POLITIM. OVERZICHT.
HEMENHD NIEUWS.
x^et Haarlems Volksbladvroeger in
handen van den heer D. de Clercq, met
i Januari e.k., worden toevertrouwd.
Met dien datum zal het blad worden
uitgegeven onder den naam van Noord
en Zuid-Hollandsch Volksblad.
N. R. Cl.
Wij ontvingen een exemplaar van
den zesden druk van den Gids voor
inleggers bij de Rijkspostspaarbank en
voor hen die het wenschen te worden,
bewerkt door P. J. F. du Bois, hoofd»
commies bij die Bank,
De omstandigheid dat het werkje
een zesden druk beleelt, toont duidelijk
aan, dat het inderdaad voor zeer velen
nut heeft gesticht. Wie hei nog niet
kent, schafte het zich voor tien cents
bij het postkantoor aan en make
aldus met deze zeer hoogst nuttige
instelling kennis.
De Nederlandsche Maatschappij
ter bevordering van Nijverheid looft uit
hare 2de gouden medaille voor een
model-diploma ter begeleiding van de
medailles of certificaten, die door of van
wege de Maatschappij» worden uitge
reikt onder de volgende voorwaarden
10. De teekening moet geschikt zijn
voor reproductie. De beantwoorders
moeten opgeven welke soort van repro
ductie, lichtdruk, steendruk, enz. zij
voor hunne ontwerpen wenschelijk ach
ten.
20. De grootte van het blad moet zijn
tot den buitenrandlengte 53 cM.,
breedte 44 cM. De smalste zijden moe
ten den boven-en benedenrand vormen,
de breedste zijden de zijranden. Boven
aan de woorden „Nederlandsche Maat
schappij ter bevordering van Nijverheid",
en daaronder genoeg ruimte blijven om
den verderen tekst te bevatten.
Als tweede pr-ïjs zal een zilveren me
daille worden toegekend.
De antwoorden moeten worden inge
zonden vóór 1 Juni 1893, en vergezeld
zyn van een verzegeld briefje, waarin
de naam des inzenders is geschreven,
en dat op de buitenzijde dezelfde zin
spreuk ;0f hetzelfde kenmerk als het
ingezonden antwoord voert.
Hij die zich voor de toewijzing van
den prijs'op eenige wyze bekend ge
maakt heeft, verliest aanspraak op be
kroning.
De inzendingen zullen worden beoor
deeld door een Jury, bestaande uit de
Heeren: Jhr. mr. Victor de Stuers, te
's-Gravenhage; A. Le Comte, te Delft;
Ed. Von Saher, Haarlem.
Te Parijs zal binnen enkele dagen
bet panorama van Zwitserland het
mooiste gedeelte van het Berner Ober
land voorstellende dat door Burnaad
en Baud-Bovy voor de tentoonstelling
van Chicago geschilderd is, te zien zijn.
Het schilderwerk is 2000 M. lang.
aan de kardoes medegedeeld, waardoor
de granaat, in plaats van op 900 M.,
slechts cp 150 M. afstand sprong.
JLigthart zocht, onder het vuur des
vijands, een nieuwe kardoes, waarmede
de mortier andermaal werd geladen.
Evenals bij den vorigen worp ontbrandde
weder het pypje, maar ook nu vatte de
gezwinde, lont vuur, waarbij een groote
vuurstraal uit den granaat spoot. Toen
de sergeant dit zag, aarzelde hij geen
oogenbiik. Zonder het gevaar te acnten,
duwde hy den kanonnier, die naast hem
stond, in een kuil, riep den comman
dant der bezetting toe, zich met zijne
manschappen te dekken, gooide den
mortier snel om, zoodat de brandende
granaat er uit rolde en slingerde deze
toen met alle kracht ongeveer 15 M.
builen de draadversperring, terzijde van
hel blokhuis. Onmiddellijk daarop volgde
een luide knal. De granaat was gespron
gen, maar zonder iemand te deren.
