w WEDSTRIJDEN. POLITIEK OYEüZICflT. kroond is. Deze aangelegenheid is mis schien van meer belang, dan men meent." Voor de verkiezing vaneen lid voor de Provinciale Staten te Breu- kelen zijn uitgebracht 1656 geldige stemmen. Herstemming tusschen de heeren J. C. de Voogt (lib.) met 714, en J. H. de Waal Maleüjt (antirev.) met 601 stemmen. De heer W. van Wijngaarden jr. (kath.) verkreeg er 312. Den iyden Augustus zal een der oudste hoofdambtenaren der Hol- landsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, de hoofdinspecteur P. C. Beelenkamp, zijn vijftigjarigen diensttijd vieren. Het zal hem op dien dag zeker niet aan blijken van waardeering ontbreken gedurende al die vijftig jaren toch heeft hij zich doen kennen als een trouw ambtenaar en als een achtenswaardig mensch. Beelenkamp is als 't ware een kind der H. IJ. S. M. Als knaap trad hij te Haarlem, zijne geboorteplaats, in haar dienst, toen zij nog slechts enkele jaren bestond. Daarna was hij commies te Leiden en op andere plaatsen. Hierop bekleedde hij achtereenvolgens den post van stationschef te Schiedam en te 's Hage, en het publiek leerde hem waardeeren als een ijverig doch wel willend beambte. In 1854 werd Beelenkamp geplaatst bij de contróle te Amsterdam en een half jaar later ter vervanging van den heer Methorst tot controleur benoemd. In 1874 had een reorganisatie van den algemecnen dienst plaats en werd hij benoemd tot hoofdinspecteur, in welke betrekking hij neg steeds werkzaam is. J. B. en D. K., knechts aan de broodfabriek „De Ruijter" van de firma Verkade Co. te Zaandam, wa ren Dinsdag bezig balen meel naar boven te hijschen. D. K. geraakte met den arm tusschen de lus gekneld, waar door hij met den zak meel naar boven werd getrokken. Op zijn geroep liet J B. plotseling het touw glijden, met het gevolg dat D. K. op de straat viel met de baal op zich. Zwaar verwond werd bij per brancard getransporteerd. Dinsdag avond is nabij H i 1- versum door de Gooische stoomtram een onbekend man, vermoedelijk een mars kramer, overreden, ten gevolge waarvan de man op de plaats dood bleef- Volgens den machinist der tram zou hier aan boos opzet te denken zijn, daar hy twee mannen had gezien, waarvan terstond na het ongeval één in het kreu- pelbosch verdween. Woensdag ochtend arri veerde „generaal" Booth te Dordrecht, te 9 uur 15 met den trein uit Vlissingen. Op het perron hadden zich de manne lijke en vrouwelijke heilsoldaten uit de stad opgesteld in uniform en versierd met driekleurige sjerpen. De generaal zag er min of meer vermoeid uithij droeg over de uniform van de Salvation Army eene zwarte pelerine en stapte snel naar den gereedstaanden landauer, waarin hij met kolonel Oliphaat en mevrouw Oliphant Schoch plaats nam. De heilsoldaten van het perron hadden intusschen een carré gevormd rondom het rytuig, waardoor de groote menigte nieuwsgierigen eenigszins op een afstand werd gehouden, Na eenige woor den van welkomst staande in het rijtuig door den generaal gericht tot de officieren eü soldaten van Dordrecht, zette het rijtuig zich in beweging. De soldaten en officieren gingen te voet langs een anderen weg de stad in. Des namiddags te één uur kwam het muziekkorps aan. Op het Groothoofd had ook nu weder eene groote menigte nieuwsgierigen post gevat. Al spelende trokken de muzikanten, in de uniform van het leger en met witte helmen op het hoofd, de stad door, naar het lo kaal Van der Horst aan de Groenmarkt, waar de aangekondigde bijeenkomst zou plaats hebben. De ruime zaal was spoedig na de opening gevuld met eene ontzagelijke massa menschen, van alle rang en stand. Op het tooneel, versierd met vaandels en met de nationale kleuren, had het stafmuziekkorps plaatsgenomen en zaten de hoofden van het leger in Nederland. De orde werd bewaard door mannelijke en vrouwelijke heilsoldaten, die hier en daar in de zaal hadden postgevat. In eene toespraak, die tot half vijf duurde (de bijeenkomst begon tegen 3 uur) gaf de generaal een overzicht van de werkzaamheden der Salvation Array