NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
famtlic gfaresfoof.
10e Jaargang.
Zaterdag 17 September 1892.
No. 2824
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
NABETRACHTING
STADSNIEUWS.
FEUILLET ON
HAARLEM'S DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Kijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37^.
jDit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Keclames 20 Cents per regel.
Abonnementen on Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEESEBOOM.
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publidté Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSuccParijs 3Ibis Faubourg Montmartre.
Hel Bijvoegsel van het blad dal
Zatcrdagvond verschijntzal bevatten
Mijn Vacantia door F. C. Philips.
Binnenen Buitenlandsche berichten.
Varia. Kleine advertentiën uit het
Blaadje" No. XXXVII Adverten-
tién enz.
van den
GEMEENTERAAD.
L.
In langen tijd heb ik niet 2ulk een
wonderlijk debat bijgewoond als Woens
dag in den Baad over het bouwen van
een cholerabarak.
Uren werd er over die zaak gepraat
en getwist en de hitte van het woorden
gevecht steeg vaak tot het kookpunt.
Soms had men zich in den poolschen
Landdag verplaatst kunnen wanen.
„Wees zoo goed een barak te bou
wen buiten de gemeente,'verzoekt de
afd. Haarlem van de Nederl. Maats, tot
Bevordering der Geneeskunst. „Welze
ker, waarom nietzeiden Burgemees
ter en Wethouders, „maar zoodadelijk
is dat niet noedig. Komt hier cholera,
dan brengen we de eerste twintig zie
ken immers in de barakken van het
St. Elisabeths Gasthuis en is dat niet
voldoende, dan kunnen we nog altijd
een cholerabarak bouwen. De heeien
behoeven zich niet ongerust to maken,
burgemeester en wethouders zijn wakker
genoeg. Alle maatregelen zym getroffen,
we zijn voor alles klaar, maar we bluf
fen er niet over in de kranten
Dat klonk nu allemaal heel lief en goed,
maar de Raadsleden waren er niet alle
maal mee tevreden. De beide artsen
van den Berg en Lodewijks, die ook
tot de aanvragende afdeeliDg beheoren
natuurlijk niet en een onzer beste raads
leden, de heer Bijvoet, ook niet. „Laten
we B. en W. opdragen dadelijk een
barak te bouwen buiten de stad, niet
wachten tot het noodig is 1" stelde de
heer Bijvoet voor.
Maar de burgemeester wou er niet
aan en trachtte, verlangende om het
advies van B. en W. er door te slepen,
den medici te vertellen wat zij nog niet
wisten. „Er is in het St. Elisabeths
Gasthuis ruimte genoeg en wa; het ge
vaar voor besmetting betreft, toen in
1866 het cholera-hospitaal op de Kraaien
horstergracht stond, dus midden in de
stad, toen is niet gebleken dat die on
middellijke nabijheid een slechten in
vloed heeft uitgeoefend. Derhalve kan
zonder schroom het Gasthuis worden
gebruikt, om er choleralyders in te ver
plegen."
Dat is een redeneering. hit ar houdt
ze steek? Hoe weet men dat in i860 zeggen zijD, meer dan plaatsruimte mij
de plaats waar dit hospitaal stond, niet
nadeelig is geweest voor den algemee-
nen gezondheidstoestand Omdat er
geen 500, maar slechts 300 menschen
zijn gestorven Of omdat er niet minder
dan 300 slachtoffers zijn geweest? Het
bewijs is schuldig gebleven.
„Ondervinding", zoo zeide de voor
zitter, „dat is meer waard dan die be
weringen van jonge doktoren."
Ik vind ook in ziektekwesties onder
vinding een heel mooi ding, mits het
zy de ondervinding van doctoren. Of
zou niet elke burgemeester lachen cm
een dokter, die eene uitlegging geven
wou van een twijfelachtig artikel in de
gemeentewet
Eindelek kon men tot stemming
overgaan en werd het voorstel van den
heer Bijvoet met groote meerderheid
van stemmen aangenomen. Burgemees
ters en Wethouders kregen dus hunnen
zin niet.
Nu was het duidelijk, dat B. en W.
door het besluit van den Raad op hunne
teenen waren getrapt.
Nauwelijks toch was het besluit ge
vallen, oi de voorzitter verzocht aan den
heer Bijvoet, oi deze nu maar eeBS een
plaats voor de barak wilde aanwijzen
en bij deze op ironische toon gedane
vraag, zeide de heer de Kanter half
luid „ja, ja," en lachte voor zich heen.
Maar toen het bleek, dat de heer
Bijvoet wel degelijk een plek op het
oog had, namelijk een weiland aan de
Kleverlaan, en dus niet over deze zwa
righeid struikelde, kwam de heer Waller
met de vraaghoe groot de barak wel
wezen meest, voor 25 bedden zooals in
het gasthuis, of voor 1200 zooals te
Hamburg.
