NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.
familie garesfooi.
10e Jaargang.
Donderdag 3 November 1892.
No. 2863
ABONNEMENTSPRIJS:
ADVERTENTIËN:
NABETRACHTING
STADSNIEUWS.
FEUILLETON
HAARLEMS DAGBLAD
Voor Haarlem per 3 maandenf 1,20.
Franco door het geheele Rijk, per 3 maanden 1,65.
Afzonderlijke nummers0,05.
Geïllustreerd Zondagsblad, per 3 maanden 0,30.
franco per post 0,37J.
Dit blad verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en
Bureau: Kleine Houtstraat Ho. 9, Haarlem. Telefoonnummer 122.
van 15 regels 50 Cents; iedere regel meer 10 Cents.
Groote letters naar plaatsruimte.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Reclames 20 Cents per regel.
Abonnementen en Advertentiën worden aangenomen door
onze agenten en door alle boekbandelaren en courantiers.
Directeur-Uitgever J. C. PEEEEBOOE
Hoofdagenten voor het Buitenland: Compagnie Générale de Publicitê Etrangére G. L. DAUBE Co., JOHN F. JONESSucc.Parijs 31 biS Faubourg Montmartre.
van den.
GEMEENTERAAD.
LI.
f Wanneer de gemoedsstemming van de
Raadsleden ooit scheef hiDg, dan was het
wel Maandagmorgen by het debat óver
de^cholerabarak en wat daarbij behoorde,
de verpleging.
£;Het debat over de barak zelve, liep
in .hoofdzaak daarover, dat die nog niet
gereed was, toen Vrydag opname voor
een patient daarin noodzakelijk was,
terwijl den Woensdag daaraan vooraf
gaande de burgemeester verklaard had,
dat de barak gereed was. Nu wil ik
orer die kwestie maar liever niets meer
jgen. Had de eerste cholera-patient
door zijne, nu noodzakelijke, opname in
i barak van het Gasthuis in den omtrek
daarvan de besmetting verspreid, dan
zou het de moeite loosen uit te visschen
op wien de verantwoordelijkheid in deze
rast, maar nu dat gelukkig niet het f eval
geweest en zich geen meerdere ge
vallen hebben voorgedaaa, kan men vol
staan met den wensch uit te spreken,
dat er voor een zoo onverkwikkelijk
)at in den Raad geen aanleiding meer
zijn.
l- Toch wil ik op ee» paar punten in
dat debat even stilstaan en mij verbazen
over de houding van den burgemeester
tegenover de cholerakwestie. Nog maar
weinige weken geleden verklaarde ZEA.,
in® 1866 alleen de choleracommissie te
hebben gevormd en Maandag ging ZEA.
'fs zoover, van een uitstapje te doen
medisch gebied, dat ia weerwil van
tien ernst der zaak, ©enigermate komisch
was. i-Ziot,/' zoo zeide ZEA., er zyn nu
drie gevallen van cholera voorgekomen
in aanzienlijke huizen waar men duin
water dronk, waar verschillende melk
boeren hun waar leverden. Ooze werk
lieden van de reiniging, die dagelyfcs
omgaan met het afzichtelijkste wat van
den mensch uitgaat, zijn niet door de
kte aangegrepen, evenmin als in 1866,
tijdens de laatste epidemie."
Deze opmerkingen beval de burger
meester aan in de aandacht van hen, die
le„ ziekte moeten onderzoeken en ge-
nezeD, de doctoren derhalve. Nu
verklaar ik niet te begrijpen, welke
leering onze geneesheeren uit deze
inededeelingen moeten trekken. Toch
nier deze, dat duinwater schadelijk
voor de gezondheid en het wroeten
in vuil een voorbehoedmiddel tegen
cholera? Waar overal en door alle
deskundigen geconstateerd is, dat zuiver
drinkwater in tijden van cholera aller
eerst noodig en ophoopingen van vuh
allerverderfelijkst zyn, daar klinkt het
komiek, onzen Raadsvoorzitter, die wel
een uitnemend rechtsgeleerde is, maar
ongetwijfeld geen autoriteit op het gebied
der geneeskunst mag heeten, op eenigs-
zine pleehtigen toon een leer te hooren
voordragen, rechtstreeks met de ondervin
ding van deskundigen in tegenspraak.
