daarop een paar keurige gravures aan, beide betrekking hebbende op het militaire leven, getiteld „le Drapeau" en „la Defense de Tuyen Quan." Nadat het gejuich dat op deze woor den volgde was geëindigd, dankte ka pitein Piepenbrink in eenvoudige doch hartelijke bewoordingen voor de eer hém thans aangedaan. Hiermede was echter de feestelijk heid nog niet afgeloopen. Ook aan den instructeur van het korps officieren en |van het kader, den 1* luitenant der inf. J. W. van Alphen stond eene hulde j gebracht te worden. Het was wederom j de majoor-kommandant, die in harte- I lijke bewoordingen aan luitenant van Alphen, die nu sinds 2 jaar als instruc- j teur bij het bataljon werkzaam is, namens I de aanwezigen hulde bracht voor zijn tact en ijver. Wanneer de haarlemsche schutterij een goed korps officieren en een ijverig en welgeoefend kader bezit, dan is dat te danken aan de leiding van den instructeur. Als blijk van waardeering bood spreker aan luitenant van Alphen na mens het korps officieren een grooten en zeer fraaien spiegel aan. Luitenant van Alphen antwoordende, dankte hartelijk voor de hem toege sproken woorden en voor het keurig geschenk. Hij verklaarde zich bij voort during bereid, alles te doen wat in zijn vermogen was tot leiding en verbetering der haarlemsche schutterij. Ten slotte sprak de kommandant het kader toe, herinnerde eraan hoe 5 leden daarvan in Hoorn bij den schietwedstrijd den eersten prijs en onlaDgs bij den wedstrijd van Vaderland en Koning met slechts twee punten verschil, den 2den prijs hebben mogen behalen. Spreker wenschte het kader daarmede geluk en zichzelven met het bezit van een zoo uitstekend kader. De adjudant-onderofficier H. A. Bala- bréga bracht in antwoord op dezen dronk een woord van lof aan den majoor-commandant, die steeds bereid is alles wat de schutterij betreft vooruit te brengen. Hiermede was de oificieele feestvie ring afgeloopen, maar de intieme daarom nog niet. Langen tijd nog bleef men bij elkander en menig hartelijk woord getuigde van den goeden geest, van de entente cordiale, die daar heerscht onder de aanvoerders onzer haarlemsche schutterij. ST. JOÜAMS DE DEO. Door eene vriendelijke uitnoodiging daaitoe in staat gesteld, woonden wij hedenmorgen de plechtige inwijding van het nieuwe gebouw van de Broeders van St. Johannes de Deo aan den Schotersingel, bij Sedert wij vaD het gebouw eene be schrijving gaven, is het geheel gereed gekomen. Alles is nu gemeubileerd en in alle opzichten afgewerkt en zeker mag het fraaie gebouw du een sieraad heeten voor onze gemeente. Hedenmorgen te half tien kwam Mgr. C. J. M. Bottemanne, bisschop van Haarlem, in Z. H. rijtuig voor het ge bouw aan en werd daar ontvangen door de geestelijkheid. Onmiddellijk daarop ving in de kapel de plechtigheid der inwijding aan. Door Mgr. Bottemanne werd de kapel en daarna het gansche gesticht op de gebruikelijke wijze gewijd, waarna een Pontificale Mis werd gecelebreerd. De kapel was keurig met groen en bloemen en met vaandels en banieren versierd. In het midden merkten wij op de Pauselijke vlag, rechts daarvan die van den Bisschop van Haarlem en ter andere zijde die van de orde van St. Johannes de Deo. Gedurende de mis deed zich het zangkoor Benedicamus Domino onder leiding van den heer P. van Kessel hooren. Het programma bestond uit sluitend uit werken van Verhulst, t. w. het Veni Creator, de 3^ Mis (gedeel telijk) en het Te Deum. Onze bekende zanger, de heer J. J. Rogmans uit Am sterdam, vervulde in al deze werken de tenorpartij op uitnemende wijze. Krachtig en schoon klonk zijn fraaie stem door het kerkgebouw en maakte een diepen indruk op al de aanwezigen. Ook het koor onder leiding van zijn directeur, zong flink en met goeden klank. De kleinere solo- en kwartetpar tijen werden door koorleden zeer ver dienstelijk vervuld. Nadat deze plechtigheid was afgeloo pen, trad