NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
DE ZWARTE KOFFER.
10e Jaargang.
Donderdag 4 Augustus 1892.
No. 2786.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Eijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Keclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJOHN F. JONESSuccParijs 3l6is Faubourg Montmartre.
Haarlem, 3 Aug. 1892.
F Per bulletin is reeds medegedeeld,
dat de uitslag van de verkiezing voor 2
leden van Prov.Staten is geweest als volgt:
ggGekozen de heeren G. B. 't Hooft en
mr. W. S. J. van Waterschoot van der
Gracht.
p$De heer 't Hooft verkreeg 2141 en
de heer Kist 1904 stemmen.
Van onwaarde 61.
De heer Waterschoot verkreeg 2141,
de heer Mijsberg 1889 stemmen.
Van onwaarde 64.
In het geheel waren uitgebracht 4166
stemmen (witte biljet) en 4173 (groene
biljet).
Deze cijfers waren respectievelijk als
volgt
Haarlemmermeer
Bloemendaal
Bennebroek
Schoten
Heemstede
Velsen
Beverwijk
Zandvoort
Haarlemmerliede
Spaarndam
Wijk aan Zee
Haarlem
Wit.
786
202
58
40
168
322
285
41
173
40
108
x943
Groen.
787
203
58
40
168
320
285
41
x73
41
208
Ï949
4166 4173
Bij de herstemming voor een lid van
de Provinciale Staten
op
24 Mei j.l.
waien ingekomen
Haarlemmermeer
766
stembr.
Bloemendaal
207
u
Bennebroek
57
if
Schoten
40
it
Heemstede
156
if
Velsen
353
Beverwijk
2 94
if
Zandvoort
66
Haarlemmerliede
172
ft
Spaarndam
36
Wijk aan Zee
148
Haarlem
I772
if
4067
if
De firma Gebr. Kina taan rijtuigma
kers alhier hebben op de internationale
sporttentoorstelling te Scheveningen de
gouden medaille behaald.
Het Museum van Kunstnijverheid al-
bier, is gedurende de maand Juli 1.1.
door 1636 personen bezecht.
Op de tentoonstelling die op dit
oogenblik gehouden wordt in het ge
bouw van Kunsten en Wetenschappen
te 's Hage, is ook het haarlemsche
staalwater geëxposeerd.
Op Zondag den 31^0 Juli hield de
postd. ver. „de Soelvlieger" een wed
vlucht met 80 duiven van Assen. Het
licht bewolkte wéér schijnt zeer gunstig
voor de vlucht te zijn geweest. De
duiven losgelaten toch ten 7 uur 20
min. kwamen reeds tusschen 9 uur 44
min. en 9 uur 59 min. alhier aan, zoo
doende een snelheid bereikt hebbende
van 1004 M. tot 950 M. per minuut.
Het telegram van loslating afgezonden
te Asse» ten 8 uur, werd hier aange
boden te 10 uur 10 min., zoodat de
duiven ditmaal den aistand sneller af
legden dan het telegram, wat met het
©og op de vlucht over een groot ge
deelte van de Zuiderzee bepaald op
merking verdient.
De prijzen werden gewonnen door
de volgende heeren
uur min. sec.
ie pr. A.W.v. IJsseldijk 9 44,, 8„
2e J. F. Hessels 9 44 37
30 T. A. Donnée 9 45 2
4e A.W.v. IJsseldijk 9 45 34
5° idem 9 45 34
6e J. F. ïf essels 9 45 46
7, Joh. JuDg 9 46 3
8e Chr. F. Lunow 9 46,, 51
terwijl de heer A. W. van IJsseldijk 1
zilv. medaille behaalde voor de eerste
3 getoonde duiven van één eigenaar.
Verder kwamen nog aan:
uur min. sec.
1 duif A.W.v. IJsseldyk 9 47 u 14
3 Joh. Muller 9 47 43
1 Henri Jung 9 49 14,,
i Joh. Jung 9 so
4 Henri Jung 9 54 24
1 A.W.v. IJsseldijk 9 55 6„
2 P. v. Putten 9 55» 9
1 A. Haartman 9 55 44
1 A.W.v. IJsseldijk 9 58 59
zijnde 23 duiven binnen een kwartier
Van de volgende duiven werd geen
tijd van aankomst meer opgenomen.
Wij ontvingen dit bericht Dinsdag
namiddag te laat ©m n®g in ons vorig
nummer optenemen.