in Engeland en daarbuiteD. Zijne rede, in het Engelsch uitgesproken, werd door een der officieren vlotweg in het Hol- landsch overgebracht. Na den generaal voerde mevrouw Oliphant—Schoch in vloeiend Holla ndsch het woord, om aller medewerking te vragen voor de inrichting van de her berg „Het witte paard" aan den Rie- dijk, tot een tehuis voor dakloozen. Kolonel Oliphant beval de collecte in ieders belangstelling aan, en de verga dering ging uiteen onder de tonen der mu ziek, nadat door den generaal het dankge bed was uitgesproken, afgebroken door de Hallelujah's I en Amen's I der soldaten> Door den gajrnizoens-com- raandant te Bergen-op-Zoom is, in over leg met den chef van den geneeskun digen dienst, bepaald, dat al het drink water voor de troepen in het garnizoen gekookt zal worden verstrekt, terwijl tot veraangenaming van den smaak wat thee bij het water zal worden ge voegd. Nabij het station Sluiskil» van den ijzeren weg MechelenTer- neuzen, is Dinsdagavond de machinist 'Ongena, rijdende op trein 24, terwyl de trein aan het manoeuvreeren was, van de machine gevallen. Het linkerbeen werd hem onüer de knie verbrijzeld. Met den eerstvoigenden trein is hij naar zijne woonplaats, St. Nicolaas, vervoerd, nadat aan het station de eerste genees kundige hulp was verleend. 4 D e v el d w ac h t e r VanCrug ten te Borgharen (L.), die door het on voorzichtig omgaan met zijne revolver zich in de zijde verwondde, is aan de gevolgen overleden. Tusschen den kapelmeester en de leden van het stedelijk muziek korps te Leeuwarden is een conflict ontstaan over de verdeeling van de gift, groot ƒ150, die door H. M. de Koningin-regentes tijdens haar bezoek aan Friesland aan genoemd korps was geschonken. Naar het oordeel der leden van het korps was het aandeel van ƒ25, hetwelk de kapelmeester, de heer H. de Jong, zich zelf had toegedacht, te groot in verhouding tot dat der leden, reden waarom zij weigerden genoegen te nemen met de verdeeling, zooals de heer De Jong die wenschte. N. N. Heemskerk o. klasseVan Lennep 3, Deen 1, Westdorp Boersma voort 2, Bleijkmans z. RECHTSZAKEN- Dinsdag werd te Roermond door de rechtbank de zaak behandeld tegen H. Reijnders, uit Beifeld, beschuldigd van den avond - van den 29en Februari jl. aldaar opzettelijk Joh. Kurstjens met een scherpsnijdend voorwerp aan het hoofd en in den rug bloedig verwond zoo diep in de linkerzijde gestoken of gesneden te hebben, dat die steek of snede is doorgedrongen door de huid, met onderliggend celweefsel, tus schen ribspieren, borstvlies, long, mid denrif en maagwand, tengevolge waarvan K. in levensgevaar verkeerd heeft en eene saamgevallen liiikerleng bekomen heeft en zal behouden. Door den officier van justitie, mr. De Ranitz, werd eene gevangenisstraf van 6 jaren geöischt. De verdediger, mr. O. Thissen, vroeg vrijspraak, op grond dat de verwondingen door een ander zou den zyn gepleegd. Uitspraak op 9 dezer. Woensdag was de uitslag van den schaakwedstrijd als volgt ie klasseLoman won van Meijer, Meijer won van N. N. van den Berg, won van N. N. Foreest, won van Heemskerk en maakte remise met Olland. 20 klasse: Van Lennep won van Deelman, Tintholt en GantvoortDeen won van Westerdorp BoersmaSpeet won van Tinholt en GeantvoortWes terdorp Boersma won van Tintholt en verloor tegen GantvoortGantvoort won van Reet; Bleijkmans won van Deelman. Stand i« klasseLoman 2, Foreest 2, Olland iJÉ, v. d. Berg 1, Meijer Speet 2, Geant- KOLONIËN- In de Belt Cri. van 2 Juli is opge nomen een brief uit Atjeh, waarin be halve van het gevecht, waarbij de luite nants Dijkstra en Kesler werden gewond, melding wordt gemaakt van eea scher mutseling bij Lambaree. De briefschrij ver deelt daaromtrent mede: Eenige dagen daarna hield een beode Atjehers zlca schuil bij Lamburoe. Een detachement onder den iste-iuit. Hoolboom rukte toen uit en overviel den vijand, zoodat deze, met achter lating van z doode, een beaumontge- weer en eenige blanke wapens, het ha zenpad koos. De vijand moet dien dag (Z5 dezer) 4 dooden en twee gewonden gehad hebben. Verder werden de volgende bijzon heden in dien brief vermeld. Per stoomers Havik en Albatros vertrok de Gouverneur naar de N. en O*kust voer bestuursaangelegenheden ca ter regeling van de scheepvaart, in zijn gevolg medenemende den chef van den staf, den dirigeerend officier van gezond heid, den gewestelijk eerstaanw. genie officier, den luit.