Als dit geen spijkers op laag water
zoeken is, dan weet ik bet niet meer.
Er ODtbrak nog maar aan, dat aan den
Raad werd gevraagd, van welke hout
soort de barak moest worden gebouwd
en of ze groen moest worden geverfd
of grijs. Gelukkig werden er verder
geen moeilijkheden gemaakt en toen
de heer Macaté aan B. en W. beleefd
verzocht, met de deskundigen te raad-
plegen over de beste wijze waarop het
raadsbesluit zou zijn uit te voeren,
verklaarde de Voorzitter dat men dit
zou doen, maar kon toch niet nalaten,
even op te merken, dat het Raads
besluit overijld was genomen.
Zeker is het, dat van B. en W. geen
overijling in den bouw der barak te
vreezen ware geweest. Vermoedelijk zou
ze als de nood
veroorlooft neer te schrijven,
Een enkel incident zij nog gemo
veerd. De heer de Kanter betuigde zijn
leedwezen, dat de Regenten en dokto
ren van het Gasthuis niet reeds vroeger
te kennen hadden gegeveD, dat het
St. Elizabeths Gasthuis ongeschikt was
voor verpleging van choleralijders.
Mij dunkt, dit is nogal eenvoudig. In
zes en twintig jaar is er in Nederland
geen gevaar voor cholera geweest. Men
dacht er zoomin aan, als aan eene
epidemie van pest of pokken.
En als deze reden den heer de Kan
ter niet voldoende is, dan wil ik aan
dezen wethouder een tegenvraag doen.
In 1866 is aan de Haarlemsche Ka
toenmaatschappij onder toezicht vaa een
medicus, een bizondere wyze van be
handeling van choleralijders toegepast
(door hitte) waardoor 83 van de 84
patiënten zijn genezen.
Mag ik nu van den heer de Kanter
weteD, waarom in al die 26 jaar geen
stem in den gemeenteraad is opgegaan,
em een hospitaal te bouweD, waarin
eventueele choleralijders op de zoowel-
geslaagde manier zouden worden ver
pleegd
Gelijk krijgen ia aangenaam, maar het
belang van de ingezetenen gaat voor de
vroedschap boven alles.
Gelukkig bestaat er alle kans, dat de
toebereidselen niet noodig zullen zyn.
Te Hamburg neemt de epidemie af en
in andere steden komen slechts spora
dische gevallen voor. die voor Haarlem
weinig gevaar opleveren-
Haarlem, 16 Sept. 1892.
Wij ontvingen heden het verslag der
gemeente over 1891 en zuilen, daar
plaatsgebrek het ons in dit nummer on
mogelijk maakt, morgen een en ander
daaruit overnemen.
Naar wij vernemen heeft de Mannen-
zangvereeniging „Crescendo" alhier, van
de Hoofdcommissie ter viering van het
vierde eeuwfeest der ontdekking van
Amerika door Christoforus Columbus,
de vereerende uitnoodiging ontvangen
op dit feest 't welk den 12Q October
a. s. te Amsterdam zal worden gevierd,
aan den man kwam,1 hare medewerking te verleenen.
d*g~~oi acht telaat zijn gekomen.Aan die uitnoodiging zal Crescendo
Hiervoor heeft een verstandig Raads-1 gaarne gehoor geven en o. a. aldaar
besluit ^ewaakt. j uitvoeren met medewerking van het
orchest van den heer Kriens het toon-
Over deze discussie zou nog veel te werk „Columbus" compositie van Cres
cendo's directeur
Andriessen.
den heer N. H.
BEN GOUDEN FEEST.
Heden mocht J. Peper den dag
herdenken, waarop hij 50 jaar geleden
in dienst trad der heeren Piévinaire
co. thans Haailemsche Katoen Maat
schappij. Van de directie alsmede van
de beambten en meesterknechts werden
hem stoffelijke blijken van belangstel
ling overhandigd waarbij de hartelijke
wensch werd uitgesproken, dat het den
jubilaris gegeven mocht zijn nog vele
jaren zijne werkzaamheden te ver
richten.
Peper, in de laatste 25 jaren als
kantoorlooper aan de fabriek verbonden
onderscheidde zich steeds door bizon
dere plichtsbetrachting.
De heer J. Slager alhier, ontving uit
Leipzig eene kennisgeving, welke wij
hier vertaald weergeven
Leipziger Michaelismis.
