NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
familie garesfoof.
10e Jaargang.
Zaterdag 10 September 1892.
No. 2818
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
ftrrofidissements-Rechtbink.
FEUIL
ON
DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maanden
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden
Afzonderlijke nummers
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden
franco per post
f 1,20.
1,65.
0,0o.
0,30.
0,37*.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefoonnnmmer 122.
regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en AdYerfcentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Hoofdagenten voor
het Buiteyxland: Compagnie Générale de Publicité Etrangére G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuoo., Parijs 31 bis faubourg Montmartre.
Hel Bijvoegsel van het blad dat
'atcrdagvond verschijntzal bevatten
Cairo. Haarlemmer Halletjes
CXLll. Binnen- en Buiten-
andsche berichten. Varia. Kleine
\dvertentien uit „het BlaadjeNo.
1 Adverlentièn enz.
Haarlem, 9 Sept. 1892.
Bij kon. besluit is met 1 October be-
tot directeur van het postkan-
;oor alhier, de heer F. H. H. Doffegnies,
[hans directeur vaa het postkantoor te
De tentoonstelling vaa zilverwerken
in het Museum van Kunstnijverheid
wordt, zal Zondag 11 Sept.
?oor het laatst geopend zijn.
Deze tentoonstelling werd onlangs nog
met eenige belangrijke stuk
op het gebied der zilversmidskunst,
eene merkwaardige verzameling mun
ten, penningen, een juweelkistje met keu
rig gegraveerde zilveren platen, en
een zeer eigenaardig werkstukje bestaan
de uit een bijou-meubeltje, geheel met
paarlemoer opgelegd en met zilver ge
monteerd, dat ia waarheid een mees
terstuk kan genoemd worden.
De volgende week zulle* al deze
schatten aan hunne eigenaars worden
teruggezonden en da* weldra weder
verspreid zijn.
Het talrijk beioek waarin deze ten
toonstelling ziek mocht verheugen, be
wijst voldoende dat zij aan het doel
heeft beantwoord.
De commissie van het Museum stelt
de medewerking die zij ook ditmaal van
heeren insenders ondervond en die het
welslagen dezer tentoonstelling hebben
verzekerd, op hoogea prijs. Zij is over-
tsigd, dat de in het Museum gehouden
[tijdelijke tentoonstellingen onze kunst
en industrieelc ontwikkeling krachtig
zullen steunen en hoopt daarom bij
voortduring op de algemeene mede
werking te kunnen vertrouwen.
Zitting van Donderdag 8 September
Onze dichter Poot placht te zeggen
,Hoe genoeglijk rolt het leven des genis
ten landmans heen", maar hy vergat erbij
zeggen, dat er geen regel is zonder
uitzondering en dat ook het genoeglijk
ste rollende leven wel eens hotten en
stooten kan.
Niet alle landbouwers-toch zijn zoo
idyllisch zachtaardig. Daar heeft men
nu Arie en Nicolaas Disseldorp, boe
renknechts te Roelofsarendsveen. Dit
zijn twee echte vechtersbazen, vooral
wanneer ze reis eea spatje drinken. Zoo
zijn ze den igden Juni jongstleden ze
keren Zandvliet aangevallen, hebben hem
geslagen, geschopt en getrapt en blijk
baar ook met een scherp werktuig ge
stoken, want de arts die Zandvliet be
handelde, vond ia diens schoen en in
zijn voet diepe sneden.
Toen Zandvliet aldus werd aangegre
pen, had hij een kameraad bij zich,
Akerboom geheeten. Deze, blijkbaar
liever bloo Jan dan doo-Jan wil
lende wezen, koos als een ontrouwe
wapenbroeder dadelijk het hazepad.
Gelukkig echter dat hij nog juist genoeg
courage had om de aanvallers aan te
zien ('t was in den avond) en dat hij
derhalve n* aan de rechtbank verklaren
kon, dat het wel degelijk de gebroeders
Disseldorp waren geweest, die Zandvliet
hadden aangegrepen.
