Kleine Aflyerteitiën. 10e Jaargang. Vrijdag 7 October 1892. No. 2840 NIEUWS- EN ADYEKTENTIEBLAD. ABONNEMENTSPRIJS: ADVERTENTIËN: „Het Blaadje" STADSNIEUWS. Arrondissement s-RecMbank. FEUILLETON J>e familie glaresfoof. HAARLEMS DAGBLAD Voor Haarlem per 3 maanden1,20. Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65. Afzonderlijke nummers0,05. Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30. franco per post 0,37J. Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Bureau: Kleine Houtstraat No. 9, Haarlem. Telefooiliinmmer 122. van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. Reclames 20 Cents per regel. Abonnementen en Advertentien worden aangenomen door onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers. Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOM, Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONES, Succ., Parijs 31&is Faubourg Montmartre. Ondergeteekende brengt beleefdelijk in herinnering, dat kleine Advertentfën bestemd tot plaatsing in en in de speciale rubriek in het Zater dagavondnummer van HAARLEM's DAGBLAD, 5 Cts. per regel te zamen, uiterlijk tot Vrijdagmorgen 12 uur aan het Bureau kunnen worden ingeleverd. T. C. PEBREBOOM. Haarlem, 6 Oct. 1892. Do heer D. Storm, firma D. Storm en F. van der Gragt, richtte in de maand Februari van dit jaar een schrij ven tot Burgemeester en Wethouders, waarin hij verzocht, om vrijstelling van betaling der zoogenaamde iaecaliëa- beiasting voor zyne perceelen op den Sehotersingel, Schoterweg, het Florapark en eveneens van die gelegen aan de Leidschevaarfc en in de Oranjestraat. De aanvrager grondde zijn verzoek op vroeger met de gemeente aangegane contracten. De grond aan den Sehoter singel, Schoterweg en Florapark toch, kocht hij van de gemeente onder voor waarde, dat deze rioleeriag en putten zou maken, doch de faecaliën uit de huizen die op den grond zouden worden gebouwd, het eigendom zouden zijn van de gemeente. Het terrein waarop de aanvrager de huizen aan de Leidschevaart en Oranje straat bouwde, kocht hij weliswaar van particulieren, maar verkreeg vergunning van de stad om voor zijne rekening, tot wederopzeggens, putten te maken in gemeentegrond, geheel volgens mo del van de putten, welke de gemeente zelf maakt. Evenwel, werden zoowel de putten als de faecaliën eigendom der gemeente. Men zou zoo zeggen, dat de gronden waarop de heer Storm zijn verzoek om ontheffing der belasting vestigt, geen discussie toelaten. Onzes inziens zeer terecht beweert de keer Storm, dat nu èn de putten èa de faecaliën aan de gemeente behooren, er voor hem geen reden is om de belasting te betalen. Evenwel, Burgemeester en Wethou ders denken daarover anders. Vooreen paar dagen (alzoo zeven maanden na de indiening van het rekest) ontviDg de heer Storm ten antwoord dat B. en W. de beslissing oyer de perceelen Schotersingel, Schoterweg en Florapark alsnog zouden aanhouden, doch dat wat de belasting betreft voor de huizen op de Leidschevaart en in de Oranjestraat de vergunning om de putten te hebben op gemeentegrond zal fworden ingetrok ken, wanneer de verschuldigde belasting niet binnen acht dagen is voldaan. Wij deelen een en ander mede als een frappant type van de onverkwik kelijke kwesties, welke de faecaliën- belasting in het leven roept. Is het wonder, dat deze belasting gehaat is bij de ingezetenen, waar zij geen rekening houdt met eenmaal gesloten overeen komsten De vele juiste bezwaren reeds tegen de belasting ingebracht, zullen wij hier thans niet herhalen, maar zeker is dat het genoemde vooraan staat in de rij. Wat B. en W. thans zouden doen wanneer de heer Storm niet betaalt, laat zich niet gemakkelijk denken. De buis afsnijden? en alzoo de perceelen berooven van behoorlijken afvoer der faecalien? Het ware een paardemiddel. Het is een punt van kwestie, of dit geval aanleiding kan geven tot opzeg ging van de vergunning, verleend in een (gelukkigen) tijd, toen er van eene faecalien-belasting nog geen sprake was. In ieder geval bewijst dit geval een maal te meer, dat de faecaliën-belasiing