Met het oog op de in Hamburg en
Rusland nog steeds heersoheade cholera-
epidemie en door de mededeelingen
van den keizerlijken gezondheidsraad
openbaar gemaakte talrijke overbren
gingen der ziekte naar andere plaatsen,
hebben wij ons verplicht gezien, om
dit jaar de Michaelismis niet te doen
houden, waaraan de regeering van het
koninkrijk Saksen haar goedkeuring
heeft gehecht.
Leipzig 12 September 1892.
Eindelijk is de laatste strafzaak voort
vloeiende uit den brand in het socië
teitsgebouw „Phoenix," afgedaan. Zooals
men zich zal herinneren werd Anne
ïalkerts, een 25 jarig poetser in de
werkplaatsen der Holl. Spoorwegmaat
schappij, ter zake van diefstal van een
paar karaffen bij gelegenheid van voor
melden brand door de Rechtbank te
Haarlem veroordeeld tot gevangenisstraf
van 4 weken. Het gerechtshof te Am
sterdam bevestigde dit vonnis, doch de
Hooge Raad vernietigde het arrest van
het Hof op grond van de cassatiemid
delen voorgesteld door bekl's verdediger,
Mr. L. W. van Gigch, advokaat te
Amsterdam, en verwees de zaak naar
het gerechtshof te 's Gravenbage. Dit
Hof onderzocht in Judï 11. de zaak
opnieuw, waarbij «.e advocaat-generaal
Mr. Telders weder veroordeeliDg tot
een maand gevangenisstraf eischte, ter
wijl daarentegen Mr. van Gigch tot vrij
spraak concludeerde
Het Hof deed daarop uitspraak doch
gelastte een nieuw getuigenverhoor,
hetwelk nu verleden week plaats had.
Daarbij werd ook een kaart van het
wees bekl's verdediger, dat diens opgaaf
dat hij bedoelde karaüen in veiligheid
wenschte te brengen in het huis van
den kastelein,' den heer Brinkraann
alleszins aannemelyk was en geen zweem
van bewijs aanwezig was dat bekl. het
oogmerk had gehad die karaffen te ste
len. Het Hof heeft bij zijn Donderdag
gewezen arrest met deze zienswijze zich
vereenigd en Anne Folkerts vrijge
sproken.
Gedurende de afgeloopen maand zijn
door de politie alhier 52 personen ver
volgd wegens dronkenschap. In de
maand Augustus van het vorig jaar was
dit getal 59 dus 7 meer.
De hulpschool te Houtrijk en Pola-
nen, een gebouw der suikerfabriek,
moet wegens den aanvang der campagne
heden ontruimd worden. De nieuwe
school is nog in aanbouw, zoodat men
7 8 weken vacantie heeft moeten
geven.
Graan- en Zaadmarkt gehouden te
Hoofddorp Haarlemmermeer, 15 Sept.
1892. Roode wintertarwe f o,Jarige
tarwe o—o,Witte tarwe ƒ6.20
7.75, Zomer ristarwe o,—Rogge
4-65 5.—, Haver 7.— 7,35,
Chevaliergerst j 4.85, Wintergerst f 4.45,
Zomergerst ƒ365 Groene Erwten f 7.
f 7,75, Kanariezaad f o.—Karwei-
zaad f 11.Koolzaad ƒ8,60, Geel
mosterdzaad f o,
Te Sloten komen enkele gevallen van
typhus voor, gelukkig van geen ernsti-
gen aard.
In eene gehouden vergadering der
gezondheids-commissie te Aalsmeer, is
de gift van f 300.van de gemeente
door de commissie aanvaardhoewel
dankbaar echter niet voldaan. Aalsmeer
komt op hygiünisch gebied veel te kort.
Er moet veel verholpen worden. Alge
meen is de klacht over het drinkwater,
zoodat men besluit door het slaan van
nortonpompen, in beter water te voor
zien.
Te Kudelstaart (gem. Aalsmeer) is
de toestand nog erger. Men klaagt over
drooge stinkende slooteD, of bij regen
dat de erven onder water staan. Men
schrijft de oorzaak van dit laatste toe,
dat voor dat gedeelte der gemeente
geen peil is op de waterbergiDg.
De commissie neemt de taak op zich,
pogingen aan te wenden, ook hierin
verbetering te brengen. Staande de
vergadering werd besloten, tot oprichting
terrein der Phoenix overgelegd en be- eener barak, aankoop van een brancard,
17)
HOOFDSTUK IX.