Door het moedig en onverschrok
ken gedrag van den braven sergeant
waren veie menschenlevens gered.'1
KOLONIËN-
In de Atjehsche Cl. van 14 Septem
ber komt het verhaal voor van het
moedig gedrag van den sergeant der
art. K. Ligthart, die bij kon. besluit
van 17 Augustus tot ridder der militaire
Willemsorde 4e kl, werd benoemd. Het
blad schrijft:
„Het was in den morgen van den 4U
Mei dezes jaars, dat de afkomende
wacht van het blokhuis te KotaP&gani
door eene vijandelijke bende werd be
schoten. Sergeant Ligthart, comman
dant van het artellerie-detachement,
wilde door middel van granaatworpen
den vijand verdrijven. Na vier worpen
gelukte het Inderdaad het vijandelijk
vuur tot zwygen te brengen, maar een
kwartier later herhaalden de Atjehers
het vuur uit eene versterking achter
groote tjamaraboomen. De mortier werd
daarom weder in batterij gebracht ea
andermaal werden drie worpen gedaan.
Bij den vierden worp ontbrandde wel
het pijpje, maar het vuur werd niet
De Kölnische Zeiiung meldtIn
het nieuwe legerplan wordt de le-
gersterkte op vost van vrede, voor
den tijd van 1 October 1893 tot 31
Maart 1899 bepaald op 492,068 man.
Gemiddeld zullen er jaarlijks zya 711
bataljons infanterie, 477 escradrons ca
valerie, 494 batterijen veldartillerie 37
bataljons artillerie te voet, 24 bataljons
mineurs, 7 bataljons spoorwegtroepen,
21 treinbataljons. Hierbij wordt uitge
gaan van het stelsel, dat de manschap
pen bij de troepen te voet in het al
gemeen een tweejarigen diensttijd heb
ben. De onderofficier splaatsen moeten
worden vastgesteld op de rijksbegrooting.
De eenjarige dienst strekt niet ter ver
mindering.
In de memorie van toelichting op het
legerplan wordt aangevoerd, dat de toe
stand ten opzichte van het krijgswezen
ten nadeele van Duitschland is veranderd.
Het vroeger overwicht is verdwenen.
Frankrijk heeft eene legersterkte op voet
van oorlog van 4,053,000, Rusland van
4,556>o°o man, en Duitschland zal door
de voorgestelde hervorming eene sterkte
van 4,400,000 kunnen bereiken.
Volgens de Kölnische Zeiiung zijn de
uitgaven, welke de nieuwe militaire wet
zal eischen, geraamd opvoor éénmaal
M. 66,800,000, waarvan M. 61,00,0000
voor 1893/94 en de rest voor later;
jaarlijks teiugkeerende M. 64,000,000,
waarvan onmiddellijk M. 56,400,000 en
de rest in den loop der eerstvolgende
jaren. De vermeerdering van het aantal
personen in dienst bedraagt: 2138 of
ficieren, 234 officieren van gezondheid
209 geweermakers en wapensmeden, 23
paardenartsen, 1 zadelmaker, 11,857
onderofficieren en 72,037 manschappen.
Het aantal dienstpaarden wordt ver
meerderd met 6130.
De Reichs Anaeiger schrijit ,/De
Kölnische Zeiiung maakt den tekst van
het militaire wetsontwerp en de memorie
van toelichting openbaar. Daar dit ont
werp aan den Bondraad ais geheim stuk
is toegezonden, welks openbaarmaking
in het tegenwoordige stadium, d. i.
voordat in den Bondsraad de behande*
ling is afgeloopen. niet in het plan der
regeering lag, kan de Kölnische Zeiiung
niet anders dan op onrechtmatige wijze
van het wetsontwerp kennio gekregen
hebben."
Omtrent deze belangrijke kwestie
meldt een part. telegram van de N. R.Cl.
nog het volgende:
De voorbarige openbaarmaking van
de nieuwe legerwet in de Röln. Ztg.
brengt in de pers een groot spektakel
te weeg, want Zaterdag was nog pas
de strikte geheimhouding afgekondigd
dewijl het ontwerp eerst aan den Bonds
raad ingediend is en er daar nog allerlei
wijzingen in kunnen gebracht worden,
zonder dat iemand er iets van verneemt.