De tweede muziekuivoering te Bloe
mendaal zal plaats hebben op Donder
dag 4 Augustus, in H6tel „Kenneraer-
land" van den heer C. Wafelbakker.
Wij twijfelen niet, of velen onzer
stadgenooten zullen gebruik maken van
deze gelegenheid, om onder de tonen
van de muziek een aangenamen avond
te Bloemendaal door te brengen. De
tuin zal met lampions verlicht worden.
Na afloop rijden tram omnibussen naar
Haarlem.
Dezer dagen deed zich alhier het na
volgende voorval voor
De bewoners van een huis in de
Kenaustraat waren de stad uit en voor
de ruiten stond een briefje: „afwezig".
Plotseling hooren tot hunne verbazing
op een Zondagavond de buren gerucht
in het onbewoonde huis. Men deokt
aan inbrekers, zendt naar een oom van
den bewoner die den sleutel had, roept
politie en tracht in het huis binnen te
dringen.
Dat ging evenwel niet gemakkelijk.
De sleutel werkte wel, maar de grendel
was op de deur geschoven en een in
allerijl gehaalden smid kon er evenmin
in slagen, de politie toegang te ver
schaffen.
Wat nu gedaan Goede raad was
duur. Eindelijk besloot men over de
schutting te klimmen en van achter in
het huis te dringen. Met een sabel werd
een ruit ingeslagen en welhaast was men
binnen de woning en juichte men reeds
bij de gedachte aan een goede vangst.
Dan wie verschijnt daar Het
is de heer des huizes zelf, die om des
Maandags vroeg op zijn kantoor te
Arasterdam te kunnen zijn, van buiten
Daar Haarlem is gekomen om in zijn
eigen huis te overnachten.
Het gestommel dat de buren aan een
inbreker hadden geweten, was door
hem veroorzaakt.
Zoo eindigde deze inbrekershistorie,
die velen der aanwezigen hartklopping
bezorgde, met een hartelijk algemeen
gelach. De politie trok af en de heer
des huizes ging weer naar bed.
De rekening der gemeente Haarlem
merliede en Spaamwoude over 1891,
bedragende in ontvangst 18134.27V3 en
in uitgaaf j 17442.81^ sluit met een
batig said© van 691.46.
Vrijdag 5 Aug. a. s. zal het 25 jaar
geleden zijn, dat de hoofdopzichter van
den Haariemmermeerpolder in dienst
van den polder trad.
De levering van stoomketels en stoom-
kast voor het stoomwerktuig „de
Lijnden" te Haarlemmermeer, is opge
dragen aan den heer J. Suijver te
Amsterdam voor 35200.
Eene echt middeleeuwsche strafoefe
ning had in de afgeloopen week te
Kudelstaarteene buurtschap onder
Aalsmeer, plaats. Een getrouwde vrouw
had met een der arbeiders aan de
geniewerken aldaar, een uitstapje on
dernomen naar Amsterdam. Dit scheen
de verontwaardiging des volks op te
wekken.
Des avonds bij hare terugkomst werd
zij opgewacht door een joelende menigte.
Men bond haar aan een touw, overgcot
haar met water uit de sloot, wierp haar
met kroos, modder en allerlei ander
vuil. Met loshangende haren en ge
scheurde kleederen werd zij aldus, stecd3
aan het touw voortgetrokken, over een
afstand van een uur gaans van huis
tot huis geleid en bij het licht eener
lantaarn aan de bewoners vertoond.
Toen men haar ten slotte bij de echte
lijke woning had teruggebracht, werd
zij door haar dronken echtgenoot ten
aanschouwe van allen afgeranseld, al
vorens binnengelaten te worden.
De justitie bemoeit zich zeer té recht
reeds met deze barbaaische handelingen j
tegen de voornaamste belhamels is
porces-verbaal opgemaakt.
BINNENLAND.
De verjaardag van H. M. de
Regentes is te 's Hage op de gebrui
kelijke wijze gevierd. De parade is daar
doorgegaan en werd door een groot
aantal toeschouwers die het Malieveld
aan alle zijden omgaven, bijgewoond,
ofschoon het motregende. Generaal Van
Heldengoeverneur der residentie
inspecteerde de troepen, die bijna het
geheele veld bezetten.
De cadetten en adelborsten, verlof
gangers, zoomede de ©udstrijdersver-
eeDiging met banier, stooden op het
paradeveld in gelid. Het défilé voorbij
den generaal was als altijd kranig.