-opnemer en den ie iuit.- adjudant. Gisternamiddag (25 Juni) kwamen beide stoomers ter reede Oleh-leh terug met de bovengenoemde passagiers, Op den 23e dezer hebben onze troepen huiszoeking gedaan in eeoige bevriende kampongs ter opsporing van smokkelwaarzij vonden in drie £t vier kampongs slechts 1 blikje boter en 2 blikken inelk. Voldaan over den gemaakten buit, keerden de troepen omstreeks iz uur v. m. te Kota Radja terug. Vau Segli ontvingen wij het bericht, dat de de nieuwe militaire commandant aldaar (kapitein Van Heurn) den schie tenden Moslemin een goed lesje heeft gegeven. In den avond van den zzde dezer overrompelde hij den kampong Mebedil, hun schuilplaats. De bevolking sloeg op de vlucht, met achterlating van bultzakken, klam boes en trommels. De benting word nog steeds beschoten in de chambree werd een Europeesch fuselier daardoor licht gewond. Te Edi is het rustig, doch niet veilig. Een Chineesche tongkang in de Djinki-rivier gemeerd om peper te laden van de gedei Kroet Lintang, werd op den zoe dezer door een sampan met roovers overvallen. Een groote som gelds werd buit gemaakt en van de opvarenden één vermoord en twee gewond. De roovers zijn verdwenen, - Uit Tandjong Balei ontvingen wij, zegt de Deli tri.,de treurige tijding, dat de heer Utermark, adsistent op de onderneming Soengei SiUu Toewavan de tabakmaatschappij „Soeka Djadi", deezer dagen bij het ontvangen van de tabak door een Chineeschea koelie met een messteek ernstig in de rechter- long werd verwond. De dader werd den 3oen Juni opge- pakt; het is te hopen dat hij voorbeel dig en vooral spoedig zal gestraft worden. Het oogst- en weerbericht der Deli Cl. over Juni luidt: Deze maand kenmerkte zich door groote droogte, zooals ook blijkt uit de reeds door ons ontvangen regen waar nemingen. Het aantal regendagen was luttel en de hoeveelheid gevallen regen geheel onvoldoende. De vooruitzichten van den iSpzer zijn er dientengevolge niet beter op geworden. Op de boven-ondernemingen in Deli en Langkat staat de tabak vrij bevredigend, daar viel van tijd tot tijd nog eens een buitje hoewel lang niet allen zich daarin mochten verheu gen maar de lager gelegen estates lijden zeer onder de droogte, en indien er niet spoedig flink wat regen valt, staat het te vreezen dat de oogst, watquan titelt betreft, lang niet zal meevallen. De bibit-ziekte woedt nog steeds voort en ook vele bijna volwassen planten in de velden verwelken en ster ven. Dagelijks ziet men nog transporten jonge plantjes. Wat de kust betreft, was men zoo vriendelijk ons te melden, dat Assahaa van de bibit-ziekte versoheond bleef en dat op de lager gelegen ondernemingen, waar de tab*k mooi staat, een ruime oogst kan verwacht worden. Hoogerop. vooral aan den Bandar Poeloe-kant, is de toestand minder gunstig. Op de drie in Batoe-Bahra overgebleven estates, te zamen ongeveer 400 velden in cultuur hebbende, wordt ook een goede oogst verwacht. De berichten uit Bilah luiden eveneens gunstig, maar daar is nog niet veel geplant. De ministerieele crisis in Duitschlaud zal voor eene oplossing moeten wachten op de terugkomst des keizers. Zooals bekend is, is Herrfürth de minister van Binuenlaadsche Zaken tegen de be lastingplannen van den minister van Financien Miquel. Volgens de openbare meening zal die oplossing zeer zeker ten gunste van Miquel uitvallen, daar deze het invloedrijkste regeeringalid is. Van HerriUrth, een man van burger lijke afkomst is het bekend, dat hij zijn ambt moede is. Bij zijn val is het uit een staatkundig oogpunt alleen van beteekenis, wie zijn opvolger zal zijn. De hoog conservatieve Reichsbotedie ook in bet keizerlijk paleis