Dit getuigenis toch is hoog noodig,
omdat die twee Disseldorpen met treden»
de verontwaardiging alles ontkennen.
Nicolaas wil heelemaal niet in den
omtrek geweest zijn en Arie heeft niet
minder dan vier getuigen k décharge
laten dagvaarden. Twee daarvan Veen
en van Munster verklaren, dat zij met
hem van Rijpwetering zijn gekomen
en luid praten hoorden,'t leek wel ruzie.
Daar overmanden hen schrik en ont
zetting. Ze vielen met hunne neuzen in
het lange gras," om niet met de herrie
te maken te hebben, maar daarop, be
grijpende dat al zochten zij de ruzie
niet, de ruzie hen zou kunnen komen
opzoekeD, stonden Veen en van Mun
ster op en namen dwars door het wei
land heen, de vlucht. Arie Disseldorp
bleef achter.
Wat heeft hij toen uitgevoerd?
„Op Zandvliet aangevallen," zegt de
ambtenaar van het Openbaar Ministerie.
Maar Arie werpt met verontwaardiging
die beschuldiging van zich af. Hij is
naar twee visschers gegaaD, die daar
aan de vaart zaten te visschen. „Hij
heeft wel een uur by ons gezeten,"
verklaren de visschers, de andere twee
getuigen k décharge en de rechibank
wil dat ook wel gelooven, maar houdt
het ervoor, dat de mishandeling heeft
plaats gehad na den haastigen aftocht
van Veen en van Munster en vóór
Arie's bezoek aan de visschers.
Men zou uit dit relaas denken dat
Arie wat men noemt nogal „glad" is en
zich een alibi heeft willen verzekeren,
Maar aan den anderen kant heeft Arie
ook een dom ding gedaan. Hij heeft
tot den gemeente-veldwachter gezegd,
„dat het hem wel 25 gulden waard
zou wezen, als de zaak niet vervolgd
werd."
Dit maakt zijn positie veel leelijker
en hoewel hij zich tracht te redden door
te beweren, dat hy aan die woorden
tot den veldwachter heeft toegevoegd
„als ik het gedaan had", requireert de
heer mr. Joh. P. van Outeren, subsi
stuut officier van justitie, de veroor
deeling der gebroeders Disseldorp tot
een gestreDge straf, n.l. 3 maanden ge
vangenis, vooral ook omdat de aanlei
ding van den aanval hierin schijnt te
liggen, dat Zandvliet vroeger in eene
strafzaak als getuige tegen een der ge
broeders is opgetreden. „Wanneer 'het
getuigen in een strafzaak gevaarlijk
werk zou worden, ware het einde niet
te overzien," meent mr. Van Outeren
zeer terecht.
Over acht dagen doet de Rechtbank
uitspraak.
HaarlemZandvoort Spoorweg-Maat
schappij. Gedurende de maand Mei
1892.
Opbrengst reizigers 2193.93
idem goederen 316.02
idem diversen 78.75
Te zamen 2590.70
Per dag en per kilometer f 9,83.
(Zie vervelg Stadsnieuws 3e pag.)
Te Hoofddorp worden op last van
het hoofd der gemeente Haarlemmer
meer alle mestvaalten of beerputten,
die eenige verdachte lucht geven, gedes
infecteerd en ten spoedigste verwijderd.
Donderdag was men druk bezig met
het ruimen en wegrijden der mestvaal
ten, waarna men ten slotte ©verging
tot het besproeien der dorpswegen mee
carbol. Ook in andere gedeelten der
gemeente Haarlemmermeer gaat men
op dezeltde wijze te werk.
De gezondheidstoestand te Haarlem
mermeer laat niets te wenschen over.
Graan- en Zaadmarkt gehouden te
Hoofddorp Haarlemmermeer, 8 Sept.