In de stad hadden verschillende ver
makelijkheden plaats.
Des avonds was er illuminatie van
het bosch en de vyvers.
Dinsdagmorgen om 11 uur had
zich eene vrij talrijke schare geDoodigden
in de aula der universiteit te Amsterdam
verzameld om getuige te zijn van het
huldebetoon aan de ministers Pierson
en Van Tienhoven. De commissie die
daarmede belast was geworden, had
daarvoor het aanbieden van de portret
ten der beide oud ingezetenen van
Amsterdam uitgekozen, welke aanbie
ding zou plaats hebben aan het Dage-
lijksch Bestuur der gemeente, voor wie
de Senaat ze in ontvangst zou nemen.
De portretten, geschilderd door mej.
Thérèse Schwartze, waren aan weers
zijden en voor den kansel opgesteld.
Om kwart over elf kwamen de beide
ministers in de zaal en namen plaats
in twee fauteuils voer den kansel
De heer mr. J. F. T. van Valkenburg
opende de plechtigheid met eene keu
rige rede, waarin hij hulde bracht aan de
beide ministers die zooveel voor Am
sterdam zijn geweest.
De redenaar ging vervolgens na hoe
het denkbeeld om dit huldeblijk aan te
bieden, ontstond en uitvoering vond.
Juist aan Thérèse Schartze werd de uit
voering opgedragen, niet alleen omdat
zij groot is als kunstenares, maar ook
omdat zij eene Amsterdamsche kunste
nares is. En juist in de Aula der Uni
versiteit moest de plechtigheid plaats
hebbeD, omdat beide hooggeplaatste
personen daar als hoogleeraar hebben
gestaan.
Onder de toejuiching der aanwezigen,
bood spr., de portretten aan de gemeente,
vertegenwoordigd door B en W., aan.
Daarop nam de burgemeester van Am*
sterdam, de heer S. A. Vening Meinesz,
het woord,en eindigde met deze woorden;
De gemeente is zeer erkentelijk voor
de aanbieding dezer portretten en zij
geeft volgaarne gehoor aan den wensch
der Universiteit om die beeltenissen
aan haar toe te vertrouwen, nog des te
meer omdat zij dan plaats vinden in
die instelling, die door de beide mannen
met zooveel liefde werd gekoesterd en
tot wier bloei zij zoo veel hebben bij
gedragen.
Daarom nemen wij de beeltenissen
gaarne aan. Zij zullen plaats vinden
naast zooveel andere zaken waarop
onze universiteit roem draagt.
Nadat door den rector-magnificus,
prof. B. J. Stokvis een toespraak werd
gehouden, welke luid was toegejuicht,
verhief de minister van Buitenlandsche
Zaken, mr. G. van Tienhoven, zich van
zijn zetel om voor het huldeblijk met
de navolgende woorden te danken
M. H.
Gij zult niet verwachten dat wij uit
drukking geven aan de gevoelens van
zoo verschillenden aard, die ons be
zielen. Toch zij het mij vergund, ook
namens mijn ambtgenoot van financiën,
u hartelijk dank te zeggen voor de
gedachten, die u tot deze daad hebben
geleid.
Gij zult hebben begrepen dat, toen
in het vorige jaar zoo veel van ons
werd verlaDgd, het zwaarste offer was
dat wij onze stad moesten verlaten die
wij liefhebben, de betrekkingen die ons
dierbaar warendat wij afscheid moesten
nemen van zoo veel trouwe harten en
oprechte vrienden. Ons bleef toen eene
troostende gedachteniet te zullen
worden vergeten. Wanneer wij daaraan
ooit hadden kunnen twijfelen, dan zou
de dag van heden bewijzen, dat de
ingezetenen van Amsterdam ons ver
trouwen waard zijn.
Wij danken u allen en verzekeren u,
dat de herinnering aan de beste levens
jaren die wij hier doorbrachten, aan de
trouw, de liefde en de vriendschap die
wij hier ondervonden, steeds het beste
kleinood in ons leven zal blijven. (Zuid
applaus
Hiermede was de plechtigheid ge
ëindigd.
Naar men verneemt, hebben
19)
HOOFDSTUK XIV.
