NIEUWS- EN ADVEKTENTIEBLAD.
familie gtoresfoot.
30e Jaargang.
Zaterdag 15 October 1892.
No. 2847
ABONNEMENTSPRIJS:
ADYERTENTIËN:
STADSNIEUWS.
DE AMBACHTSSCHOOL.
De Amerikaansche.
FEUILLETON
HAARLEMS DAGBLAD
T.»r Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franoo door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afeonderlijke nummers0,05.
GUïllustroerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37J.
Dit blad rerschijttt dagelijks, behalre op Zon- en Feestdagen.
Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnummer 133.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekhandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEREBOOM.
Roof dagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicité Etrangère G. L. DAUBE CoJO-HN F. JONESSucc.Parys 31 bis Faubourg Montmartre.
Hel Bijvoegsel van het blad dal
Zatcrdagvond verschijntzal bevatten
Het belooverde huisnaar het engelseh.
—Haarlemmer Halliijes Ho, OXLV.
Binnen- en Buitenlandsche berichten
Varia. Kleine advertentiën uit „het
Blaadje" No. XXXX. Advertentiën.
enz.
Haarlem, 14 Oet. 1892.
Op den Donde^ag geh©adea kolf-
wedstrijd in den Grnnttn Vawxh&l wer*
den de vnlgecde prijzen bekaaid:
ie prijs. J. v. d. Laan mit Haarlem met
114 p.; 2e pr. J. N. N. Klaaaen, nit
Velzen met hi p.; je pr N. D., vit
Haarlem met 109 p.
De Arakachtfischnol bij de Kamper
straat is zeogned als klaar. Weliswaar
moet wat iaën neemt de laatste hand
er nog aan werden gelegd, maar ket
gebouw is toch reeds z#3ver, dat mea
het de volgende week koopt te verlaten.
Dan komt de nievwe bevolking er
in, de jengd, die leeren wil wat een
goed aanbacht&nan kennen moet, zoowel
in theorie als ia praktijk.
Zal het onderricht vrnchtdragend we
zen, zal werkelijk de jongen na den
cursus te hebben afgeloopea, wat waard
zijn voor den patroon, dan zija drie
dingen aoodig goede onder wijzers, ge
willige leerlingen en een goed school
gebouw. Wat eerstgenoemd vereischte
betreft, de directeur de heer Frans van
Erkel staat bij hen die dat beoordeelen
kunnen, als een tegel|k theoretisch en
praktisch bekwaam man kokend; dat de
leerlingen zullen willen leeren mag
verwacht worden ea dat het schoolge
bouw aan hooggestemde eisehen voUioet,
daarover willen wy hier een on ander
mededeelen.
Wat een gr©$t voordeel is voor de
school, is hare ligging op een open
terrein. Overal stroomt kot daglicht volop
naar binnen en maakt de mime zalen
vroolijk en levendig. Beneden heeft men
behalve spreekkamer, directeurskamer,
kamer voor de leeraren en eau kamertje
voor den concierge, oom zaal voor het
smidsonderrickt, die 15 b$ 9's meter
groot is en, zoo noadig, nog kan wor
den vergroot. Voor het schilderen is een
schoollokaal van 18X bj| fü, tow het
timmeren een van 18 bij 7X es eea voor
meubelmaken van 11% bij 7VS meter.
Beneden is een zuime bergplaats voor
materiaal.
De gang, die niet minder dan 37
meter lang is, heeft eene breedte van
drie meier.
Op de eerste verdieping treft men de
teekenzalea aan, twee in getal, die voor
lijnteekenen metende 9lht bij 7% en die
voor handteekenen iiVs bij 7^,terwijl
op deze verdieping zich een tentoonstel
lingslokaal bevindt van 8Vs bij 7Vs en een
vertrek van kleinere afmetingen, bestemd
voor de vergaderingen van het bestuur.