Dit is nu niet mogelijk en men vraagt
zich af of de openbaarmaking niet eene
politieke bedoeling, eene beweging voor
of tegen Caprivi zijn kan. De nijdjge
aaateekening van den Reichs-Anzeiger
kent men reeds. Richters Frcisinnige
Zeiiung spreekt bijtend van een verraad,
dat de Kölnische om winstbejag aan
Caprivi pleegt. De dikwijls van hoo-
gerhand ingeblazen Abend heft jammer
kreten aan over het gepleegde misbruik
van vertrouwen, waardoor eene zake
lijke beoordeeling zeer bemoeilijkt wordt.
Gedeeltelijk is al deze toorn toe te schrij
ven aan broodnijd tegen de RGlnische
maar er komt teleurstelling bij, omdat
het blijkt, dat alles wat er verteld is
van tegemoetkomingen, welke Caprivi
reeds gedaan zou hebben, feitelijk op
niets neerkomst. Zijn ontwerp eischt een
jaarlijksche verhooging der legersterkte
in vredestijd met 86,489 man, waarbij
nog ongeveer 15,000 man komen die
tegenwoordig naar huis gezonden wor
den, maar voortaan waarschijnlijk onder
de wapens zullen blij ven, zoodat er dan
100,000 man jaarlijks meer gelicht wor
den. De kosten daarvoor worden opgege
ven te zullen bedragen67 millioen
voor eens, voor aanschaffing van mate
rieel, en 84 millioen jaarlijks voor on
derhoud der troepen. De regeering biedt
niet eens om dit goed te maken, den
tweejarigen diensttijd aan; integendeel,
die van drie jaren blijft bestaan. Alleen
bij de korpsen te voet zullen ,/iu het
algemeen^ de recruten na tweejarige
oefening vrijgelaten worden, doch met
dit voorbehoud dat tzij, die in hunnen
diensttijd zes weken arrest gehad heb
ben, een derde jaar moeten blyvcn.
Caprivi's rechtvaardiging der voor
dracht komt voornamelijk hierop neer
dat Duitschland het overwicht, dat het
vro eg te danken had aan zijnen kor
telings ingevoerden weerplicht, verloren
heeft. Frankrijk en Rusland zijn ons
voorbijgestreefd, en dit moeten wij
weder inhalen.
Eugen R:chter rekent Maandag in
het nachtnommer derFreisinnige Zeitung
reeds in de gauwigheid uit, dat bij de
door de regeering gemaakte yarning der
kosten uit den aard der zaak nog twee
honderd millioen mark geteld moeten
worden, voor het bouwen der noodige
kazernes voor het vergrocte leger.
Bedriegen niet alle voorteekenen, dan
zal dit wetsontwerp spoedig een gewel
digen storm in de openbare meening
doen opsteken.
De kwestie van het Honved-monu-
ment te Buda-Pest is een slag in het
aangezicht geweest van het ministerie.
Het gevolg daarvan is dan ook dat
Szapary den keizer zijn ontslag heelt
aangeboden, dat door dezen vooralsnog
niet is aangenomen. Kaillay, de tegen
woordige minister van fiaanciën wordt
als zijn opvolger genoemd.
De Kamer in Portugal zal zijn samen
gesteld uit 60 reformisten, 30 progres
sisten, 3 republikeinen, 2 pariijgenooten
van Miguel, 1 onafhankelijke, 40 par
tijgenooten van den tegenwoordigea
voorzitter van den ministerraad. De
regeering zal de meerderheid hebben,
gesteund door reformisten en progres
sisten.
Het antwoord van de Porte op de
russische nota is Zaterdag verzonden.
Het bevestigt dat de ontvangst van
Stamboulofi geen staatkundige betee-
kenis had.
Sir Henry Loch, gouverneur van de
Kaapkolonie, kwam Zondag te Plymouth
aan. In antwoord op een adres van den
mayor sprak hij als zijne meening uit,
dat er voor Zuid-Afrika een tijd van
grooten voorspoed in het vooruitzicht
is, Engelschen en Hollanders vormen
thans ésn volk, en werken samen tot
het welzijn van het land hunner inwoning
In de provincie Corrieates (Argentinië)
is eene omweateling uitgebroken.
Drie distriefcea zijn onder de wapenen.