Ik meen zeker te weten, dat een van
de leden van dea Raad een motie in den
zak had,' naar aanleiding van het voor
gevallene met de barak, maar dat deze
achterwege is gebleven omdat, zooals dat
meer gaat, de kwestie ten slotte verwa
terde en een anderen kant uitging.
Over het algemeeae wordt er met
de maatregelen tegen de cholera vreemd
omgesprongen. De doctoren in onze
gemeente ontvingen eenige dagen gele
den een circulaire van het Dagelijksch
Bestuur, waarbij hun van het gereed
zijn der barak kennis gegeven en tevens
bericht werd, dat om de opname van
patiënten in de barak te verkrygea zou
moeten worden afgegeven eene verklaring,
dat de zieke ingezetene was van Haarlem
en dat de ziekte cholera was.
Alzoo zouden geen schippers van buiten
gekomen, handelsreizigers hier vertoe
vende etc. wanner zij in onze gemeente
door ^holera werden aangetast, in de
barak mogen worden opgenomen.
En wat betreft de verklaring, dat de
patient werkelijk aan cholera lijdende is
deze kan geen enkele geneesheer mot
zekerheid in het eerste stadium der ziekte
afgeven, al ware het alleen omdat
ongeveer dezelfde verschijnselen zich
voordoen bij cholera asiatica, cholera
nostras, acute arsenikvergiftiging en tri-
chinose.
In de Raadszitting van Maandag is
gebleken, dat de circulaire niet zoo
bedoeld was als men haar noodwendig
moest lezen. Met andere woorden de cir
culaire deugde niet. Maar waarom dan ook
niet den raad ingewonnen van deskun
digen In onze stad zyn ongeveer
twintig doctoren gevestigd, waarvan elf
gemeenteambtenaren zijn. Had men een
van dezen geraadpleegd, de wonderlijke
circulaire ware niet in de wereld ge
komen, en wij mogen ons erover ver
bazen,dat op een terrein waarop het geheele
dagelijksch bestuur vreemdeling is, de
leidende hand van een deskundige over
bodig is geacht.
En nu een woord over den heer
Klein. Ik kan niet zeggeD, dat dat
Raadslid Maandag bizonder gelukkig is
geweest in zijn oppositie.
Niet dat ik ooit de wijze van optreden
van den heer Klein heb kunnen bewonde
ren. Gewoonlijk begint dit Raadslid zijne
oppositie tegen het een of ander, met de
mededeeling //dat hij zich verbaast."
Waarover Over de kortzichtigheid van
de andere Raadsleden, die de zaak
anders inzien dat de heer Klein
Men kan haast niet anders denken,
en in dat geval is de uitdrukking
weinig parlementair en geeft van de be
scheidenheid des heeren Klein geen zeer
hoogen dunk.
Driemaal heeft de heer Klein zich in
het debat gemengd en driemaal is hij
ongelukkig geweest in zyn betoog en ik
kan den heer Klein verzekeren, dat zyn
redevoeringen over de verpleging in de
barak door de Broeders van St. Johannes
de Deo by Katholieken en niet Katho
lieken in deze gemeente een ongunstigen
indruk hebben gemaakt.
Er sprak een wantrouwen uit tegen
deze Broeders, dat by een man van ka
rakter zelfs niet zou mogen opkomen.