eene mislukking is, die hoe eerder zoo beter behoorde te verdwijnen. Naar wij vernemen zullen verschei dene bewoners van de Wilhelminastraat en het Wilsonsplein een rekest indienen bij den raad, naar aanleiding van het plan om op het Wilsonsplein een school te bouwen, en waartegen zij, zooals wij reeds vermeldden, groote bezwaren hebben. Het eerste concert van de Kon. Lie dertafel „Zang en Vriendschap* is be paald op Donderdag 15 December. Zooals bekend is zullen dan als solisten optreden de heer en mevrouw Völlmar en VöllmarFriese. De door de kegelclub „Haarlem" alhier uitgeschreven internationale korps - wedstrijd voor deze maand, datum nader te bepalen, zal gehouden worden op de daarvoor nieuw aangelegde banen van het Stations Koffiehuis alhier.Behalve *it een korpswedstrijd zal het concours nog bestaan uit twee perseneele wed strijden en éen nieuwelingen wedstrijd. Bij de Woensdag gehouden kolfwed- strijd der leden der soc. „de Kroon", is de prijs behaald door den heer J. C. H. Marseille met 129 punten, de premie door den heer J. N. van der Weijden Lz. met 118 punten, terwijl de heer L. van der Weijden Jz. de consolatieprijs behaalde met 90 punten en 4 poedels. De consolatiepr^s was het hoogste aantal punten met de meeste poedels. Sederteenigen tijd wordt een nieuw fabrikaat in ons blad geadverteerd. Het is Van Dapperen's Poetswater, een ar tikel dat in den korten tijd van zijn bestaan reeds veel succes heeft behaald. De fabrikant, onze stadgenoot de heer J. A. van Dapperen, zegt er van dat het met goed gevolg kan worden ge bruikt voor het poetsen yan goud, zilver, nieuw zilver, nikkel, koper, blik en spiegelglas. Wij hebben de proef ge nomen en ervaren, dat de heer Van Dapperen niet teveel goeds van zijn fa brikaat heeft gezegd en dat het Poets water inderdaad aan de genoemde ar tikelen zeer helderen glans verleent. Noord Zuid Hollandsche Stoomtram weg Maatschappij HaarlemLeiden. Ontvangsten Sept. 1892 aan perso nen- en goederenvervoer[ƒ8442.70 tegen 8520.10 in 1891. Sedert 1 Januari ƒ70478.50 tegen 66882.30 in 1891, en met inbegrip van diverse ontvang sten 80105.50 legen 75821.30 in 1890. Zitting van Donderdag 6 October In de heden gehouden zitting van de Arrondissements-Rechtbank waren twee belangrijke zaken aan de orde. De eene was een strafvervolging, inge steld tegen den alhier wonenden Hen drik Jan Rooseboom, handelsreiziger, wegens het zich als provisioneel bewind voerder toeeigenen van in die kwaliteit aan hem toevertrouwde goederen, de andere een aanklacht ingediend tegen Johannes Jongejans, graanhandelaar te Assendelft, wegens bevoorrechting van een zijner crediteuren in zijn faillisse ment ten koste van de anderen. Het eerst kwam de zaak van Jonge- jaDs aan de orde. De aanklacht in bizonderheden luidt als volgt Als koopman werd Johannes Jonge jans, oud 32 jaar, bij vonnis der Ar rondissements-Rechtbank te Haarlem van 22 April 1890 met ingang van 19 April daaraan voorafgaande verklaard in staat van faillissement. Op dit oogenblik ver keert hij nog steeds in dien staat, nadat hij op 19 April 1892 door de Recht bank te Haarlem in persoon was gehoord over een door een zijner crediteuren ingediend verzoek, om daar hem ge failleerde een aanzienlijk bedrag aan assurantiepenningen was opgekomen, opnieuw een rechter-commissaris en een curator in zijn faillissement te benoemen, i Bij vonnis der rechtbank werd aan dit verzoek voldaan. Hierna heeft zich beklaagde ter be- driegelijke verkorting van de rechten zijner schuldeischers door de tweede onderlinge Noord Hollandsche Brand waarborg Maatschappij te Oudkarspel op 23 en 25 April 1892, in twee ter mijnen een totaal bedrag van 3980. doen uitbetalen, als vergoeding voor de schade persoonlijk door hem geleden bij een brand, die fcop 12 April 1892 een door hem [gehuurd pakhuis met al wat zich daarin bevond, in asch had gelegd en daarvan op 23 April te Zaan dam en op 25 April te Amsterdam op den eersten dag omstreeks duizend en op den laatsten dag ruim tweeduizend gulden aan den handelaar P. Mars be taald tot