De tusschenkomst van het centraal be
stuur is onvermijdelijk. Er hebbea ge
vechten plaats in «Ie provincie Santiago
ca Delotero. De Kamer van afgevaar
digden heeft een voorstel aangenomen
om de regeering te verzoeken den
gouverneur der provincie, die door de
opstandelingen gevangen genomen is,
weder te herstellen.
Uit Rio de Janeiro, wordt gemeld dat
de staatkundige toestand beter wordt.
Tusschen de regeering en het parlement
bestaat volmaakte eenstemmigheid om
de fiaanciën te verbeteren en een ge
deelte van het papieren geld uit de
circulatie terug te nemen. Dit wekt
groote belangstelling bij de speculanten.
Koning Leopold heeitd*
minister der spoorwegen verzocht on
middellijk het plan in overweging te
nemen tot verbinding van Brussel met
Antwerpen door een electrischea spoor
weg, die voor de znster-tentoonstelling
in beide steden zal worden aangelegd.
De bekende medewerker
de Figaro Albert Millaud is op
84-jarigea leeftijd, in volle werkzaamheid
overleden. Eene longontsteking nam hem
na kortstondig lijden weg.
Albert Millaud was, zooals Francis
Magnard, zijn hoofdredacteur, in een
artikel over hem zegt, Franschman van
top tot teen. Buitengewoon levendig,
zeer werkzaam ea vol van dien pittigea,
luchtigen franschea geest, die aich in
zijne grappen in de Figaro openbaarde.
Dat blad lijdt door zij a dood eea on
herstelbaar verlies.
Als schrijver voor het tooaeel had
hij dikwyls veel succes. Vooral voorde
Bouffes-Parisiens en de Variétés werkte
hy veel. Kort voor zijn dood vroeg hij
nog, nadat zijn zoon op zijn verzoek zich
verwijvlerd had, eea potlood en papier.
Daarop schreef hij eenige bepalingen
omtrent zijne begrafenis. Hij wilde geea
praalvertoon, geen redevoeringen, even
min als de militaire eer, waarop hij
recht had als ridder van het Legioen
van Eer.
Eenige uren daarna maakte eene
longontsteking een einde aan het léven,
Omtrent de werkzaamheid van Millaud
als tooneelschrijver herinnert de redactie
van de Figaro nog aan zijne mede
werking met Meilhac en Blum, terwijl
zij tevens opmerkte welk eene uitne
mende vertolkster Millaud vond in Judic
o. a. in „Lili, Niniche, La femme
papa, la Roussotte, Mademoiselle Ni-
touche." Te zamen met De Najac
schreef hij voor de Variétés het bekende
Fiacre 117. Er werd nog juist in de
Variétés eene revue van hem ingestu
deerd, getiteld„Premier Paris." „Op
den dag der opvoering wil ik genezen
zijn," had hij gezegd.
Maandag had de begrafenis plaats.
Da stoet werd door tal van vrienden
en bekenden gevormd.
Omstreeks 2000 mijnwerkers
vergaderden Zondag te Carmaux, en
besloten met algemeene stemmen de
werkstaking door te zetten. Op straat
werd door de werkstakers de Carmagno
le gedanst en heftig op de mijaraaat-
schappy gescholden.
De voorzitter van den raad van be
heer der mijnen te Lens, heeft den
minister-president Loubet verzocht tus-
schenbeiden te komen voor een wet op
de ondersteuningskassen.
De dag van Zondag is te Garmau*,
kalm voorbij gegaan. Het comité der
werkstaking heeft tegen 9 uur des
avond de mijnwerkers opgeroepen tot
eene vergadering die een geheel huishou
delijk karakter zal dragan en waarop
maatregelen van inwendig bestuur be
sproken zullen worden.
Zondag is in de zaal Tavier, te Parijs
onder voorzitterschap van den burger
Couturier, eea groote vergadering ten
guaste der werkstakers van Carmaux
gehouden.
Het programma luidde:
1. De algemeene amnestie;
2. De werkstaking te Carmaux en
hare gevolgen.
Cluseret keurde de benoeming van
Clemeiceau als vertegenwoordiger der
werkstakers af. Boicervoise eischte am
nestie voor eenige veroordeelden.