Het is bekend, dat als ziekenverplegers
de Broeders van St. Johannes de Deo
uitmunten, dat zy geroepen worden in
de ziekenkamer van Protestanten en Is
raëlieten, dat zy daar een niet te hoog,
te waardeeren hulp verleenen. Zou nu
de heer Klein, of zou iemand anders wie
dan ook, durven beweren, dat dezemen-
schen die een leven leiden van zelfopof
fering en naastenliefde, dat zij in het
stervensuur een andersdenkende een
troost zouden opdringen, dien hy niet
wenecht, of hem die weigeren, welke hij
van zijn kerkelyken voorganger wenscht
te ontvangen
Foei
Wat praat men hier van religie. Men-
schen zyn wy allen en boven zeer velen
onzer steken zy uit, die met vaarwelzeg-
ging van alle wereldache genietingen,
zich hebben gewijd aan de verpleging
(niet alleen van katholieken maar van
allen zonder onderscheid wier lichaam
ziek is en ellendig
Dat de heer Klein sprekende over het
gasthuis, de tering wou zetten naar de
nering en het gesticht het subsidie niet
wilde verleenen, die het noodig heeft om
de onbemiddelde zieken te kunnen verple
gen, verbaast mij (ik mag my nu ook
wel eens verbazen) in zooverre, dat vol
gens dit systeem tal van andere begroo-
tingsposten hadden kunnen worden ge
schrapt.
De tering naar de neringVooruit
maarDan maar geschrapt de gelden
voor prysuitdeeling, voor het muziekkorps,
de subsidiën aan d8 Musea, aan de
ambachtsschool, voor restauratie van de
Groote Kerk en zooveel meerWeg er
mee. We hebben dan ook wel geen
prysuitdeeling meer, geen musea, geen
muziekkorps, geen ambachtsschool en
een der fraaiste gebouwen der stad zou
in decadence geraken, maar dan
hebben we de tering naar de nering
gezet
Met machtwoorden schermen is gemak
kelijk, maar praktisch zijn en zijn gezond
verstand gebruiken, is moeilijker
Haarlem, 2 Nov. 1892
Door H. M. de Koningin-Weduwe i8
aan de heeren deelnemers van de eere-
wacht in functie geweest by het bezoek
van HM. dc Koninginnen op Vrydag
28 Sept. 11. aan deze gemeente, de groote
herinneringsmedaille verleend en wel aan
den Commandant een zilveren en aan
iederen deelnemer een bronzen. De toe
zending ging vergezeld van een vleiend
schryven van Hr. Ms. particulieren
secretaris Mr. de Ranitz. Aan de eene
zyde van de medaille prykt dè beeltenis
van H. M. de Koningin en aan de
andere zyde de datum van het hooge
bezoek waarboven de koninklijke kroon
en omgeven door een lauwerkrans.
Het Museum van Kunstnijverheid al
hier is gedurende de maand Oct. 1.1.
door 1049 personen bezocht.
Blijkens de heden gedane opening
van stembriefjes voor de verkiezing
van een lid van den Raad der ge
meente zijn ingeleverd 1240 stembriefjes.
Van onwaarde zijn verklaard 14
briefjes.
De meerderheid bedroeg dus 614.
Uitgebracht zijn op de heeren
J. Leupen 596 st.
D. Audié de la Porte 286
A. W. Poortman
A. van Huizen
G. E. L. Hijmans
Herstemming tusschen de twee eerst
genoemde heeren.
81
171
46
Voor de levering van het ligstroo
gedurende 1892/1893 ten behoeve van
de troepen alhier in garnizoen, zijn
aannemers geworden de heeren Johs.
Vermeulen en Zoon, te Waspik voor
ƒ27.90 per 1000 K.G.
De feestelyke opening van de Haar-
lemsche Ambachtsschool zal plaats
hebben op Maandag 14 dezer, des
morgens te elf uur, in de zaal van dat
gebouw welke tot schilderswerkplaats
zal dienen.
De heer Mr. A. J. W. Farncombe
Sanders, afgevaardigde ter 2de Kamer
voor dit district, heeft zich op verzoek
van het bestuur, bereid verklaard de
feestrede te houden.