Mgr. Bottemanne in het ge waad zijner bediening Daar voren en sprak een woord tot de aanwezigen, ongeveer als volgt „Bij de inwijding van dit gebouw dank ik den oneindigen God, dat Hij dit werk heeft doen tot stand komen en de Congregatie der Broeders van St. Johannes de Deo in dit bisdom heeft geroepen, om ten nutte huDner medemenschen werkzaam te zijn. Een woord van lof komt toe aan den Broeder-overste, die maanden lang ge werkt en geijverd heeft voor de op richting en voltooiing van dit gebouw, aan de weldoeners van dit gesticht, die door hunne gaven den bouw van het gesticht mogelijk hebben gemaakt en, zonder onderscheid van godsdienst, hebben medegewerkt tot het werk van christelijke naastenliefde. De bisschop vermaande daarop de Broeders, om sterk te blijven tegen de verzoekingen waaraan zij door hun ver keer in de wereld blootstaan. Zij mogen zich gelukkig achten, dat zij thans in het gebouw zelf eene kapel bezitten, waarin zij zich met hunnen God en Zaligmaker kunnen bezighou den. Mogen zij gedenken aan den apos tel Petrus, die voor zijn Heiland wilde sterven, en door het woord eener een voudige dienstmaagd Hem verried." Na deze toespraak nam de Bisschop met de aanwezige geestelijken en den Broeder-Overste het gebouw in oogen- schouw. Wij merkten o. a. op den vicaris, den generaal-everste der orde en de pastoors van de gemeenten Haarlem en Overveen. Te half een had een dejeuner plaats. Hedenavond te 7 uur Lof en feestpre- diking door den eerw. heer C. J. Juffer mans, secretaris van Z. H. den bisschop van Haarlem. Het zijaltaar en een tweetal beelden in de kapel zyn het werk van onzen bekenden stadgenoot, den genialen beeldhouwer F. L. Stracké, wien zeker een woord van hulde niet mag worden onthouden. Zoowel in de kapel zelve als op het koor merkten wij een groot aantal be kende personen uit deze gemeente op, tot verschillende godsdiensten behoo- rende. Onder anderen waren nog de navolgen de geestelijken, corporation enz. uitgenoo- digd en tegenwoordig de Kanunniken van het Bisdom Haarlem, de Eerw. HH. pastoors van Haarlem en omstre ken, en andere geestelijken; een aantal Eerw. Broeders van gestichten van St. Johannes de Deo, de commissaris der Koningin in dezer provincie, burgemees ter en Wethouders van Haarlem, velen die tot het stand komen van het ge bouw hebben bijgedragen. Verder het bestuur van de vereeniging „St. Johan nes de Deo," onderafd. Haarlem van den R. K. Volksbond enz. De Eerw. pastoors van Heemstede en Schoten wa^en verhinderd de plech tigheid bij te wonen. Het gebouw is te bezichtigen op a.s. Vrijdag vervolgens op Zondag, Maandag, Dinsdag en Woensdag der volgende week tegen een entiée van f 0,25 ten bate der arme zieken. Donderdag daar opvolgende is de toegang vrij, na dien dag is de toegang voor het algemeen publiek gesloten. Woesdagavond hielden de leden van de mannen-zangvereeniging „Crescendo" alhier een feestelijke bijeenkomst, in het lokaal van den heer F. Prinsen, Wijde Appelaarsteeg, ter herdenkiüg van den wedstrijd te Brussel, vanwaar zij zooals wij weten met een verguld zilveren lauwertak zijn weergekeerd. De feestelijk heid, waaraan ongeveer een veertigtal leden deelnamen, droeg een intiem karakter, en de avond, afgewisseld door eenige toespraken, werd gezellig door gebracht. Woensdagnamiddag is een 3 jarig knaapje dat in de Anthoniestraat speelde overreden door een melkwagen, be spannen met een paard, waarvan de eigenaar woonachtig is te Haarlemmer meer. Een der wielen is daarbij over het hoofdje gereden, waardoor eene belang rijke en gevaarlijke verwonding benevens bloedstorting is ontstaan, zoodat men vreest voor zijn behoud. 