gelezen wordt, geeft, nu deze crisis er is, eea tamelijk opmerkelijk artikel over christe lijk royalisme, waarin gezegd wordt, dat alleen hij den vorst goed dient, die zijn hartebloed voor zijn vorst veil heeft, maar hem ook vrijmoedig zegt, wat goed is en wat verkeerd. En daarna zegt de Reichsbote'. „Er wordt naar ons wordt medegedeeld, van tijd tot tijd in de ministerién en bureaux geklaagd, dat met den noodzakelijken arbeid van'den dag niet genoeg voortgang wordt ge maakt. Zelfs vele doodvonnissen wach ten nog op de eindbeslissing. Als er één heerscher is die werkzaam is, als hij juist geschapen is om groot te zijn in den arbeid, dan is het onze Keizer Indien des niettemin de regeeringszaken stilstaan dan kan dit alleen hierin liggen dat er van hooger hand niet genoeg toezicht, schifting en regelmaat in de staatsmachine gebracht is. Aan de we reld moet men laten zien, dat ook hier. in de regeering van een Hohenzollern veel vermag en dat hij liever alle per- soonlijke neigingen vaarwel zegt voor de eenvoudige, stille plichten vau den dag. In deze ijzeren tucht verdwijnen ook de scherpe kantenvan het temperament en worden de zenuwen gestaald. Br is nog geeu beter arts daarvoor gevonden." Te oordeelen naar deze woorden van den Reichsboteschijnen er fn de ho©g conservatieve kringen lieden te zijn, wien de reislust des keizers niet bevalt. Aan de Kölnische Zcitung wordt uit Berlijn gemeld, dat het bericht in de bladen, volgens hetwelk de onder handelingen tusschen vertegenwoordigers van Rusland en Duitschlaud betreffende de haudelsbetrekkiegen tusschen de beide landen, reeds Maandag begonnen zijn, onjuist is. Maandag zijn de ver- tegenwoordigers^er rijksoverheid e?i van het pruisische ministerie, onder voor- zitterfchap van den ondersecretaris van staat vRatteaburg, bijeengekomen, om te overwegen welke houding Dnitsch. land zal aannemen tegenover Ruslands openingen. De commissie, door de belgische Kamer benoemd tot onderzoek der voorstellen betreffende de ;he;ziening der constitutie, was jWoensdag van elf ure tot na één ure 's middags bijeen, 2ij heeft jtot onder-voorzitter den heer Sebatier benoemd en tot secretarissen de heere* Schollaert en Houzeau. Er zijn vele opmerkingen gewisseld en vele vragen zijn aan jde regeering gedaan, onder andere betreffende de toepassing van verschillende kiesstelsels in andere landen. De heer Nothorab heeft een voorstel ingediend tot invoering van het alge meen stemrecht. Als voorwaarde stelt hij een leeftijd van 25 jaren en drie jaren vast verblijf. De commissie heeft hare zittingen verdaagd tot 3 October. Van dien dag zal zij geregeld driemaal 'a weeks bijeen komen. De heer Frère-Orbau was de eenige, die heden in de zitting niet tegenwoor dig was. Hij heeft zich laten veront schuldigen. Uit Simla wordt aan de Titucs be richt, dat de Engelsch-Indisehe regee- ring aan den Emir van Afghanistan een brief heeft geschreven, waarin zij herhaalt dat zij bereid is hem eene deputatie te zenden om over de grenskwestie ie onderhandelen. Eene deputatie van dien aard vertrekt waarschijnlijk eerstdaags, daar de Eoair meermalen te kennen heeft gegeven eene deputatie te zullen ontvangen, aangezien het hem om verschillende redenen niet doenlijk is naar Indiê te vertrekken. My zal aan de deputatie opheldering vragen en ook geven aan gaande de Indisch Afghaanscke grens kwestie. Uit dezelfde stad wordt geseind, dat een twintigtal engelsche officieren eerst daags naar Gilgit zullen vertrekken, vermoedelijk naar aanleiding van de komst der Russen in het Pamir-gebied, Uit Bombay werd nog nader bevestigd, dat drie detachementen russische troepen in het Pamir-gebied zyn aangekomen. Dit bericht heeft daar nog al eenige bezorgdheid gewekt. Uit Tanger wordt van den opstand in Marokko het volgende gemeld. De vrouwen en kinderen die met de kudden vee uit Anghera gevlucht zijn, versperren thans de toegangen tot Tan ger. Er komt van alle kanten versterking; uit Fez zijn 7 kanonnen gezonden. De minister van Buitenlandsche Zaken een