Z. E. dé minister van Binnenlandsche
ZakeD, Tak van Poortvliet, de secretaris
generaal Dijckmeester en voorts de
stedelijke autoriteiten, benevens tal van
andere genoodigden, zullen de opening
bijwonen.
Hedenmorgen had op ac nieuwe
R. K. Begraafplaats aan den Schoter-
weg eene stille, maar indrukwekkende
plechtigheid plaats. Te elf uur werd
door den hoogeerw. heer B. Dankelmaa,
pastoor der kathedrale kerk alhier, de
nieuwe kapel ingewijd, bijgestaan en
geassisteerd door den hoogeerw. heer
P. J. Thunnissen, den Zeereerwaarden
heer P. A. v. d. Bosch en vele andere hee
ren geestelijken. Na afloop dezer plech
tigheid sprak de heer Dankeiman een
woord van dank, dat nu aan een lang
gevoelde behoefte was voldaan door
deze stichting. Na deze toespraak ging
men over tot wijding van het kerkhof
zelf dat onder hei zingen van eenige
treurzangen geschiedde.
Vele belangstellenden waren toege
stroomd om de sombere plechtigheid
bij te wonen, die allen onder den indruk
van deze wijding waren, behalve de
natuur die juist na zooveel dagen van
naargeestigheid en somberheid een lieflijk
zonnetjejover den nieuwen doodenakker
liet schijnen.
De kapel is met de inwendige de
coratie van het altaar en de back, even
als de bygebouwen met het rijk ver
sierde hekwerk, geheel door den heer
N. Nelis, architect alhier, ontworpen.
Wij hebben reeds vroeger van dit zeer
verdienstelijke werk in ons blad melding
gemaakt.
Consequent doorgevoerd in gothische
stijl, waarbij nagenoeg uitsluitend bak
steen is gebruikt, wat het gemetselde
gedeelte betreft, zoo is de variatie van
verschillend gekleurde steen met zeer
veel smaak gekozen en ontegenzeggelijk
belooft het talent van den jongen
bouwmeester veel voor de toekomst.
De technische uitvoering is eveneens
met de grootste zorg behartigd door
den aannemer, den heer J. Slenters alle
détails zyn met eene buitengewone
correctheid afgewerkt en staat men ver
wonderd, dat voor zulk een betrekkelijk
geringe aannemingssom een dusdanig
kerkje met zijn slanken toren is kunnen
geleverd worden.
Het altaar heeft in het midden een
groot relief, voorstellende de H. Barbara.
Dit werk is van de hand van den alom
gunstig bekend staanden beeldhouwer
den heer F. Stracké alhier. De banken
zijn geleverd door den mr. timmerman
G. Hulsebosch, terwijl het sierlijke hek
werk is vervaardigd door den mr. smid
Th. M. Blom, beiden hier ter stede
woonachtig. Aan de gemetselde graven
rechts en links van de kapel, welke het
werk zijn vanden heeG. P. J. Beccari is
men nog bezig, en beloven met het
overige een schoon geheel te vormen,
dat aan allen die daartoe hebben mede
gewerkt, alle eer aandoet.
52)
HOOFDSTUK XV.
Met vastberadenheid en koele bedaardheid had zy haren vader
verzekerd, dat zy nooit of nimmer zou toestemmen in een huwe
lijk met een man, die haar zoo hatelyk was als George en dat zij
nooit een ander zon trouwen dan Arthur, dien zij trouw had
beloofd.
Philip had hierop geen verstaanbaar antwoord gegeven, maar
lots tusschen de tanden gemompeld, dat zy terecht voor een be
dreiging hield. Van dien dag af was zyn humeur nog meer ver
bitterd dan tevoren. Inderdaad was zijn toestand zeer onaangenaam.