1892. Roode wintertarwe ƒ7,50, Jarige
tarwe 7,65 8,Witte tarwe ƒ6.25
k 7.25, Zomer ristarwe 6,15, Rogge
4-75 5-—, Haver ƒ7.10 7,70,
Chevaliergerst 5.40, Wintergerst f 4.40,
Zoraergerst 4.—, Groene Erwten f 7.
k ƒ8,Kanariezaad 11.50, Karwei-
zaad ƒ11.50. Koolzaad ƒ8,15, Geel
mosterdzaad 17,
Zooals gemeld is, heeft de quaran
tainedokter van IJmuiden van den
minister van Binnenlandsche Zaken last
gekregen, nadere instructies af te wach-
en, alvorens aan de schepen die uit
besmet verklaarde havens aankomen,
vergunning te geven verder op te
varen of met den wal gemeenschap te
hebben.
Is het Hbld. wèl ingericht, dan was
deze maatregel het uitvloeisel van eene
voordracht van het geneeskundig staats
toezicht in Noord-Holland, om wegens
de mogelijkheid dat, bij oogeaschijolijk
gunstigen toestand aan boord, toch de
kiemen der ziekte aanwezig zyn, eenige
dagen van observatie toe te passen.
Thans is dan ook bepaald, dat de
geneesheer bevoegd is eenige dagen te
gebruiken, voordat hij beslist dat de
schepelingen gezond zijn. Er zullen
zoodoende een vijftal dagen verlcopen
voordat een schip, dat uit Hamburg
komt, in Amsterdam wordt toegelaten.
BINNENLAND.
De priüs van Wied is Don
derdag uit Duitschknd te Domburg
teruggekeerd. Hij verlaat Domburg den
170 dezer. Den daarop velgenden dag
vertrekt Dr. Mezger.
Yan dejaarlijksche statis
tiek van den in-, uit- en doorvoer over
1891 is het eerst gedeelte verschenen.
Ten aanzien van de handelsbeweging
in het algemeen blijkt daaruit, dat in
dat jaar de algemeene invoer heeft be
dragen 15,876.797,611 K. G. tegen
14,612,461,080 in 1890de invoer tot
verbruik 17356,058,615 gulden tegen
299,750,478 in 1890; de algemeene
nitvoer 8,616,389,773 K. G. tegen
8,298,325,558 in 1890; de uitvoer uit
het vrije verkeer 1,140,473,101 gulden
tegen 1,087,551,906 gulden in 1890;
de doorvoer met overlading 520,084,004
K. G. tegen 468,240,168 in 1890;
en de doorvoer zonder overlading
2,655,o68/561 G. tegen 2,385,748,691
K. G. in 1890.
De algemeene invoer is dus vermeer
derd met ruim 8.65 pCt., de invoer tot
verbruik met bijn* 4.33 pCt., de alge-
gemeene uitvoer met ruim 3.83 pCt.,
de uitvoer uit het vrije verkeer met
bijna 4.87 pCt., de doorvoer met over
lading met ruim 11.07 pCt. en de door
voer zonder overlading met ruim 11.29
pCt.
Van de voornaamste voortbrengselen
van landbouw en nijverheid werd in
1891 meer dan in 1890 uitgevoerd:
aardappelen 14.633,290 K. G. gerst
1,076,108 K. G., tarwe 95'J35>572 K.
G., boekweit 4,472,755 K. G., boonen
en wikken 2,715,852 K. G., zemelen
197,152 K. G., gepelde of gebroken
granen 9474 K. G., kaas 220,431 K.
G., katoenen manufacturen (geverfd of
gedrukt) 4,452 101 K. G., manufactu
ren van hennep, vlas en werk 183,1x4
K. G., meekrap (garancine en colorine)
84 K. G., stieren, ossen, koeien en
vaarzen 40.521 stuks, hokkelingen en
kalveren 3716 stuks, varkens 6557 stuks,
schapen 129,169 stuks, lammeren 1548
stuks, versche zeevisch 1,001,930 K.G.,
gezouten kabeljauw 41,702 K. G., an
dere visc'n 54,611 K. G., mosselen
171,032 K. G., en ruw, geroot en ge
zwingeld vlas 2,011,609 K. G.