Natuurlijk yindt men door het geheele
gebouw heen gas- en waterleiding en
de noodige privaten. Wenhamlampen
zijn overal aangebracht.
Wij doelen met opzet de afmetingen
van zalea en gang mede, om den lezer
een geod denkbeeld te geven van den
oasvaog vaa dit flinke geboHW. Daarin
de eerste dagen van Mei aan den bouw
werd begonnen, beeft deze slechts ruim
5% maand geduurd, zeker niet lang voor
een gebouw van deze grootte, vooral
omdat er veel moest worden geheid.
Niet minder dan 800 palen zyn in den
grond gebracht.
Het werk is gemaakt door den heer
A. F. Captein, onder toezicht van den
heer J. A. Raasveldt Jr.
De teekening van het gebouw is be
langeloos ontworpen door den gemeente-
architect, den heer Jacs Leijh. Het ge
bouw maakt een indruk van degelijk
heid ea eenvoud, die den architect alle
eer aandoet.
Tot den bouw werkten mede de firma
Wed. Reinders, metselwerk; F. Clausing,
loodgieterswerk, de Vries als stukadoor,
Boeree als schilder, D. P. Graaff,
smidswerk.
Nevens het gebouw bevindt zich eene
woning voor den concierge.
Thans worden de leerlingen verwacht.
Ouders, die zonen hebt die gij tot be
kwame ambachtslieden wilt zien op
groeien, zendt hen naar de Ambachts
school 1 Daar zullen zij, bij goeden wil
en goede vermogens, worden gevormd
niet tot baasjes (die zijn er al meer dan te
veel) maar tot flinke werklieden, die een
goed loon waard zijn.
Hierdoor zal de opoffering, die gij u
moet getroosten om het schoolgeld te
betale», wellicht ook eene kleine winst-
éarring omdat uw zoon in dien school
tijd aiets verdienen kan, dnbbel en
dwars worden vergoed.
Tot 20 dezer is de inschrijving van
leerlingen opengesteld.
Als laatste nagalm van het bezoek
onzer Koninginnen aan Haarlem had
Donderdag een eigenaardig feestplaats.
De firma J. J. Beijnes alhier had bare
260 werklieden uitgenoodigd, dien avond
op feestelijke wijze in de groote wagen
makerij der fabriek door te breDgen.
De kolossale werkplaats leverde een
aardig schouwspel op. De gasten zaten
aan onafzienbaar lange tafels geschaard,
terwijl de gastheeren met hunne dames
en oudste kinderen dwars daar tegen
over aan eene kleinere tafel hadden
plaats genomen met het personeel van
kantoor en teekenkamer. Het chassinet
dat gediend heeft bij de serenade, als
mede de vaandels met de symbolische
voorstellingen van de onderdeelen der
rijtuigfabricage, deden ook thans weder
dieDst, terwijl het geheel werd opge
luisterd door een groot aantal wimpels
en vlaggen.
Bij het binnentreden werd elk der
gasten een strikje van oranje en blauw
op de borst gehecht, de kleuren der
Oranje-Nassauorde. Nauwelijks was het
gezelschap voltallig, of de burgemeester
mr. E. A. lordens, door de heeren
Beijnes uitgenoodigd, trad binnen. Z.E.A.
droeg het officierskruis van de Oranje -
Nassau orde en het ridderkruis van den
Nederlandschen Leeuw. Later kwam
ook de heer mr. Joh. Enschedé Jr.
Nadat de heer J. W. A. Beijnes met
een fluitje (anders was het met zulk
een groot gezelschap niet mogelijk) om
stilte had verzocht, sprak hij den aan
wezigen een hartelijk woord van welkom
toe. Hierna vroeg de burgemeester het
woord en uitte een kort, maar welspre
kend woord van hulde eü waardeering
voor de firma Beijnes en voor de
haarlemsche nijverheid in het algemeen.
