NIEUWS- EN ADVEKTENTIEBLAD.
J)e familie garesfoof.
10e Jaargang.
Donderdag 8 September 1892.
No. 2816.
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
BINNENLAND.
Koloniaal Ver&lag 1891
FEUILLETON
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 1-5 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Keclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOÏÏ.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Puhlieité Etrangère G. L. JDAUBE Co., JOHN F. JONESSucc., Parijs 31 bis Faubourg Montmartre.
Haarlem, 7 Sept. 1892.
Omtrent het bezoek van HEL MM.
de Koninginnen meldt de O. H. Ct.
van gisteravond nog het volgende:
Op grond van de vanwege H. M. de
Koningin-Regentes ons heden gedane
jaededeeliagen kunnen wij verzekeren, dat
H. M. niets liever wenscht dan het aan
Haarlem beloofde bezoek zoo spoedig
jaogelyk te kunnen brengen.
Wanneer de omstandigheden het ver
oorloven, stelt H. M. zich voor, haar
bezoek en dat van Koningin Wilhélmina
te doen plaats hebben in de tweede helft
dezer maand. Wellicht zal H. M* ge
bruik maken van haar verblijf gedurende
eenige dagen te 's-Gravenhage, bij ge
legenheid van de opening der Staten-
Generaal, om van daar uit onze stad
met het uitgestelde bezoek te ver big den.
MGehtea evenwel oe omstandigheden
zich daartegen verzetten, dan is het toch
het stellige voornemen der Koningin-
Regentes om, zoodra die omstandig
heden sullen hebben opgehouden te
bestaan; aan haar voornemen gevolg te
geven, zelfs al zou dat onverhoopt eerst
ia liet late najaar mogelijk zijn.
H. M. deed ons verzekeren, dat zij
met groot leedwezen en zwichtende voor
het medisch advies voorloopig van haar
bezoek aan Haarlem had afgeziou. H.
M. heopt dat de omstandigheden haar
zullen veroorloven het weldra te breDgen.
Bij eene j. 1. Vrijdag gehouden ver
gadering van de geneeskundige Armen-
commissie hier ter stede, heeft men
besloten aan het Gemeentebestuur de
vraag te richteB„Waar moetea wij
zoo noodig, onze choleralijders biecgen
en op welke manier?"
Id eene op Maandag 5 dezer gehoudeB
vergadering van den G neeskundigen
kring van Haarlem en omstreken kwam
hetzelfde onderwerp ter sprake. Na
uitvoerige gedachtenwisseling werd door
den kring besloten, aan het Gemeente
bestuur te verzoeken, een hulpbarak te
bouwen buiten de gemeente, [daar
men het niet wenschelijk acht om wan-
seer onverhoopt Haarlem mocht worden
aangetast, de lijders aan cholera op te
nemen in het St. Elizabeths Gasthuis,
daar dit het gevaar voor verspreiding
sou bevorderen.
Tevens werd in dezelfde vergadering
eene Commissie benoemd, die zal nagaan
welke de beste middelen zijn tot be
handeling en genezing der ziekte en
zich tot het Witte Kruis zal wenden,
met het verzoek om daarover een ge
schriftje algemeen te verspreiden.
Deze Commissie bestaat uit de heeren
drs. S. Posthuma, S. Fyan, H. L. van
Linden van den Heuvell, C. A. Bijle-
veld en B. J. Kouwer.
Wij voegen hierbij, dat het bier enkel
en alleen maatregelen vaa voorzorg
geldt en dat de gezondheidstoestand in
Haarlem uitstekend is.
Het Hbldmeldt het volgende: Zon
dagavond is door iemand alhier (Haarlem)
het zeldzaam voorkomend verschijnsel
van een maan-regenboog waargenomen.
De boog teekende zich vrij scherp be
grensd tegen een zwaar wolkgevaarte
in het noorden af en was van 8 uur
31 min. tot 35 min. duidelijk zichtbaar.
Het zuidelijk en oostelijk deel des he
mels was tot ©ver het Zenith byna
volkomen helderin zuidwest, west en
noordwest veel „cumulo nimbi". De
wind was zeer zwak noordelijk. Tus-
sehen 8 uur 37 min. en 41 min. viel
een weinig fijne regen. Kleuren kon de
waarnemer in den boog niet onder
scheiden.
Aan ruina vijf en twintig
honderd winkeliers, magazijnhouders en
grossiers te Amsterdam is door het
hoofdbestuur der vereeniging van han
dels- en kantoorbedienden „Vooruit"
eene uitnoodiging verzonden tot bijwo
ning eener vergadering op 14 dezer
des avonds.