Minder werd van die artikelen uit
gevoerd: aardappelmeel 107,471 K.
G., gedistilleerd 672,768 liter, rogge
27,732,326 K. G., gerst 19,742,855 K.
G-, haver 48,392,967 K. G., erwtenen
linzen 252,532 K. G., ongedorschte gra-
Den 96,804 K. G., meel van alle graan
soorten j,201,080 K. G., versche of
gedroogde groenten 1,682,965 K. G.,
katoenen manufacturen, ruw of ge
bleekt, 2,248,491 K. G., meekrap (ale-
zari en gedroogde racin) 40.145 K. G.,
meekrap (onberoofde fijne, gemeene en
meel) 18,728 K. G.. ruwe suiker 731,100
K. G., geraffineerde suiker 1,776,807
K. G., gekaakte en gezouten haring
9,208,873 K. G., bokking 420,430 K.
G., garnalen 133,226 K. G., oesters en
kreeften 1,838,642 K. G.f stokvisch
52,293 K. G., riviervisch, zalm enz.
572,342 K. G., ansjovis 5,139,287 K.
G., onbewerkt, ongeroot en ongezwin-
geld vlas, 1.838.679 K. G., en gehekeld
vlas 847.112 K. G.
Hit Apeldoornberichtmen:
De nieuwe kerk der Nedl. Herv. ge
meente alhier is gereed. Het gebouw
dat met de toren een hoogte van 62
Meter heeft, staat in het begin der Loo-
laan, op dezelfde plek waar de oude
kerk door Willem I gesticht, een prpoi
der vlammen werd.
De kerk ziet er netjes uit; hoewel
eenvoudig van yormen is 't een statig
gebouw.
Het inwendige houdt gelijken tred
met het uitwendige. Ook daar eenvoud,
behalve de bank voor het hof en de
preekstoel, welke uit sierlijk gesneden
eikenhout zijn vervaardigd.
De plechtige inwijding der kerk zal
plaats hebben op 25 Sept. a. s., in tegen
woordigheid van H.H. M.M. de Koning
innen en H.D. gevolg.
Het harmonieorkest van de wees
inrichting te Neerbosch zal door haat
tonen deze inwijding trachten luister
bij te zetten.
Wat als gerucht uit 's-Hage
werd gemeld, heeft zich bevestigd: de
burgemeester heeft geen vergunning
verleend voor het houden eener „mee
ting" op een weiland aan den Loods-
duinschenweg van den Bond voor alge
meen kies- en stemrecht op 18 dezer.
De weigering is gegrond op het
11-
HOOFDSTUK VI.
i/Zeer goed. Ik ben hier van avond gekomen niet om een
rendez-vous te hebben, maar om u mede te deelen, dat zulke woor-
niet meer moeten worden uitgesproken, en dat ik van plan
om het zoowel u als my onmogelijk te maken ze ooit weer
uit te spreken. Ik ga van hier, om, naar ik hoop, nooit terog
te keeren."
//"V an hier gaan!" stamelde hy. Wanneer
Dit was juist wat hij hoopte, dat zou gebeuren, ea toch vielen
de woordeD, die hem tot troost hadden moeten verstrekken, koud
ls ijs op hem, en maakten hem diep rampzalig.
//Wanneer morgenochtend. Een bloedverwant van mij in Duitsch-
land, de eenige dion ik heb, is ziek. Ik heb hem nooit gezien, en
geef niets om hem, maar het zal eea voorwendsel zyn; wanneer
ik eenmaal weg ben, zal ik niet terugkeeren. Ik heb Mary gezegd,
dat ik gaan moest. Zjj schreide, het arme kind."