Door den joDgsten firmant, den heer
J. W. A. Beijnes, werden daarop aan
den burgemeester voorgesteld vijftien
van de werklieden der fabriek, die
minstens 25 jaar bij de firma werkzaam
zijn geweest. Er waren er onder die 30
of 40, zelfs een die 49 dienstjaren achter
den rug heeft. Hunne namen zijn
Fibbe (baas), Bolleurs, Hogenbijl, Kater,
NieuwenhuizenVerbeek, Leeman,
Serné, Sterk, van .aer Meulen, Schijve-
naar, Groenendaal, Vcster, Bremer en
van Damme.
Het mag zeker een zeldzaamheid
heeten, dat in dene fabriek zoovele oude
getrouwen gevonden worden en het is
een feit, dat gunstig doet denken over
de verhouding in deze fabriek tusschen
patroon en werklieden.
Thans verkreeg de heer F. Allan het
woord en deze populaire spreker wist
ook nu weer zijn auditorium te bezielen.
Namens het werkvolk sprak hij een
gepast en goed gekozen woord tot den
Burgemeester en tot de heeren Enschedé
en Beijnes, en nadat ook de heer En
schedé het woord had gevoerd, om te
drinken op tic goede harmonie tusschen
dc industrieelen te Haarlem, ging het
*eest zijn gapg.
Terwijl de wijn kwistig stroomde en
de damp van honderde sigaren in de
groote hal nauwelijks eenigszins te zien
was, hielden verschillenden van het
personeel voordrachten, die zeer werden
toegejuicht.
Men zong, droeg voor, speelde piano,
vioolcornet piston, dikwijls zeer
verdienstelijk, zoodat de tijd omvloog.
De burgemeester amuseerde ziek blijk
baar uitnemend, daar Z.E.A-, die te
halfacht gekomen was, eerst te on
geveer halfelf weer vertrok.
Inmiddels waren de taartjes gevolgd
door honderde broodjes, die zich goed
lieten smaken. Allengs werd men, na
tuurlijk, drukker totdat op eens de
oudste firmant zich zag opgetild en
onder groot gejuich door de zaal ge
dragen, welke luchtreis later ook door
den jongsten compagnon en door den
zoon van den heer J. J. F. Beijnes
werd gemaakt.
Reeds was het uur van middernacht
geslagen, vóór men scheidde. Het kan
niet anders, of deze gulle, ongedwongen,
vroolijke feestviering heeft den band
tusschen de firma Beijnes en haar per
soneel opnieuw bevestigd.
De acteur L. H. Chrispijn heeft uit
den roman van Jules Claretie „l'Amé
ricaine" een tooneelstuk getrokken, dat
Donderdagavond in onzen schouwburg
werd opgevoerd.
Den critici van dé amsterdamsche
bladen heeft het stuk niet kunnen
behagener is trouwens in langen, zeer
langen tijd geen stuk geweest, dat dit
bizondere voorrecht geaeot. De be-
oordeelaar van 't Handelsblad zegt er
o. a. van, dat „de Amerikaaroche" wel
vol is met mooie toiletten maar niet
met mooie gesprekken. Dit zijn evenwel
van die volzinnen, die men zoo licht
neerschrijft omdat de klank er zoo
verleidelijk van is. Op gevaar af van
voor totaal onbevoegden te worden
gehouden, moeten wij nederig verklaren,
dat „de Amerikaansche" ons zoo slecht
niet bevallen is. 't Is waar, dat de toi
letten van de dames zoowel door pracht
als door herhaalde verwisseling de
aandacht trekken, maar wat moet men
te Trouville, een badplaats, al anders
doen dan om het uur een andere japon
aantrekken
En wat de gesprekken aangaat
de scèoe tusschen Norton en zijn vrouw,
waarin hij haar van ontrouw verdenkt,
werd door Bouwmeester en zijne zuster
zeer mooi gespeeld. Dan komt er een
tooneeltje in het stuk voor, waarin Eva,
het amerikaansche meisje, nit angst, on
willig en onwillekeurig hare liefde doet
blijken aan de -Solis, die gaat duelleeren.