De gunstige verandering, juist twee
jaar geleden doer toedoen der vereeni
ging in de werkuren op onderscheidene
kantoren verkregen, noopt haar thans
eene poging in gelijken geest voor
winkelbedienden te doen. Dit geschiedde
echter niet dan na samenspreking met
een veertigtal voorname winkeliers, die
in beginsel gaarne hunnen steun toe
zeiden.
Een te Amsterdam geves
tigd geneesheer ontving van den Rus-
sischen dokter W. M. Haflxiner, die
werkzaam is aan het Instiluut-Pasteur
te Parijs, het volgende antwoord op
een aan dr. Pasteur gericht schrijven:
„De heer Pasteur heeft mij den brief
overhandigd, dien u hem geschreven
hebt, en heeft mij opgedragen u mede
te deelen, dat de inenting met de
inentingsstof tegen de cholera in het
instituut wordt verricht door dr. Raux,
den chef van den technisch-microbischen
dienst. De inentingsstof wordt met de
noodzakelijke gebruiksaanwijzing gratis
toegezonden aan iederen buitcnlandschea
geneesheer die er om vraagt, onder
voorwaarde dat hij het instituut op de
hoogte houdt van de resultaten zijner
proefnemingen.
Goolam Kader, de „A r a b i-
ache oogendokter" heeft Amsterdam
verlaten. Aanleiding tot zijn vertrek is,
naar hij in het Haagsche Dagbl. mede
deelt, in de eerste plaats de tegenwer
king, die hij van de oogartsen heeft
ondervonden. „Ook houde men mij ten
goede", laat hij daarop volgen, „dat ik
naast de belangen der ooglijders mijn
eigen belang niet uit het oog verlies".
De milicien-plaatsver'va &-
ger A., van de 2e compagnie ie bataljon
4e regiment infanterie, sedert Woensdag
avond uit zijn garnizoen te Delft ver
mist, is Zondag uit de Schie onder
Overschie opgehaald.
Op den laatsten dag der
manoeuvres nabij Arnhem had de rit
meester J. van den Berg van Saparoea,
wiens escadron cavalerie uit Zutfenaan
die manoeuvres deelneemt, het ongeluk
dat zijn paard, terwijl bij de teugels
niet in de hand had, er van door ging
en hem afwierp. Voor hij zijn voet uit
den stijgbeugel was, kreeg de ritmeester
een slag met de hoef van het paard tegen
de onderkaak, welke op twee plaatsen
is gebroken.
Nader verneemt men, dat
door de justitie, in zake het schieten
door een schildwacht onder Wittem op
persoren die hem zeuden hebben aan
gerand, een streng onderzoek is inge
steld, daar beweerd wordt, dat hij
zonder noodzaak van zijn wapen ge
bruik zou hebben gemaakt.
Dinsdagmorgen tusschen
4 en 5 uur ontstond brand op de deel
van het boerenhuis van H. Stremme-
laar in Dieze, terwijl de man naar het
land was om de koeien te melken. Het
huis is geheel afgebrand. Huis en in
boedel waren verzekerd.
Ook te Zwijndrecht heeft
zich een geval voorgedaan van cholera
nostras met doodelijken afloop. Op last
van den burgemeester zijn dadelijk de
noodige voorzorgsmaatregelen genomen
en worden van heden af in alle scholen
privaten en urinoirs dagelijks met chloor
kalk, zwavelzuur en carbol ontsmet.
Hoewel in mindere mate,
herhaalden zich Maandag avond te Zie-
rikzee de standjes weder, en ook nu
moesten het de glasruiten en gaslantaarns
ontgelden.
De politie was versterkt met een 1 ^tal
rijksveldwachters uit Middelburg en To-
len, terwijl tevens de schutterij onder
de wapens was. De commissaris der
Koningin, die deze week daar vertoeft,
was nog laat ten stadhuize, waar hg
met de verschillende autoriteiten de ge
nomen en te nemen maatregelen be
sprak.
Naar het zich laat aanzien, zal, dank
zij het zeer krachtige optreden der poli
tie, de rust wel spoedig zijn hersteld.
Lsttsren en Eanst.
Een goede wandelkaart van Haarlem
en omstreken is bij de firma Van Hol-
kema en Warendorf verschenen. Het
bestaat uit platte gronden van Haarlem
en van Zandvoort en een kaart van de
mooie duinstreek tusschen Vogelenzang
en het Noordzeekanaal.
De titel van de nieuwe opera van
den heer Van der Linden is: Het beleg
vaa Leiden.
Inhoud van „De Hollandsche Lelie"
van 7 September.
Hoofdartikel: Brieven uit Laroche.
III. Oordeel-wedstrijd: Als ik oud
ben Bekroonde opstellen. I, door
B g; II, door Frederika, -- Als ik oud
ben (versje), door Een oudje in spe.