By deze woorden verdween de herinnering aan zyn doel geheel
uit Philips geheugen; hetgeen hy slechts besefde, was, dat als hy
zyn besluit niet veranderde, hy het meiBje moest verliezen, dat hy
zoo hartstochtelijk liefhad, en wier fiere trots hem nog meer be
koorde, dan de liefelijke minzaamheid van Maria.
ffHilda, ga niet heen," zeide hij en greep haar hand, die zy
onmiddellijk terugtrok; //verlaat mij niet. Gy weet, hoe ik u
liefheb."
z/En waarom zoo ik u niet verlaten, verondersteld dat gy my
werkelijk liefhebt Ten mijnen koste heb ik u lief, en ik wil niet
langer die dagelyksche vernedering dragen om mijzelf, de arme
duitsche gezelschapsjuffrouw, die niets dan haar schoonheid heeft,
achteraf te zien gezet terwille van iemand, die ik ook liefheb?
Gij zegt, dat gy mij liefhebt, en vraagt my of ik wil blijven; vertel
my dan nu eens wat nwe planoen zyn ten opzichte van mij. Ik
weet, dat gy geldlievende Engelechen nooit erg hoog opziet tegen
families, die geen geld hebben; daï is echter by ons geheel anders,
en ofschoon gy het een mésalliance zoudt noemen om met
mij te huwen, zou ik daarentegen volstrekt niet trotsch zyn op
een huwelyk met u. Gy moet weten, Philip, dat myne voorvade
ren van vorstelyken bloede waren, toen de uwen nog zwijnen
hoedden in deze bossehen. Ik kan meer dan dertig kwartieren op
myn wapenschild toonen, elk het blazoen van een edelen stam, en
ik wil niet de eerste zyn om er een schandebalk op aan te bren
gen Ik heb cu duidelijk gesproken, misschien onheusch, en er
kan nog slechts een woord tnsschen ons worden gewisseld, en dat
woord is vaarwel," en zy strekte haar hand uit.
Hy scheen het niet te zien, ja zelfs had hij nauwelijks het
laatste gedeelte van wat zij zeide gehoord. Weldra hief hy zyn
gelaat op, en het droeg de sporen van eene vreeselyken, innerly-
ken stryd. Hij was doodsbleek, en groote zwarte kringen vertoon
den zich om zyne angstige oogen.
//Hilda," zeide hy met heesche stem, //ga niet heen, ik kan u
niet laten gaan. Ik wil met u huwen."
z/Denk by hetgeen gy zegt, Philip, en handel niet te overyJd.
Ik wensch u niet tot een huwelyk over te halen. Gy hebt het
geld lief. Vergeet niet, dat Maria met al hare bezittingen niet»
liever wil dan uw vrouw worden, en dat ik volstrekt niets heb
dan myn naam en myn goed uiterlyk. Zie my aan," en zy deed
een stap zywaarts en trad in het volle maanlicht, dat tusechende
boomen doorstraalde, en trok het halsdoekje, dat zy om haar nek
droegwegen stond nnterwyl haar gestalte duidelijk
zichtbaar was, voor hem in al haar overweldigende schoonheid
met de schaduwen van den avond als achtergrond, die hare be
koorlijkheid nog meer deden uitkomen.
#Sla my nu eens aandachtig gade," ging zij met bitter sarcasme
voort, zie in myn gelaat, bestudeer myne vormen en myne hou
ding, of anders zoudt gy n teleurgesteld kunnen vinden met uw
koop, en er n over beklagen, dat gy geen waarde voor uw geld
hebt gehad. Bedenk ook, dat een ongeluk, eene ziekte mijne waarde
als eene schoonheid zullen kunnen vernietigen en denk daarover
na, alvorens ik u aan uw woord houd."
Philip was gaan zitten of liever was neergehurkt op een gevel
den boomstam, dio buiten den koepel lag, en bedekte zyn gelaat
met zyne hasd alsof de schoonheid van deze vrouw meer was dan
hy kon verdragen. Nu echter sloeg hy zyne oogen op en liet zyn
blik rusten op haar gelaat vol verontwaardiging.