Ietwat amerikaanschzal men zeggen.
Toegegeven. Onze nederlandsche dames
declareeren zich niet op zoo'n manier,
maar het is zoo aantrekkelijk naïef en
eenvoudig ea frisch, dat wij mejuffrouw
Marie Schut, die deze rol vervulde,
voor haar spel een woord van hulde
willen brengen. Zij deed ons aan me
vrouw Holtrop denken.
Wat een personen op de planken 1
De heele keurbende van het Nederl,
Tooneel was er te vinden. Er waren
er bijna evenveel als in de zaal, want
het publiek was weggebleven! 't Was
mager bezet, vooral het balcon en de
stalles. Helaas, als straks op „De Groote
Trom" in ons theater de rofiei wordt
geslagen, déta zult ge ze zien komen.
We zouden er een entrée voor de vol
gende voorstelling van het N. T. onder
durven verwedden.
De jongeheer Stoete, een kereltje van
naar gissing een jaar of <waalf (naar
gissing, want die tooneelkinderen zijn
gewoonlijk ouder dan ze lijken), de
jongeheer Stoete dan werd voor zijn op
de traanklieren werkend rolletje twee
maal teruggeroepen. Hij deed het dan
ook heel aardig en 't is zyn schuld
niet, dat tooneelechrijvers voor het effect
kinderen op de planken brengen, die in
hun bedje behoorden te liggen.
Onze slotsom is, dat //de Amerikaan
se he" met zijn kleine gebreken, een zeer
vertoonbaar stuk is, dat op verdienste
lijke wijze wordt vertolkt.
Naar wij vernemen zal de kiêsver-
eeniging „Vooruitgang" Vrijdag 21 de
zer vergaderen, tor definitieve verkie
zing van een candidaat voor lid vaa den
Gemeenteraad, met het oog op de ver
kiezing van 1 November a. s.
Donderdagavond geraakten paard en
wagen, beladen met zakken meel van
bakker Zweers, in de Ktuisvaart te
Hoofddorp. Door de duisternis was het
zeer moeUlijk de lading uit het water
te visschen, zoodat men hier nog laat
mede bezig was. Paard en wagen waren
spoedig op het droge gebracht.
De man die dezer dagen aan den
1 Burgemeester van Haarlemmermeer
nachtlogies kwam vragen, door zijne
j verwarde antwoorden achterdocht wekte,
1 en daarom in arrest werd genomen,
bleek later krankzinnig te zijn.
I Men wijst ons op het feit, dat in de
aangrenzende gemeenten Haarlemmer-
37
HOOFDSTUK IV.
Hij herstelde zich evenwel vry spoedig, stand op van zyn steenen
zitplaats, nam zyn hoed af ea zeide nederig
//Ik vraag u vergiffenis, maar ik was onvoorbereid op uwe ver
schijning, en dacht werkelijk een oogeablik, dat gij do fee van
deze plaats waart, of," voegde hij er b$ en wees met eea sierlyk
baar ep een takje aeidoe» mot half ontleken bleesem, dat zij
in haar baad hield, tfde oorspronkelijke Meikoningin.*
Angela bloosde weer. Mot eempliaent waa zeo natuurlijk, dat
zy geen reden had er ziek teeraig over te Baken.
Een oogenblik sloeg tij hare liefiyke eegea neer, waarin zich
de heaaal scheen te weerkaatsen, voor don blik van onmiskenbare
hewoDderiag, waaraee hij haar aanzag, en zaoals zij daar stond,
trof het Arthur, dat er Heer dan schoonheid van vorm en gelaat
aan haar waa op te merken een onbeschrijfelijk iets, een waas
0 onschuld, en een weerschijn van het goddelijk licht, dat aan
^ara schoonheid iets bizonder verhevens gaf.