Kitty's echtgenoot. Hoofdstuk II.
„Zonder werk", door F. W. J. Tethof.
Handwerken. Brief van de herstelde
abonnée. Vragenbus. Corres
pondentie.Week-kalender. Adver
tentiën.
RECHTSZAKEN-
Eene zeldzaam voorkomende over
treding van de p^lderkeur nam Maandag
het grootste gedeelte van de zitting van
het kantongerecht te Oud-Beierland in
beslag. De opzichter van den polder
Oud-Heinenoord had aan den heer A. L.
Jz., rentmeester en grondeigenaar te
Heinenoord, namens het bestuur van
dien polder aangezegd zoo spoedig
mogelijk 'de westboezesnkade van den
polder volgens het in 1891 herziene
reglement van dien polder te brengen
op eene hoogte van 20 kubieke meter
boven A. P., met eene buitenbreedte
j van 50 kubieke meter en een talud van
^en op een. Toen met 1 Aug. met dit
j werk nog niet begonnen was, werd te
gen den heer L. proces-verbaal opge
maakt en stond h|j veor het
kantengereoht. Als getuigen waren aan
wezig de opzichter, de dijkgraaf en de
beide heemraden van den polder. De
ambtenaar van het O. M. achtte de
overtreding genoegzaam geconstateerd
en vorderde de veroordeeling van be
klaagde tot 10 gulden boete.
De verdediger van beklaagde, mr. H.
Ph. de Kanter, advocaat te Haarlem,
trachtte in een uitvoerig en zaakrijk
pleidooi aan te toonen dat de overtre
ding niet voldoende is bewezen, daar de
j opmeting alleen door den opzichter
I en niet door de beide heemraden
is geschieddat volgens het regle
ment het onderzoek door het ge
heele bestuur moet geschieden, terwijl
de dijkgraaf nooit bij het onderzoek is
tegenwoordig geweest. Verder werd door
pleiter aangetoond, dat door het bestuur
geheel in strijd met het reglement is
gehandeld. Nog trachtte pleiter aan te
toonen, dat niet is bewezen, dat de
heer L. verplicht was de kade te ver-
hoogen, omdat volgens het reglement
het gewoon onderhoud ten laste van
den ingeland en het buitengewoon ten
laste van den polder komt, en hier niet
kan uitgemaakt worden, of bedoeld
werk tot het gewone of buitengewone
werk behoort. Pleiter vroeg vrijspraak.
Na re- en dupliek wordt de uitpraak
bepaald op 14 dezer.
VISSCH ER! J-
Met de haringvisscherij is het tot
heden dit jaar voor alle visschersplaat-
sen treurig gesteld.
Niet dat er weinig haring gevangen
wordt de statistiek leert in tegendeel,
dat de vangst zeer overvloedig is
maar de haringprijzen zijn zoo laag, als
x|j ooit te voren zijn geweest.
Besteedde men vorige jaren vooreen
ton prima qaaliteit 15 16 en meer,
dezelfde soort is thans voor f 5 de ton
te koop.
Ladirrgen waarvoor voorheen ƒ2000
en ƒ2500 werd gemaakt, brengen het
nu slechts tot 600 en f 800.
Voor den reeder en den visscher
beiden is de toekomst zeer donker,
wanneer niet spoedig verbetering in de
haringprijzen komt.
Onder dit opschrift meld het Hbld.
het volgende:
Een gedeelte van het Koloniaal ver
slag van 1892, loopende tot aan de pa
ragraaf betreffende de verrichtingen der
zeemacht, is aan de leden van de Tweede
Kamer rondgedeeld.
Daaruit zijn de volgende bizonder-
heden aangestipt
Met betrekking tot ons gebied op
Borneo wordt medegedeeld, dat gemeen
schappelijk door Nederlandsche en
Britsche zeeofficieren in den loop van
1891 de grenspunten bij Broershoeken
op de beide kusten van het eiland Se-
bittik op het terrein door palen zijn
aangewezen, terwijl terstond nadat door
den gouverneur-generaal het telegra-
phisch bericht was ontvangen dat te
Londen de uitwisseling van de ratifica-
tiën der conventie had plaats gehad,
den resident der Zuider- en Oosteraf-
deeling van Borneo is opgedragen met
101
HOOFDSTUK V.
De oogen waren door zware oogleden overdekt en grijsgroen
Tan kleur met verbazend groote, donkere pupillen, die de eigen
aardigheid bezaten zonder oogenschynlyke oorzaak uit te zetten
en in te krimpen.