De kreten: „Weg met de politie,"
„weg met Coustant" en ook de uitroep
„Weg met het vaderland" werden onmid
dellijk onderdrukt.
De vergadering eindigde met een on
beschrijfelijk tumult. Gabriel protesteerde
krachtig tegen het aanhefien van de
kreet„Weg met het vaderland.// Er
was achter zulk een rumoer, dat hij zich
niet verstaanbaar kon maken.
Ougcveer 150 anarchisten stormdea
naar de tribune. Er ontstond een ge
vecht, waarbij met stoelen, banken en
tafels geworpen werd.
Nadat de gemoederen wat bedaard
waren, werd een motie aangenomen,
waarbij het gedrag der regeering afge
keurd werd en tevens in naam der 1800
personen, welke op de vergadering te
genwoordig waren, de werkstakers van
Carmaux geluk gewenscht werden met
haar lofwaardig optreden.
Keizer Wilhelm is Vrijdag
nog juist aan een ongeluk ontsnapt
Zijn rijtuig werd namelijk bijna aange
reden door een slachterswagen die uit
een zijstraat kwam.
De disselboom daarvan ging de keizer
rakelings langs de borst en boorde een
gat in zijn mantel. Door een handige
beweging van den koetsier werden de
paarden nog |juist bijtijds tot staan ge
bracht.
De brand in depakhuizen
van het „Packetfahrtgesellschaft" te Ham
burg was hevig wegens een groote
hoeveelheid hout en olie, welke in de
pakhuizen aanwezig was. Er werd
echter door 140 slangen gespoten en te
9 uur was het gevaar voor een verdere
verspreiding geweken. De schade door
het vuur aangericht is zeer belangryk.
By het omvallen van den voorgevel
van een der gebouwen, stortte een
gedeelte van den muur op een gebouw
der scheepswerf „Reiherstieg" en ver
nielde het dak. De steenen kwamen op
een grooten stoomketel terecht, welke
alleen door een gelukkig toeval niet
ontplofte. Links van de brandende pak
huizen was de chemische fabriek van
Sthamer, No&ck en Co., waarop een
regen van vonken nederdaalde. Geluk
kig slaagde men er in de ontplofbare
stoften in deze fabriek voor dien von
kenregen te beschermen.
Een ontploffing der chemische stoffen
zou eea verschikkelijke uitwerking gehad
hebbea.
Kort na het uitbreken van den brand
werd de directeur der brandweer, de
heer Kipping, zwaar gewond, doordat
een stuk van een muur op hem viel,
Hij werd naar het Zeemans ziekenhuis
gebracht en de leiding van het red
dingswerk werd overgenomen door de
brandmeesters Könneberg en Empson.
De pakhuizen waren verzekerd voor
646,000 mark. De schade wordt op 90
pCt. daarvan geschat. De Reiherstieg-
werf was verzekerd voor 1,137,000
mark. Hier rekent men de schade op
10 pCt. De chemische fabriek was ver
zekerd voor 220,000 mark. De schade
die zij leed wordt geschat op 60 pCt,
De brand in de „Kleine Grasbook"
te Hamburg is thans gebiuseht, echter
niet dan na een schade te hebben ver
oorzaakt, die op 1,000,000 mark wordt
geschat. Vier brandweermannen werden
en nog zal ik u dankhaar blyven voor dit nar vrn volmaakt ge
luk. Wanneer gij echter na eenigen tyd myne gebreken en on
volmaaktheden beter kent, dan zal ik u nog niet onverschillig zyn
want ik weet dat er iets in my is, dat my in staat zal stellen
om u terug te geven wat gy my hebt geschonken, en wat uw
leven gelukkig kAn maken. Lieveling ik weet niet of ik spreek
zooals andere vrouwen, maar geloof mij, het komt my uit het
hart.#
//Angela, spreek zoo niet tot my; ik had voor u moeten neer»
knielen. Gy hadt gelijk, toen gij uzelf een //koningin des geluks#
noemdet. Gy zyt eene koningin
i/Zwyg; overschat my niet; de teleurstelling zal slechts te pijnlyker
zyn. Kom Arthur laat ons naar huis gaan.#
Hy stond op en ging met haar mee, in een droom van geluk,
die hem voor een oogenbiik het spreken belette. By de deur
wenschte zy hem goeden nacht, en stak hem hare lippen toe voor
een kus. Daarna scheidden zy, hun hart te vol om te spreken.