„Zoo moeten de engelen er uit zien,* dacht hg by zichzelf. Hy
had evenwel geen tyd om er over na te denken, want het vol
gende oogenblik had ay al haar moed verzameld, en sprak hem
aan met een zachte stem, waarvan de klank hem zijn leven lang
in de ooren weerklonk.
//Mijne vader heeft mij verteld, dat hij u verzocht had hier te
komen visschen, maar ik verwachtte niet u hier reeds zoo vroeg
te vinden. Ik ik vrees, dat ik u stoor,* en zy maakte eene
beweging als wilde zy gaan.
Arthur begreep, dat hy zooiets moest trachten te voorkomen.
//Gij zyt miss Caresfoot, nietwaar zeide hy haastig.
#Ja ik ben Angela; ik behoef uw naam niet ts vragen, myn
vader heeft dien reeds genoemd. Gy zy t mijnheer Arthur Heigham.'
Ja. Weet gy wel, dat wy nog neef en nicht zijn Dit was
wel wat overdreven, maar hij was zoo verheugd om iets te kunnen
aanvoeren wat tot moer vertrouwelijkheid kon leiden.
A/Ja, myn vader höeft er my over gesproken, dat wy nog aau
elkaar verwant waren. Ik heb geen andere bloedverwanten dan
mijn neef George, en het is my zeer aangenaam er met nog een
kennis te maken,* en zy reikte hem met betooverende vriendelijk
heid de hand.
Hy drukte die eerbiedig.
,/Gij kuDt daarover niet meer verheugd zyo dan ik,* zeide hy
met veel openhartigheid. Ik heb ook geen bloedverwanten. Tot
voor korten tijd had ik myne moeder nog, maar zy is verleden
jaar gestorven.*
z/Hieldt gy veel van uwe moeder?* vroeg zij op zachten toon.
Hy knikte als antwoord, en instinctmatig begreep zy, dat zij een
teederen snaar had aangeroerd, zoodat zy op dit onderwerp nie*
verder doorgiDg.
In dien tussohentyd was Aleok ontwaakt uit eeu rustigen slaap,
waarin hy was verzonken, liggende op het tweede steenblok; hy
kwam naderbij, besnuffelde Angela en kwispelde bij wyze van
goedkeuriag met zyn staart een vrymoedigheid, diehemoogen-
blikkelyk werd betaald gezet door de groote raaf, by wie zich nu
ook de tweede raaf, die niet zoo groot was, had gevoegd. Stout
moedig naderby komende, pikte zij hem met kracht in zyn staart,
hetgeen Aleok zoe snel zijn met wonden bedekt lichaam dit toeliet
deed omkeeren om daarna door de tweede raaf op dezelfde manier
te worden begroet; was Angela niet tusschenbeiden gekomen met
het takje meidoorn, dan zouden zy ongetwyfeld den stryd hebben
voortgezet.
#Zy zijn vreeselyk jaloersch,* verklaarde zy, „en volgen my
overal ea vliegen op iederen hond toe, die my nadert. Arme hond
hy is het zeker, die Snarleyow heeft gedood. Myn vader heeft mij
de geheele geschiedenis verteld.*
i/Ja, dat is gemakkelyk te zien,* zeide Arthur lachende en wees
op Aleck, die inderdaad in een beklageDSwaardigen toestand ver
keerde. Zyn eene oog was geheel gesloten, een lange strook pleis
ter bevond zieh op zyn kop, terwyl de rest van zijn lichaam met
litteekens van beten was overdekt. /,Het is zeer lastige geschiede
nis voor my, en uw neef zal het, denk ik niet spoedig vergeten;
het was echter werkelijk niet de schuld van myn armen Aleck
hy is zoo zacht als een lam wanneer men het hem niet lastig
maakt.*
z/Hy heeft trouwe oogen, ofschoon zyn neus wel in tweeën