vervloekt hol, maar men moet er toch den avond door brengen." Ik was onmiddellijk wakker. „Daaraan dacht ik ook juist," zeide ik haastig. „Het zal mij ongetwijfeld bizonder aangenaam zijn kennis met u te maken. Zullen wij ons in dien hoek gaan neerzetten?" Philip Harvey liet zich op een sofa vallen, die tegen den wand stond, en ik nam een stoel tegenover hem met een kleine tafel tusschen ons in. De kellner trad binnen met een dampend glas brandy. „Dat ziet er goed uit," merkte ik vroolijk op. „Ik kan niet beter doen dan u gezelschap houden." Harvey beval den kellner om een tweede glas te brengen, waarbij hij weer vloekte. Hy kruidde zijn gesprek nog al sterk met dergelyke vrij overbodige uitdrukkingen. Hij mopperde een weinig over de stad en het weer (laatstgenoemde was den gan- schen dag zeer mooi geweest). Ik trachtte een paar maal over de gebeurtenissen van den dag een gesprek aan te knoopen, maar hij verwenschte mijn politiek zoo kraohtig, dat ik mij haastte om hierin niet verder door te gaan. Volstrekt geen aangenaam mensch, die Philip Harvey. Een man met een ongerust geweten. „Mijn naam is Spenee," zeide ik, na nog eens een paar ver- geefsche pogingen te hebben gemaakt. Ik was van oordeel, dat nu de voorbereidingen lang genoeg hadden geduurd. „Spenee uit Londen. Mag ik ook weten met wien ik het genoegen heb den avond door te brengen?" „Ja, waarachtig zeker. Mijn naam is Harvey Philip Harvey en ik schaam er mij niet over." „Natuurlijk niet; waarom ook wel Mag ik u vragen of gij ook verwant zijt aan mijnheer Austin Harvey, leeraar te Southend? Ik zou het u natuurlijk niet vragen wanneer uw uiterlijk, toen gij hier binnenkwaamt, mij niet aan hem deed denken." „Hij is mijn broeder," zeide Philip. „Inderdaad! N* dat is wel toevallig. Ik heb ongeveer een week geleden uw broeder in Parijs ontmoet. Laat eens zien neen geen week. Het is vandaag Vrijdag. Het zal denk ik niet langer geleden zijn dan Dinsdag. Het verwonderde mij zeer hem te Parijs te zien, en toch zie ik nu niet in, waarom ik verwon derd had behoeven te zyn." „Hm," zeide myn metgezel, zijn hand uitstrekkende naar een lucifersdoosje om zijn sigaar aan te steken. „En hoe gaat het met uwe waarde tante, miss Raynell?" Harvey's gelaat werd doodsbleek. Hy beefde over al zijne leden en had de grootste moeite om rechtop te blijven zitten. Ik sloeg hem aandachtig gade. „Die verwenschte miss Raynell," zeide hij op schorren toon. „Ik wil zeggen, dat zy goed in orde is, die gierige oude vrouw. Gij schijnt de geheele familie te kennen, mijnheer. Ik heb vroe ger nooit uw naam hooren noemen." „O ja, ik ken u allen zeer goed," zeide ik. „Gij moet even wel miss Raynell om haar zuinigheid niet verwenschen. Een cent door haar gespaard is voor u een cent gewonnen, nietwaar Philip Harvey sloeg met zijn vuist op de tafel. „Neen, zoo is het niet," schreeuwde hij. „En als gij zooveel van mijn familie wist als gij voorgeeft, dan zoudt gij dat niet hebben gezegd. Austin is haar erfgenaam is het altijd ge' weest, en als iemand voordeel heeft van haar dood dan is het Austin. Het was in mijn belang om haar zoo lang mogelijk te laten leven." Hij begon zachter te spreken en zeide deze laatste woorden tot zichzelf, maar ik hoorde ze duidelijk. Deze mededeeling verbaasde mij meer dan ik my zelf wilde! bekennen. Ik twijfelde niet aan de oprechtheid van den man. Philip Harvey bezat zoo een ruwe rondborstigheid. Al was bij ongetwijfeld te ruw, hij was ook openhartig. „Kom, dat is niets," zeide ik. „Wilt gy nog iets gebruiken? Ik zal wel schellen." „Dat is goed, met genoegen, en laten wij dan maar niet ovei zulke nare onderwerpen spreken. Speelt gij kaart zeide Philip Harvey. „Een paar spelen," antwoordde ik niet zonder eenige aarzeling- Hij was nu juist niet een aangenaam persoon om kaart te spelen. „Dat is goed. Robert, jou sehavuit, breng jij ons eens een spel kaarten." De kaarten werden gebracht en wij gingen een partijtji euchre spelen. Wordt vervolgd,)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 2