geheele en volledige betaling van hetgeen genoemde Mars van hem gefailleerde had te vorderen, voor waren geleverd tusschen 2 October 1891 en 9 Februari 1892, welk geld op deze wijze aan den boedel was onttrokken ten voordeele van den schuldeischer, Mars, terwijl de gefailleerde, die van het door hem ontvangen bedrag van 3980. op 27 April 1892 slechts 400.aan den curator in het faillissement mr. C. G. von Reeken uitkeerde, wist en weten kon dat dit bedrag evenmin als de overige nog in zijn boedel aanwezige baten voldoende was, om al zijne overige schuldeischers in dezelfde verhouding te betalen. Negen getuigen zyn gedagvaard. Onder deze bevindt zich de curator, mr. C. G. von Reeken, die o. m. verklaart, dat hij wetende, dat Jongejans assurantiepen ningen had of zou ontvangen, dezen herhaald per brief en per briefkaart, heeft verzocht bij hem te komen of, althans bericht te zenden. Jongejans deed dit niet en juist op den dag toen mr. von Reeken den officier van justitie van het feit in kennis stelde, verscheen Jongejans en gaf den curator de 400, waarvan boven sprake is. Onbetaald was gebleven een bedrag van f 7524.nadat de concurrente crediteuren ongeveer 9 percent hunner vordering hadden ontvangen. Zonderling heeft de beklaagde ge handeld. Terwijl zulk een tekort uit zijn faillissement overbleef, leende hij aan zekeren de Boer nog 200 gulden van de door hem ontvangen assurantiegel- den en betaalde daarvan ook neg an dere kleine schalden. Dit alles zou twijfel kunnen doen rijzen, of de beklaagde wel te kwader trouw heeft gehandeld. Weliswaar schreef den aosten mr. C. G. von Reeken hem den brief, waarin Jongejans werd ver zocht bij hem te komen, om inlichting te geven over den brand en de assurantie maar Jongejans beweert, dat die brief in het ongereede geraakt en dus door hem niet gelezen is kunnen worden. Aan een briefkaart van mr. von Rteken gaf hij evenmin [gehoor en den 23sten en 25sten ontving hij de assurantiepen ningen en handelde daarmee als boven aangegeven. Een brief van mr. von Reeken, aan de assurantie-Maatschappij kwam nadat aan Jongejans het geld reeds was uitbetaald. Intusschen is het den curator en den officier van justitie gelukt een groot gedeelte van het bedrag terug te krijgen, namelijk f 3766.70, Wat Mars betreft, deze wist, vóór Jongejans hem betaalde, dat het faillis sement van dezen heropend was, maar hij dacht dat het hem niet aanging, omdat hij had geleverd aan de firma Jongejans Co. Na een pauze nam de heer jh. mr. A. J. Rethaan Macaréj officier van justitie, requisitoir. Spreker merkte op, dat beklaagde voortdurend heeft beweerd, dat hem eerst na den 25sten April be kend was, dat de Rechtbank het fail lissement had heropend verklaard op den ipden April. Evenwel, op den 2oen April werd hem door Cornells Mars een bericht in de Zaanl. Courant vertoond, waarbij gemeld werd dat zijn faillissement werd heropend. Hij wist dat dus voor den 23Sten, toen hij het geld van de assu rantie ontving. Spreker acht het ongelooibaar dat beklaagde den brief van mr. von Reeken zou hebben verloren. Om de assurantie maatschappij te bewegen het geld te betalen, legde hij verdichte facturen, over Hieruit meent spreker te mogen afleiden, dat ook aan den goeden trouw van beklaagde in de andere beweringen door hem geuit moet getwijfeld worden. Spreker acht de eenige vraag, waar over kan worden getwist, of de be klaagde heeft gehandeld ter bedriegelijke verkorting van de rechten zijner schuld eischers. Voor hem zelvenacht spreker dit door het verhoor der getuigen zeer stellig bewezen en reqnlreeit daarom de veroordeeling van bekiaagde wegens bedriegelijke bankbreuk tot gevangen nisstraf voor den tijd van éen jaar, waarvan de tijd in preventieve hech tenis doorgebracht, mogen worden afge trokken. De verdediger van beklaagde, jhr. mr. F. W. van S'.yium, meent dat dit geen strafzaak, maar een civiele zaak is. Beklaagde kon onderstellen, dat van de beslissing der Rechtbank betreffende de heropening van het faillissement, hem extract-vonnis binnen drie dagen zou