Terwijl b|j haar aanstaarde wist Philip niet of deze vrouw met
baar eigenaardige schoonheid, hem betooverde of terugstootte; inder
daad was h|j zelfs later nooit in staat deze vraag op te lossen.
Terw|jl hij haar nog steeds beschouwde en zich verbaasd afvroeg
boe ter wereld Bellamy met zulk een vrouw was getrouwd, en
van welken aard de verhouding met George voor dien tijd was,
sag hg, dat de dame z|jn neef iets in het oor fluisterde, die zich
oogenblikkel|jk omwendde en hem voorstelde.
^Philip," zeide bij, //mag ik u aan de bekoorlijkste m|jner ken-
aissen, mevrouw Bellamy, voorstellen.77
Philip boog en zeide, dat het hem zeer aaügenaam waa, terwyl
sij een buiging maakte met een gratie en waardigheid, die haar
uitmuntend pastten.
,/Uw neef heeft m|j dikwijls over u gesproken, mynheer Cares-
foot, maar h|j heeft mjj nooit gezegd hier aarzelde z|j en brak
eensklaps af.
//Wat heeft hij u nooit gezegd, mevrouw Bellamy? Toch niets
in m|jn nadeel, hoop ik.77
/Integendeel, als gij het wilt weten,77 zeide zjj op dien toon van
vleiende openhartigheid, die somt|jds zulk een bekoring heeft in
de mond van een vrouw, //hij heeft m|j nooit gezegd, dat g|j jong
en knap waart. Ik meende, dat gij minstens veertig jaar
zoudt z|jn.77
;/Ik zou u gaarne willen zeggen, mevTouw, wat m|jn neef George
m|j nooit heeft gezegd, maar ik zal het niet doen uit vrees om
Bellamy jaloersch te maken.77
//Jaloezie, m|jnheer Caresfoot, is een weeldeartikel, dat mijn
echtgenoot niet mag bezitten; dat is goed voor verloofden, maar
wat een compliment is van een verloofde wordt eene onbeschaamd
heid van een echtgenoot. Als ik u hier echter te lang ophoud,
dan zal ik m|j do vijandschap op den hals halen van miss Lee,
en ja ook van Frsiulein von Holtzhausen, en daar dit de eenige
soort jaloezie is, waarvoor ik baDg ben of liever eerbied heb, daar
het de uiting is van de natuurlijke minachting van de eene vrouw
voor de andere, zou ik dat liever willen vermijden.77
Philip volgde de richting van haar half dichtgeknepen oogen en
zag, dat zoowel miss Lee en Hilda uit haar humeur schenen te
zijn. Laatstgenoemde sprak afgetrokken met Bellamy, en wierp
onophoudelijk hare blikken in de richting van diens vrouw. Ook
de laatste luisterde oogensch|jnlijk aandachtig naar een compliment
van George, en zag mevrouw Bellamy met een eigenaardigen blik
van vrees en afschuw aan.
z/G|j ziet wat ik bedoel; Fraulein von Holtzhausen ziet er wer
kelijk uit of z|j baög voor m|j is. Kunt g|j u voorstellen, dat
iemand bang voor m|j is, m|jn eehtgenoot natuurlijk uitgezonderd
want zooals gy weet, wanneer eene getrouwde vrouw van mannen
spreekt, dan is daarvan altijd haar man uitgezonderd. Kom, wij
moeten gaan, maar kom een weinig naderby, mynheer Caresfoot,
ik wil u een raad geven, tenminste als g|j dien van een vreemde
wilt aannemen doe uw keus spoedig, anders zult gy hen bei
den verliezen.77
„Wat bedoelt gy hoe weet gy
z/Ik bedoel niets, of juist zooveel als gy wilt, en verder gebruik
ik m|jne oogen. Kom, laten wy ons bij de anderen voegen.*
Een paar minuten daarna legde Hilda haar werk neer, zeide
dat zy het warm had, wierp de tuindeur open en begaf zich in
den tuin, waarheen Philip haar onder een of ander voorwendsel
volgde.
z/Wat is zy een mooi meisje,77 zeide mevrouw Bellamy met
geestdrift tot miss Lee, zoodra Philip haar niet meer kon hooren»
z/Haar tont ensemble overschaduwt my geheel en al. Wanneer
ik met haar in de kamer ben dan gevoel ik my als een eenvou
dig, lomp melkmeisje naast eene echoone hofdame. Vindt gy ook
nier, misB Lee?*
yO, ik weet het niet, ik heb er nooit over nagedacht; maar na
tuurlijk zy is zeer mooi, en ik juist niet, zoodat ergeen sprake
van is om tusschen ons beiden vergelijkingen te gaan maken;*
rMjj dunkt, dat gy uzelf toch wel wat te gering schat, als gy