George, die ongeduldig werd en in de tegenwoordigheid van Heig-
ham in den omtrek een voortdurend gevaar zag voor zyn kans
ten opzichte van Angela, schreef brief op brief aan zyn neef,
om hem te verzoeken zyn vaderlyk gezag tegenover zyne dochter
te doen gelden en haar te noodzaken, zieh te beschouwen als de
verloofde van hem, George Caresfoot. Soms ook, ea dat was voor
Philip het ergste, zond hy lady Bellamy op hem af, die met hare
scherpe tong en hare herinneringen uit vroeger dagen, al de oude
wonden by Philip weer openscheurde en hem somberder en naar-
geestiger maakte, dan ooit.
Intusschen was George zeer ontevreden, omdat hij duidelyk ge
noeg bespeurde, dat zyn zaak volstrekt geen voortgang maakte.
In weerwil van de beloften door lady Bellamy en Philip gedaan,
dat hy spoedig met succes zijn verklaring aan Angela zou kunnen
doen, begreep hij nog niets gevorderd te zijn sedert den dag,
waarop hij vergeefs gepoogd had, haar een kus te ontstelen. In de
weken verloopen sedert Arthurs vertrek, had hy een keer of vier
een bezoek by Philip afgelegd, maar drie maal was Angela, die
hem had zien aankomen^ naar bare kamer gevlucht en kreeg hy
haar dus niet te zien en de vierde maal verraste hy haar in de
huiskamer, omdat hy zich niet had laten aandienen. Onmiddellijk
was zij opgestaan, had met eene flauwe neiging gezegd: //Heeft
men u niet aangediend ik zal papa roepenen was, nog voor
dat hij iets zeggen kon, de kamer uitgesneld en niet weer terug
gekomen.
Op zekeren dag was lady Bellamy weer by George om over de
zaak te spreken. Hy zag er gemelyk en knorrig uit en keek met
een hatelijken blik naar lady Bellamy, die eierlyk gekleed, de
voile voor het gezicht, aan den anderen kant van de tafel zat.
#Gy zyt wezenlijk een kostbare helpster," bromde George.
z/Nu zyt ge zoogenaamd al weken voor my bezig en wat zyn we
gevorderd Het meisje is zoo schuw als een duif voor mij en
loopt weg als ze my ziet, alsof ik de pest was. Er moet iets ge
daan worden, want die melkmuil, die Heigham, zwerft hier voort
durend in den omtrek rond en vandaag of morgen zal hy Angela
nog schaken
z/Wees daarvoor onbezorgd," antwoordde lady Bellamy, //Heig
ham zou haar dat niet voorstellen en deed hy het al, dan zon
Angela weigeren. Ge moet denken," ging zy voort met een by-
tend lachje, vdat er nog wel eerlyke menschen in de wereld zyn
en dat niet iedereen langs kronkelwegen gaat, zooals gij
en ik."
Qeorge keek haar toornig aan.
f/Wat beduidt dat gebazel? Geef my liever een goeden raad,
hoe ik myn doel bereiken moet. Op myn woord, het schynt alBof
gy een aanval van rechtschapenheid hebt gekregen."
Hy lachte bitter, en zij kleurde, zoodat hij het onder hare voile
kon zien. #Ja, George Caresfoot, somtyda heb ik een tegenzin in
de ellendige taak, die ge my hebt opgedragen. Afschuwelyk werk,
een meisje zooals zy, lief, goed, edel en onberispelijk in de armen
te voeren van een man zooals gy."
z/Een man zooals ik grynsde Caresfoot en in zyn woede
toonde hy zyn witte tanden als een grimmig roofdier.
ffJa, een man als gy, een man zonder hart, die altijd heeft ge
leefd voor zyn eigen genoegen en voordeel en er nooit om heeft
gedacht, dat er ook andere menschen zijn om n heen. Ik ril, als
ik er aan denk welk een leven dat arme meisje zal hebben by nj
gy znlt haar niet een echtgenoot wezen, maar een tiran. Gy znlt
haar leeren sidderen voor uw stem, als een egoïst, en een dwin
geland die ge zyt! En tot die schoone toekomst moet ik mee
werken ik, die behoor tot hetzelfde geslacht als zy en die haar
das moest keipen en besehermen, inplaats van haar in het verderf
te storten."