geworden, evenals bij zijn failliet verklaring in 1890 was geschied. Nu hij dit extract-vonnis niet ontving, mocht hij meenen dat het faillissement niet was heropend. Over de wijze van verdeeling der 3D HOOFDSTUK XV. «Van haar scheiden antwoordde Pigott verontwaardigd, //schei den van mijne kleine lievelingIk zon liever nog myn eigen hoofd willen verliezen. Er is nog nooit iemand zoo lief geweest als zy is, met hare beminnelijke manieren, en als ik eenig ver stand heb van meisjes, dan zal zij eens het schoonste meisje van geheel Engeland zijn. Zjj is bestemd om een mooie vrouw te wor den; kijk eens naar hare oogen, haar voorhoofd en haar hebt gy ooit iets dergelijks gezien En wat hare eigenaardigheden be treft, hoe kan men iets anders verwachten van een meisje met leege hersenen, daar zij niets kan leeren, en niemand anders heeft om mee te praten dan eene eenvoudige vrouw zooals ik, en een vader" hier liet zij haar stem dalen «die een menschenhater is» en zelfs afkeerig is van het gezicht van zijn eigen kind?" //Stil, Pigott, gij moet zulke dingen niet zeggen 1 Nu zal ik u eens iets vertellen; ik wil uw heer verzoeken my toe te staan voor Angela's opvoeding te zorgen." „Het doet mij zeer veel genoegen, mynheer, dat te hooren. Zy is ving genoeg om alles te kunnen leeren, en het is zeer vriende lijk van u, dat op u te nemen. Als gy haar geest kunt ontwikkelen in gelyke mate als haar lichaam zich zal ontwikkelen als zy blyft leven, dan zal zich eens een man werkelyk gelukkig kunnen noemen. Goedennacht, mynheer, en ontvang myn hartelyken dank voor het naar huis brengen van de joDge miss." Den volgenden dag begon de opvoeding van Angela. BO£3K XX. HOOFDSTUK I. De opvoeding van Angela Toen wij Angela voor het laatst ontmoetten, zou aan hare op voeding worden begonnen. Laten wy de kennismaking hernieuwen op den gedenkwaardigen avond, toen na een studietijd van tien jaar, Fraser, een man, die niet gemakkelijk was te voldoen, zelf zeide, dat hy niet in staat was haar meer te leeren. Het was Kerstmisavood. Buiten valt de regen neer van de bla- derlooze boomtakken op den doorweekten bodem, terwijl de wind naargeestig door de boomen suist. Buiten de pastorie ziet het er dus recht droevig uit; laat ons liever een blik naar binnen slaan. In een tamelyk versleten leuningstoel, in de gezellige studeer kamer aan de tafel met boeken gevuld en met eenige losse blaadjes klein-folio papier in de hand, zit Fraser. Zyn haar is gryzer dan toen hy met de opvoeding van Angela begon; het was zoo grya als men van iemand van drie en vyftig jaar kan verwachten anders is hy in zyn uiterlyk dezelfde gebleven, en zijn gelaat is nog even fraai besneden om niet te zeggen aristocratisch als voor heen. Weldra legt hy de velletjes papier, waarop hy aandachtig zat te staren, neer, en zegt «Uwe oplossing is volkomen jnist, Angela, maar gy zyt er op een zeer eigenaardige manier gekomen, en langs uw eigen weg. Niet dat uwe methode zonder verdienste is want zy is beknoptor dan de myne, maar aan den anderen kant vertoont zij vrouwelyke zwakheid. Het is niet mogelyk om nwe vooropgezette stellingen stap voor stap te volgen en aldus tot de oplossing te komen, hoe juist zy ook zyn mag." Ja," zeide een diepe stem, waarin een vroolyke weerklank lag, en wier eigenares bezig was met theeschenken buiten den kring van licht, die de lamp om zich heen vormde; «gy hebt my dikwyls berispt, dat ik te spoedig myne oplossingen neerschreef, maar wat doet het er toe, als zy maar juist zyn Het gansche geheim is, dat ik de algebraïsche formule er wel by heb gebruikt, maar zonder ze uit te werken om u daarmee in de war te brengen,* en een lieve lach deed zich hooren. «Dat komt bjj een wiskundige niet te pas," zeide Fraser, met een zweem van ontevredenheid; «het is niets dan eene handigheid, eene tour de force." «De oplossing is immers goed, nietwaar?" «Ja." «Dan hoad ik vol, dat zy volkomen wiskundig is; het doel der wiskunde is om steeds tot de waarheid te komen."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1892 | | pagina 1