Kennissen had zy niet, en zy durfde ze ook niet maken. De
eenige persoon, met wie zy kon omgaan om de lange weken door
te komen, was haar hoBpita, juffrouw Jacobs, de weduwe van een
kaaskooper, die een flinke zaak had doen verloopen, door zyn
verslaafdheid aan den drank en andere uitspattingen, en van de
aanzienlyke eigendommen was a*ya vrouw slechts de huur over
gebleven van een huis in Lincoln's Inn Fields, dat gelukkig voor
haar, by haar huwelyk op haar naam was ingeschreven, Evenals
de meeste menschen, die betere dagen hebben gekend zy was
er nu evenwel nog niet kwaad aan toe hield zy er veel van
om over baar ongelukkig verleden es de trouweloosheid van de
mannen te spreken; by Hilda, het arme vrouwtje, dat naar nie
mand anders kon luisteren, vond zy een gewillig oor. Hetgeen
zeer natuurlyk was, daar het zulk een bekoorlijk vrouwtje gold,
de eerlyke jafirouw Jacobs werd zeer spoedig verzot op hare be
langstelling inboezemende huurster, van wier echtgenoot zy zeer
spoedig een geheel uit de lucht gegrepen levensgeschiedenis had
bijeengebracht, want het is onnoodig te zeggeü, dat haar drin
gendste vragen tevergeefsch waren om eenige inlichtingen van
Hilda te vernemen. Een van haar meest geliefde verdichtsels was,
dat haar huurster het slachtoffer was van haar knappen echtge
noot, die op de eene of andere manier haar van huis over zee had
gelokt, om haar daar in eenzame opsluiting en buiten het bereik
van een gehaten mededinger te bonden. Een andero uitlegging
was deze, dat by haar aldus alleen liet om in zyne eigen hande
lingen meer vry te zyn.
In verloop van tyd werd juffrouw Jacobs door deze denkbeelden
zoozeer beheerscht, dat zij er geloof aan begon te hechten, en
wanneer zy met andere huurders over Hilda sprak, dan schudde
zy steeds haar hoofd, en sprak geheimzinnig van haar als een
«lam" en een „slachtoffer*.
Wat deze dame zelf betreft, verre van te vermoeden welke
duistere beweringen haar hospita verkondigde, werd zy meer en
meer aan angst en gedruktheid ten prooi, en soms ook aan arg
waan, welke haar hoe langer hoe meer pynigden naarmate het
tydstip van een gewichtige gebeurtenis, welke te verwachten was,
meer en meer vorderde. Zy kon by de zeldzame gelegenheden,
wanneer Philip haar kon bezoeken in zijne manieren en stemming
maar al te goed eene verandering opmerken, welke zich het sterkst
uitte in buien van stilzwijgendheid en geraaktheid. Ook een
zekere achterhoudendheid, die hoe langer hoe duidelijker merkbaar
werd, deed haar beseffen, dat iets onzichtbaars hen van elkander
scheidde iets, dat de trots, welke haar zoo sterk beheerschte,
haar verbood te onderzoeken, maar dat niettemin haar het leven
vergalde. Korten tijd voor dat de gebeurtenissen in het vorige
hoofdstuk vermeld, hadden plaatsgevonden, had zij gebruik ge
maakt van de gelegenheid van Philips bezoek om zich eenigzins
bitter over haar toestand te beklagen, en hem te verzoeken haar
mede te deelen of er ook kans bestond, dat zy haar rechtmatigen
plaats zou kunnen innemen een vraag, die haar eohtgenoot niet
in staat was toestemmend te beantwoorden. Toon zij zag, dat
er niets uit hem was te krygen, veranderde zy met vronwelyke
omzichtigheid van onderwerp, en vroeg naar Maria Lee (voor wie
zy een innige genegenheid koesterde) wanneer hy haar he t
laatst had gezieD, hoe zy er uitzag, of er ook eenig vooruitzich t
was, dat zy in het huwelyk zou treden, en andere dergelyke vra
gen meer waarvan het gevolg was, dat zy by haar echtgenoo t
een hevige uitbarsting van toorn verwekten, welke voor haar on
verklaarbaar was. Het gevolg was een kleine scèoe, welke on
geveer vyf uur des namiddags eindigde met Philips plotseling ver
trek om den trein nog te kunnen halen.
Kort daarop kwam juffrouw Jacobs hoven om thee te brengen
en vond Hilda badende» in tranen, die zij in haar trots niet voor
haar echtgenoot wilde storten, en daar zij een zeer uitgebreide
persoonlijke ervariDg van dergelyke zaken had, vermoedde zy te
recht, dat een echtelijke twist had plaatsgehad, waarvan zy de
sohuld, hetgeen ennoodig is em te zeggeD, op den afwezigen
Philip wierp.
„Kom, mevrouw Roberts," (zooals Hilda werd genoemd) zeide
zy, „schrei niet; zij zyn allen onmen&chen, dat zyn z£; gy hadt
myn Samuel maar eens moeten zieD, die nu reeds tien jaar dood
is en begraven ligt in een afzonderlijk graf op Kensal Cemetary