Ik had van juffrouw Jessop vernomen, dat in den laatsten
nacht, dat zij in huis was geweest, het bed van miss Rayneli
was beslapen geweest. Hieruit maakte ik de gevolgtrekking, dat
de moord Maandagmorgen vroeg was gepleegd, niet zooals de
Iransche doktoren hadden verzekerd, Zondagnacht.
Het was mij duidelijk, dat Philip Harvey Zondagavond was
teruggekomen, door den drank bedwelmd of dat hg zich zoo
maar had gehouden.
Hij was naar zijne kamer gegaan en had daar den nacht door
gebracht, en was des morgens vroeg, toen zijn tante reeds opge
staan en geheel gekleed was, haar kamer binnengetreden. Het
was mogelijk, dat miss Rayneli nog zelf haar glas melk had
leeggedronken. Haar neef had haar neergeveld en toe» gechlo-
roformiseerd, waarbij hg partij had getrokken van hetgeen hij
door zijne studies als medisch student had gt-leerd. Hij had ver
volgens het lijk ia zijn koffer gepakt onder het voorwendsel, dat
hij zijne boeken meenam en nad het op die wijze naar het station
laten vervoeren. Door een wonderlijk toeval was de noodlottige
koffer te Charing Cross met dien van mevrouw Simpkinsonver»
wisseld, en het slot van dit drama was voor ragne oogen afge
speeld.
Dit was mijn theorie van den moord zooals de stand nu was
Vrijdag daaraanvolgende.
Ik heb zooeven gezegd, dat mij niets meer te doen overbleef
dan het verblijf van den moordenaar op te sporen. Ik moest
evenwel een ander punt niet vergeten. Ik wist tot dusverre nog
niets van de beweegredenen tot den moord. Zoolang ik de be
weegredenen tot een misdaad nog niet ken, beschouw ik den
moord altijd nog als in het duister gehuld.
Hieromtrent had ik van juffrouw Jessop niets te weten kunnen
komen. Miss Rayneli was geen spraakzame vrouw geweest, en de
vrouw des huizes wist volstrekt niets van de antecedenten van
hare huurderes. Ik moest het zoo mogelgk van den moordenaar
zelf te weten kunnen komen.
Ik besloot om dien avond nog naar Dover te vertrekken. Ik
gevoelde, dat in den toestand, waarin ik mij bevond, ik overal
kans van slagen zou hebbes.
Philip Harvey was Dinsdag te Dover geweest. Datj wees zijn
brief aan. Hij zou daar waarschijnlijk gebleven zijn in afwachting
van de terugkomst van zijn koffer, die, zooals ik wist, Austin
niet in staat was hem te zenden.
Zou Aastin hem waarschuwen? Deze vraag kon ik niet met
zekerheid beantwoorden. Het had mijn aandacht getrokken, dat
Austin mij gedurende ons onderhoud in het „Pension1? had ver
teld, dat zijn tante alleen had gewoond in No. 17, Marine Parade.
Hij had het waarschijnlijk niet noodig geacht mede te deelen,
dat zijn broeder daar ook nu en dan verblijf hield. Het was
natuurlijk, dat Austin Harvey alles zou doen om zijn broeder
van de galeien te redden. Dat hij die galeien toch bereiken zou,
daarvan was ik zeker. Ik had het touw reeds om zijn hals
geslagen.
Ik nam, in den trein gezeten, den brief-uit mijn portefeuille
en staarde er op als in de hoop eenige aanwijzingen te vinden
omtrent het verblijf van den moordenaar.
„De gewone plaats, bij den ouden /neger" dat was alles.
„Neger" moest het waarschijnlijk niet zijn in de letterlijke be-
teekenis. Wanneer er toevallig sprake mocht zijn van een zwart
persoon, dan zou mijn taak vrtf wat gemakkelijker worden. In
Dover konden niet veel zwarten zijn. Het was evenwel meer
waarschijnlijk, dat het hier den een of anderen bijnaam of toe
speling gold, waarvan ik de beteekenis niet begreep. Ik moest
naar Dover vertrekken en mijn geluk beproeven.
Er was nog iets, dat voor mij onopgehelderd bleef. Philip
Harvey had van Southend naar Londen gereisd met des
zwarten koffer, die het lijk van zijne tante bevatte. Waarom ver
toonde deze koffer die immers onmiddellijk naar Parijs was
doorgezonden niet het minste kenteeken van die reis in den
vorm van een bagagebriefje, met het opschrift „Londen" alleen
of Southend—Londen
Ik ging niet oogenblikkelijk naar Dover maar reed eerst naar