Iets vroeg hy haar echter nog.
//Waarom bracht gij mij vanavond naar het graf uwer moeder?#
Met een zonderlinge uitdrukking van verlegen liefde, vermengd
met innerlyke overtuiging, zag zy hem aan en antwoordde:
#Het was haar geest, die ons tot elkaar bracht.#
HOOFDSTUK XII.
Lady Bellamy doet een aanbod.
Dank zy Lady Bellamy's verpleging was het wonder geschied,
dat George Caresfoot, hoewel hy door de geneesheeren was op
gegeven, herstelde. Had zy hem niet opgepast, dan zou de patient
vry zeker bygelegd zya by zyne voorvaderen op het kerkhof te
Bratham. Geheele dagen en nachten waakte zy by hem en ver
pleegde hem, nauwelijks zelfs een oog sluitende, en zonder zich te
bekommeren om het gevaar der besmetting, totdat zy ten laatste
de koorts wist te overwinnen en hem weghaalde van den rand
van het graf.
Hoe dikwyls heeft do toewyding eener vrouw in zulk een wor
steling den zege niet behaald
Des Maandags, volgende op de gebeurtenissen, in het laatste
hoofdstuk vermeld,zat George, wiens herstel nu flink vorderde,
ofschoon het hem was verboden om gedurende de eerste twee weken
buiten te gaan, beneden zich in de warme zonnestralen te koeste -
ren, terwyl eene gewaarwording van een terugkeerend leven en
levenskrachten zyne aderen doortintelde, toen lady Bellamy de
kamer binnenkwam met een medicijn.
//Hier is uw drankje, George, het is het laatste dat ik u kan
geven, want ik moet tegen den middag naar myn ontroostbaren
echtgenoot terugkeeren.#
z/Ik kan u nog niet laten gaan, ik ben nog niet geheel beter.#
z/lk moet gaan, George, de menachen zullen er over beginnen
te praten als ik hier nog langer blyf.#
z/Als het dan moet, dan moet hot,# gaf hy norsch ten antwoord.
z/Ik moet zeggen, dat gy u verbazend veel om my bekommert. Ik
zou wel eens willen weten, wie my nu moet oppassen Ik ben nog
verre van gezond verre van gezond.#
//Geloof my,# zeide zy zacht, //het spyt my zeer, dat ik u moet
verlaten, en het verheugt my zeer, dat ik u van dienst heb kun
nen zyn, alhoewel gij daar niet veel waarde aan hebt gehecht.#
//O, ik weet wel, dat ik u veel verplicht ben, maar het is ook
niet denkbaar, dat gy my in myne koortsen hadt laten sterven
zonder naar my om te zien.#
Zij zuchtte toen z$ antwoordde
z/Gy zoudt voor my zooveel niet doen.#
z/Wat ik u bidden mag, Anne, wees nu niet sentimenteel. Ah
vorens gy vertrekt wilde ik u echter nog eens spreken over dat
meisje, Angela. Hebt gij al eenige stappen gedaan?#
Lady Bellamy ontstelde.
//Wat, zyt gy nog niet op dat plan teruggekomen?#
//Zeer zeker niet. Het kwam my voor of myn geheele ongesteldheid
slechts een langdurige droom was van haar. Ik sta er beslister
op dan ooit.#
z/En dringt gij er ook nog op aan om my de rol te laten spelen
die gy my hadt toegedacht? Weet gy wel, George, dat er gedurende
uwe ziekte oogenblikken zyn geweest, dat als gy voor een enkele
vijf minuten myn zorg hadt moeten ontberen, dit u het leven zou
hebben gekost, en dat ik vyf nachten achtereen myne oogen niet
heb gesloten Kyk mij eens aan, hoe mager en afgemat ik er
uitzie, dat komt door het waken by u. Ik heb u het leven gered,
en nu zult gij my toch zeker niet dwingen tot die voor my zoo
onnatuurlijke rol?#
Wordt vervolgd.)