141 HOOFDSTUK XI. Ik vroeg een van de firmanten te spreken en reikte mijn kaartje over. Alvorens verdere stappen te doen begreep ik, dat mij meer zekerheid moest verschaffen omtrent het bestaan dien „Philip Harvey", zooals volgens mij de „Philip" uit den brief van Austin Harvey moest heeten. Men liet mij binnen in een klein kantoor, en ik werd ent- yaagen door mijnheer Elder, een beleefd, zaakkundig man, on geveer van middelbaren loef tijd. Blijkbaar een winstgevende zaak, Öat vervaardigen van koffers. Des te beter. Hoe grooter han delszaak, hoe nauwkeuriger het boekhouden. Waarschijnlijk zou men mij de inlichtingen wel kunnen verschaffen, die ik vroeg. Ik had een oogenblik geaarzeld onderweg of ik mij zou aandie nen als iemand, die van plan is wat te koopen, terwijl de firma mij door mynheer Harvey was aanbevolen, of dat ik ronduit de F inlichtingen vroeg, die ik in mijn betrekking van detective makkenjkst was. In iniju loopbaan van detective heb ik, wanneer ik in twijfel verkeerde, steeds den gemakkelijksten weg genomen. Ik gaf een zoo nauwkeurig mogelijke beschrijving van den zwarten koffer, dien ik te Parijs had gezien. Uit die beschrijving herkende Elder hem dadelijk. Dergelijke koffers zijn eene specialiteit van onze firma," zeide hij. „Zij voorzien in een groote behoefte, zijn sterk, zeer ruim en zeer goedkoop. Zij zijn juist niet bestemd om er kleeren in te vervoeren, hoewel zij daarvoor natuurlijk wel gebruikt kunnen worden; zij zijn echter in het bizonder bestemd voor boeken, jacht- of vischartikelen en dergelijke honderde kleinigheden meer, die lastig bij ander goed kunnen worden ingepakt. Verscheidene reizigers gevoelen behoefte aan een extra bagageartikel van dat soort, en onze koffers zijn daarbij van veel nut, uok vooral met het oog op den geringen prijs, dien wij er voor vragen. Wij verkoopen er zeer veel." „Het doet mij genoegen, dat te hooren," zeide ik beleefd, „hoewel dat mijn verzoek om hulp lastiger zal maken. Mag ik u vragen of gij ze in verschillende grootten maakt?" „Ja, mijnheer, er zyn drie grootten. Ik zal ze u eens laten tien." Wij begaven ons naar de modelkamer. Daar stonden op elkaar gestapeld drie koffers geheel gelijk aan die, welke ik op het politiebureau bij Franpois Dubert had gezien, hoewel van ver schillende afmetingen. 3k wees onmiddellijk op de middelste. „Dat is het soort koffer, waarnaar ik zoek," zeide ik, „en «u wilde ik niets anders weten dan oi gij onlangs zulk een koffer aan een zekere miss Orr Simpkinson hebt verkocht, en wellicht eenigen tijd daarvoor ook een aan een mijnheer Harvey „Wat de eerste helft van uw vraag aangaat, die kan ik on middellijk beantwoorden uit mijn geheugen," zeide Elder zonder een oogenblik te aarzelen. „Wij hebben ongeveer een week ge leden zulk een koffer verkocht aan een dame van dien naam, wonende te Southend. Ik herinner mij, dat zij in een brief be schreef wat zij hebben wilde, met de vermelding, dat wy haar door een heer waren aanbevolen. Ik kan u den brief laten lezen." Hij begaf zich naar een lias, hangende in zijn kantoor, en na een oogenblik te hebben gezocht, en een paar uitroepen te heb ben geslaakt, zooals: „Dit is hem 1" „Neen, het is hem niet!" enz. hield hij een velletje postpapier in zijne hand en legde het zegevierend op de tafel. Het was een kort briefje van miss Simpkinson, verzonden uit Southend, waarin vermeld stond, dat de dame een van die een voudige zwarte koffers van de heeren Browne Elder wenschte te ontvangen van grootte No. 2 tegen dertig shillings welke haar was aanbevolen door een heer, die er onlangs ook een had gekocht. De brief was nog geen tien dagen oud.Uit het post- criptum bleek, dat een cheque voor het verschuldigde bedrag was ingèsloten. Een tweede postcriptum naar mijn oordeel een vrij onnoo- dige mededeeling meldde, dat photografie-toestellen in den koffer moesten worden verzonden, en dat miss Simpkinson hem daarvoor noodig had. „Dat ia 'een bewijs voor de eene helft," zeide Hc, „maar het is niet voor de belangrijkste helft. Nu nog wat Harvey aangaat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1